DRAADNAGELS, Kalkstikstol 19 pCt. KALKSTIKSTOF Boeke Huidekopei WERKTUIGEN Landbouw en Zuivel Groote voorraad Electro-motoren en materia; complete licht- krachtinstallaties. verkrijgbaar Bakker H.A. V. BANK <i. COËVEÜT, te den Borg, Advcrteeren doel vcrkoopen. HOEKSTRA'S BLOEDZUIVERENDE PILLEN Dr. E. HOEKSTRA'S ROODE HOESTPILLEN Dr. E. HOEKSTRA'S KLIERDRUPPELS Wachtende een groote partij tegen belangrijk verminderde prijzen. Aanbevelend, Wed. P. J. ZOETELIEF, Parkstraat. In Februari verwachten wij een partij inhoudende 19 pCt, in water oplosbare stikstof'. Prijsopgaaf' en bestelbfjjetten worden op aanvraag gaarne toegezonden. H.¥. 6. J. HROL Co's Knnstmesthandel, Alkmaar. veerbeen Firma Job. F. MOBRA. AgentJ. BAHKRR Az., te den Burg. FEUILLETON DE WITTE WADE. Koninklijke Handelmaatschappij voor - Groningen - ilaarlem - Leeuwarden - - Bergen op Zoom - Schagen. - 'Vertegenwoordiger voor Schagen: de Heer P. KRAMERS, Landbouwstraat, SCHABÜM DRIE GENEESMIDDELEN, Levering van DE ALKMAARSCHE Stoom - Steenhouwerij Firma W. F. STOEL ZOOfl levert alle soorten Hardsteen, Zandsteen en MARMERWERK. Schiedam. Adj Inspecteur Fl. 1,80 per doos van plm. 300 pillen. Fl. 1,80 per flacon van plm. 300 pillen. Fl. 2,00 per flacon van 150 gram. "welke in den winter in geen gezin mogen ontbreken. Aanbevelend Naar het Duitsch van Rudolph stratz. r Levensverzekering. Avbeidscontractverzekering. Ziekte- en Ongevallenverzekering. Individueel en Collectief. Vraagt inlichtingen aangaande premie en coulance bij uitkeering bij den heer asfë ',v ,vv;-r. 57) l'oan zy dichterbij kwam, sioofc hjj zioh met zwijgenden groet bij haar aan. Een eindje liepen zij zoo voort, zonder elkander aan te zien. Bij het begin van het dorp zeide hij tot het kindermeisje: „Blijt gij met Edith nog een beetje hier maar niet ia de nabijheid van die glet- scherhesk. Ik ga met mevrouw vooruit De wandeling door de dorpstraat schoen Elizabeth een eeuwigheid toe. De bonte uitstallingen aa\ weerskanten, de klinge- leide muildieren, de paterde en groetende gidsen, het eentonige luiden van de oudo kerkklok het was alsoi er geen eind aan kwam. E ndeljjk waren zij op bun kamer. Zij was gaan zitten, en wachtte zwygendwat hij haar te zeggen had. Zij veelde geen opgewondenheid meer. Alles scheen ver stijfd in haar. En dan hoorde zy zijn zachte, vermoe de stem. „Ik heb de kleine hier laten komen, Elizabeth," zeido bij, langzaam de kamer op en neer loopend, „toen vier dagen geleden gij weet wel, wat er toen ge beurd was. Dat bet eea breuk tusschen ons zon geven, w st ik wel, en toen dacht ik: Laat haar zien, wat ondanks alles ons beiden blijit toebehooren, onze kleine Edith die wij beiden liever hebben, dan iets ter wereld. Als zij die ziet, zal zij welliobt inzien, dat wij aan elkander ve -plicht zijn, elkander te acht n, en zoo mogelijk liet te hebben. Hij brak al in staarde oen poos zwijgend naar buiten. „Het is anders geloopcn, dan ik dacht," begon h j opoiouw inet gesmoorde sum. „in dien tijd hebt gij mij gezegd, dat gij mij niet kunt liefhebben en meer dan dat gij hebt ons tehuis verlaten al zjjn het ook maar een paar armzalige hotelkamers, het is toch op het oogeoblik ons tehuis en zjjt daar naar boven ge gaan, om te waken aan het ziekbed van een vreemden man. De wereld zal er mis schien geen kwaad ia zien. Hij is dikwijls genoeg ia ons gezelschap geweest, hy was onze vriend dat heb ik ook aan de meuscheu hier vertald maar wij beiden weten, wat die stap voor ons beteekent. Daarmee hebt gij mij, onmeedoogender dau gij het met woorden hadt kunnen doen gezegdGij zijt niets meer voor mij ik bekommer nijj niet meer om u. Ik wil u verlaten en dieu vreemden man volgen." „Het gaat beter met hem," vervolgde hg na een korte pauze, „dat heeft uw gids, die voor u hier was, mij gezegd. Hy zal ia het leven blijven, en my u ontrooven. Ik kon hem uitdagen op leven en dood zooveel moed bezit ik, geloof ik, nog wel maar wat win ik daarbij, als een van ons den ander doodt P Daarom is het mij niet te doen, maar om uw liefde Die laat zich niet met smeeken en dreigen veroveren. Die moot uit vrijen wil gegeven worden. Ik ben te trotsch, om ze van u te eiachen. Als gij ze mij niet meer kunt geven, omdat gij my niet meer acht, als ik niets meer voor u bon goed dan verlang ik nog sloohts eon diag: een be denktijd van drie maanden. Als gij na dien tijd blijft zeggen Ik kan niets meer voor ja zijn laat mij gaan dan zijt gij vrij Zij keek op. De beslissende vraag wilde nauwelijks over haar lippen. „En Eiith P" Rauw en klankloos scheen haar stem hem toe, als die van een vreemde. Droevig boog hij int hoofd. „Dat is hel zwaarste," sprak hij langzaam. „God weet, welk een afrijd ik met mijzelf gevoerd heb tog n de herhaalde inblazing llvri M HlCij leen |:ird lei; P I dki P dki lax dIv 10 olv IC het kind behoort u, geef het niet aan den vreemden man, die u buitendien reeds alles ontneemt. Maar dan hield ik mijzelf weer voor: gij Elisabeth hebt ons kind zoo lief Is weet het. Terwille van bet kind zolt gij bij mij blijven, als ik erop sta." „Eu dan „Dan?" hij haalde de schouders op „dan zullen wij naast elkander voort leven. Gij zult mij leeren haten, omdat ik u met geweld aan mijn huis bind, en juist dan zal gebeuren, wat, zooala ik u zooeven zeide, mijn trots mij verbiedtdat ik iemand dwing, met mij te levee, die mij niet meer bemint en niet meer acht. En het middel tot dien dwang zou ons eigen kind zijn. Neon dat is meer dan wreed. Dat is een beleediging, een vernedering van het beste in u, de moedoriieide," Zij durfde nauwelijks ademhalen. Zou het dan mogeiyk zyn En werkelijk, daar sprak bij het uit „Een kind behoort aan de moeder. Niet slechts om harentwille, maar nog meer ter wille van het kind, want een kind zonder moeder is een ongelukkig wezen. Het hseft het recht, hun nooit te vergeven, die hem zya moeder ontnomen hebben. Ea daarom wilt gij mij verlaten, neem Edith dan mee." Zij stond op, en bleel als verbijsterd staan, zonder een woord te spreken. Hij g<ng tot haar, legde de handen op haar sobouders en keek haar in het gelaat. „U behoef ik zeker niet te zeggen, wat dit voor my beteekent. Maar dat dost er niet toe, Het is goed zoo. "Wie zijn gansohe lèvén ziet vertrappen en verwoesten, moet zich niet niet vastklemmen aan bet laatste wat hem blijftwant dat moet gij u dui delijk voorstellen, Elizabeth, gij maakt iny tot een diep oegelukkigen, rampzaligen man. Op mijn manier h b ik u lief gehad zooais sleohts een arme kerej als ik kan lifciüebben ik houd nog van u mijn haitebloed sou ik voor u willen geven ik zou voor u willen knielen eu u do handen butsenDank eens boa ik zal achterblij ven, als gij weg zijt. Mijn huis is eenza geworden alles is ledig ailes, waaraan mijn hart gehecht is, is weg wat heb ik dan nog op de wereld- denk aan Edith. Geloof mij daar l2 iemand zyn geheele leven onder, alaf twee mersohen, aan wie hij zijn besllj0 te danken heelt, in haat en verachtt i van e'kand6r gaan. De kleine zal groeien en u den eon of anderen vragen: Waarom ban ik onder vreemdt Waar is het kasteel en het park, waat vroeger speelde waar is mijn tehnil Ea waar is de vriendelijke man, die ia ziju armen droeg, én my liefkoosde kuste? En gij moet baar antwoorde Het huis is ledig, gij hebt geen tebu Uw vader is weg, gij zult hem nooit zi Ik heb zijn leven verwoest en het uw omdat ik de kracht r-iet had, hem hos to blijven, zooals ik hem vrijwillig, m een heiligen e6d bsloofd had In de andere kamer klonk een helde; kinderlijke lach. Het meisje bracht kleine te bed na de wandeling. Elzibct hief het hoofd op. „Het is genoog," zeide zy dof, „laat ui nu alleen daarbinnen Z!J had het meisje weggestuurd, e knielde naast het bedja van haardochtei tje. Edith sliep nog niet. Ernstig en helde staarden de groote kinderoogen ia h« schoone, droevige gelaat, dat zich ove haar heenboog, Elizabeth sloeg de oogc neder. Zij vreesde dieo reiaen, vragende blik, die onverbiddelijk doordrong tot be diepst van haar ziel. Angstig keek zij weer op. Eon deemoedig ontzetting voor die reinheid greep has aan, voor die stille, smartelooz j ousohuld die uil de donkere diepte dier kiaderoogei sprak. Ea dat was toch baar bind haar eigea ik? Als een krachtige vermaning hoorde zij ia haar hart het antwoord op die vraag, v.,»r VOi-T--,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1919 | | pagina 4