- 367 Zaterdag 1 Februari 1920. 338t# Jaargang. ieuws- Advertentieblad. Spoor- en Bootdienst. WITTE ROZEN. FBÖ1LLBTON. Dit hlsd verschijnt Woensdag- ea Zaterdagmorgen Adverteutiën daags Toor de uitgave vóór 4 aar aam ABOÏ- IBMENTEN en ABVERTENTIEN worden aangenomen bQ de Uiig. Fmka LAN9EVSL® A BB R O O IJ, Parkstraat, Buna of Tin ti. LICHT OP HOOGWATER Reede van Texel. Beperkte dienstregeling van 20 October 1919 TEXEL, 31 Jan. 1920. Uitslag aanbesteding verbouwen woon huis aan de Grocnepiaats, in 3 perceelen en in massa, Het optreden Braam. Aanleg blijvende weiden. COURAIT. Abonnementspr&s per 3 maanden; Voor den Burg 50 Cts. Franco per post door geheel Nederland 65 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Losse nummers 3 cent. Prijt der Advertentiin; Van 1 tot 5 regels 50 Cts. iedere regel meer 10 Ct. Oroote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Van Woensdag 28 Januari tot en met Dinsdag 3 Februari voorrijwielen 4.15 uur, voor rijtuigen 4.45 uur Donderdag 29 Jan. v.m. 1,46 Vrijdag 30 2,47 Zaterdag 31 4,07 Zondag 1 Febr. 5,35 Maandag 2 6,49 Dinsdag 3 7,50 Woensdag 4 8.38 Des namiddags is het ongeveer een half uur later hoogwater. Vertrekuren van de Boot. van Texel7,45 v.m. 2,— n.m. van Nieuwediep9,15* 3.40 Zondags v.m. 8,45. Vertrek en aankomst der treinen van den Helder naar Amsterdam. Vertrek Helder. Aankomst Amsterdam 6,24 9,14 7,29 sneltrein 9,14 10,24§ 1,07 12,20f 3,28 1.56t+ 4.46 4,11** 6,25 6,54 9,39 Bovendien loopt op alle werkdagen een trein van Helder naar Alkmaar van Helder 4,26 te Alkmaar 6,15 Van Amsterdam naar Helder. Vertrek Amsterdam. Aankomst Helder 5,25§ 8,35 9,17 11,39 12,28§ 3,07 3,05 6,02 6,09§ 9,18 8,30§ 10,29 10,45f 12,36 ?Niet op Zon- en feestdagen. Alleen op Zondag, ff Alleen op Zaterdag Niet op Zaterdag, Zon- en Feestdagen. Timmerwerk: J. Molenaar en J. W. Bakker f 1250, - G. Zoetelief f 1206, J. Koorn Mz, f 1200 J. J. van Wessem f 1190, C. Smit f 1099,— M. Blom Jz. f 1050,— Gebr. Timmer f 1030, Naar hat Hoog-Duitsch van Gravin E. von Adlersield-Balleatrein. 91.) Dan wil had zij getoond en waa dat niet voldoende En Iris Toen zij wakker werd, moest zij zich eerst bezinnen, waar zij was. Wat waa er gebeurd, sinds zij in haar kamer was ge komen Sigrid was by haar geweest en zjj had haar den anoniemen brief te lezen gegeven en Sigrid had haar gezegd, dat alles waar was, wat er in stond en toen toen was Sigrid weder heengegaga Jawel! Zy was weder heengegaan. Iris kon ziek niet goed meer herinseren, oi en wat zij verder nog samen gesproken hadden. Niets, in elk geval. En wanneer het ook zoo was,-wat kon 't dan nog voor gewichtigs zijn tegenover da vreezeijjke zekerheid, dat hetgeen die ongeteekende brief behelsde, waarheid was. WaaraeiaZjj, de verwende dochter van het geluk, de gelukkige vrouw van den edelsten man, de gezegende moeder van een lisf kind zy, de dochter van eene moordenares, die voor haar m ia daad T. Buisman M. Blom Jz. H. Koorn A. de Kort J. Trap C. Graaf Metselwerk. Schilderwerk. t 849,- f 780,— f 777,— f 710, f 610, f 490- f 435,— f 428 f 375,— f 260.— f 2137, f 1936,— Gebr. Timmer, gegund. J. Dekker J. C. Roeper ^M. Blom Jz. S. Smidt Zoon In Massa. M. Blom Jz. G. Zoetelief Aan de laagste inschrijvers C. Graaf en S. Smidt Zoon Wie is Braam Die vraag zullen allicht velen stellen en het komt ons goed voor. tot goed begrip tevens van wat wij straks nog over zijn optreden zullen moeten zeggen, allereerst die vraag te beantwoorden. Wie een meening verkondigt, afwijkende van de meest gangbare, (dit zijn woorden van Braam-zelf) wordt zoo licht, om het niet erger te noemen, voor onwijs versleten. Welnu, Braam, als gewoon werkman, is zoo vrij, over allerlei diepzinnige onderwerpen er een eigen meening op na te houden, niet alleen, maar bovendien, die meening niet onder stoelen of banken te steken, zich er niet aan storende of zijn meening door het gros der menschen wordt gedeeld. Vandaar dat Braam niet ernstig wordt ge nomen. Of er reden voor is Wij geven hieronder in korte trekken zijn Woensdag in hotel Texel gehouden rede weer en laten het oordeel aan onze lezers. Na een korte inleiding in verband met zijn verblijf in Duitschland, waar hij op een land- ontginning van zijn broer werkte, en hetgeen hij daar hoorde over een te verwachten oorlog, vertelt spr. hoe hij weer in Amerika was terug gekeerd toen de oorlog uitbrak. Al wat verward is, zegt spr. prikkelt mijn weetgierigheid, drijft mij tot inspanning om het te ontwarren en zoo heeft ook de zaak van oorlog en vrede mijn volle belangstelling gehad. Op de vraagwie is de schuld van den oorlog gaat spr. uitvoerig in en komt tot de conclusie, dat niet zoozeer een der betrokken rijken, doch hoofdzakelijk de politieke school daaraan schuld heeft. De politieke school, de leer der adversary, die leert dat om invloed uit te oefenen, om aanhang te hebben of te krijgen, iets noodig is, waar men tegen is. Als voorbeelden haalt spr. aan, hoe het socialisme propagandeert tegen het kapitalisme, het politieke christendom tegen paganisme, hoe in Duitschland de bevolking werd opgezet tegen de Engelsche overheersching, in Enge land tegen het dreigende Duitsche militarisme, enz. Het is die leer, zegt spr. die partijen en volken tegen elkander in het harnas jaagt. Zooals gezegd, uitvoerig licht spr. zijn mee ning toe en hij eindigt met te zeggen, dat onder de bijl van den beul had geboet. Dat was een gedachte, zoo vreeseiyfe, zoo ontzettend, zoo vreemd, dat het byna niet te gelooveu waa. En toch waa het waarheid Met loome, pynlijke leden atond Iris op en haar eerste oogopslag viel op den brief. Zij nam hem op en stak hem in de zak van haar japon en met een zucht opende zij nog eens den witten etui en bekeek de beide portretten. Het schoone portret van do vrouw met den krans van witte rozen ia do lokken was dus dat harer moeder ach, toen dit portret ontstond, was zü zonder twijfel nog onschuldig en bezoedelde geen smet haar reine ziel. Wat had haar tot eene misdadigster gemaakt Een dwaze waan Diep medelijden steeg in Iris' hart op voor de arme verloren ziel en dit mede lijden, die kinderlijke tranen, die in heete stroomen op het glas van het portret vie len, zij verdrongen ook het verlammende gevoel, dat haar bij den aanblik van dit portret steeds zoo onverklaarbaar had over vallen misEchien vingen engelen deze tranen op en droegen zs voor Gods troon, om daarmede het bloed af te waeschen, dat aan de handen van de ongelukkige kleefde, die hier op aarde wel had geboet maar misEchieu in des hemel nog geen genade had gevonden. Maar die tranen gaven aan Iri6' hart etn lucht, want nu kwam de gedachte: slechts een tegenovergestelde richting zegen kan brengen, door n.l. niet te zoeken naar het geen verdeelt, maar naar wat vereenigt. Niet dobr onze medemenschen te befiitten en ie veroordeelen, er is farizeésme genoeg in de wereld, maar door elkander te waardeeren is er orde te brengen in den tegenwoordige chaos, warwinkel. Met een: Wij moeten niet elkanders werk afbreken, maar samen opbouwen," eindigt de spreker. Het tweede nummer van het programma wasde vertelling van het ruwe leven aan een dorschmachine in Amerika, een stukje eigen ervaring op de Canadeesche graanvelden. Aan het slot zong de heer Braam eenige door hem zelf vervaardigde liederen. De vergadering was hoofdzakelijk bezocht door jongelui en verliep tenslotte in een lolletje eerste klasse, waarbij ook wij ons tranen met tuiten hebben gelachen. V. 1. O. D. De Algemeene vergadering Donderdag in hotel „De Oranjeboom" gehouden mocht goed bezocht heeten. 71 leden waren opgekomen. De voorzitter, de heer Adr. Bakker, gaf zijn leedwezen te kennen, dat om gezondheids redenen de directeur, de heer A. Langeveld, niet aanwezig kon zijn, doch hoopte dat deze weder spoedig plaats mocht nemen aan de bestuurstafel. De secretaris, de heer Lieuwen, las de notulen welke onveranderd werden goedgekeurd. Tot de ingekomen stukken behoorden 4 candidaten- lijsten. Uit het keurig jaarverslag 1919 nemen wij het volgende overhet ledental bedroeg op 1 Januari 1919 2244 en op 31 Dec. 2306 leden. 81 nieuwe leden waren toegetreden, 11 uit- keeringen hadden plaats gehad, tot een bedrag van f806. Woorden van waardeering werden gewijd aan de nagedachtenis van het overleden eerelid wijlen den heer Abr. Geus. Den secretaris werd dank gebracht voor zijn keurig verslag. De penningmeester deed rekening en ver antwoording. Ontvangsten hebben bedragen f4166,24, uitgaven f 1890,59, voordeelig saldo alzoo f 2275,65. Het geheele bezit der vereeni- ging bedroeg op 1 Januari 1919 f36578,09 en op 31 Dec. 1919 f38853,74. De boeken en be scheiden, nagezien door eene commissie, werd de rekening bij monde van den heer Polak als in orde verklaard, die adviseerde tot goedkeuring zooals ook geschiedde, de penningmeester ontving den dank van den voorz. voor zijn zoo richtig en accuraat beheer. Hierop werd tot stemming overgegaan van een commissaris. Van de vier candidaten ver kregen de heeren IJ. Brouwer 36, G. Schoen maker 17, Jb. Bakker Jbz. 3 en Jb. Bakker Adrz. 14 stemmen, zoodat was gekozen de heer IJ. Brouwer, die zijne benoeming aannam. Door den secretaris werd aan den heer Adr. Bakker, die thans af moest treden, een woord van dank en lof gebracht voor hetgeen de heer B. sinds 1897 heeft gedaan voor de vereeniging. Van de gelegenheid tot het uiten van zijne meening werd door den heer Schoenmaker gebruik gemaakt, die zijne exuus aanbood aan het bestuur, daar hij was van meening geweest koe zal Marcellue bet dragen P Weliswaar beaatwoorddo zij deza vraag voor zichzelïe hjj zon haar niets laten merken, haar niets doen ontgelden, wat hij b|j deze tij- diDg gevoelde. Want om het hem te ver zwijgen, dat kwam haar niet in de ge dachten, omdat dit een onrecht zon zijn geweest. Maar wat moest er wel in zijn binnenste omgaan, hoe zon hij gepijnigd worden bij de vreeseiyke gedachte, dat zij, zijne vronw, de moeder van zijn zoon en erfgenaam, het kind was eener vrouw, die haar leven op het schavot liet, wier naam tot een schandvlek was geworden en door het Blijk was gebaald, door booze valsche tongen, door de pennen van op reclame beluste couranten-reporters. O, die kwellende gedachten 1 En hy, Marcellus, moest deze keten met zich sleepen. Tot aan het einde van zijn leven en ook van zijn zoog, zou men elkaar, waar men hen zag, toefluisteren„Zijne moeder was de dochter van die Maria Ra- vensbergje weet wel Eu de wereld zou ook hem nog teeke nen met het Keïcsmerk. Maar wanneer zij er nu eens niet meer was zou dan de smet uit zijn, uit Marcellue' leven worden uitgewieoht P „Ja I* liet een stem zich luid in haar binnenste hooren. „Je moo&t uiet meer leve», wanneer je cem litlhebt. Je moet hem bevrijden van de scnaodviak, j* moet dsn dood zesken en daarmede den emuad dat niet meer dan één candidaat gesteld mocht worden door het bestuur, doch bij inzien van het reglement was hem gebleken dat die meening onjuist was. De heer J. Smit informeerde naar de salarissen van secretaris en penningmeester, achtte deze te laag, stelde voor aan bestuur om deze te verhoogen, in verband met de vele werkzaam heden, die er aan verbonden zijn. De heer Brouwer bracht dank voor de waar- deerende woorden aan zijn overleden schoon vader, wijlen den heer Abr. Geus gewijd. Door den heer Schoenmaker werd naar voren gebracht, de uitkeeringen bij overlijden met 10 pCt. te verhoogen in dezen duren tijd, het welk werd gesteund door den heer Frederiks. Van de bestuurstafel werd te kennen gegeven, dat zooiets zoo maar niet ging en men niets wilde doen zonder medeweten van den advi seur, en bovendien dat men niet moest ver geten, dat maar 9 van de 12 maanden werd gecontribueerd. De vraag werd nog gedaan door den heer Schoenmaker, of ook leden van den werkenden stand gelden van de vereeniging in leen kun nen bekomen, een vraag die door het bestuur bevestigend werd beantwoord, onder reserve, dat voldoende zekerheid werd geboden. De voorzitter sloot hierop te ongeveer 10 uur met een woord van dank de vergadering. Met bovenstaand onderwerp trad Donderdag in hotel „de Zwaan", de heer C. Nobel van Haarlem op, voor de afdeellngen Texel van de H. M. v. Landbouw en R. K. Land- en Tuln- bouwbond. Bij afwezigheid van den voorz. werd de vergadering door den heer Roeloffs, met een kort woord geopend, waarna het woord werd verleend aan den spreker. De heer Nobel, alvorens tot het onderwerp over te gaan, acht zich verplicht er op te wijzen, dat men z.i. beter doet bouwland thans nog bouwland te laten, om reden het als zoo danig hoogstwaarschijnlijk meer baten zal af werpen dan als weiland, omdat de wereld in de toekomst nog lang voor een tekort aan plantaardig voedsel zal staan, dat tengevolge daarvan betrekkelijk hooge prijzen zal op brengen. Een eenvoudige methode om van bouwland grasland te maken was, het gewoon maar laten liggen, met nieuw bouwland is men met die methode soms wondergoed geslaagd. Spr. raadt echter die methode niet aan en acht het zaaien van nieuwe en goede grassen meer aan te bevelen. Opdat de bovengrond, die voor het ontkie men van de grassen voldoende vocht dient te bevatten, beschermd zal worden tegen uitdro gen door zon en wind, beveelt spr. het uitzaaien van haver als dekvrucht ten zeerste aan. De haver dient daarbij'met de hand uitge zaaid, zegt spr. en de akker daarna heel fijn bewerkt, opdat de uiterst kleine graszaden niet te diep in den grond zullen vallen, wat de ontwikkeling van de plantjes zou kunnen schaden. Na het eggen den grond met het rolblok te bewerken acht spr. om twee redenen gewenscht: le. men brengt het zaad daardoor met den Tan zjjn naam en uit zjjn leven afwassohen.* Iris schrikte hevig van haar eigen ge- daohten, die aan hare natuur zoo vreemd waren en zoo weinig pasten bij het karak ter van haar man. Zy had het dofle ge voel,. alsof deze gedachte niet uit haar zelve kwam, alsol iemaud naast haar had gesproken, dioht aan haar oorge sproken met een stem, die haar bekend voorkwam Of had zij het toch zelf gedacht P Zy wist 't niet, hare zinnen waren ver ward en daar, daar was het weer. Zjj vloog naar het raam, haalde dejalonzieën in do hoogte, en liet de heete zomerlucht naar binnen stroomen, vergezeld van een welriekenden bloemengeur, maar het hielp niets, de gedachte was er, en zoo dikwijls zij die door een andere wilde verdrijven, telkens en telkens kwam zij weer terug. Aangegrepen dooreen bovenmensoheiyke vrees ijlde zij naar de kamer van haar kind en boog zioh over het slapende wichtje en ving den zachton adem in haar mond op, als moest die engelachtige adem tocht haar redden tevergeefs, het klonk en klonk ook hier in bare ooren: „Het leven is voor jou onmogelijk ge worden je moet sterven, om een schande van hem weg te nemen, die hij niet zou kunnen en mogen dragen 1* Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1920 | | pagina 1