N°. 2926
Donderdag 28 October 1915.
29st* Jaargang.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIEN worden aangenomen bij de Uitg. Firma LANÖEVELD& DE ROOI.T, Parkstraat, Boris op Tex el.
Van week tof week.
Dit bind verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 9 nar op den dag der uitgave
16—83 October.
Wy hebben er in deze rubriek reeds meer
dan eens opgewezen hoe zwaar de taak van
onze regeering is in dezen a'onormaleD tijd.
Maanden aaneen wordt er nu reeds de
grootste inspanning van de bewindslieden
gevorderd en niemand kan voorspellen hoe
lang de buitengewone omstandigheden dit
nog noodig zullen maken. En de taak is
niet alleen zwaar, en vereischt veel om
zichtigheid en beleid maar in heel
veel gevallen is ze ook nog ondankbaar
daarenboven. Vooral ten opzichte van de
ministers van binnenlandsche zaken, oorlog
en landbouw geldt zulks. De door hen
genomen of te nemen maatregelen grijpen
in het gewone leven in en kunnen niet
altijd van aangenamen aard zijn. Wat
heeft de Minister van Oorlog al niet moeten
hooren over het maar steeds op volle
sterkte houden van onze weermacht, of
over de verlofregeling en zooveel andere
zaken meer 1 En met den minister van
landbouw is dat zells nog eenige graden
erger. De wijze waarop hij het belangrijke
vraagstuk van de voedselvoorziening heeft
geregeld en nog regelt vindt lang geen
algemeene instemming. Menigeen is er, die
beweert, dat de minister inzonderheid een
minister voor de landbouwers is, en dat
de belangen van de burgerstanden door hem
wel wat veel uit het oog worden verloren.
De aandraög bij deze bewindsman om maat
regelen te nemen, tot verlaging van de
prijzen der eerste levensbehoeften is dan
ook bijzonder groot. Nog voor enkele dagen
kwamen de Amsterdamsche arbeiders- en
kleine burgervrouwen tot hem met een
smeekschrift om bescherming tegen de
duurte, waarbij de deputatie vriendelijk
ontvangen werd, doch de minister geen
enkele toezegging deed, daarentegen wel
de deputatie trachtte te overtuigen dat ook
hij met zooveel factoren te rekenen heeft
en niet all68 van hem mag worden ver
wacht. Een houding in den geest van die
door den minister van oorlog ten opzichte
van „de stuurlui aan den wal* - als we
dat woord mogen gebruiken - aangeno-
meii.
De oorlogstoestand heeft ons kalme ge
wone volksleven wel danig in de war ge
bracht. We worden thans zelfs „gemass-
regeld" het aantal geboden en verboden
is niet gering en de „vrije Nederlanders*
worden wel ter dege ia hun bewegings
vrijheid belemmerd. En het moet gezegd,
we dragen, dat nogal goedsmoeds, dank zij
het groote vertrouwen in de regeering en
de overtuiging dat de buitengewone om
standigheden ook buitengewone maatrege
len noodig maken en dat geen offer te
zwaar kan zyn als ons slechts de rampen
van den oorlog bespaard blijven. - -J
Doch de regeering durft heel wat aan, dat
blijkt wel uit een der maatregelen, waarbij
aan allen die in het metaalvak werkzaam
ziin, eenvoudig verboden wordt het land
te "verlaten. Tal van-Hollandsche werk-
liedën~~tögèn in den laatsten tijd Daar het
buitenland waar in het metaalvak reus
achtige loonen worden betaald. Ze be
weerd de geschoolde werkkrachten hier
zelf noodig te hebben en 't is dus in het
belang van bet land dat de maatregel door
haar genomen werd. Daarop legde de
minister-president ook nog dezer dagen
den nadruk bij de besprekingen die er
inzake deze aangelegenheid tusschen hem
en de vertegenwoordigers van de Metaalbe-
Werkersbond plaats hadden» Alleen het
landsbelang gaf bij de regeering den door
slag en voor hot algemeen belang moet
het persoonlijk belang wijken. Zoo
ongeveer verklaarde de minister.
Met dat al heeft deze maatregel van de
r6geering nogal opzien gewekt en van ver
schillende kanten wordt dö vraag gehoord
ol de regeering wel het recht heeft en op
grond waarvan om zoo kras in te
grijpen. Waar moet het heen, met de
persoonlijke vrijheid als die zoo maar van
uit ministerieels bureaux kan worden aan
banden gelegd
Dat zijn inderdaad belangrijke vragen,
waarover nog wel stellig niet het laatste
woord zal zijn gesproken. Thans houdt de
pers er zich mee bezig en straks krijgt de
Kamer waarschijnlijk een beurt.
o—o—o
Wat het oorlogsgebeuren betreft is het nog
steeds de Balkan die de aandacht uitermate
gespannen houdt.
Alle berichten van het Servische oorlogs-
tooneel wijzen er op, dat nog schier nergens
ter wereld met zoo groote verbittering is
gestreden als daar. De Servische soldaten
vechten met leeuwenmoed en doodsver
achting, gevangenen worden niet ge
maakt, zeggen de Duitsche berichten
m.a.w. als de Servische soldaten voor de
overmacht bezwijken vechten zij zich dood.
Berichten uit Athene meldeD, dat de
Servische officieren zich wel voor het hoofd
schieteD, maar niet overgeven en dat als
er Diet tijdig hulp geboden wordt, heel het
Servische ras wordt uitgeroeid.
Als er niet tijdig hulp komt Er
moet ernstig aan worden getwjjfeld of de
geallieerden Dog^ op tijd zullen komen. Het
schijnt weer precies te gaan als in de
dagen van den Duitschen aanval op Ant
werpen. Nog steeds schijnen de Entente
mogendheden het met geheel eens te zijn
over de vraag hoe Servië geholpen moet
worden. Wel is er een legermacht naar
het benarde land op weg en is een deel
daarvan waarschijnlijk ook reeds op het
oorlogsterrein aangekomen. Doch het
transport gaat zeer langzaamer is te
Saloniki geen voldoend spoorwegmaterieel,
er kan slechts langzaam worden gereden,
er is maar één spoorlijn en volgens bere
kening van deskundigen is er een paar
weken mee gemoeid om een legercorps van
eenige honderdduizenden op die wijze te
verplaatsen. In verband daarmee is het
dan ook te verklaren, dat een deel der
landingstroepen dadelijk maar op stap gaat
en in ijlmarschen Daar het noorden trekt
Bovendien wordt de spoorlijn van Nisj naar
Saloniki op verschillende punten door de
aanrukkende Bulgaarsche troepen bedreigd
is deze misschien reeds hier en daar
opgebroken.
Intusschen spannen de Serven zich boven
mate in om den opmarsch van den vijand
te stuiten. Daarbij schijnen ze in het noor
den meer succes te hebben, dan meer zuid
waarts. Mag men de berichten uit Servische
bron gelooven, dan zijn de operaties der
Duitsche en Oostenrijksche troepen nog
niet vergevorderd en houden de Serviers
hun stellingen dicht bij Belgrado nog
maar steeds bezet. Wel wordt van
Duitsche en Oostenrijksche zijde een voort
durende vooruitgang der troepen gemeld,
maar niet wordt ontveinsd, dat de verdedi
ging buitengewoon hardnekkig is, terwijl
de opgegeven namen van veroverde plaatsen
op gewone, zelfs vrij groote, kaarten niet
zijn te vinden.
De veronderstelling ligt voor de hand,
dat de Serviërs hun grootste kracht in het
noorden geconcentreerd hebben om den
Duitsch-Oostenrijkschen inval te keeren.
Dit te meer, waar de opmarsch der Bul
garen voor Servië bedenkelijke vorderingen
maakt. Vooral is dat het geval in het
zuidoosten, in Macedonië waarvan thans
reeds een groot stuk in handen der Bul
gaarsche troepen is en Koemanowo, waar
in 1912 de Servische troepen het Turksche
westerleger versloeg, ernstig door hen be
dreigd wordt. Koemanowo vormt de sleutel
van de poort die toegang totUskjub geeft.
De Bulgaarsche operaties nemen daar voor
de Serviërs een ernstig aanzien. Waar
schijnlijk werd Servisch-Macedonië voor eeD
deel van Servische troepen ontbloot, in de
verwachting, dat do legers der geallieerden
tijdig daar ten oorlogstooneele zouden ver
schijnen. Wat niet het geval is gebleken
te zijn.
Hoe het eigenlijk met de hulp der gealli
eerden staat, weet niemand. Z6lfs is niet
met eenige zekerheid te zeggen hoe groot
het aantal troepen is, dat te Saloniki geland
werd of wordt. Wat Italië zal doen is_ook
nog geenszins te zeggen. Wel schijnt het
vast te staan dat Italië zal deelnemen aan
de actie op den Balkan, maar hoe en waar?
Een optreden tegen de Duitsch-Oostenrijk
8cbe troepen zal een oorlogsverklaring tus
schen Duitschland en Italië tengevolge
hebben eD dat schijnt men in Rome Diet
te willen. Zal Italië dan deelnemen aan de
actie tegen Bulgarije of tegen Turkije ten
einde aldaar troepenafdeelingen der gealli
eerden „los" te maken, welke dan in Servië
zouden kunnen worden gebruikt
Er wordt nog met Italië onderhandeld.
Als die onderhandelingen nog wat lang
duren, zou de hulp wel eens te laat kun
nen komen. Dat er spoedig een beslissing
zal vallen is moeilijk te.denken, waar door
het aanbod dat EDgeland aan Griekenland
deed de Italiaansche gemoederen zoo eenigs-
zins in beroering zijn gebracht. Engeland
heeft aan Griekenland het eilapd Cyprus
aangeboden als het zün neutraliteit laat
varen eïTïïet bondsverdrag met Servie na
komt, m. a. w. als het zich aan de zijde
der geallieerden schaart en de Bulgaren
aanvalt. Daarover schijnt men in Italië
ODtstemd te zijn. Cyprus ia een belangrijk
eiland, in grootte de derde in de Middel-
landsche Zee en volgt in rang dadelijk op
Sicilië en Sardinië. Sedert 1878 is het En-
gelsch bezit en daar heeft Italië vrede mee,
maar als Griekenland het mocht krijgen
zou het evenwicht in de Middellandsche
Zee verbroken worden, meent men in
Italië, waar men in Griekenland voor de
toekomst een geduchten tegenstander meent
te zien.
Het is een belangrijk aanbod dat Enge
land gedaan heeft, doch het is nog de vraag
of Griekenland zich daardoor zal laten ver
lokken. Temeer, waar volgens de berichten
Bulgarije verstrekkende concessies aan de
Grieksche regeering moet hebben gegeven
in ruil voor een handhaving der Grieksche
neutraliteit.
Van de andere oorlogsterreinen weinig
nieuws in de laatste dagen. Overal wordt
hevig gevochten, doch belangrijke resul
taten bleven in de laatste dagen uit. In het
westen beginnen de Duitschers weer meer
aan te vallen, terwijl ze in het oosten bezig
zijn winterkwartieren in gereedheid te
brengen. In het noorden slaagde Von Hin
denburg er nog steeds niet in tot Riga door
te driDgen en Dunaburg te nemen.
In Galicie behaalden de Russen aan de
Styr enkele voordeelen. Ze treden daar
offensief op, waarschijnlijk ook met het
oog op den toestand in Servie.
Dit laatste is waarschijnlijk ook de reden
van een nieuw offensief der Italianen in
Karinthie en Tirol, dat echter nog weinig
resultaten opleverde.
—o—o—o—
In Zuid-Afrika woedde in de laatste
weken de strijd op politiek gebied. Een
strijd, die dezen keer vinniger dan ooit was.
Het was de verkiezingsstrijd voor den
Volksraad, 't Is thans 5 jaar geleden dat
het eerste Unieparlement tot stand kwam.
De eerste parlementaire termijn is geëindigd
en de algemeene verkiezingen hadden plaats.
In 1910 behaalde, zooals men weet, de
Zuid-Afrikaansche Party de partij van
Botha een groote meerderheid. Hetisde
partij die de eenheid zoekt van de Engel-
sche en Afrikaner bevolkiDg. Doch al
spoedig scheen ze een aantal vooraanstaan
de mannen niet te bevredigen, 't Was vooral
generaal Hertzog, die de Engelschgezindheid
van de Zuid-Afrikaansche Party den strijd
aanbond, met het gevolg, dat by uit het
Kabinet werd gewipt en de z. g. Nationale
Partij tot stand kwam onder zyn leiding.
Dat was in 1912. Behalve deze beide partyen
heeft men er nog de Unionistische Party
de oude partij van Dr. Jameson en
de Arbeiderspartij. De invloed van beide
laatstgenoemde partyen is echter ni6t zeer
groot, zoodat de stryd hoofdzakelijk gevoerd
werd tusschen de partyen van Botha en
Hertzog de Zuid Afrikaansche en de
Nationale Party.
Die stryd nu heeft door den oorlog een
scherp en bitter karakter gekregen. De
party van Hertzog was aanvankelijk maar
klein, doch sedert Botha aan het hoofd der
Unietroep6n optrok tegen Uuitsch Zuidwest-
Afrika, sinds de Wet en Beyers zich met
de wapens in de hand tegenover de ver
overingszucht van Botha stelden waar
door Beijers sneuvelde, de Wet in den
kerker .kwam, en Fourie gefusifeerd werd
is de aanhang van Hertzog sterk toe
genomen en viel er omtrent den uitslag der
algemeene verkiezingen weinig te voor
spellen.
In den afgetreden Volksraad hadden 121
ieden zitting, vóór de verkiezingen als volgt
te onderscheiden Zuid Afrikaansche party
69, Unionisten 38, Arbeidersparty 7 en
Wilden 7. Voor den nieuwen Volksraad is
het aantal zetels met 9 uitgebreid en ge
bracht op 130.
De berichten uit Zuid-Afrika wezen er
op, dat de verkiezingsstrijd de gemoederen
zeer in bewegiüg bracht en de uitslag met
spanning verwacht werd. Van dien uitslag
toch zou mogelijk alhangen of Botha aan
het hoofd der Unieregeering zal blyven.
Er zou ook uit kunnen blijken hoe de
meerderheid van het Zuid Afrikaansche
volk over zijn politiek denkt.
Op het oogenblik, dat wy dit schryven
is de volledige uitslag nog Diet bekend,
oiaar toch zijn er aanwyzingen dat de
party van Botha het zal winnen van de
partij van Hertzog, al krygen ;de Natio
nalisten ook menige zetel in den Volksraad.
(De geheele uitslag van de verkiezing
voor den Volksraad is, dat er zyn gekozen
54 leden van de Zuid-Afrikaansche partij,
40 Unionisten, 27 Nationalisten, 5 Onafhan-
kelijken en 4 Arbeiderspartijders.)
Red.
TEXEL, 27 October 1915.
Bij Kon. besluit is benoemd tot
directeur van bet post- en telegraaf
kantoor te Oosterbeek, H. van 't Hof,
thans in gelijke betrekking te Heusden.
TEXELSCHE COURANT.
AbonnemenUp)4ijs per 3 maanden.
Voor den Borg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Ameriea en andere
landen meWerhooging der porto's.
Prys der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 4 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.