GEBRS. SPANJAARD
Piano's, Orgels, Muziekinstrumenten,
Vleugels en Kunstspel piano's.
Hokm-Pokm-Pa
voor de kleintjes
nderconfectie.
«■J
Groote
sorteering. - Lage prijzen.
Fa.
S. A. KANNEWASSER
Zonen,
Kanaaiweg 149, Helder.
Voor allen
SANGUINOSE
1
Reparatie. Stemmen.
Verhuren.
Ruilen.
DE WITTE WADE.
Verkrijgbaar bij J. Ph. Bakker Zoon, Bnrg Texel.
Dr. E. HOEKSTRA'S
BLOEDZUIVERENDE PILLEN
Dr. E. HOEKSTRA'S
ROODE HOESTPILLEN
Dr. E. HOEKSTRA'S
KLIERDRUPPELS
Alkmaar, Langestraat 88.
voor de winteravonden
een prettige bezigheid
f 0.60.
Boekhandel Parkstraat.
FEUILLETON*
Rudolph stkatz.
DRIE GENEESMIDDELEN,
die zich zwak en lusteloos gevoe
len die gedurig vermoeid zijn,
zoodat hun alles te veel isdie na
uitputtende ziekten niet weer op
kracht kunnen komendie te veel
vergden van hun krachten, of die
door andere oorzaken het weer
standsvermogen hebben verloren, is
een versterkingsmiddel van den
eersten rang, dat alle dergelijke
middelen vér achter zich laatdat
snel en afdoende ingrijpt in de oor
zaak van bovengenoemde kwalen
en door duizenden in en buiten ons
vaderland met dankbaarheid wordt
geroemd.
Sanguinose kost per flacon
f2,25; 6 fl. f 12,50; 12 fl. f24,00.
Bij alle Apothekers en goede
Drogisten.
Macht IJ voor namaak.
VAN DAM <S Co.
de Riemerstraat 2c-4. Den Haag.
Te Texel hij G. Dros, Oosterend,
T, Dnfls en I. Moerbeek den
Burg en Joh. Dros, Oudcschild.
Fl. 1,80 per doos van plm. 300 pillen.
Fl. 1,80 per flaoon van plm. 300 pillen.
Fl. 2,00 per flacon van 150 gram.
welke in den winter in geen gezin mogen ontbreken.
Naar het Duitsch van
53.)
Zij waren een paar maal bü lastige
klauterpartijen door één touw verbonden
geweest. Dat is een groot bewijs van weder-
zijdsch vertrouwen, maar het verplichtte
toch tot niets, dan tot het aanbieden van
hulp als het noodig was. Eu daar er reeds
betere hulp aan we dg was
De Hamburger had Heb gereed gemaakt,
en stond aan de deur te wachten. Nog
eens keek de graaf besluiteloos om zich
hesn de dmkere, koude but de zware
ademhaling van den gewonde het gieren
van den wind buiten en beneden aan
den vlammenden baard de mooie Engelsche
meisjes met haar onschuldige vroolijkheid
en liuksohe gratie
„Nu zeide hij gelaten, „als ik hier
dan de deur uitgezet word ik heb de eer
mevrouw."
Toen zjj de deur open deden, kwam er
een zoele windvlaag naar binneD, Elizabeth
volgde hen. Voorzichtig, om niet naar be
neden te vallen, stapte zij de hut uit en
keek hen na.
Het schemerde reeds. Boven de dalen
trokken donkere, zwarte wolkenmassa's
samen. Verder naar boven werden zij dun
ner. Daar strekten zich onheilspellende,
grauwe nevelstrepen uit en toen Elizabeth
er naar keek, zag zij een Aanwen licht
schijn door de wolken schieten. Zij sloeg
er geen aoht op. Alles in haar was verstijfd.
Zou hij in het leven blijven P Zou hy
Sterven P Eentonig, onverbiddelijk kwelde
haar die vraag. Ia het haastige kloppen
van baar polsen, ia haar zware ademhaling
meende zij voortdurend die woorden te
vernemen.
Ea als hij eens stier!
Rillend sloot zij de oogen. De angst
schroeide haar de keel toe. Zij kon die
gedachte niet verdragen.
Neen, zij wilde het niet gelooven. Hij
moest bljjven loven.
Maar dan P Opnieuw begon da wanhopige,
knagende angst. Dan zou eerst de zwaarste
strijd met ziohzelf. Of eigenlijk het was
geen strijd meer Zij voelde, dat zij zou
boswijken. Zij zon alles in dan steek laten
alles om zijnentwille
Het was bljDa donker geworden. Onder
haar, io de diepte, klonk een gerommel,
dat de lucht deed trillen. Met zacot dreuen
begon bet, het groeide aan tot donder, en
stiert weer weg in dot ratelen.
Zij schrikte. Met bevende handen duwde
zij de deur van de hut openen ging naar
binnen.
„Is dat oen aardbeviDg P' vroeg zij haas
tig.
De eene gids, een oude Eracschman uit
een plaatsje ia Wallis, was opgestaan.
„Boneden in het dal onweert bet, madame.
Dat is voor ons niet gevaarlijk, maar—"
Een kraken een vlammengloed, die
alles voor een oogenblik zoo helder als de
dag maakte, een onderaardsch gerommel,
alsof de bergen wankelden de gids sprong
op en deel de houteo luiken dicht.
„De blikien is naar beven gegaan, in
plaats naar beneden," bracht hij uit, „dat
is dikwijle gevaarlijk. In het Oberland is
daardoor eens de vrcuw van een Eagolschen
lord op de plaats doodgeslagen.
Elizabeth verstond hem niét. Zij lag
geknreld bij het struoleger. Onhoorbaar
IMWVÉ VVmJoVVWJiVI
snikken schokte haar slank lichaam. H|j
leefde. Do donderslag had hem gewekt.
Met halfgeopende oogen keek hij om zich
heen, en tastend bewogen zijn handen
zich over de deken.
Zij greep z(jn rechterhand en drukte die
krampachtig.
„Hier ben ik," üuisterde zij, „hier ben
ik en alles komt terecht. De wond is
niet gevaarlijk."
Hij knikte en legde, zacht kreunend het
hoofd weer neer.
„Waar ben ik toch?" vroeg hij na een
poosje.
„In d9 cabane, mijnhenr," zeide de gids
naderbij komend, „maar gij moet stil blijven
liggen en weinig spreken heeft de dokter
gez gd—
Een donderalag belette hem voorloopig
te antwoorden.
„En de schilder?" vroeg hij eindelijk,
naar de zoldering starend, „is hij al gevon
den?"
Da gids zweeg.
„Ja," zeide Elizabeth, zieb tot een glim
lach dwingend, wij hopen, dat hij ook het
leven eraf zal brengen,"
Da baron maakte een beweging, half van
ergernis, half van vroomheid.
„Waarom liegt gü toch P" Huist orde bü,
„ik weet immers, dat hij dood is, llij heeft
het verdiend. Ik ook. Een wonder, dat ik
nog leei
Iemand die zoo helder eu kalm. sprak,
kon niet zwaar gewond zijn, Elizabeth
boog zich over ham heen.
„Hij zult leven," Huisorde zij, „eir weldra
geheel hersteld zijn."
Hij zag op naar hat sobooue,, bleeke
gelaat, door kroezige, goudb'oti ds haren
omgeven, die >n hes kaarslicht blonken
alB de stralenkrans y$u een betügo. Een
uitdrukking van innige teeuerüeid kwam
in zijn oogen.
„Dat is heerlijk, dat gij er zijt," sprak
hy met een blijden glimlach om de lippen,
„heerlijk, dat zal mij spoedig gezond
maken
Onwillekeurig trok zij baar hand uit de
zijne.
„Zie mij zoo niet aan zeide zij angstig
en stond langzaam op. „Het zou het besie
wezen, de oogen dicht te doen en weer te
gaan slapen."
Hij gehoorzaamde.
„Ik doe alles wat gij beveelt," zeide bij
en zijn stem klonk droomerig en week,
„allesalleshet is toch zoo heerlijk
weer te leven eu niet alleen te zijn,"
Ziju gedachten schenen af te dwalen.
Hij mompelde nog een paar onverstaan
bare woorden. Daarop hoorde men aan
zyn diepe ademhaling, dat hij weer inge
slapen was.
Ingeslapen, ondanks den donder, die daar
buiten met steeds geweldiger slagen rolde.
Elizabeth kon het in de enge hut liet
uithouden. Eon jubeiend gevoel van geluk
dreef ha*r naar buiten, in Dacht en onweer
waar zij alleen was met zichzelf en baar
lielde, die zioh uitte in stormachtige n dank.
„Niet te ver, madame," riep de gids haar
waarsohawend na.
Zij sohudde het hoofd.
„Ik ga niet ver. Ik blijf dicht bij de hut.
Met den rug tegen den lagen steenen
muur der hut stond zij daar in de duister
nis. Ia lauwe golven ombruisohte haar de
storm. Zij ademde hem mot d epe, krach
tige teugen in, ztj boog zich naar hem toe,
om zich door zijn sterke armen te doen
omTatton en sloot glimlachend de oogen,
wanneer hij haar in al te onstuimige tee-
derheid wilde meeslepen. W. v. v.
AA
Ki
Dames- en
-Jv ■}•'-' 5 ."'.-ril -t «*..t 1 -'Jf-V
•-J V!S. r'Vo.'&'S W-CW' v -