Boekhandel Parkstraat JONGENS- en MEISJESBOEKEN in prachtband, Groote sorteering Prentbriefkaarten. VULPENHOUDERS (prima merken.) Tot levering van Leer- en Leesboeken, Kaarten, Atlassen, Winkelboeken en Kasboeken in alle formaten, zoomede Schrijfbehoeften en Kantoor benodigdheden, beveelt zich aan Firma Langeveld de Rooij. feijtVbE^qn, slag van Waterloo. is ruim voorzien van in verschillende prijzen. Steeds in voorraad Naar het Noorsch. 2.) Hans keek onzeker rond. Kwam Bliicher al? Blü... begon hij aarzelend, 't Was Bulow, zei de kapitein, met zijo 30000 Pruisen. En rerder ging het weerde kapitein vergezelde zijn beschrijving met levendige gebarenhij galoppeerde zooals de keizer galoppeerde en vertoonde heel alleen ca- valerie-charges. Hans werd inderdaad meegesleept door het verhaal en voor zijn verbeelding zag hij levendig den wereld- historischen slag. Nu en en dan moest hij een positie innemen of met zijn stok een carré trekken in 't zand. Wellington was reeds in wanhoop en riep weenend: „De nacht ot Blücher 1* De kapitein had intusschen de boerderij Belle Alliance verlaten en zocht iets in 't gras onder de bank. Wellington zou nu zonder twijfel verslagen zijn, vervolgde hij opgewonden, toen toen dit gebeurde. En hij slingerde den steeD, dien hij had gevonden, op 't rechte punt in 't slagveld. Na of nooit 1 dacht Hans, en riep Blücher! Preoies. Die steen is B'ücher, de oude weerwolf, die met zijne Pruisen komt opdagen. Grouchy bleef weg; Napoleon was dus zijn heelen rechtervleugel kwijt. Met zijn gewone kalmte gebood hij een geheele frontverandering. Maar het was te laatzijne strijdkrachten waren te zeer gedund. Wellington liet het geheele leger opmarcheeren. Maar de geallieerden kre gen nog een geduchten aanval van Ney, Die deed wat hij kon maar 't was te laat. Want het Eransche leger vluchtte. Zoo eindigde de slag van Waterloo, besloot de kapitein, die nu rustig op de bank zat en aan zijn das schoof, die in de war geraakt was in 't vuur van den strijd. Hans was geheel onder den indruk van des kapiteins persoonlijkheid en dacht met verontwaardiging aan oom Erederik's spot- tenden toon. Maar wat wist ook zoo'n uitgedroogde bureauman er van. Toen hij opstond om de handschoenen en andere kleine voorwerpen op te rapen, door de generaals op 't slagveld achter ge laten, kwam hij ook aan den ouden Blü cher. Hjj raapte den steen, een brokje graniet, op, en maakte een eerbiedige buiging voor den kapitein. Yergun mij, kapitein, zei hij, dezen steen te bewaren. Die zal beter dan iets anders bij mij de herinnering levendig houden aan onze ontmoeting. Hij liet Blücher in zijn zijzak glijden. De kapitein verzekerde, dat 't hem zeer verheugd had, een zoo belangstellend toe hoorder te hebben. De bewondering was wederkeerig. III. Ze waren een beetje uitgerust van de vermoeienissen bij Waterloo, en de kapi tein zei Nu moest u met me naar huis gaan. Wij leven heel stilletjes, maar dat zal voor een jongmensch vaa uw karakter geen beletsel zijn om den avond bij ons te passeeren. Hans dacht dat zijn hart hoorbaar klopte; gretig nam hij de uitnoodiging aan, en spoedig waren zij op weg naar no. 34. Hij bofte. Eenige uren geleden had hjj haar yoor 't eerst gezien, en nu zou hij al een avond doorbrengen in haar gezel schap, als gunsteling van haar vader. Hoe dichter zij kwamen bij no. 34, des te duidelijker zag hij voor zich de bekoor lijke verschijning van dien morgen, het lieve figuurtje, de lachende, blauwe oogen. Hij kou van ontroering nauwelijks spreken, en hij moest zich aan de leuning vast houden, toen ze de trap opgingen naar het bovenhuis. In de eerste kamer vonden ze niemand. De kapitein ging in de gang en Hans hoorde hem roepen Betty. Hij kwam terng met zijn dochter. Ze gaf Hans de hand en heette hem welkom. Maar u moet me nog even excusee- ren, zei zeik ben bezig aan een puddinkje, en fdat is geen gekheid hoor Ze verdween weer. De ontmoeting had slechts een paar minuten geduurddoch Hans had een gewaarwording of hij in dien tijd gestort was in een diepen onpeilbaren afgrond. Dat was „zij" niet. De dame,[welke hij daareven had ontmoet en die de werkelijke juffrouw Sehrappe was, had donker ^aar, glad gestreken aan weerszijden van het hoofd; geen lachende blauwe oogen, maar ernstige bruine ze leek in geen enkel opzicht op de fee, die zijn hart in vlam had gezet. Nadat hij 't gevoel van schaamte en teleurstelling had overwonnen, werd Hans woedend op den kapitein, diens dochter, oom Erederik, Wellington en de heele wereld. Hij had graag een spiegel of zooiets willen stuk slaan en dan hard weg- loopen. Langzamerhand werd hjj kalmer, maar nu diep melancholiek. Zijn eerste lietdes- illusie was verbroken. De kapitein, die zich was gaan verklee- den, kwam terug en begon opgewekt te praten over politiek. Hans had de grootste moeite, ook maar een kort antwoord te geven en hij herinnerde zich met schrik, dat op de wandeling van de Citadel naar huis, hem de manoeuvre op Scboonen was beloofd na het souper. Betty kwam zeggen, dat 't avoii gereed was. Hans moest wel eten, hij honger had, maar spreken dee, bijna niet. Waarom heb je jnffrouw Beoh avond niet gevraagd, daar zij toch mi op reis gaat? vroeg de kapitein; had dan samen wat muziek kunnen e voor onzen gast. Toen ze vanmorgen hier was, ik haar te blijveD, maar ze had i andere invitatie aangenomen, antwoi Betty. Hans spitste de ooren. Heb ik je gezegd, dat ze mij o; Citadel goedendag is komen zeggen! nam de kapitein. Arm kind, het mij om haar. Er was geen twijfel aan wie hij bedo: Excuseer, zei Hansmaar u niet van een jonge dame met 1 haar? Precies, antwoordde de kapitei: Kent u juffrouw Bech Neen. ik dacht zoo maar. dat de dame zou zijn, die u vanmorgen «i Citadel ontmoette. Dezelfde. Een Jief schepseltje, neer. 'n Heel mooi meisje, verzet' Hans met overtuiging. Is zij in o: tegenheid Ik dacht, dat ik n hfc zeggen Ja, familieomstandigheden. Ze nu een poos naar buiten, bij bloed' wanten. Het maal was afgeloopen, en de tein ging zijn gast voor naar de kamer; de manoeuvregeschiedenis aan de beurt. Er was geen ontkotnei Betty zat te lezen, en de kapitein w aan 't opmarcheeren met korps A, begunstiging der duisternis." Wordt vervolg ,01

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1915 | | pagina 4