3419
Zaterdag: 31 Juli 1920.
S3st* Jaargang.
uws» en
Advertentieblad.
Spoor- en Bootdieast
FEUILLMcm
Binnenland.
9'15! H'n
A/P
^33
P «SSP
o it Mad verschijnt Woensdag- enÈaterdagniorgen
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Burg 50 Cts. Franco per post door gehee'
Nederland 65 Cts. Naar Amerika en andere landen
met verhooging der porto's. Losse nummers 3 cent.;
Advertentie» daags voor de uitgave vóór 4 nar nam.
Prijt der Advertentiin.
Van 1 tot 5 regels 50 Cts. iedere regel meer 10 Ct. Qroote
letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
ABONNEMENTEN en A3VERTENTIEN worden aangenomen bQ de üitg. Fxsma L A N G E V E L D JUE ROOIJ, Parkstraat, BuroopTixii
LICHT OP I
Van Woensdag 28 Juli tot en met Dinsdag
3 Aug.
voor rijwielen 9.30 uur, voor rijtuigen 10.—uur
nOOGWATER Reede van Texel.
(Zomertijd.)
Donderdag 29 Juli v.m. 8,54
Vrijdag 30 9.31
Zaterdag 31 10,04
Zondag 1 Aug. 10,35
Maandag 2 „11,08
Dinsdag 3 „11,41
Woensdag 4 12,16
Des namiddags is het ongeveer een halfuur
ter hoogwater.
Post- en telegraafkantoor Den Burg
geopend.
Op Zon- en feestdagen
Vm. 8 tot 9 uur n.m. 1 tot 2 uur
Op werkdagen
Vm. 8 uur tot n.m. 8 uur.
Voor postwissels, kwitantiën en Rijks
verzekeringsbank
Vm. 8.30 uur tot n.m. 3 uur
Voor Rijkspostspaarbank
Vm. 9 uur tot n.m. 7,30 uur
Voor postcheque- en girodienst
Vm. 9 uur tot n.m. 3 uur.
Beperkt* dienstregeling
van 1 Jnli 1920
Vertrekuren van de Boot.
Op Werkdagen
van Texel: 6,— v.m. 2,45 n.m. 5,15 nm.
van Nieuwediep: 9,15 4.— 6,35
Op Zon- en Feestdagen
Van T*xel6,— v.m. 5,15 n.m.
Van Nieuwediep: 8,45 v.m. 6,35 n.m.
Vertrek en aankomst der treinen
van den Helder naar Amsterdam.
Vertrek Helder. Aankomst Amsterdam
6,30 9.05
7,28 sneltrein 9,05
12,37 3,25
L54tt 4.42
4,08** 6,30
4,29§ 8,45
79,40
7,53§ sneltrein 9,40
Van Amsterdam naar Helder.
Vertrek Amsterdam. Aankomst Helder
5,28§ 8,36
8.02 9,43
12,24§ 3,1
3.03 6,01
6:°7§ tn'48
Q ty7 10,4ö
11'11+ f M 12,54
Niet op Zon- en feestdagen,
f Alleen op Zondag,
tt Alleen op Zaterdag
Niet op Zaterdag, Zon- en Feestdagen.
JDfc V «53RS50
De typische lotgevallen van een gevangene
in Engeland
door STEVENSON.
25.)
Die diommelsobe tuinman moeBt er na
tuurlijk dadelijk zijn neus in steken.
Wat zeit u, juffrouw?* vroeg mj.
Ik was verbaasd over hare tegenwoor
digheid van geest. Zij wendde zich snel om
in de tegenovergestelde richting en riep
Kijk, daar is een kind in het artia-
jokkenbed.
Die duivelskinderen. Wacht, die zul
len mij niet ontsnappen.
Dit zeggende snelde hij in de aange
duide richting en verdween achter de cen-
neboomen.
Zij maakte Tan die gelegenheid georuifc
om met uitgestrekte armen naar mij toe
te loopec. Haar gelaat was eerst met een
donkerrooden blos overtogen, om onmiddel
lijk daarop doodsbleek ts worden.
Monsieur de St, Vves, zeide zij.
Ja, hoog vereerde juffrouw, dit is
een afsonuwelijko vrijbeidstoastaiïd maar
wat kon ik doen?
U bant ontsnapt P
Indien u dit zoo wilt roemen, js.
Tweede zitting; Militieraad.
De Burgemeester der gemeente Texel maakt
bekend, dat de Militieraad in het 3e Militie
district voor Noord-Holland tot het doen van
uitspraken voor deze gemeente zal zitting
houden ten stadhuize te Alkmaar op Woensdag
4 Augustus a.s. des voorm. 9 uur.
Texel, 28 Juli 1920.
De Burgemeester voornoemd,
BUYSINQ DAA1STE.
LANDWEER.
Overgang van de Militie naar de Landweer.
De Burgemeester der gemeente Texel brengt
ter kennis van belanghebbenden hetgeen volgt:
1. De dienstplichtigen bij de militie, behoo-
rende tot de infanterie de wielrijders hier
onder begrepen de vestingartillerie, de pon
tonniers, de genietroepen, de hospitaalsoldaten
en de administratietroepen, wier bij de Militie-
wet bepaalde diensttijd op 31 Juli 1920 ^eindigt
(dat is in hoofdzaak het geval ten aanzien van
hen, die deel uitmaken van de miliiielichting
1914 en in den loop van 1920 een zesjarigen
dienst bij de militie hebben volbracht of nog
zouden volbrengen), zullen op 1 Augustus 1920,
overgaan naar de landweer.
2. De militieplichtigen, werkzaam bij de
Motorafdeeling, worden, voor wat betreft den
overgang naar de Landweer, beschouwd als
bij de Motorafdeeling gedetacheerd. Derhalve
gaan ook diegenen hunner, wier militiedienst
tijd op 31 Juli a,s. eindigt, op 1 Augustus a.s.
naar de Landweer over, die in verband met
het vermelde in den vorigen volzin moeten
worden geacht te behooren tot een der onder
1 genoemde wapens en dienstvakken.
3. Zij, die op 31 Juli a.s. in het genot zijn
van-ontheffing van den werkelijken dienst of
van vrijstelling van den militiedienst gaan op
1 Augustus a.s. niet naar de Landweer over.
4. Voor dienstplichtigen, die op 31 Jnli 1920
niet in het genot zijn van ontheffing of vrij
stelling, als onder 3 bedoeld, doch te voren
deze ontheffing of vrijstelling hebben genoten,
rekent de vroeger genoten ontheffing of vrij
stelling mede als diensttijd. De ontheffing of
vrijstelling brengt alzoo geen vertraging in
hun overgang naar de Landweer.
5. Bij het berekenen van den onder punt 1
vermelden diensttijd wordt niet medegerekend:
a. de tijd, doorgebracht met uitstel van eerste-
oefening
b. de tijd, gedurende welken de dienstplich
tige wegens veroordeeling tot militaire gevan
genisstraf of tot gevangenisstraf, tot hechtenis
of tot militaire detentie opgesloten is geweest
of gedurende welken hij preventief opgesloten
is geweest zoomede de tijd,door den dienstplich
tige doorgebracht in de klasse van militairen,
die aan een gestrengere krijgstucht zijn onder
worpen
c. de tijd, gedurende welken de dienstplichtige
ten gevolge van zijne afvoering als deserteur
niet in de sterkte van een korps der landmacht
was begrepen
d. de tijd, voor welken den dienstplichtige
het recht werd ontzegd om bij de gewapende
macht of als militaire geëmployeerde te dienen,
of voor welken hij van dat recht werd ontzet,
voor zoover hij daarvan geen gratie heeft ver
kregen.
Maar u kunt onmogelijk daar blijven
zitten, riep zij.
Dat weet ik. Maar waar zal ik naar
toe gaan
Zij sloeg de handen is eikaar.
Ik heb 't,riep ze. Klim gauw laugs
dezen boom naar beneden, zorg dat ge
geen 7oetetappeu op 't omgespitte land
maakt gauw, voordat Eoöie terugkomt.
Ik verzorg het pluimgedierte, ik heb den
sleutel in mijn zak u moet u zoolang in
het kippenhok verbergen.
Weinige seconden later stond ik naast
haar. Wij wierpen een vluehtigen blik op
de ramen en^om ons heen, om ons te over
tuigen, dat niemand on3 zag. Zij greep mij
bij den arm er. trok mij snot mede. Het
was geen tijd om vsel complimenten te
maken. Ik ijlde voort met haar, zij bracht
mij in een anderen hoek van den tuin, die
door dicht rasterwerk was omgeven. Ia
het midden daarvan stond, iuaschen atruifc-
gew^gi het kippenhok, dat mij tot schuil
plaats zou dienen. Zij duwde mij, zonder
een woord te sprekea, daarin, de meeste
kippen verlieten het hok en ik bevond
mij nu alleen met een zestal broedende
hennen. Alle vestigden in het halfdonker
hsar ros de oogen op mij en keken mij
ernstig eaa, als beschouwden zij mijn ver
blijf sa baar woning als een schreeuwend
onrecht.
6. Heeft de dienstplichtige zich schuldig ge
maakt of maakt hij zich schuldig aan eenig
verzuim of eenige overtreding ten aanzien van
de Militiewet en heeft hij de aan het verzuim
of de overtreding verbonden gevolgen op 1
Augustus a.s. nog niet ondergaan, dan wordt,
totdat dit zal hebben plaats gehad, zijn over
gaan naar de Landweer geschorst.
7. Zij, die op 1 Augustus a.s. overgaan naar
de Landweer en in hunne woonplaats binnen
het Rijk verblijf houden, moeten zich in ge
noemde maand, zoo zij alsdan groot-verlof
ganger zijn, in persoon aanmelden bij den
burgemeester hunner woonplaats ter secretarie
der gemeente en bij deze aanmelding inleveren
hun zakboekje met daarin gehechte verlofpas.
Ten aanzien van den verlofganger, die bij zijn
overgaan naar de Landweer niet gevestigd is
of zich niet vestigt in een Nederiandsche ge
meente, moet onder woonplaats verstaan worden
de Nederiandsche gemeente, welke hij als zijn
woonplaats wenscht beschouwd te zien, mits
hij binnen dertig dagen na den dag, waarop
hij in de positie van verlofgangers der Landweer
is overgaan, den wenscli daartoe te kennen
geeft aan den Burgemeester van de daarbij be
trokken gemeente.
Doet bedoelde verlofganger deze kennisgeving
niet of niet binnen den bedoelden termijn van
dertig dagen is te zijnen aanzien onder woon
plaats te verstaan de gemeente waar hij laat
stelijk stond ingeschreven in het verlofgangers-
register van de Landweer, c. q. van de militie,
dan wel, indien hij te voren nog niet in bedoeld
register stond ingeschreven, de gemeente, voor
welke hij bij de militie werd ingelijfd.
8. Zij, die naar de Landweer overgaan, in
Augustus 1920 groot-verlofganger zijn en in
die maand verblijf houden buiten hunne in dat
punt bedoelde woonplaats, behoeven zich niet
in persoon aan te melden, doch zijn alsdan
verplicht hun zakboekje met daarin gehechten
verlofpas bij aangeteekenden brief waarin
hun adres duidelijk en volledig moet worden
vermeld toe te zenden aan den Burgemeester
dier woonplaats.
9. Zij die op 1 Augustus a.s. naar de land
weer overgaan, zijn van dien datum af onder
worpen aan alle voorschriften, voor de Land
weer gegeven.
Voor bijzonderheden wordt verwezen naar
de aangeplakte bekendmakingen.
Texel, 28 Juli 1920.
De Burgemeester voornoemd,
BUYSING DAMSTE.
TEXEL. 30 Juli 1920.
Bij de deze week te 's Gravenhage
gehouden axatnens slaagde voor 3e
stuurman, groote stoomvaart, [da heer
P. W. Swama, leerling van de zeevaart
school alhier.
Uitslag aanbesteding
Nutsbouwstichtiiig 29 Jnli j.l,
De inschrijving was opengesteld voor
'HOOFDSTUK VIII.
Het Kippenhok.
Ik bevond mij minstens eeu half uur
alleen ia h9t gezelschap van deze droevige
tweevoeters, overgelaten aan mijn' eigea
gedachten en behoeften. Mija ont7le9ade
handen deden mij pjja, en ik had aiets,
dat ik er om kon binden. Ik bad honger
en dorst en had eten noch drinkon. Ik. was
doodmoede en nergens kon ik mij neer
zetten de grond van een kippenhok is
zeker wel een van de minst verleidelijke
zitplaatsen.
Mijn moed keerde echter terug, toen ik
het geluid van nadereade voetstappen ver
nam. Een sleutel werd in het slot gesto
ken en de jongeheer Ronald trad binnen,
sloot de deur achter zich en bleef met zijn
rug er tegen staan.
Ja, zilt u... begon hij en schudde
zijn jeugdig hoold.
Ik weet wel, dat hst een al te groote
viijheid is, die ik mij heb veroorloofd,
zeide ik.
't Is drommels onaangenaam, mijn
positie ia heel moeilijk, zeide hij.
■- Ja. Maar de mijne toch zeker niet
minder.
Dit antwoord echsen hem var?, zijn stuk
te brengen. Hij keek mij aan, verbluft, met
een jeugdig, oasehiildig-gelaat. Ik zau or
om hebben kunaea lachen, maar ik was
blok A, 2 groote woningen en blok B,
4 woningen, in perceelen en in massa.
De volgende biljetten kwamen in
Timmerwerk, enz.
blok A blok B
A. Kooiman f 5900,— 1 8350,—
M. Blom 5660,- 9999,-
Gebr. Timmer „*4950,— „*8090,—
Metselwerk
A. de Kort f 5289,- f 7153,—
J. Trap 4898,— 6521,
L. Bruin „*4777,- „*6479,-
Schilderwerk
S. Smidt k Zn. f *1050, - f *1980, -
In massa
Jb. Daalder f 11637,- f 17941,-
Gebr. Timmer 11325,- 17275,—
A. de Kort 11289,- 17223,-
Ramiog 10390,- 16096,
A en B te samen
Jb. Daalder f 29500,—
Gebr. Timmer 28600,—
A. de Kort 28512,-
De met|* gemerkte bedragen ziju de
laagste inschrijvingen.
Omtrent da gunning kan door ons nog
niets worden medegedeeld.
Binnen enkele dagen zal in de
Doopsgezinde kerk alhier en in die te
Oosterend een uitvoering plaats hebben
van Vondel's „Adam in Ballingschap"
(velen zeker nog bekend door Rooyaard's
initiatief) Daar zal, volgens de beoor-
deelingou van elders, hooge kunst wor
den gegoven, op voortreffelijke wijze
gedeclameerd, torwij! de zeggingskracht
der uitvoerenden wordt verhoogd door
de schoone illustratie van den bekenden
Haagschen organist, den heer Secrève.
Die K wijze om de schoonheid te ont
plooien van het heerlijke werk van den
Koning onzer Dichters, is zeker iets bij
zonders. Tot nog too zagen we „Adam
in Ballingschap" op het tooneel opvoeren,
maar een vertolking van Vondel's treur
spel in de kerk behoort tot het nieuwste
van religieuse kunst.
Nu is de kerk zeker geen schouw
burgzaal, maar dat, om Vondel's „Adam"
te genieten, evenmin de hulp van tooneel,
decoraties, enz. noodig is, dat bewijst
wel het feit, dat deze uitvoering in
kerken gegeven, een diepen indruk
maakt en in bijzondere mate hoog
kunstgenot geven. Een werk, als dat
niet zoo ontnenaohelijk.
Ik bevind mij geheel in uw maebt,
zeide ik met een theatrale beweging, U
kunt naar welgevallen met mij handelen.
Ja, als ik maar wist hoeriep hij
uit.
Ik begrijp u, hernam ik. Maar 'tzou
een geheel ander geval zfjo, indien u reeds
waart aangesteld. U bent om zoo te zeggen,
nog geen soldaat. Ik heb opgehouden sol
daat te zijn, en ik ben van oordeel, dat
wij tegenover elkaar slaan als do eene
man van eer tegenover den anderen, die
in den regel vriendschap boven de wet
laten gaao. Maar ik verzoek u wel te wil
len opmerksD, dat ik gezegd hebik ben
van oordeel. Denk in 's hemels naam niet,
dat ik u mijn oordeel wil opdringen. Zulke
aakan, die onafscheidelijk met den soldaten
stand zijn verbonden, zijn nu oenmaal on
vermijdelijk, en kunnen alleen door den
man, dien ze aangaan, worden uitgemaakt.
Indien ik in uw plaats ware
Welnu, wat zoudt u dan doen? vroeg
hij.
Ja, op mijn woord van eer ik
weet h<t met, antwoordde ik. Z -er zaker
zou ik, evenals gij, aarzelen.
Luister eens, hervatte do jonge man.
Ik heb een bloedverwant. Ik öeb erover
nagedacht wat hij in dit gevaizou hebban
gedaan,
Wordt vernolfd