N°. 3291,
Woensdag 7 Mei 1919.
82s" Jaargang.
Nieuws- en
Advertentieblad,
Dienstregeling 7 Mei 1919.
Van meek tot meek
OU blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagmorgen
Advertentiën daags voor de uitgave vóór 4 uur nmn.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIEN worden aangenomen bij de Uiig. Fibka LANGEVELD& DE ROOIJ, Parkstraat, Büb» op T e x 11.
Spoor- en Bootdienst.
Beperkte dienstregeling.
Vertrekuren van de boot.
Op werkdagen
van Texel: 5.15 v.m. 2 45 n.m.
van Nieuwediep: 9,30 v.m. 6,10 n.m.
Op Zon- en Feestdagen
van Texel5,15 v.m. 5,—n.m.
van Nieuwediep9,— v.m. 6,10 n.m.
Vertrek en aankomst van treinen
van den Helder naar Amsterdam.
Vertrek.
Helder.
6,44
11,45
4,128
6,44
Aankomst.
Amsterdam.
9,11
Bovendien loopt een trein op Donder
dagmorgen van Helder naar Schagen,
van Helder 7,42 te Schagen 8,36
Van Amsterdam naar den Helder.
Vertrek.
Amsterdam.
5,28§
9,17
2,30
5,20§
7,50
10,40§§
Niet op Zon- en feestdagen.
alleen op Zondag.
Aankomst.
Helder.
8,43
Burgemeester en Wethouders der Ge
meente Texel brengen ter openbare
kennis, dat het verzoek van E. C
Thomassen te de Waal alhier, om in het
perceel kadastraal bekend in Sectie I,
no. 521, een benzine-motor van 9 PK.
te mogen plaatsen, door hen voorwaar
delijk is ingewilligd.
De aandacht wordt er op gevestigd,
dat volgens de bestaande jurisprudentie
eventueel NIET tot beroep van de be
schikking bevoegd zijn zij, die indertijd
niet voor het Gemeentebestuur zijn ver
schenen, om hunne bezwaren mondeling
toe te lichten.
Texel, den 5 Mei 1919.
Burgem. en Weth. voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
JONKER. BUYSING DAMSTE.
nooi.
Lamme^cnmarkt.
E COÏÏEA
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor dim Bdbo 40 Ct». Franco per post door ge
heel Nediblamd 3S Cts. Niwr Amerika en andere
Unden net rerhooging der porto's.
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 40 Cts. iedere regel meer 8 Ct., met
2d Crisistoeslag. Groot? letters en Vignetten worden
naar plaatsruimte berekend.
2.33
6.34
9,38
11.35
5,31
8,04
10.36
12,34
INRICHTINGEN
welke gevaar, schade of hinder kunnen
veroorzaken.
De Burgemeester der gemeente Texel, maakt
bekend, dat de verbodsbepalingen betreffende
het vervoer van hooi zijn ingetrokken.
Voorts zijn de voor dit gewas gestelde
maximumprijzen vervallen.
Texel, 5 Mei 1919.
De Burgemeester voornoemd,
BUYSING DAMSTE.
VETTEN.
De Burgemeester der gemeente Texel maakt
bekend, dat met ingang van 3 Mei 1.1. zijn
ingetrokken alle nog bestaande bepalingen
betreffende inlevering en prijzen der van slach
tingen afkomstige vetten. Vanaf dien datum
zal dus geen slachtvet meer behoeven te wor
den ingeleverd, terwijl ook den handel daarin
geenerlei belemmering meer in den weg staat.
Texel, 3 Mei 1919.
De Burgemeester voornoemd,
BUYSING DAMSTE.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Texel brengen belanghebbenden in herinnering
le. dat dit jaar de groote lammerenmarkten
alhier zullen worden gehouden op de Maan
dagen 19, 26 Mei, 2 Juni, Dinsdag 10 Juni,
Maandagen 16 en 23 Juni a. s.
2e. de navolgende artikelen van de politie
verordening dezer gemeente
Art. 160.
Het is verboden gedurende de groote lam
merenmarkten
a. nch met wagens, anders dan door de
P a r kft raat naar het marktplein te begeven
met dien verstande, dat tot dat doel geen ge
bruik zal mogen worden gemaakt van de Nieuw-
straat, of dit plein, met wagens of vee anders
te verlaten dan door de overige daarop uit
komende straten
b. het van gemeentewege verstrekte stroo
of andere stoffen, welke tot strooisel gediend
hebben in de lammeréhhokken, daaruit te ver
wijderen of zelf daaraan meer toe te voegen
c. met het wegvoeren der lammeren voor
des voormiddags elf uur een aanvang te maken,
tenzij met toestemming van den marktmeester
krachtens opdracht verleend.
Art. 161.
Ieder, die ter gelegenheid van de in het vorig
artikel bedoelde markten, lammeren ter markt
wenscht aan te voeren, is verplicht vooraf,
hetzij mondeling of schriftelijk, de noodige
hokken te bespreken.
Art. 162v
Ieder, die gerechtigd is tot gebruik van een
hok, moet het zelf gebruiken of bezetten en
tot geen ander doel bezigen dan tot plaatsing
van het vee.
Het is aan alle andere personen, gelijk mede
aan hen, wier recht op eenig hok door het
niet voldoen der verschuldigde marktgelden is
vervallen, verboden een standplaats in te nemen,
tenzij met toestemming van Burgemeester en
Wethouderszij worden door den marktmees
ter geweerd, die zoo noodigde hulp der politie
inroept.
Zij brengen voorts ter algemeene kennis, dat
voor het verplicht bespreken der noodige hok
ken, gelegenheid bestaat
a. ter gemeente-secretarie op alle werkdagen,
uitgezonderd op marktdagen gedurende de ge
wone bureau-uren van voorm. 9 tot des nam.
1 uur
b. des Maandags van 9 uur voorm. tot 2 uur
nam. aan de kiosk op of nabij het marktplein;
c. voor de markten op Maandag te houden
bij den marktcontroleur, die daags voor die
markten, zitting zal houden van voormiddags
half 11 uur tot namiddags half 2 uur in een
der aan het marktplein gelegen hotels.
Zij, die lammerenhokken bespreken, worden
dringend uitgenoodigd daarbij het verschuldigde
Marktgeld, enz. onmiddellijk te voldoen en
gepast geld mede te brengen.
Aangiften hetzij mondeling of schriftelijk ter
secretarie of door den marktmeester ontvangen
na Zondagmiddag half 2 voor de markt op
Maandag d.a.v., worden niet meer ten uitvoer
gebracht.
Texel, 6 Mei 1919.
Burgemeester en Wethouders van Texel,
BUYSING DAMSTE.
De Secretaris, JONKER.
26 April—3 Mei.
Niet op wieken van zonlicht gedragen,
zooals het dichterlijk eens gezegd is, maar
met gure regenvlagen en sombere luchten,
heeft de Meimaand baar intrede gedaan.
Maar op het oogenblik, dat wij deze regels
scbrjjven, is er ,veel zonneglans aan den
zicb koepelenden Leiiteblauwen hemel. Zal
het nu eindelijk lente worden? We heb
ben er naar verlangd, de heele maaud
April, van den eenen dag naar den anderen,
maar April deed „wat hij wil" en de Lente
bracht ze niet. Nu is alle hoop op Mei
gesteld, en we hopen, dat zij zal zijn zooals
Laurillard haar schetste
Tijd van lach en lied en lusten,
Feestseizoen van hoop en min,
Tijd van knoppen en van bloesem,
Heel de toekomst schuilt er in.
We hebben goede hoop, dat Mei ons de Lente
in de Natuur, maar ook die in het leven van
de volkeren zal brengen. We hopen, dat-
Meimaand de vredesmaand zal wor'en.
Reeds in April hebben we verlangend den
eenen dag na den anderen uitgezien, of de
Vrede nog niet daar was, zooals we reik
halzend de Lente verbeidden, die maar
niet komen wou.
De Duitsche gedelegeerden zijn te Ver
sailles. Ze zyn daar comfortabel gehuis
vest in het hotel des Reservoirs, zooals
Havas ons eenige malen heeft medegedeeld.
Ze hebben ook eea uitstekende tafel, al
outbreekt in Parijs dan ook de melk. Maar
ze hebben ook voldoende tvjd gehad om
zich behoorlijk te vervelen, want de Vredes-
heeren hadden met veel haast. Waar-
schyniyk is de overhandiging van het
Vredesverdrag vertraagd geworden, doordat
enkele moeilijke kwesues nog meer tijd
vroegen dau men verwacht had.
Allereerst was daar de kweste met Italië.
Men zingt er in de Eeuwige Stad ihans al
eemge loomjes lager dan eenige dagen
geleden. Men is te Rome zoo'n beetje door
de roes heen en zelfs de bijeenkomst van
bet Italiaansche parlement was niet zoo
luidruchtig, als men wel had verwacht.
Zeker, Orlando heeft een schitterende rede
voering gehouden en de Kamer en de
Senaat beide hebben hem gelijk gegeven
en zijn politiek goedgekeurd behalve
dat de sooialisten hierbij als spelbrekers
optraden en tegenstemden maar het
ging toch vrij kalm toe. En de motie
van vertrouwen, die aangenomen werd,
geeft Orlando voldoende de vrije hand om
naar Parijs terug te keeren en de onder
handelingen te heropenen. Hetgeen na
tuurlijk beteekenttoegeven, want Wilson
heeft het duidelijk genoeg gezegd, dat
Italië wel dankbaar mag zijn voor de mooie
buit, die het kan binnenhalen en dat het
Fiume onvoorwaardelijk dient op te geven
Waarschijnlijk leeft men thans te Parijs in
de stille hoop, dat Italië wel vandaag of
morgen tot de Vredesconferentie zal terug-
keeren en werd in afwachting daarvan de
overhandiging van de vredespreliminairen
nog een dagje uitgesteld.
Er was ook de Belgischo kwestie. Op
het laatste oogenblik is er een nieuwe
Belgische delegatie to Parijs verecheuen,
om de Belgische eischen te herhalen en op
hulp in Belgie's nood aan te dringen. Ge-
heel en al zonder succes schijnt de reis
der Belgische ministers niet te zyn geweest,
al toont de Belgische pers zich ook nogal
vrij ontevreden. Welke toezeggingen aan
Belgie gedaan zijn is niet bekend, maar
naar de „Soir" meent te weten, kreeg
Hymans de toezegging, dat Beigie onmid
dellijk een schadeloosstelling van 23/3 mil
liard zal ontvangen, terwijl het de milliard
mark, welke de Duitschers in België
achterlieten mag behouden. Watdeterii-
toriale aanspraken betreft, zouden Malraedy
en Eupen aan Belgie toegewezen zijn en
zou er ook geen bezwaar zijn gemaakt
tegen een tolverbond van Belgie met
Luxemburg, maar de aauepraken op de
Scbelde, Limburg en Maastricht werden
Diet ontvankelijk verklaard tn ook krijgt
Belgie niets van de buit der Duitsche
koloniën in Afrika. We zullen er nu
spoedig wel meer van hooren.
Ook de kwestie met Japan schijnt nog
al eenige tyd gevorderd te hebben, maar
is, naar luid der berichten, dan toch ook
opgelost en dat wel in voor Japan gunsti-
gen zin. Wel moet bet Kiauisjau en Sjan-
toeng aan China teruggeven, maar het
krijgt de vroegere rechten van Duitscbland,
w.o. ook het recht om de haven van Sjan-
toeng te gebruiken, alsmede het bezit van
den spoorweg en de rijke mijnen. De zaak
is duidelijk: Japan blijft beer en meester
op Kiautsjau, en China krijgt desouverei-
niteit, die slechts in Daam bestaat.
Bebalve de drie boven aangehaalde
kwesties zullen er zeker nog wel meer zijn
geweest, die de overhandiging van de
vredesvoorwaarden Dog weer vertraagd
hebben. Maar als deze regels in druk
verecbljnen, zal het groote feit zeer zeker
hebben plaats gehad en zullen de vredes
voorwaarden bekend gemaakt zijn. Naar
gemeld wordt zal aan de Duitsche gedele
geerden 14 dagen tijd gegeven wordeaom
de voorwaarden te bestudeeren en daarover
hun opmeikingen te maken, welke tijd
ruimte Wilson zal benutten om zijn voor
genomen bezoek aan Belgie te brengen.
Vier dagen later zal het antwoord der ge
allieerden verschenen zijn en als er dan
niets tusscbenbeide komt, dan mag de
ouderteekening van het voorloopig vredes
verdrag nog in bet eind dezer maand
worden verwacht. Moge de hoop in dezen
Diet worden beschaamd
—o—o—o-
Door den Duitschen dichter wordt Mei
als „der wunderscbüue Monat" bezongen.
Zal Mei 1919 ook voor het geteisterde
land een wonderschoone maand zijn
Die vraag mag gesteld worden, niet alleen
in verband met de vredesvoorbereidingen,
maar ook met het oog op den politieken
binnenlandschen toestand in Duitschland.
Er is verbeteriDg ingetreden en zelfs de
le Meidag is er vry rustig voorbij gegaao,
maar wat de toekomst zal brengen weet
niemand. Spartacus heeft de strijdbijl
stellig nog niet begraven. De Duiuobe
regeering treedt eohter doelbewust en met
kraoht' op. Dat biykt ook uit do gebeur
tenissen in Beieren. Onmiddellijk toonde
Noske zicb bereid Pruisische troepen naar
Beieren te zenden, teneinde mee te helpen
om het oommunisme te Mttnohen te ver
nietigen. Zoo hebben in de afgeloopen
week de vereenigde Pruisische, Beiersche
en W ürtenbergsche regeeringstroepen samen
den strijd tegen de Beiersche hoofdstad
aangebonden. De Communistische regeering
heeft nog poging een gedaan om een wapen
stilstand te verkrijgen, maar minister
Hofmann seinde uit Bamberg terug, dat
alleen nog de weg tot volledige onder
werping open stond. Er is om het bezit
van Müochen verbitterd gevochten, maar
de roode garde was tegen de overmacht
van regeeiingstroepen niet opgewassen en
aan het communistisohe bewind is thans
een einde gemaakt.
—o—o o—
Het bolsjewisme in Hongarije maakt ook
moeilijke dagen door. Het Roemeensche
leger heeft den opmarsch in Hongarije met
kracht voortgezet en wel heeft Bela Kun
te Boedapest een roode garde op de been
gebracht, om de hoofdstad te verdedigen,
maar h(j schijnt het hopelooze van den
stryd blijkbaar ingezien t9 hebben. Vandaar
zijn verzoek tot de Roemeensche regeering
om vrede te sluiten. De Honguarsche regee
ring ie bereid alle territoriale eischen van
Roemenie in te willigen. Roemenie kan dus
de gebieden krijgen, waarop het op grond
van de oorfprong der bevolkiDg recht meent
te hebben. Daartegenover verlangt de Hon-
gaareche regeering de vrije hand in haar
eigen zaken. Zy wil de binnenlandsche
politiek regelen naar eigen inzichten, zal
zich niet bemoeien met de binnenlandsche
aangelegenheden van Roemenie, maareischt
ook voor zich volkomen vrijheid op. Roe
menie moet, naar de meening van Bela
Kun, de biliykheid daarvan inzien. Het kan
alles krygen wat het verlangt en zonder
dat daarvoor één droppel bloeds vergoten
behoeft te worden.
Het antwoord van de Roemeensche re
geering is op het oogenblik, dat wy dit
schryven nog niet bekend. Vermoedelyk
zal het wel niet ingaan op het verzoek van
Bela Kun, hoe mooi dat ook lykt. In de
eerste plaats zal het den opmarsch wel niet
ondernomen hebben op eigen houtje, dooh
op aandrang van de geallieerden en in de
tweede plaats zal het er wel wat voor over
hebben om het bolsjewistisch broeinest ie
Boedapest, dat een voortdurende bedreiging
van Roemenie vormt, uit te roeien.
—o—o-o—
Ook de gebeurtenissen in Rusland schij
nen een voor de bolsjewiki niet gunstige
wending te nemen. Blijkens een bericht uit
Helsingfors zond de Finsche regeering aan
Lemn een ultimatum, om de aanvallen op
Finsch gebied te slaken, maaraan de roode
garde niet schynt te willen voldoen. Fin
land maakt zich gereed voor een gewapend
optreden tegen de bolsjewiki. Petersburg
wordt daarbij thans reeds ernstig door de
geallieerde troepen bedreigd, zoodat men elk
oogenblik verwacht, dat de bolsjewiki d^.
stad zullen ontruimen. Een niet minder
erostig gevaar bedreigt de bolsjewiki uit
bet oosten. De Russische admiraal Koltsjak,
die de expeditie in Siberie leidde, slaagde
er in een leger van 4C0.000 op de been te
brengen, dat thans, in drie colonnes ge
splitst, oprukt naar Moskou en Petersburg.
Koltsjak acht zich zoo zeker van de over
winning, dat hij de geallieerden mededeelde
het werk tbans alleen wol af te kunnen,
zoodat het zenden van versterkingen van
geallieerde troepen gerust achterwege kon
biyven.
o—o—o
De heeren te Parijs hebben uitgemaakt,
dat zy die de schuld van dezen oorlog
dragen gestraft moeten worden. Nummer
één Wilhelm II. Ze hebben een rapport
aangenomen omtrent de schuldvraag en
stelden daarin Wilhelm II van Hohenzollern
keizer van Duitschland, in openbaren staat
van beschuldiging, niet wegens een misdryf
in den zin der strafwetten, maar wegens
opperste beleediging van de internationale
moraal en bet geheiligd gezag der ver iragen.
Er zal een byzondere rechtbank worden
ingesteld, teneinde den schuldige te vonnis-