Boekhandel Parkstraat
LUST van BOEKWERKEN in Prachtband, voorhanden in den Boekhandel Parkstraat.
Ruim voorzien van
KANTOOR, en WINKELBOEKEN,
SCHRIJFBEHOEFTEN, enz. enz.
„HET ANKER"
G. COEVERT, te den Burg
DE STERKSTE.
DAKLEIEN.
FEUILLBT
Keur van boekjes in prijzen va
10,75 tot f 0,40
en een prachtige sorteering
PRENTEBOEKEN.
zijn in verschillende maten voor
handen aan de Steenkooperij van
firma W. F. STOEL ZOON,
Alkmaar.
- 7
Maatschappij van Verzekering
te Amsterdam.
Arbeidscontractverzekering
Ziekte- en Ongevallenverzekering.
Individueel en Collectief,
Vraagt inlichtingen aangaande prem
«n coulance bij uitkeering bij den heer
Adj. Inspecteur.
In den prijs van f2,90.
joh. h. Been, De kinderen v.d. Veteraan.
Kakkerlak b.d. Padvinders
De jongens de baas.
De 3 matrozen van
Michiel de Ruijter.
Chr. o. flbkoude, De otters.
Marïe Bodaert, Roswitha,
In den prijs van f2,10.
Chr. u. Rbkoude, Jolig Strandleven.
Frits van Duren.
- De fietsclub „alle vijf-"
Hollandsche jongens.
Hoe Jan Bekkers
een fiets kreeg.
Hein Stavast.
De waterratten.
Jaap Snoek v.Volendam
Pietje Bell.
Tim en Tom.
fldona, Weggeloopen.
Marie Bodaert, Prins Almanzor's makker
C Joh Kieuiet, Gouden daden.
Twee neven.
Frits Wardland.
j. G. Kramer, Met Roggeveen de wereld om
De adjudant van
Generaal Daendels.
J. Leeinis, Herman's luchtreis.
Koen can Dam, Mijn jongensjaren.
E. Molt, Floris de vijfde,
h. J. u. d. Kraan, Kees Koepel.
Chr. Krienen, Karei Vermeer.
Th Steoens, Op een rijwiel de wereld rond.
Joh. H. Been, De gedenkschriften van
een schooljongen.
Heintjes groote vacantie
S. J. flndriessen, De page van Napoleon.
P. Visser, Taco de Minstreel.
De laatste der Arkels.
De slag aan de Marne.
J. Karei Brederode, De schipbreuk van
de „Holland."
C. u. d. Vliet, Blauw en Goud.
N. W. C. Kuijk, Een wandeltocht met
avonturen.
Rudyard Kipling, Flinke zeelui.
A. h. Sctilüter, De jongste thuis,
fl. C. Kuiper, Een Plollandsch meisje
op een Eng. kostschool.
Anneke.
Ver van huis.
Een Piel din
Alleen in een kleine stad.
Een lastige dochter.
Elsje.
M Baldwin, Oude Schoolvriendinnen
Felicie Jehu, Haar Zusters,
Wies Ongeluk.
N. u. Hichtum, Afken's tiental.
Door W. Eeimbtjrg.
25).
De jonge vrtuv trok haar huisjapon
aan en maakte het z'ch gezellig. Zij wilde
voor het eten brieven schrijven en na
den middag had zij haar jongen beloofd
„zeeslag" met hem te spelen.
Na een'gen tijd werd het eten opgedaan
vo'gens verlangen van de oude burge
meestersweduwe prec.es zoo als boven aan
hot diner. Kort voor de soep kwam
mevrouw Blomber met haar Karelje en
het eenigzins verlegen verzoek ot deze bij
Heleni en Hansi mocht etende kleine
Rose had men thuis kunnen laten, maar
Kareltje had beslist meegewild.
Helene knikte stilzwijgend en Earel
ging tegenover zijn neef zitten, die hem
volkomen negeerde, Hierdoor word het
diner dat uit zes gerechten bestoud, ver
moeiend en vervelend. De jongens hielden
het echter dapper dit en werden tenge
volge van de champagne zHls spraakzaam
by het dessert echter voelde Leni zich
zoo afgemat dat zij de kicderon voorstelde
het in de speelkamer te gebrniken, wat
zij gaarne deden. Zij zelf ging weer naar
haar kamer terug, waar zij zich aan haar
sohrijlbureau zette. Zy gevoelde behoefte
door in haar dagboek te schrijven in dm
geest met de overledene te verkceren
zooals zy in don laatsten tyd dikwijls uren
In den prijs van fl.90.
W. Mets Tz., De Vrijbuiter.
Mark Twain, Prins en bedelknaap.
In den prijs van fl,50.
C. Joh. Kieuiet, Plet badreisje van Cor Slung
Jaepie, Jaepie.
Uit het leven van Dik Trom
Het slot op den hoef.
Bertha Clement, Koningin Roza.
N W. C. Kuijk, Toch naar Zee.
Emmy u. Rhoden, Mignon.
P. Visser, Het beleg v. Alkmaar.
Het beleg v. Haarlem.
E. Molt, Roderik.
Hoste Bruneels.
Een valkenjacht op het
kasteel van Brederode.
Dieryc, de schrijnwerker
De page van gravin
Hilswinde.
De laatste strijd.
In den prijs van f 1,40.
M. Pontoppidan, Kinderbybel.
Tine u. Berken, Ons zonnetje.
Kruidje roer me niet.
Betsy Nort, In het Zwaluwhuis.
Hermarna, De zusjes v.d. Berkhoeve
Johanna u. Woude, Van knop tot bloem.
Berta Clement, De zilveren kruisjes.
Juffertje Wildzang. >-
fllletta Hocg, Alleen in het nestje
henriëtte Blauw, Loe en Jettie
henriëtte Rappard, Hetty
Een gezellig thuis
A. de Graaff-Wüppermann, Bakvischjes.
P. J. flndriessen, Esther en Agatha.
M. R. Fischer, De jongste v.h. klaverblad
Harriet Beecher Stowe, De Negerhut
van Oom Tom.
Andrew Home, De spion op school.
Jacob van Rensum.
Jacob de Vondeling.
Jaap en Ben.
Door dik en dun.
Bravo Bob,de padvinder
uit Canada.
S. Rbramsz, Wilskracht.
Miguel Seruantes de Saauedra, Don Quichot.
Chr. u flbkoude, De voetbalclub.
Plet jongenskamp.
Instituut Sparreheide.
Chr. Krienen, Avonturen van vier
pretmakers.
N. W. C Kuijk, De club der jonge
Kaninefaten.
Uit de vlegeljaren van
Henkie Snip.
J. G. Kramer, Adriaan Brouwer.
Up de vloot van
Admiraal Verheul,
fl. M. u. d. Linde, Jan Bloemer.
C. Joh Kieuiet, Frans v. Dorentil.
Henriëtte Blaauw, Oude getrouwen
't Is lang geleden.
N. u. Hichtum, Jan Trip, Jan Tree.
Flardoor.
Om honderd daalders.
Klein Martje
E. de Pressensé. Een levenslustig troepje
In den prijs van fl.25.
fl. Hans, Een Vlaamsch gezin in oorlogstijd
P. Visser, Heemskerck op Nova Zembla
De Zwervers van het
groote leger.
De Vliegende Hollander
Jan Ligthart, Een zomervacantie aan
de grenzen.
S. flndriessen, Heide en veld.
Sneeuwklokjes
P. J. flndriessen, Uit Stad en dorp
Uit ons dorp
B. Harraden, Klein, maar dapper
Tine uan Berken, Wilde wingerd
Onder ons
Regen en Zonneschijn
Kibbelaarstertje
Rietjes pop
Kleine menschen
P. Louwerse, Tusschen licht en donker
Aan den haard
Wat grootje vertelt
Agatha, Brieven van een poes
Jan en Bertha
E. Reesink, Kleine kleuters,
Kleine rakkers
Kleine bengels
S. H. H. fldelaar-de Leon, Kinderdichtjes
In den prijs van fl,
fllletta Hoog, Een gelukkig viertal
Koninginnetje
Marie Honig, Millies Vacantie
Betsy, Vier nichtjes
Chr. u. flbkoude, Willem's verjaargeschenk
Bob zonder zorg
Een ongeluksvogel
Bert en Bram
Hermanna, Mieke
Op den Séventop
Lot Mertens,
Kasteel v. Rompersburgen
C. Joh. Kieuiet, De twee broeders
Onder verschill. meesters
Brouwer, Volharding bekroond
Vriendschap
Joh. de Meester, Op weg naar Transvaal
Joh. H. Been, Van Paschen tot Pinksteren
figatha, Kruidje roer me niet
W. P. de Vries, De kapitein van Murat
Marie Bodaert, Jonge kracht
Johanna, Prettige vacantie
In den prijs van f0.80.
P. Louwerse, Vertelavonden
Jan met de pijp
Ver van huis
Hier is wat
Versch geplukt
Tante Poes
De kerstwagen
Is er nog plaats vooi
In den prijs van f2,10.
Johanna u. Woude, Tom en ik
Hollandsch binnenhuis;
In den prijs van f 1,90.
Georg flsmussen, Het zwijgen der doodei
In den prijs van f 1,50.
J. H. de Ruyter, Gevleugelde woorden
In den prijs van f 1,25.
W Heimburg, Lotte Lore
Op dwaalwegen
De sterkste
Rud. Stratz. De laatste stem
Arme Thea
Jack London, Pittah, de grijze wolf
B. Harraden, Voorbijgaande scheper
in donkeren nacht
u. Wermeskerken, Leo Smeder
In den prijs van fl,—
Anna Koubert (Tine u. Berken) Moeder
Wassinl
E. fl. fl. uan Heekeren, Een Indisch huweljji
C. P. Brandt u Doorne, Verweghen en
zijne vroufl
Herm. Heiiermans Jr., Interieurs
Sabbath
Gustaaf af Geyerstam, Een liefde
Wraak
Alleen
flrne Garborg, De verloren vader
Cari Ewald, Mijn Kleine Jongen
Sprookjes
Cyriel Buysse, Mea Culpa
In den prijs van f0,90.
flndersen, Sprookjes
Ernst Zahn, Bergvolk
Leo Tolstoï, Opstanding
George Elliot, Adam Bede
aaneen al schrijvende met hem had
doorgebracht wat haar, toen zij het nog
ia werkelijkheid had kunnen doen, vol
strekt onmogelijk zou geweest zijn.
Van dezen arbeid, waartn zij z:ch ge
heel verdiept had, schrok zij eerst op, toen
iemand voor haar stond en een bekende
stem vroeg: „Heb ik u doen schrikken
meTonw? Het was mij onmogelijk het
huis te verlaten zonder n en mijn pupil
gezien te hebben. Is n boos op my
Werkeiyk niet
„Zeker niet neemt u plaats," ant
woordde zij verward en met hevig
hartkloppen „neem mij niet kwalijk."
„Heeft u zich nogal geamuseerd vroeg
zij om toch iets te zeggen.
„O," zei by, „ik vond het wel interessant
de lui van nabij te zien die mij voor lid
van „Casino" hebben gedeballoteerd."
„Helene richtte ziob." Ia h"t mogelijk
vroeg zy.
„Ja, ik kreeg Vrijdag de mededeeling
van 't beetuur."
„Niets bijsonders maar het doet toch
eigenaardig aan. Eeriijk gezegd, het ia my
tamelijk onverschillig."
„Dat doet mij genoegen ik denk er
ook zoo over," zei ze. „Maar iets anders, is
mijn grootmoeder niet een lieve vrouw."
„Zy is een persoonlijkheid, die het hart
op de rechte plaats heeft.-<ïk heb een
hoogst aangenaam uur met haar doorge
bracht."
„Ik wilde, dat ik u>v grootmoeder
vrueger beter gekend had," vervolgde hy
Daarna volgde een lange pauze, het was
alsof er iets in de keel der jonge vrouw
kwam, alsof zij iets wilde zeggen, maar
zich weer bedacht. Hoe bevalt u de winter
in Frauenfelde P" vroeg zy om het gesprek
aan den gang te houden.
„Het is eenzaam in het oude huis. en
het spookt er," zei hy met moeite schert
seid.
„Och kom, het heeft er my altijd heel
prozaiech geleken.
„My niet voor my dwaalt er een
geest in rond. Het is zonderling, ik zie
hem op klaar lichten dag, ik hoor zachte
lichte voetstappen en ik z e lichte kleeren
overal in de kamers, gangen
„Een witte vrouw
„Ja u mevrouwIs n dikwyis daar
met uw gedachten P"
Zeer dikwyis maar..."
„Maar deze gedachten hebben niets te
maken met den tegenwoordigen bewoner,
wil u zeggen."
„Niets. Dat is wel wat sterk dat
moest u beter weten."
„Maar zij zijn niet aangenaam, die ge-
daohten," zei hy, als tot zich zelf.
„Dat is ook niet het juiste woord
droevig zyn ze, dat is een beter woord."
Hij boog zich iets naar haar toe.
„Is hot dan noodig, dat zy zoo droevig
zijn
„Hoe zou het anders kunnen Zy gelden
mijn doode,"
„Die is niet in Frauenfelde, die is hier
bij u, om u heen."
„Maar daar heb ik hem bedroefd
Ala n eerlyk wil zyu dan heeft nietu,
maar ik heb het verdriet in uw leven
en daardoor in dat van Herman gebracht
onbewust dat is het noodlot;
moet my vergeven, want ik kende het
leven niet, toen ik n begeerde ik hield
my in de trotschheid myner jeugd,
mijn warm op het hooge en schoons
gericht streven, volkomen gerechtigd, de
hand naar u nit te strekken. God, wat was
ik toen toch onnoozel en wat stond ik
radeloos, verblnlt en wanhopig voor den
onbarmhartigen muur die zoo stevig uit
lamilietrota en kastengeest en nit allerlei
vooroordeelen om u heen was opgebouwd
en dien ik door al h9t groen der hoop
waarmee ze overgroeid was, in 't geheel
niet voor een muur had aangezien tot op
het oogenblik, dat ik mij het hooid er
bijna tegen te pletter stiet.
En u stond daarachter r, mevrouw,
en u weende en riep„Ga. gaZy is te
stevig je kunt hem niet omverwerpen
nooit; je stoot je er slechts te bloediger
tegen. Toen heb ik myn wonde in vreemde
werelddeelen laten genezen en getracht
myn ontgoooheling te overwianen." Hy
hield op, en ook Helene zweeg.
„Is u nu boos?' vroeg hy na eenige
oogenblikken, „omdat ik u dit na zeg, a
ale t ware in dit schemeruur ermee
overval? Het heeft my reeds lang op het
hart gedrukt, het onuitgesprokene stond
z;oo drukkend tusschen u en my, had
voor my iets vreeselyk pijnlijks..,.
(Wordt vervolgd.}