BIJBLAD van de TEXELSCHE COURANT van Zondag 5 Maart 1916. No. 2963. VERGADERING van Hoofd-ingelanden van het Waterschap „De 30 Gemeensch. polders op Texel" op Zaterdag 26 Februari 1916. Tegenwoordig de heeren Jb. S. Keijser, S. J. Dijksen, Jb. Kikkert P.P.z. J. D. Roeper, J. J. Bakker, J. N. Kikkert, C. Keijser Sz., G. P. Witte, L. J. Roeper. Afwezig de heerenK T. Bakker, J. Boogaard, P. S. Koning, K. B. Lap, D. J. Bruin, J P. Witte. J. S. Dijt, Dijkgraaf, Voorzitter. C. J. Roeper, Secretaris. Na opening der vergadering worden de notulen der vorige vergadering voorge lezen en onveranderd vastgesteld. Ter tafel worden gebracht, de volgende ingekomen stukken a. Van het Ministerie van financiën houdende mededeeling, dat bij Koninklijk Besluit van 31 December 1915 no. 157 aan ons Waterschap toelating js verleend om met ingang van 1 Januari 1916, aan de VereenigingCentrale Werkgevers risico bank te Amsterdam, het risico over te dragen, van de bij de Ongevallenwet 1901 geregelde verzekering onzer werklieden. b. Van de Nederlandsche Anti-Oorlogs- Raad, houdende mededeeling: le. Wat door deze Vereeniging ju het afgeloopen jaar is gedaan, in het belang van eenen duurzamen vrede 2e. Eene aanvrage om nieuwen steun, om dezen arbeid voorttezetten. c. Van W. F. Stoel <S Zn. te Alkmaar, houdende eene aanbieding voor de leve ring van pl.in. 80.100 K.G. portland cement merk Mannheim, op syndicaats contract f20,— p. 1000 K.G. d. Van de Basalt Maatschappij Rotter dam, met de mededeeling, dat nog geene zekerheid kan gegeven worden omtrent de levering van de reeds in Mei van het vorige jaar, bestelde basaltslag. De stukken sub a en d. worden voor kennisgeving aangenomen. Betreffende het stuk bedoeld sub b. wordt besloten, dit jaar wederom f 2,50 uit de kas van het Waterschap als bij drage te geven. Aangaande de missive onder c. wordt et_voorloopig besluit tot aanneming, aan- a? S? S-a-S en verbetering van de zeeweringswerken aan den zeedijk van het Waterschap De Voorzitter wijst er met nadruk op, dat bij de behandeling van dit stuk, in deze tijden van overstroomingen door dijkbreuken, eene noodelooze ongerust heid omtrent onze zeewering, geen drijf veer moet zijn, om maar zooveel mogelijk aan de steenglooiïng te besteden, te meer daar gebleken is, dat het dijkslichaam in voldoenden staat verkeert en met ver- beteringswerken i steeds wordt doorge gaan. De raming, die na zeer nauwkeurige inspectie van de zeewering voorloopig was opgemaakt tot een bedrag van f 19552,10 Is in de laatst gehouden ver gadering van het Dagelijksch Bestuur her zien, met het gevolg, dat enkele posten tot 'op de helft van het eerst daarvoor uitgetrokken bedrag zijn verminderd, waardoor het totaal cijfer is terugge bracht tot f13895,47.'' Tot deze posten behooren hoofdzakelijk de werken voor het herzetten van de steen- glooiing, waaronder aankoop van zuilen basalt. De Voorzitter zegt: Gewoonlijk wordt 'jaarlijks een bedrag ad pl.m. f4000 aan verbetering der zeewering besteed vroe ger f1500; het vorige jaar was het totaal cijfer ruim f 32000, als de raming voor 1916 tot een bedrag van ruim f 13000 is uitgevoerd, dan is onder zijn bestuur sedert 19U4, voor ruim f 100.000 aan het dijkslichaam verwerkt geworden boven de gemiddelde kosten van pl.m. 4000 per jaar. De raming wordt daarna artikelsgewijze behandeld en door den Voorzitter toege licht. Bij de eerste post Hectometerpaal 0-17 vraagt J, N. Kikkert naar de uitkomsten der peilingen. De Voorzitter zegt dat de uitkomsten der peilingen geene aanleiding geven tot ongerustheid, er is op geen enkel punt verdieping van beteekenis gevonden. Bij de verdere behandeling der artikels, die onveranderd worden vastgesteld blijkt uit de discussies, dat het aanbrengen van eene betonnenlijst boven de steenglooiïng, nu over een lengte van ruim 1300 M. r "gg e „3 er ss Hoofdingelanden een afdoend middel wordt geacht, om het uitslaander steenen te voorkomen. Dc heer J. J. Bakker spreekt als zijn gevoelen uit, dat nog meer betonning moest worden aangebracht, inzonderheid daar, waar diepe Walen achter de zee wering liggen, gevolgen van vroegere doorbraken. De Voorzitter zegt, dat overal waar het vorige jaar rafelingen aan de kruin waren, deze reeds door beton wordt ver dedigd. Door den Voorzitter wordt verder toe gelicht de herstellings- en verbeterings- werken aan den Zanddijk, waar met den storm van 13 Januari een kleine bres in de glooiing was geslagen, die van herstel f 28 heeft gekost. Het Dagelijksch Bestuur is van oordeel, dat ook aldaar een betonnen lijst wordt aangebracht. De werken aan den Noorderzeedijk tot aan de palen, zijn voornamelijk het her zetten der steenglooiïngen en het volgieten der gaten met beton. Achter de palen heeft de dijk van den storm meer te duchten gehaddoor het uitspoelen van grond zijn op vele plaatsen rafelingen gekomen aan het groene buiten beloop. Door het aanbrengen van een laag wier achter de palen en dit te verdedigen met betonblokken, wil het Dagel, Bestuur trachten het uitspoelen van grond te be letten. Bij de bespreking over de raming aan sluiswerken, deelt de Voorzitter mede, dat aan de Groote Zuidhaffelsluis nieuw wind werk en aan de Prins-Hendriksluis drie nieuwe windwerken, twee nieuwe schui ven en drie schuiven-keeren moeten aan gebracht worden. Als nieuwigheid is in het, ontwerp opgenomen het ophoogen der dijkskruin tot 3.80 M. boven volzee met grond van de afgestoken wegbermen. Bij de onlangs plaats gehad hebbende overstroomingen in Noordholland is wederom gebleken, dat de dijkbreuken zijn ontstaan door grondafschuivingen van het binnenbeloop. Waar onze dijk is voorzien van een De raming wordt daarna bij rondvraag in stemming gebracht en met algemeene stemmen aangenomen. Rondvraag. De heer G. P. Witte vraagt naar den toestand van den Prins-Hendrik dijk en of het ook onzen weg iigt, nogmaals bij Gedeputeerde Staten op voorziening aan te dringen. De Voorzitter zegt, de raming is reeds in onderzoek en de eischen, die Ged. Staten gemeend hebben in deze te moeten stellen, zullen naar alle zekerheid dit«jaar worden uitgevoerd, omdat in geval van nalatigheid van de zijde van Prins-Hendrik polder, de uitvoering van de werken wordt bevolen. De heer J. J. Bakker is van meening, dat het Rijk ten achter is met den dijk nevens het Oudeschild en stelt daarom voor, het Rijk tc verzoeken, deze zee wering op hooger peil te brengen. De Voorzitter zegt het met Bakker vol komen eens te zijn onze dijk is 0.50 M. hooger en bovendien door beton ver dedigd. Hét voorstel Bakker wordt daarna met algemeene stemmen aangenomen. Wijders wordt de opmerkzaamheid ge maakt, dat het vorige jaar het water tegen het groene beloop kwam in de richting van Prins-Hendrikpolder. Besloten wordt aldaar nog 100 M, beton aantebrengen. De heer Jb. Kikkert P.Pz. geeft in over weging langs deze strook ook stortsteen te gebruiken. De Voorzitter antwoordt dat het niet noodig is. De heer L. J. Roeper vraagt of er ge noeg materiaal aan den dijk aanwezig is De Voorziter zegt dat materiaal genoeg voorhanden is. Daarna volgt de mededeeling dat er aanstonds behoefte kan ontstaan aan kas geld. De Voorzitter stelt daarom voor het college van Dagelijksch bestuur te mach tigen alsdan eene tijdelijke leening aan- te gaan tot een bedrag van t 15000 hoogstens. Conform dit voorstel wordt met alge meene stemmen besloten. .Ak

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1916 | | pagina 3