N°. 3225 Woensdag 18 September 1918. 32ste Jaargang. Nieuws- en Advertentieblad. ID Van week tot week &R blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagmorgen Abonnementsprijs per S maanden. Voor den Burg 40 Cta. Franco per post door ge- teel Nederland 55 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën daags voor de uitgave vóór 4 nur nam. Prijs der Advsrtentiin. Van 1 tot 5 regels 40 Cts. Iedere regel meer 8 Ct Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend, Bewijsnummers J Cts, per nummer. BONNEMENTEN en ABVERTENTIEN worden aangenomen bij de Uiig. Fibma LAN9EVELD& DE ROOIJ, Parkstraat, Buna op Taxït. Spoor- en Bootdienst. Beperkte dienstregeling. Vertrekuren van de boot van Texel 9,30 v.m. ertrekuren van de boot van Helder 1,00 n.m. Vertrek en aankomst van treinen van den Helder naar Amsterdam. Vertrek. Aankomst. Helder. Amsterdam. 6,45 9,12 11,45 2,34 4,12 6,21 6,47 9,41 Bovendien loopt een trein opDonder- igmorgen van Helder naar Schagen, ia Helder 8,— te Schagen 8,40 Van Amsterdam naar den Helder. Vertrek. Aankomst, msterdam. Helder. 5,28§ 8,47 9,20 11,84 2,32 5,31 9,20 12,05 10,40 12,30 Niet op Zon- en feestdagen, i alleen op Zondag. Ver?oer en aflevering van onde hennen en hanen. De Burgemeester der gemeente Texel aakt bekend, dat het tijdvak gedurende itwelk het vervoer en afleveren van ide hennen en oude hanen is toegestaan, irlengd is tot 1 October 1918. Texel, 16 September 1918. De Burgemeester voornoemd, BUYSING DAMSTE. Manufacturen. De Burgemeester der gemeente Texel rengt in herinnering, dat geleibiljetten Dor manufacturen ten behoeve van Bnters niet langer geldig zijn dan ge urende het tijdvak, dat op de achter- ijde vermeld is. Nieuwe geleibiljetten zijn s'eeds tegen ilevering van het vorige ter secretarie bekomen. Op vervoer zonder geleibiljet zal ten Irengste gelet worden. Texel, 16 September 1918. J)e Burgemeester voornoemd, BUYSINGr DAMSTE. 7—14 Sept. De oorlogsgebeurtenissen zjjn ten onzent an oogenblik op dèn achtergrond geraakt, er over belangrijke binnenlandsche angelegenheden te praten valt.Trouwens, krijgsbedrijven op het westelijk front, weken achtereen hoogst belangwek- ;end, nu en dan zelfs spannend waren, leten de laatste paar dagen niet zooveel ian zich spreken, zoodat we temeer onze ardaebt bij de aangelegenheden uit eigen and kunnen bepalen. Het nieuwe Kabinet er en de pers heeft het op gebruikelijke fjjze begroet. Aan lange beschouwingen atbrak het niet en ook was de welkoms- jroet niet altijd even hartelijk. Dat komt trouwens bij iedere Kabinetsformatie voor. Enkele bladen staken het zelfs niet onder stoelen of banken, dat ze niet veel ver pachtingen van het nieuwe ministerie koesteren. We lazen zelfs in een nacht3 orgaan, hetwelk door een Kamerlid gere ageerd wordt, dat men eigenlijk beter bad Sedaan door een zakenkabinet op breeden grondslag te vormen, dan te komen met sea Rechts Ministerie, dat een zoo ontzag gelijke zware en ondankbare taak op z'n schouders heeft genomen. De toestand is zoo, dat er geen eer valt te behalen en het gevaar is niet denkbeeldig, dat de rech terzijde straks aansprakelijk zal worden gesteld voor de onbevredigende resultaten en de wijze, waarop de nieuwe regeering haar taak mocht volbrengen, ook al is zij geen meesteresse over de buitengewone moeilijkheden, die een gevolg zijn van den oorlogstoestand. Toch heet de rechtsche pers de nieuwe bewindvoerders hartelijk welkom en een deel ervan vraagt eerbied voor het bewijs van opofferingsgezindheid en moed, dat de leiders der rechterzijde hebben gegeven door het land uit de moei lijke crisis te redden. En unaniem kan men de oproep lezen, gericht tot de ge heeld rechterzijde, om het Kabinet zoo kiachtig mogelijk te steunen. Van die zijde hoopt men ook op eenige medewerking van de linkerzijde en verwacht men, dat de oppositie zeer zeker rekening zal hou den met de ongunstige omstandigheden, waaronder dit Kabinet het levenslicht heeft aanschouwd, Uit den toon, waarin de persbeschou wingen van Rechts zijn gesteld mag wor den afgeleid, dat de verwachtingen er niet al te hoog zijn gespannen. Bij de tbladen van Links is dat nog in meerdere mate het geval. Verschillende organen schijnen niet veel vertrouwen inde bekwaamheden van den minister-president te hebben. Ze vreezen, dat Jhr. Ruys van Beerenbrouck niet een zoo groot staatsman is als onze tyd vereischt. Ook ten opzichte van den opvolger van minister Loudon is men scep tisch gestemd. Men vreest, dat hij niet de tact en het inzicht van zijn ambtsvoor ganger zal hebben. En ook, dat men hem in het buitenland, inzonderheid in de En- tentelanden, waar men Jhr. van Karnebeek meer of minder als een vriend vanDuitsch- land aanmerkt, niet dat vertrouwen zal schenken, als in deze donkere tijden zoo zeer voor Nederland gewenscht en noodig is. Zoo leest men meer critiek op de personen der nieuwe bewindslieden. Maar toch ook kan men woorden van waardee ring lezen, waardeering voor het feit, dat de Rechterzijde het aandurft een einde te maken aan de extra-parlementaire periode. Met groote belangstelling wordt thans uitgezien naar den dag van Dinsdag a.s., waarop het nieuwe Kabinet zijn werkpro gram zal mededeelen. Naar luid der be richten zal H.M. de Koningin weder per soonlijk de vereenigde zitting der Staten- Generaal openen en in de Troonrede zal men de noodige aanwijzigingen kunnen vinden, omtrent de voornemens van het nieuwe Kabinet. OfschooD er nog niets te voorspellen valt, mag toch, wel aangeno men worden, dat we niet een sterk Rechtsche regeeringsperiode ingaan. Daarvoor staat het nieuwe Kabinet niet sterk genoeg en dat zou onder de huidige omstandigheden, waarin alle partijen zooveel mogelijk naast eikaar dienen te staan, om den oorlogen den honger buiten onze landpalen te hou den, ook niet gewenscht zijn. Er zal moe ten worden gezocht naar de punten van overeenkomst, naar datgene wat vereenigt, niet naar wat verdeelt. We behoeven niet uiteen te zetten, waarom dat noodig is, waarom saamhoorigheid van het Neder- landsche volk thans meer dan ooit dient te worden gevoeld. Alleen de dreigende toestand, waarin onze voedselvoorziening verkeert, moet ons reeds in die richting drijven. Van bijzondere beteekenis moet worden geacht, dat minister Posthuma bij zijn heengaan daarop nog zoo uitdrukkelijk de aandacht heeft gevestigd, in zjjn op roep dien hij tot de Kerkgenootschappen heeft gericht. Het staat er met onze brood voorziening slechter voor dan ooit. En bijna alle afgetreden bewindslieden hadden op dergelijke manier een beroep op ons volk kunnen doen bij wijze van afscheidsgroet. Want niet alleen ten op zichte van ons brood is de toestand dreigend, niet minder ook van 's land financiën, de buitenlandsche aangelegenheden, ons geheel economische leven, ja, wat niet al. Ons land heeft noodig een eendrachtig volk, een Kamer, die zich in eensge zindheid en in een heilig streven ter be vordering der algemeene volksbelangen om de regeering schaart en een regeering die weet, dat onze tijd voor partij politiek allerminst geschikt is. o- o—o— Niet alleen door wat er op politiek- en par lementair gebied voorviel zal de afgeloopen week ook nog later van zich laten spreken, doch ook door het verschrikkelijk gebeuren, dat zich Vrijdagmorgen op de spoorbaan bij Weesp heeft afgespeeld, waar een ernstig spoorwegongeluk zooveel slachtoffers heeft gevraagd. Wij deelden dat reeds in ons vorig num mer mede. o—o—o De afgeloopen week was er een van storm en regen, waarbij het onweer niet van de lucht was. Niet alleen hior, maar m heel westelijk Europa lieten zich dag aan dag de zwarte wolkgevaarten zien, in eindeloozen stoet, trekkend naar het verre oosten eu sloeg gedurig de koude herfst regen neer in woeste vlagen. Ook op het westeljjk front was dat het geval en geen wonder, dat de kiijgsoperaties daardoor vertraagd en hier en daar buitengewoon bemoeilijkt werden. Toch was dat niet de voornaamste oorzaak waardoor op hetslacht- front tusschen Lens en Reims de gevechtsac tie minder hevig was dan een week geleden. Poch moest er toe overgaan ziju stormaan vallen in te perken, omdat de tegenstand der Duitschers gaandeweg in kracht toe nam,naarmate ze meer de oude Hindenburg linie naderden. Hindenburg heeft daarin blijkbaar een zoo sterke verdediging kun nen bieden, dat de geallieerden eerst zich ter dege voor een nieuwen strijd moeten voorbereiden, alvorens zij daartoe kunnen overgaan. Intusschen werd op een ander deel van het westelijk front, aan Maas en Moezel in de buurt van St. Mihiei, door de Ame rikanen een nieuwe offensieve beweging begonnen. Ze grachten een hevige stoot toe aan de Duitsche stellingen en hadden zoo groot succes, dat zo de geheele zak aldaar Wonnen en 20,000 gevangenen maak ten. Of dit succes nog zal worden uitgebreid en Foch het plan heeft daar een nieuwen aanval in grooteo. stijl tegen het Duitsche front uit te voeren, is op 't oogenblik nog niet recht duidelijk. Foch heeft gezegd, dat bü d'e Duitschers geen rust zal gunnen en met het oog op het naderen van den winter moet hij wel blijven doorpakken, indien het nieuwe jaar straks een nieuwen militairen toestand zal brengen. o—o—o Opmerkelijk veel wordt er gesproken in den laatsten tyd. De strijd met tong en pen is niet minder belangrijk dan die met het zwaard. Ook in de afgeloopen week werden weer tal van redevoeringen gehouden door Europeescho staatslieden, waarbij inzonderheid die in de Centrale landen zich lieten hooren. Zelfs niemand minder dan de Duitsche Keizer besteeg het spreekgestoelte om het voorbeeld van graaf Hertling, Hindenburg, dr. Solf en anderen te volgen en het Duitsche volk moed in te spreken. De Keizer bracht een bezoek aan de fabrieken van Krupp en sprak daar voor de arbeiders een rede uit. Een lange rede zelfs, langer dan de Keizer wellicht ooit gehouden heeft. Zijn doel was, zijn onderdanen te bemoedigen, den geest van ontmoediging tegen te gaan, die zich blijkbaar van een groot deel onzer oostelijke buren, onder den indruk van de jongste krijgsbedrijven en de nadering van een nieuwen oorlogswinter met al zijn ellende, heeft meester gemaakt. De Keizer sprak over het leed, dat de oorlog over het land gebracht heeft en nog brengt, de zorgen en verliezen, waarvan geen gezin verschoond gebleven is, noch prinselijke paleizen noch eenvoudige arbeiderswonin gen. Bj] al de zorgen staat echter de plicht voorop en daarover sprak de Keizer zijn eerbied en vreugde uit. Al het mogelijke wordt gedaan, om de zorgen van het volk te verlichten, de zorgen die alleen zijn te wijten aan de tegenstanders,'die's Keizers oprecht bedoelde vredespogingen met spot en hoon hebben bejegend. De Keizer her innerde er aan, hoe de verantwoordelijke personen herhaaldelijk, en op ondubbel zinnige wjjze aan ieder die het hooren wilde te verstaan hebben gegeven, bereid tot den vrede te zijn. Het eenige antwoord van den vijand is geweest, dat Duitschland vernietigd moet worden. De slagen, die de vijand ontvangen heeft, hebben hem met haat vervuld, doch daarentegen kent de de Duitscher geen haat. .Ieder die het karakter der Angelsaksers kent" ver volgde de Keizer „weet wat het botee- kent met hen te twisten en hoe taai ze zijn. Wij weten niet wanneer de worste ling geëindigd zal zijn. Maar dit eene weten wij, dat wij den strijd moeten door staan." Verder verklaarde de Keizer, dat nu de vijand het met de andere middelen niet kan, hy met valsche geruchten tracht de Duitschers murw te maken. Daartegen waarschuwde de Keizer met nadruk, waarna hij zijn hoorders met eenige Bijbelteksten moed en vertrouwen trachtte in te spreken, omdat het Duitsche volk, dat een „Vaste burcht is onze God" heeft voortgebracht, onoverwinnelijk is. De Keizer besloot met een beroep op de arbeiders zelf. Hij vroeg van allen de belofte uit naam van de Duitsche arbeiders Wij willen strijden en volhouden tot het laatste toe, zoo helpe ons God Die dat wil die zegge ja 1 De verzamolde arbeiders antwoorden met een luidja De Keizer dankte en besloot„Ieder twijfel moet uit ons bart en uit onzen geest worden verbannen. De Duitschers moeten thans de zwaarden hoog en de harten sterk houdeD, de spieren gespannen tot den strijd tegeD alles wat tegeD ons is, al duurt het ook nog zoo lang!" En met een plechtig: „Dat geve Grd! Amen t" eindigde de Keizer. De rede van den Keizer, door Wolff in extenso aan de bladen ter plaatsing toege zonden, moet op de arbeiders van Krupp wel indruk hebben gemaakt. Doch er blijkt ook maar al te zeer uit, dat de Keizer niet enkel om de fabriek te bezich tigen naar Essen is gereisd, docr dat zijn reis daarheen noodig was, om de mjelen het vertrouwen der duizenden arbeiders, die door de gebeurtenissen dreigden gedoofd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1918 | | pagina 1