Vu 3474,
Woensdag 8 Februari 1921.
348ti Jaargang.
ienws- en
Advertentieblad.
Iptor- Bootdianst.
Binnenland.
jg»
Van week tol week-
ABONNEMENTEN ea ABVERTENTIEN worden aangenomen bjj de üitg. Fmma LANGEVELB& DE R O O IJ, Farka traat, BoaaopTaxaa
URANT
Dit bUd verschijnt Woensdag;- en Zaterdagmorgen
Abenncmentsprys per S maanden.
Voor den Burg 50 Cts. Franco per post door geheel
Nederland 65 Cts. Naar Amerika en andere landen
met verhooging der porto's. Losse nummersJ3 cent.
Advertentlöu daags voor de nltgave vóór 1 uur nam.
Prji der Advertenlünj
Van 1 tot 5 regels 50 Cts. iedere regel meer 10 Ct. Qroote
letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
LICHT OP!
Van Zaterdag 5 Febr. tot en met Vrijdag
12 Febr.:
voor rijwielen 5,21 uur, voor rijtuigen 5,51 uur
noOGWATBR Reede van Texel.
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woansdag
Febr.
v.m.
10,13
10,45
11.18
11,53
12,11
12,52
1,40
Dti namiddag» i» het ongtveer een half uur
later hoogwater.
Post- sn telegraafkantoor Den Burg
geopend.
Op Zon- en feestdagen
Vm. 8 tot 0 uur n.m. 1 tot 2 uur
Op werkdagen
voor Telegrammen
Vm. 8 uur tot n.m. 8 uur.
voor Postzaken
Vm. 8 uur tot n.m. 71/, uur.
Voor postwissels, kwitantiën en Rijks
verzekeringsbank
Vm. 8.30 uur tot n.m. 3 uur
Voor R(kspostspaarbank
Vm. 0 uur tot n.m. 7,30 uur
Voor postcheque- en girodienst
Vm. 0 uur tot n.m. 3 uur.
Zaterdagavond na 6 uur voor postdienst gesloten
Beperkte dienstregeling
van 6 December 1920
Vertrekuren van de Boot.
Op Werkdagen
Vertrek Texel 7,45 v.m. 11v.m. 2.45 n.m
Nleuwedlep 9,15 12,10 n.m. 4,
Op Zon- en Feestdagen:
van Texelv.m. 2,45 nm.
van Nleuwediep8,45 4.
Vertrek en aankomst der treinen
van den Helder naar Amsterdam.
Vertrek Haider. Aankomst Amsterdam
6,30 9,06
7|38 «neltrein 9.06
10,25§ 1-30
12,37 f,25
L54tt
4,08** 0-30
Van Amsterdam naar Helder.
Vertrek Amsterdam. Aankomst Helder
8,36
9,47
11,40
3,11
6,01
9,04
10,48
12,54
5,28f
8,01
9,15
12,24§
3,03
6,07
8,57
11,lit
Niet op Zon- en feestdagen,
t Alleen op Zondag,
ff Alleen op Zaterdag
Niet op Zaterdag, Zon- en Feestdagen.
29 Jan.—5 Febr.
Men herinnert zich den strjjd, die het
Kamerlid Marchant onlangs in de Tweede
Kamer voor bezuiniging heeft gevoerd.
Het was bij de behandeling der Staatsbe-
grooting, dat de heer Marchant verschil
lende voorstellen deed, voornamelijk om
de Kamer in de gelegenheid te steller, om
zich uit te spreken over de noodzakelijkheid
vaD bezuiniging aan de ministrieele depar
tementen. Men herinnert zich, „dat het
weinig gescheeld had, of een der ministers
die niet het „proefkonijntje" wenschte te
z\jn, was het slachtoffer geworden van de
actie van dea heer Marchant.
De Tweede Kamer heeft zich intu3schen
uitgesproken voor bezuiniging. Zij nam
een motie aan, waarin zij als haar oordeel
uitsprak, dat de meest mogelijke zuinig
heid bij de huishouding van den Staat
noodzakelijk is" en waarin verder de uit-
noodiging tot de regeering werd gericht,
doeltreffende maatregelen te nemen, waar
door meerdere zuinigheid verkregen zal
worden en de Kamer mededeeling te doen
vau hetgeen zij zal vermeenen in deze te
moeten verrichten.
Er moet bezuinigd worden en dat kan
blijkbaar ook best. Een onzer groote
bladen we meenen dat hat de „Tel."
was bracht onlangs een lijstje van het
heirleger ambtenaren en beambten, die
aan de ministrieele departementen elkander
in den weg loopen. Verder is het van
algemeene bekendheid, dat er ook heel
wat lijngetrokken wordt, zoodat men zou
kunnen zeggen, dat er met een maximum
aan werkkrachten, slechts een minimum
aan arbeidsprestaties verkregen wordt. En
voorts schijnen er ook tal van uitgaven te
worden gedaan, die nauwelijks te verant
woorden zijn.
De regeering schijnt voornemens iets
daartegen te doen. Zfl heeft thans een
wetsontwerp ingediend tot instelling van
een bezuinigingsinspectio. Blijkens bare
mededeelingen in de memorie van toe
lichting, op dit nieuwste aller wetsont
werpen, acht ook de regeering het toezicht,
dat thans door departementsambtenaren,
de algemeene rekenkamer en de Volks
vertegenwoordiging wordt uitgeoefend,
niet voldoende. En daarom wil de minister
van financiën thans een bezuinigings
inspectie instellen.
Het eigenaardige is, dat deze bezuini
gingsmaatregel el dadeljjk weer een extra-
offer van de schatkist zal vragen, want
voor zoo'n bezuinigingsinspectie is natuur
lijk een inspecteur en ambtenaren noodig
en die moeten betaald wordeD.
—o-o—o—
We hobben in den loop der laatste
maanden ,zoo herhaaldelijk gelegenheid
gehad, ons te ergeren aan het gedrag vaD
onze zuidelijke buren, dat het werkelijk
goed doet ook een3 van die zijde iets
anders te kunnen melden. Door velen zal
in de algeloopen week met genoegen ken
nis genomen zijn van hetgeen door den
Belgischen minister van koloniën, mr.
Louis Franck, in een rede te Antwerpen
gezegd werd, over de betrekkingen tusschen
Nederland en België. Minister Franck
zeide daarbij o.m.Holland en België heb
ben te zamen groote en gemeenschappe
lijke belangen. De breede schare van het
Belgische volk is de edelmoedige, onbaat
zuchtige hulp, gedurende den oorlog aan
zijn landgenooten verleend, niet vergeten.
En wie verder ziet dan het heden, moet
het duidelijk zijD, dat jHolland en België
in de internationale wereld op elkander
aangewezen zijn en met elkander vallen
of staan. Niemand kan er aan twijfelen,
dat met een beetje goeden wil van beide
kanten het nog hangende geschil wel op
redelijke wijze kan worden geregeld."
We zijn het met dit laatste volkomen
eens, maar dat is stellig iets anders dan
wat de Belgische minister van buitenland-
sche zaken Jaspar zich voorstelde, toen hij
in de Kamer verklaarde, dat van een her
vatting der onderhandelingen geen sprake
kan zijn voordat Nederlaud zijn ongelijk
heeft bekend, Het neemt echter niet weg,
dat met dankbaarheid nota mag worden
genomen van de goede woorden van mi
nister Franck.
0-0—0-
Duitschland en de geallieerden. Dat is
nog steeds het onderwerp van den dag.
En men mag verwachten, dat dit nog wel
eenigen tijd zoo zal blijven. Da nota der
geallieerden heeft in geheel Duitschland
een stemming van de grootste bitterheid
veroorzaakt. De eischen, waarover de
Opperste Raadsheeren het te Parijs, ter
elfder ure eens geworden zijn, hebben
onder het geheele Duitsche volk een ge
weldige storm van verontwaardiging ont
ketend. Ea de afwijzende houding, die de
regeering tegenover de eischen der gealli
eerden heeft aangenomen, beeft instemming
gevonden, allsrwege en onvoorwaardelijk.
Minister von Simons heeft er geen doekjes
om gewondeD, dat de in de Parijsche nota
vervatte „voorsteilen" nimmer den grond
slag zullen kunnen vormen voor verdere
onderhandelingen. En in den Rijksdag
hebben de leiders der verschillende fracties,
ondanks alle geschillen, zich in dezen
achter de regeering geschaard.
De verontwaardiging is groot en vooral
ook in de pers komt deze tot uiting. De
regeering is intusschen onmiddellijk aan
het werk getogen om zich voor den strijd
met de geallieerden gereed te maken. Da
Duitsche fi-iancieele gedelegeerde Bergmaan
is uit Parijs te Berlijn aangekomen, na aan
de Entente verzocht te hebben db financteele
conferentie te Brussel, welke 7 dezer zou
worden hervat te willen uitstellen tot na
de conferentie te Londen. Bergmaan
meende, zeer terecht, dat het onbegonnen
werk was de wijze van b.taling te be
spreken als het bedrag zelf nog moet
worden vastgesteld.
De minister-presidenten der bondsstaten
kwamen te Berlijn aan, om mot de Rijks-
regeering besprekingen te hebben over den
door de Parjjsche nota gesohapen toestand.
De conferentie te Londen, waarop de kwestie
moet worden beslist, zal van Duitsobe zijde
zoo goed mogelijk worden voorbereid. De
r6geering is daarom dadelijk begonnen met
het verzamelen van feitenmateriaal, waar
door zij denkt de geallieerden van de onge
hoordheid hunner eischen te kunnen over
tuigen.
De geallieerde bladen blijven intusschen den
lof der Parijsche conferentie bezingen. De
voldoening over „het herstellen van het
vredesfront" is zeer groot. Dat zal stellig
een der redenen zijn, waarom de gealli
eerden krampachtig aan de met zooveel
moeite verkregen overeenkomst zullen
trachten vast te houden. Tenzij ook het
gezond verstand e6n woordje gaat mee
praten. Op het oogenblik wordt dit ver
tegenwoordigd door den EDgelschen
econoom Keijnes, die het Engeleche publiek
reeds voorgerekend heeft, dat men thaüs
van Duitschland het onmogelijke heeft ge-
ëischt en bezig is de kip te slachten, die de
gouden eieren zal moeten leggen.
Daartegenover heeft de Eagelsche regee
ring officieus in de bladen laten verzekeren,
dat zij op de conferentie te Londen ook
maar eenige verandering in de „voorstellen"
zullen kunnen brengen. Men moet te
Berlijn begrijpen, dat de besluiten van Parijs
als definitief moeten worden beschouwd,
voor zoover de geallieerden daarbij botrok-
ken zijn. Als dat werkelijk vaststaat bij
wet van Meden en Perzen, dan behoeven
de Duitsche gedelegeerden straks niet eens
naar Londen te gaan en hadden de gealli
eerden hun uitnoodiging tot het bijwonen
der conferentie gerust voor zich kunnen
houden.
Het duurt intusschen nog een paar weken
voordat de confentie te Londen gehouden
wordt en in dien tijd kan er nog heel wat
gebeuren. Het verdient alvast opmerk
zaamheid, dat in de Vereen. Staten pers en
politici zich alles behalve ingenomen toonen
met het resultaat van de conferentie te
Parijs. Naar lpid der berichten zal senator
France uit Maryland zelfs een motie bij
het Congres in dienen, om de regeering
uit te noodigen, de geallieerden te over
tuigen, dat hun eischen te zwaar zijn.
France meent, dat ze tot een vierde moeten
worden teruggebracht. Nu heeft Amerika
wel niet het vredesverdrag geratificeerd,
doch het heeft veel belang bi) het herstel
van Duitschland met het oog op de handels
betrekkingen tusschen beide landen. En
waar de geallieerden bi) de Vereen. Staten
gedurende den oorlog diep in de schulden
zijn gekomen, daar ligt het voor de hand,
dat zij niet onverschillig kunnen zijn voor
de openbare meeuing in Amerika.
Men mag met groote belangstelling de
verdere ontwikkeling van den door de
conferentie te Parijs geschapen toestand
afwachten.
o—o—o-
Er zal, zooals men weet, te Londen op
21 Februari een conferentie worden gehou
den ter bespreking van den toestand in
het naburige Oosten. Griekenland en
Turkije zijn uitgenoodigd, zich op die con
ferentie te doen vertegenwoordigen, maar
wat er van terecht zal komen, kan nog
niemand zeggen. Er moeten tal van
moeilijkheden uit den weg worden geruimd,
't Is duidelijk, dat het Turksche vredes
verdrag behandeld en herzien zal worden.
In Griekenland vreest men nu, dat een stuk
van de Turksche buit in Thracieen Klein
Azie weer verloren zal gaan en heeft men
daarentegen reeds geprotesteerd. Zelfs
wordt gemeld, dat de Grieksche regeering
afgetreden is, wat dan ongetwijfeld in ver
band staat mat de Lonienscbe conferentie.
En met Turkije schijnen de moeilijkheden
niet minder groot. De geallieerden achten
het goweoscht, dat ook de Kemalisten och
op de conferentie te Londen zullen doen
vertegenwoordigen, echter alleen door
dat de Duitschers er niet op mogen rekenen,
tusschenkomst van de Turksche regeering
De nationalistische regeeriüg te Angora
erkent echter niet het gezag der Porte en
zij heeft laten berichten, dat Kemal pasja
zelf een rechtstreeksche uitnoodiging voor
de conferentie moet ontvangen, als de ge
allieerden er prjjs op stellen, dat de Kema
listen aan de besprekingen te Londen deel
nemen.
Men zit er, zoowel te Konstantinopel als
te Londen, danig mee verlegen.
TEXEL, 8 Febr. 1921.
Uitvoering „Apollo*.
Zaterdagavond gaf de Orkostvereeni-
ging bovengonoemd voor een volle zaal
in hotel Texel hare 3e uitvoering.
De directeur, de heer Weersma, opende
met een wolkom, zyn tevredenheid be
tuigende over de schitterende opkomst.
Met den marsch „Heil Europa" van
v. Blon werd de avond ingezet, daarna
volgde „Andante" van Haydn en
„Spaansche dansen" van Moszkowski
alles door het geheele gezelschap.
Daarna gaf Mej. Em. Dijt een 2-tal solo
nummers voor cello ten beste, met
piano-begoleiding van mej. A. Flens en
volgde nog als orkestnummer vóór de
pauze „Ballet Egyptiön" van Luigini.
Na de pauze werd als eerste nummer
gegeven „Ouverture Rübezahl" van
Flotow, waarna den directeur, namens
de orkestvoreenigiug, door mej Em. Dijt
een fraaie bloemenmand werd aange
boden. De heer Weersma bracht de
vereeniging dank voor dat blijk van
waardeering.
Als orkestnummer volgde daarna
„Mignonnetta" van Picheran, waarna
de dames A. Flens, H. E. Lap-Djjten
Em. Dijt als trio, piano, viool en cello,
„La Serenata" van G. Braga ten beste
gaven.
Mevr. Weersma zong een 3 tal liedjes
„Wiegelied", „Blond Anneke" en
„Vrede", waarbij mevr. Lap - Djjt en
Mej. Flens voor beleiding zorgden.
„De Boerendansen" van W. F. Siep
door het orkest, vielen al bizonder in
den smaak van het publiek, dat daarvan
herhaaldelijk blijken gaf. Als slotnummer
volgde „The Juggler, two-stop van G.
Rosey, waarmede het offioieele pro
gramma was geëindigd.
Alle nummers werden onder aandach
tige stilte aangehoord, geen kuchje werd
vernomen. Voegen wij daarbij, dat
daverend applaus den uitvoerenden by
herhaling ten deel vie), dan is dat alles
bewijs te over, dat de uitvoering
schitterend is geslaagd.
De heer Weersma sprak een woord
tot slot.
Een prettig bal volgde.
Raadsvergadering I Febrnari.
Wij beijveren ons steeds, om zoo ge
trouw mogelijk verslag te doen van ver
gaderingen door ons bijgewoond en uit
het feit, dat zoo hoogst zeldzaam iemand
tegen ods in verzet komt, meenen wij
te mogen opmaken, dat wij daarin nogal
slagen.
Het eigenaardige geval doet zich echter
voor, dat wij bij het nalezen van ons
laatste raadsverslag tot de overtuiging
komen, dat een kleine aanvulling thans
noodzakelijk is, om buitenstaanders niet
in de meeuing te laten, dat de leiding in
de laatste vergadering aan de handen
van den voorz. was ontglipt.
Bij de bebaudsling van punt 7, aankoop
woonhuis, laten wij 'onmiddelijk nadat
de heer Dekker zijn wantrouwen heeft
geuit, den heer Boon het verzoek tot d n
hoer Dekker richten, uiet op die wyze