HET LOON DER ZONDE.
N° 3006
Zondag 0 Augustus 1916.
29ste Jaargang.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt Woensdag1- en Zaterdagavond
Advortentiën vóór half negen op den dag der uitgave
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIEN worden aangenomen bij de Uiig. Firma LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Borg op Texki.
LANDSTORM.
Jaarklassen 1916 en 1910.
Oproeping voor den werkelijken dienst.
TEXEL, 5 Augustus 1916.
Eet Schapenvleesch.
Wij ontvingen van de Oliefabrieken
Calvé-Delft te Delft het aangekondigde
receptenboekje voor de bereiding van
schapenvleesch. Het keurig verzorgde
geïllustreerde geschriftje bevat naast vele
recepten voor de bereiding van het
vleesch met Delftsche slaolie oi het
piantenvet Delfia en tal van wenken en
eo mededeeliDgen over de voedingswaarde
van schapenvleesch, de kosten ervan in
vergelijking met andere vleeschsoorten
het voordeel ervan, enz. Betreffende den
tijd van zuiglammeren wordt daarbij
echter het voorjaar genoemd, wij zouden
daarvoor liever zomer gelezen zien. Wie
het receptenboekje „Eet Schapenvleesch"
wenscht te ontvangen, schrijve aan de
afdeeiing Reclame der Oliefabrieken
Calvé-Delft te Delft en het wordt gratis
en franco toegezonden.
Provinciaal N.-Hollandsck Zendiugsfeest.
Op het 20ste Provinciaal Noord-Hol-
landsch Zendingsfeest, dat Donderdag 17
Augustus a. s. gehouden wordt op het
buitengoed „Velserbeek", van W. Baron
Van Tuyll van Serooskerke, te Velsen,
zullen de onderstaande- heeren de vol
gende spreekbeurten vervullen
Ds. J. C. V. van Bemmel, van Bever
wijk, Openingsrede
Zendeling J. Blinde, van Rotterdam,
„Niet door kracht noch door geweld"
Dr. A. van der Flier ÖJz., van Nijmegen,
„Evangelieprediking op Posso"
Ds. M. G. Gerritsen, van Purmerland,
„De kandelaar, die weggenomen wordt?";
Dr. O. NorelJz., te den Burg op Texel,
„Ruischen als de Libanon"
Ds. J. W. P. Ie Roy, te Sloterdijk, „Van
ontvangen en geven"
De heer J C. S. Schokking, van den
Helder, „Christianisatie of Evangelisatie
van Noord Holland"
Ds. J. C. Scbuller, van 's Gravenbage,
„Niet met uiterlijk gelaat"
Evangelist D. Spoel, .van Zwindersche-
veld „Aan stille wateren"v
Dr. H. F. Oberman, van Heemstede,
Slotrede.
Kon. Eiblotheek.
Bij Kon. besluit is aan de Kon. Biblio
theek te 's-GraveDbage, met ingang van
16 Aug. benoemd tot conservator mej.
dr. E. M. A, Timmer te Delft.
Verplichte geheelonthouding
Het Noorsche Lagthing heeft het ont
werp, waarbij aan leger, marine en het
personeel dat op middelen van verkeer
dienst doet, onthouding van het gebruik
van sterke dranken wordt voorgeschre
ven, aangenomen.
Aardschokken
In den nacht van Zaterdag op Zondag,
ongeveer te 1 '/3 uur, werd te Wageningen
een allerhevigste schok waargenomen,
ruim een kwartier later gevolg door twee
minder hevige schokken. De huizen tril
den, ramen en deuren rammelden, alsof
er hevig tegen geslagen werd. Het weer
was bladstil. De schok is gevoeld van de
Boven-Veluwe af, tot Nijmegen en ook in
Amersfoort; uit Driebergen, Bennekom
en Os ontvingen wij berichten, dat ook
aldaar de schok is gevoeld en wel zoo he
vig dat de deuren opensprongen en tegen
muren geplaatste rijwielen omvielen.
Uit verschillende plaatsen ontving
het Metorologischa Instituut te De Bildt
berichten omtrent trillen van ramen,
openspringen van deuren enz., waarge
nomen in den nacht van Zaterdag op
Zondag. Door de seismografen is om 1
uur 16 min. Amsterdamsche tijd een
zwakke storing opgeteekend. Deze
storing en de waargenomen trillingen
kunnen het gevolg zijn van een sterke
verwijderde ontploffing.
Ook te Breda is Zaterdag tot tweemaal
toe een slag gehoord, zoo hevig, dat bij
verschillende bewoners de deuren dicht
sloepen en de ramen trilden. O.HCt.
Vrijdagnamiddag werd ingebroken
bij den landbouwer te Ketel. Twee
spaarpotten met ongeveer f 30 werden
ontvreemd. De jonge dienstbode gaf een
fantastisch verhaal hiervan. Een man
met een rood gezicht en rooden snor
had ze binnen zien komen, die door de
achterkamer weder was ontkomen. Na
een scherp verhoor viel ze echter door
de mand en bekende tenslotte, dat ze
het zelf gedaan had.
Het geld werd gevonden in het stroo
onder een bed.
Engeland en de visscherij der neu
tralen.
Reuter seint uit Londen d d. 31 Juli
In antwoord op een vraag betreffende
de mogelijkheid om bepalingen uit te
vaardigen, volgens welke neutrale vis-
scherschepen, visscbend in Britsche of
andere wateren, onder bescherming van
de Engelsche marine, hun geheele vangst
op Engelsche markten zouden mogen
verkoopen, heeft Cecil verklaard, dat er
schikkingen getroffen zijn, waarbij vreem-
de visschersschepon toegestaan wordt,
hun vangsten van versche visch in
zekere havens aan land te brengen.
Verdere maatregelen worden nog ge
nomen.
Een volledige tot heden bijgewerkte
lijst van opgebrachte schepen wijst aan,
dat van de 1018 Nederl. visschersvaar-
tuigen (waaronder de IJmuider-treilers-
vloot,) die op de Noordzee het bedrijf
uitoefenen, er 90 in Engelsche havens
opgehouden worden.
Millioenen granaattrechters.
Een Fransch soldaat, die de Duitsche
aanvallen op Verdun heeft medegemaakt,
beschrijft in een brief aan een vriend te
Londen die hem aan de „Daily News"
heeft afgestaan zijn lotgevallen, waarin
hij o. m. zegt
„Mijlen en mijlen ver ziet men niets
anders dan granaattrechters, granaat-
trechters b(J duizenden, vlak naast elkaar
of in elkaar loopond, klein en groot, van
die, welke de 77 m.M. maken, tot de
geweldige uitgravingen, die-de 42 c.M.-
projectielen in den grond slaan en die
zóó diep zijn als de Thames en zoo groot
als het halve Trafalgar Squaretien
karrevrachten hooi en twintig paarden
kunnen er gemakkelijk in verdwijnen.
Op zekeren dag werd ik tweemalen
begraven door de aarde, die door gra
naten welke op een meter van my af
ontploften, omhoog geslingerd werd, maar
gewond werd ik niet. Er worden mil
lioenen geweer- en kanonkogels afge
vuurd met het doel om menschen te
dooden en toch bereikt niet één geweer
kogel uit de 10.000 zijn doel en niet één
uit de [duizend granaten verwondt een
man."
Een Duitsch blad meldt, dat de keizer
de 26 regeerende vorsten van Duitschland
tot een bezoek aan Wilhelmshafen en
Kiel in het begin van September heeft uit-
genoodigd, ter bijwoning van feestelijk
heden, waarvan de aard niet [gemeld
wordt.
Zaterdag passeorde te Ze7enaar
een zending van twaalf millioen Kronen
(ongeveer f 5.000.000) Oostenrijksch goud
geld voor banken hier te lande bestemd.
Wordt vervolgd.)
TEXELSCHE COURANT.
Abonnementspj-ys per 3 maanden.
Voor deh_ Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
ldnden met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regols 30 Cts. Iedere regel meer 8 Ct
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimto
berekend. Bewijsnummers S Cts. per nummer.
De Burgemeester yan Texel brengt ter open
bare kennis,
dat de in de registers van den landstorm in
geschreven personen der jaarklasse 1916, die
niet zijn toegewezen aan de VELDARTILLERIE
of aan de ZEEMACHT, en voorts de in die
registers ingeschreven personen der jaarklasse
1910, die zijn toegewezen aan de INFANTERIE
en wier geslachtsnamen beginnen met een der
letters A, C en D, of zijn toegewezen aan de
genietroepen en wier geslachtsnamen beginnen
met een der letters A tot en met F, bij dezen
worden opgeroepen om op VRIJDAG 18
Augustus a.s, des namiddags te 1 uur aanwezig
te zijn te HAARLEM in het gebouw „den
Doelen" aan de Gasthuisstraat no. 32, ten einde
in werkelijken dienst te worden gesteld.
Waar hierboven wordt gesproken van INFAN
TERIE, moeten daartoe behalve de GRENA
DIERS en de JAGERS ook nog gerekend
worden de HOSPITAALSOLDATEN en ZIE
KENDRAGERS.
Voor verdere bijzonderheden wordt verwezen
naar de bekendmakingen op de aankondigings
borden.
Voor de opkomst van de in deze oproeping
niet begrepen groepen van de landstormjaar-
klasse 1910 zal nader openbare kennisgeving
geschieden. De opkomst van deze groepen zal
vermoedelijk moeten plaats hebben voor een
deel omstreeks 1 OCTOBER en voor het
overige deel omstreeks 10 NOVEMBER a.s.
Texel, 2 Augustus 1916.
De Burgemeester voornoemd,
BUYSING DAMSTE.
Nadruk verboden.
Beiden dachten over de uitvoering van
een plan, doch hun motieven waren zeer
verschillend. Bill had als een loerende tij
ger de bewegingen van juffrouw Darnecke
gevolgd en goed opgemerkt, dat zij den sleu
tel van Marie's gevangenis aan den spijker
bij de kast had gebaDgen.
Langzaam en gluiperig ging hij er naar
toe en op een'gunstig oogeoblik nam hij
hen Bleutel weg en hing een anderen daar
voor in de plaats. Dit was echter de aan
dacht van Max von Hardenberg niet ont
gaan.
8chijubaar was hij met zijn bord bezig,
■aaar inderdaad volgde hij al de bewegingen
Van denroode. Deze zette zijn hoed op, be
taalde aan het buffet zijn gelag, en verliet
den kelder.
Bliksemsnel kwam bij Msx de gedachte
op, dat de roodharige een schurkenstreek
'egen hetoDgelukkige meisjein bet schild
voerde. Hij vermoede dat bij van de straat
door een poort op het erf van het huis was
geslopen en z >o de kelderdeur had bereikt.
Bet werd den jonkman vreemd te moede;
nog nooit had hij een dergelijk gevoel bij
zich waargenomen en hij kon er zich geen
rekenschap van geven, Hier bleef geen tijd
over om lang na te denken Zijn vertering
had hij betaald en bij -kon dus gaan, als
hij wilde.
Toe'n hij op de slecht verlichte straat
stond, sloeg de regen hem in het gezicht.
Vastbesloten ging bij de poort in, den weg
op den tast zoekende. Toen hij aan den
regen bemerkte dat hij weer in de buiten
lucht was, wist hij niet waarheen. De roode
wist beter den weg. Hij stond nu voor de
rattenkamer en draaide voorzichtig den sleu
tel om; echter niet zoo zacht of Max hoorde
't geknars van het roestige slot. Hij wist
nu. in welke richting bij gaan moest en
sloop behoedzaam naar de deur.
De roode ging voorzichtig de trappen af,
zijn oogen fonkelden van hartstocht die
bieeke heks was er de oorzaak van. Nu
was zij in zijn macht,
Uit de diepte trof een zacht schreien zijn
oor.
Zeis tam, sprak hij met een gruw-
zamen lachhot zal weinig moeite
kosteD.
Wie is daar riep Marie vol angst.
Ik ben het, fluisterde Bill; maar
wees stil of spreek zacht, want ik kom je
verlossen.
Ik ken je niet, het is hier zoo donker,
actffoordde het meisje met gedempte stem
wacht even, ik kom op, zoo, daar ben ik,
nu gauw er uit,
Daar om ratten twee krachtige armen de
ongelukkigejeen afschuwelijke brandewijo-
reuk droog haar ia den neus en verstijfd
van schrik herkende zij den roodharige.
Laat mij gaan, kermde zij, of ik roop
om hulp.
Maar de onmensch trachtte zijn lippen op
de bare te drukken, en toen hem dat niet
gelukte, beet,hij haar toe:
Kus mfi, of.
Daar omspanden opeens twee gespierde
handen zijn bals en bogen zijn hoold zoo
onweerstaanbaar naarachteren, dat hij geen
geluid kon geven, Marie losliet en met het
volle gewicht van het lichaam tegen de
steenen trap sloeg. Die worgende handen
lieten niet los, voor het witte schuim op den
mood van den schurk stond en hij stil lag
als een doode.
Max luisterde of zijn hart nog klopte.
Hfi leeft, maar aaa dezsn schurken
streek zal hij nog lang denken, zei hjj en
zag daarbij naar Marie, die beefde als een
riet.
Kom spoedig, wij moeten vluohten.
Zonder te vragen; waarbeen hij haar zou
brengen, volgde het meisje; onopgemerkt
verlieten zij het erf en spoedden zich op
de straat voort. In de verte schemerden
lichten daar was de baven.
Daarheen niet. Daar zullen ze ons
vindeD, en dan wee ons! riep Marie uit.
Maar waarheen daa riep Max rade
loos. Mijn schip, waarmee ik naar Ame
rika ga, vertrekt biouen <n<ele ureo.
Zij zag lang en weemoe lig naur hem op.
Vaarwel dan, zei ze en poogde haar
hand los te maken, zonder dat dit gelukte.
Maar wat zal er dan van je worden,
meisje? vroeg hij. Heb je hier geen fa
milie of vrienden
Neen, niemand, luidde het antwoord.
En waar wil je dan heen
Marie haalde de schouders op; dat wist
ze zelt niet.
Wil je met me mee? Naar New-
York vroeg Max zacht.
Een straal van hoop schitterde in haar
oog; haar trekken verhelderden.
Ja, dat zon ik willen!
Maar ik ben arm; ik heb Dauwelijks
genoeg'om den overtocht voor je te betaleD,
gaf Max ernstig in bedenking. Wfi moe
ten daar van honger sterven, als we niet
werken.
Maar ik kan werken, jubelde het biee
ke meisje, en o, ik wil zoo graag werken
Ongeveer acht uren later lichtte de pak
ketboot „Lessing" het anker, om in zee te
gaan. Majestueus voer het groote schip de
Elbe af en passeerde het schoon gelogen
Blankenese. Daar kwamen twee menschen
op het dek. Het waren Max en Marie. Haar
jeugdigegcstalte was nu gehuld in een man
tel, dis het verwenschte roode kleed van
juffrouw Darnecke verborg.
Max leunde tegen het touwwerk, dat op
het achterdek lag opgerold. Hij zag op naar
den onb)welkten homel en den breeden
siroomh(j genoot van het sehoone ge
zicht op de Elbe-oevors.
I