i
i
■t
i
RIJWIELBANDEN,
DE PRINS
BERTELS' LIJNZAADKOEKJES
Tesel-Purmerend.
.mar
„S.s. Texelstrooin".
LIEFDESSTRIJD.
SOMNAMBULE.
Msn abonngertzich in Boskti. Parkstr.
Draineerbuizeu
2 Werklieden gevraag!
LEERLINGEN
Kunsttanden.
N. V. Koninklijke Falriekefe
Lijnzaadkoeken r
SCHELPKALK?ABRIEKEN -- ST03MTRASK0LEH,
Firma W. F. STOEL ZOON, Alkmaar.
Bertels' Olieslagerij en Meelfabriek, Amsterdam.
uitsluitend prima kwaliteit.
Aanbevelend, M. A. KUIJPER.
C. METS Zn.
DE ZWERVER,
FEUILLETON*
NJÖOTJE en N0NN1E.
zware en lichte schrammen!
biggen en drachtige zeugel
Bijzondere Normaalschol
Tand-techniker Zaandamil"
Stationstraat 11, Heldert
Merk „Ster" en „W.L.'j
K. ACKEMA, I
Vertrekt Maandags n.m. 2 uur
van Texel naar Purmerend en tus-
schengelegen plaatsen.
in verschillende wijdte en]
prima kwaliteit.
Steeds verkrijgbaar
Vraagt wrak vee tegen hooge waarl
W. RIJK. A. AVONDErI
komt thans weer geregeld spreekt"
uur houden 's Woensdags 11-12 en lïa
uur. I
kzt
v.h. Wessanen Laan, WormerveeL
j *^Ö55jf
M
1
i
I
worden kond geslagen van rechtstreeks aan
gevoerde dubbel gezuiverd lijnzaad. De
koekjes worden niet zooals de gewone lijn
koeken met vocht gefabriceerd, maar vol
gens eene eigen betere methode door toe
voeging van evenveel suiker in den vorm
van Siroop. Hierdoor wordt verkregen
meer dijkracht en meer slijmvorming,
waaraan in diaetisch opzicht zoo groote
waarde wordt toegekendgrooter duur
zaamheid door de conserveerende werking
der Suiker; grooter smakelijkheid, grooter
voedingswaarde en een aanzienlijk groo
ter opbrengst van Melk, Boter en Kaas.
Door bijvoedering dezer Koekjes in de weide
verkrijgt de Boter de zoozeer gewenschte
meervastigkeid in den zomer.
De levering geschiedt desverlangd onder
A. H. V. (Algemeene Handelsvoorwaarden).
Bekroond met 22 hoogste onderscheidingen (Eere Diploma's en Gouden
Medailles) op de Landbouw Tentoonstellingen van 1907 tot 1913.
Vorm der koekjes met
Firmanaam er in
geslageo.
BERT&lSf/Co.MP
A Amsterdam
6 stuks wegen 1 Kilo, ze zijn
pasklaar om aan koeien in
hun geheel te voederen, zonder
ze eerst te breken. Verpakt
in nieuwe zakken van 50 Kilo.
Eiselit dit merk.
Lading geassureerd.
Beleefd aanbevelend,
In eiken Boekhandel teekent men in op
den löen Jaargang van
De mooiste Illustratie in Nederland.
Behalve een groot aantal zeer fraaie platen
en portretten over den Èuropeeschen
Oorlogmeestal van onze eigen fotografen
en de voornaamste gebeurtenissen in
Nederland en in het Buitenland, tal van
belangrijke geïllustreerde artikelen op elk
gebied en boeiende novellen van bekende Au
teurs, begint vanaf heden in dit weekblad
een nieuwe serie Romans
Oorspronkelijke roman uit den groot-en Èu
ropeeschen Oorlogdoor FOKKO BOS.
Verder in de Bibliotheek van vDe Prins"
de boeiende Roman van C. N. en A. M.
WILLIAMSON,
Daarna de nieuwe roman van A. GE
OFF ROY
Alle abonné's zijn verzekerd.
Men abonneert zich door het geheeleland
bij eiken soliden Boekhandelaar of bij de
Agenten, tegen f3,per jaar voor de gewone
en tegen f5,— per jaar voor de luxe-editie
Abonnementen kunnen met elk nummer aan
vangen, doch zijn steeds verbindend tot No. 52.
Op plaatsen waar geen Boekhandelaar ge
vestigd is, kan men zich direct per post abon-
neeren tegen toezending van postiv. van f3,75
voor de gewone en f 5,75 voor de luxe-editie,
aan den Uitgever N. J. BüOiV, Amsteldijk 13
AMSTERDAM Men ontvangt daarvoor
een prachtige illustratie van 20 groote'blad
zij den op mooi papier met 40 d 45 platen per
week.
door Louise B. B.
21.)
Hu daar huiverde zij nog van, van
dat akelige woord: „idio Neen, neen,
nooit zou zij de hoop opgeven dat er nog
eens een verandering ten goede komen
kon, komen moest, bij hun eenig kindje I
Als een klein inlandecb. of zoo goed als
inlandsch meisje al in staat bleek, alleen
door hem met spelen bezig te houden
Njootje verder te brengen dan hij ooit
geweest was, wat zou dan [niet een oor
deelkundige behandeling in het moeder
land kunnen uitrichten. Misschien leerde
hij daar wel praten en haar ge
heimste stil gekoesterde illusie, dan zou
hij baar eindelijk kunnen noemen bij den
naam waarnaar ze al vier jaar gehunkerd
had: bij den eenigen, lieven, moedernaam.
En Marie begon, evenveel als haar man,
belang te stellen in de verschillende
oogsten van Tanah-Kaja. Hoe eerder zij
naar Holland konden vertrekken, hoe beter
het zou zijn voor hun eenigen schat en
diens toekomst.
„Zoo, en de kleine kinderjuf, wat moet
dan van haar worden vroog Willem,
aan wien zij niet kon nalaten, haar hopen
en verlangen te openbaren: „Heb je haar
in het paradijs van je omgeving gebracht,
om haar weer even onverwacht terug te
stooten in den kampongpoel Ik hoor,
dat de dagen van die oude grootmoeder
zoo goed als geteld zijn
„O, die oude is lang dood en begraven
voor wij gaan kunnen
„Daar heb je het al, en Si-Itja, wat
wordt er dan van dat aardige kind
Lang zweeg Marie, toen hernam ze op
een toon als deelde zij een groote weldaad
uit: „Tegen dien tijd zal ik over haar
schrijven aan mevrouw van Amedongen,
de vrouw van het lid van den Raad van
van Indië op Batavia. Zij is Regentes van
het Parapatan weeshuis, ik ken haar wel,
ze is een oudere zuster van Suze Klaar-
berg, je weet wel, mijn oude schoolvrien
din. Je hebt gelijk: door het naar mij te
noemen, heeft Sarina mij verplichtingen
opgelegd tegenover haar kind. Itja is on
misbaar geweest voor Njootje, wij mogen
dus wel wat voor baar doen." En toen
eindigde zij met moederlijk egoïsme: „Ik
zal voor haar zorgen, maar eerst als ore
vertrek bepaald is Njooije moet zoolang
zijDe kleine juf behouden."
VII:
„Neen Itja, vandaag kan je niet.spelen
met Njo. Zie zelve maar, hoe hij hangt
in zijn stoel en hoor je hem dan niet
kreunen? Njootje heeft pijn, Njootje is
ziek."
„Pijn ziek vroeg Itja en zij stond
een oogenbiik nadenkend voor Marie Toen
verhelderde haar gezichtHeeft paard
Njootjie slah heheven En zij bracht
beide handjes naar bet hoofd, waar nog
altijd tusschen de donkere naren een breede
roode streep de plek aanduidde waar zij
verwond was geworden door de hoei van
het bendypaard. Met haar kerngezond
gestel kende zij geen andere beteekeiii
van ziek zijn of pijn.
„Neen," zei Marie glimlachend: „Njootje
heelt geen trap gekregen vau het paard,
maar in zijn kleine lijije voelt hij pijn
hoor maar hoe bij kreunt aldoor!" zei ze
bezorgd. Het ongelukkige kind zat weer
geheel wezenloos, siapper dan ooit, ineen
gezakt in zijn tafelstoel, het hoofd geboden
op de gevouwen bandjes die op de taiel-
stoei rustten, eu onophoudelijk kreuude hij,
een klagelijk zacht eentonig geluidje, dat
nu eens erger, dan weer minder klonk,
maar nooit geheel zweeg. Hoe goed kende
Marie dat onbestemde geklaag, hoe dikwijls
had zij er niet met angst naar geluisterd
nachten en dageD, gedurende de vele on
gesteldheden waaraan haar zwak kindje
ten prooi was geweest in zijn kort leventje.
Och, hoe verdrietig dat hij nu weer ziek
moest worden. Den laatsten tij d had hij
zich zoo goed gehoudeD. Wat zat hij daar
nu weer suf en bleek. Als deze ongesteld
heid hem nu maar weer niet hard achter
uit zette, hem weer alles deed vergeten,
wat hij zoo aardig aangeleerd had in den
laatsten tijd.
„Aai Njootjie wil Itja spelen met
Njootjie?" Het meisje stond naast de
hoogo tafelstoel, maakte haar hoog kinder-
stemmetje, streelend en zacht, streek met
haar haudjo over het gebogen hoofdje en
hot gekromde ruggetje van het zieke
ventje.
„Och Itja, toe hinder hem niet. Hij
heeft nu geen lust met je te speleu. Hier
heb je een mandje, je mag het houden
dat mooie mandje, ga nu maar tandjong
bloempjes oprapen, daar onder die boomen
en ga zitten bij Djahit, die zal je dan wel
een naald en een lange sterke draad
gevon eu dan moet je maar eens een
mooien langen ketting rygen."
„Voor Njootjie?" vroeg het kind een en
al ijver.
„Goed, goed, maar ga nu riep Marie
ongeduldig. Do drukke, gezonde leven
digheid van het kind hiDderde haarze
was blijde iets verzonnen te hebben, waar
door ze bet kind bezig kon houden ver
uit Njootje's nabijheid.; Maar telkens kwam
het witte figuurtje in vroolijke huppel-
sprongetjes de ttap weer op, met druk
vertoon van blijdschap, haar al grooter
voorraad bruine bloesems in het mandje
bewonderen latend en telkens vragend of
het niet al genoeg was. Eiodelijli was
het mandje vol, en ze gtug op net uaai-
rnatje bij Djahit zitten, eveu als deze met
VAN LEEDWEN ANTBONIE'S Z0|
Alphen a/d Rijn.
bekwaam om bloembollen te rooien,I
GEBRS. KALIS. I
Met 1 Sept. a.s. kunnen, op de bestaan!
voorwaarden
worden geplaatst.
Aangifte voor 5 Augs. bij een tl
onderwijzers: DE JONGU Waal),8CHAA|
(Oudeschild), DAALDER (OosteronolRv
TUINDER, (Oost.) |g.
Opgericht 1765. - --J
KONINKLIJKE FABRIEKEN. E
Voedert uw vee met de zuivere Murvi
uitmuntende door hoog eiwit-en vetgehakl
en greote voedingswaarde. |I
EËRE-DIPLOMA PRIJS 1<J00. ie
NEGEN GOUDEN MEDAILLES.
gekruiste beeDen onder het lichaam, still6
ijverig en geduldig begon zij nu dl61
bloempjes aan een draad te rijgen.
Ten slotte kwam ze met een ketlinjff
langer dan zijzelve aangedraafd. Luidl
ruchtig jubelend liep zij naar de plaat*1
waar Njootje al voor zijn bord pap zal!1
Doch telkens als Marie de paplepel naatï
zijn mondje bracht, hielp hij de lippeil
stijf dichtgeklemd. WaDt Marie voerdt|
vaudaag zelf haar kind. Zijn doffe lustJP
loosheid, afgewisseld door kribbigheid eis
driftige kreetjes, als van pijn, maaktefl
hem geheel onhandelbaar.
„Njootjie Njootjie riep het kind*
al uit de verte „Kijk, Njootjie. Nonnitï
geelt mooie ketting voor Njootjie, rails
hè, lekker, ja."
Op haar teentjes stood zij bij de hoogt*
stoel, trachtend de lange bloemenketem
hem over het hoofd te werpen, 't git™
onhandig maar welgemeend. Weer troll
het Marig, boe alijd haar eerste gedacbtel
wos voor haar klein, zwak speelmakkertje.
Ook nu weer bracht zij hem spontaan
hear geurig sieraad, het werk van een
geheelen ochtend. Daarom zeide zij vrien
delijk, het drukke kind daarbij zacht al-
werend „Neen, Itja, de ketting mag ji
houden, Njootje kan hem nu niet dragen,
hij is te ziek. En hij moet eten. Ga nu
zoolang maar weer bij Djahit zitten, baboe
zal je eten halen uit de keuken."
Itja gehoorzaamde zwijgend en verwij
derde zich, maar daar wendde Njootje zijn
hootdje naar haar toe, graaide voorover
buigend met de handjes in haar ricbtiDg:
„Eta eh eh
Itja zag Marie besluiteloos aan. „'t Is
goed" zeide deze, wel wat korzelig „Kont
dan maar weer bij hem
Wo) dt vervolgd)