DISTRIBUTIEWET
1916.
Aan de Huisvrouwen
IN UW EIGEN BELANG
hebt Ge bij het doen van Uwe inkoopen er op te letten
WEEST ZUINIG MET
LEVENSMIDDELEN.
MINIST
ERIE VAN
LANDBOUW, NIJV
ERHEID EN
EN HANDEL.
LOTTE LORE.
FEUILLETON.
lo. dat bij Uw winkelier, spekslager, groenteboer, markt- of straatventer, op zeer duidelijk zichtbare en van
den openbaren weg waarneembare wijze lijsten hangen, inhoudende de door hen ten verkoop voorradige
artikelen, waarvoor maximumprijzen bestaan met vermelding van die maximumprijzen
dat de verkooper in geen geval een hoogeren prijs van U mag verlangen dan deze maximumprijzen en het
hem verboden is iets te berekenen voor verpakking, thuisbezorgen of eenige andere door hem te verrichten
werkzaamheid, alles op straffe bij de Wet bepaald;
dat hij niet van U mag verlangen, dat gij iets anders bij hem koopt, dan hetgeen gij wenscht
dat gij het algemeen belang dient, door wanneer Uw leverancier U te veel vraagt, hiervan onmiddellijk
kennis te geven aan den burgemeester of de politie uwer woonplaats.
2o.
3o.
4o.
Naar het Duitsch van W. Heimburg.
27.)
Het was een warme, donkere Augustus-
avond. Ontelbaar veel sterren stonden
aan den hemel en nu en dan trokken
Vallende sterren een lichtende streep.
Zwart was het park en op het terras,
waar de hooge linden stonden en de oude
marmeren beelden, die de grootvader van
Christiaan Heinrich had laten plaatsen,
liepen baron von Lab den en Si by lie. Voor
het eerst op dien dag konden zij onge
stoord met elkaar praten.
„Zeg mij, dat je mij lieihebt, Sibylle,
en al bet andere zal ik verdragen. O,
Sibylle, waarom ben je zoo stil be
hoort je hart mij niet toe?"
„Je bebt haar niet zien weenen, Eber-
hard, voordat zij voor de huweljjksplech-
tigbe d naar de slotkapel ging. Hoe zal
ik dot ooit vergeten, toen zij riep„Billa,
ik ben bang Billa als het j?moet ge
beuren laat mij tenminste niet alleen."
„Sybille, het is gebeurd, er is niets
meer aan te veranderen." Hij trok haar
hartstochtelijk naar zich toe en buste haar
herhaaldelijk.
„Acb, spreek alleen van onze liefde in
dit vluchtige oogenblik wie weet wan
neer wij elkander wederzien Sibylle
mijn koningin mijn leven.
„Je zult' Lotte Lore beschermen
„Ik zal haar beschermen als een broer.
En de weken, dat zij gescheiden van het
hof, in het jachtslot van den vorst moeten
doorbrengen, zullen spoediger voorbijgaan
dan je denkt, Sibylle."
Hij trok haar weer in zijn armen, en
fluisterde haar dnizend lieve trootweorden
in. „Ach wanneer zullen wij elkaar
weerzien wanneer zullen wij elkaar
toebehooren" riep hij hartstochtelijk.
Sibylle luisterde. Het hoerageroep
van het volk drong tot op dezo eenzame
plaats door. Het getrouwde paar stond
zeker nu op het balkon an vertoonde zich
aan zijn onderdanen.
„O. ik zou sterven als ik in de plaats
van Lotte Lore was," zei Sibylle en zij
bevrijdde zich uit de armen van von Lah-
den. „O, dat Lotte Lore door ons op
deze plaats werd gedrongen."
Maar zijn kussen verstikten haar woor
den.
„Heb je berouw, dat je de mijne bent
geworden
Nu schudde zij hettrotsche hootd, wierp
haar armen om zijn hals en riep: „Neen,
ik zóu niet zonder jou hunnen leven."
„Altijd hoe het ook moge uitvallen
in vreugde en leed, in nood en dood,
Sibylle 1
„Altijd en eeuwig."
Ia een langen kus werden haar woor
den verstikt bielden baar tranen op te
vloeien verdwenen haar >órgen over
de kleine Lotte Lore, die juist onder toe
zicht van madame Wiesenthal en haar
grootmeesteres haar bruidskleed uittrok en
zich kleedde voor den tocht naar het
jachtslot Christiaanrnh.
„Waar zou mijn zuster toch zijn, ma
dame?" vroeg de bleeke, jonge vorstin
van wie men juist deu zwaren diadeem
ainam, „eu mijn mama
„Hare Doorluchtigheid de prinses von
Mausbrugge zit met de vorstin-moeder bij
het spel," klonk een zachte stem, „en
prinses Sibylle zag ik de kleine trap af-
snellen, die naar het noordelijk terras
voert, nog geen twee minuten geleden."
Vorstin Lotte Lore beek freule von
Bloekenfeld, die dat zeide verbaasd en
angstig aan. Hoe kwam de mooie hof
dame in haar kamer En hoe vreemd
trilde het om haar lippen. Zij wist niet,
dat haar ramen juist op dit terras neer
zagen en dat de hofdame gedreven door
dit feit, mede naar binnen was geglipt.
„Zoekt u toch naar mijn zuster ik
bedoel, laat u haar zoeken," vroeg zij. De
bleeke hoidame neeg en vertrok. Met
bevend hart liep zij de smalle trap af, die
bijna te nauw was voor haar wijde creno-
line. Het was een weinig begane zijtrap,
die naar ren klein poortje voerde, dat de
vrooüjke grootvader van den tegenwoor-
digen Christiaan Heinrich liet aanleggen,
om ongezien op het terras en vandaar in
den slottuin te komen waar een geheim
geluk op hem waobtte. De deur, die op
de trap uitkwam, stonds slechts op een
kier en frenle von Bloekenield had niet
den moed naar bniteu te gaan om de
trotsohe, wonderscboone jonge prinses voa
Mansbrugge te roepen, want zeker was de
prinses niet alleen. O, zij .had tooh de
blikken gezien die vanmiddag tussoben
haar en baron von Lahden werden ge
wisseld.
Zij bleef dus staan, onbeweeglijkzou
zij een lakei zenden Maar het was ge
heel onmogelijk. Eensklaps drnkte zij
zioh tegen den maar, als die moest wijken
en haar verbergen. Vlak voor de deur
werden fluisterende stemmen vernomen.
„Ik moet Daar den vorst ik schrijf jo
als altijd, prinses, spoedig zult n de jonge
vorstin bezoeken en 'nog eens een kas—
Daarna werd de deur geopend en voor
de hofdame von Bloekenfeld stond prin
ses Sibylle.
Z(j ging de hofdame voorbij, die diep
neeg.
„Pardon prinses," stotterde het meisje
verward. „Hare Doorluobtigheid, de jonge
vorstin, stunrt mij om n te zoeken, de
vorstin vertrekt zoo aanstonds.
„Breng mij naar haar toe," beval Si
bylle kalm, „hoe wist u, dat ik mij hier
bevond?"
„Ik ik ik zag Uwe Doorluobtig
heid naar beneden gaaD. Ik had bet
warm, ik wilde wat frissche lucht schep
pen.",
„Komen de kamers van mijn zuster niet
op deze gang uit
„Ja, staat uwe Doorluchtigheid toe,, dat.
ik voorga, om de deur te openeo."
Wordt WMlgd.)
Hf. MAIN TIEND Ra r