t
N ota-doorschrijf bloes
Brief-doorschrijfboek
VULPEN HOUDERS,
Fraaie kunstplaten voor
Schilderijen.
Winstaitkesringen
Asthma, Bronchitis, Hoest.
LUXE BANKETBAKKERIJ.
Specialiteit in
S. KOPPEN, Oosterend,
Arbeidscontractverzekering.
Ziekte- en Ongevallenver
zekering. Individueel en
Collectief.
Levensverzekering.
een gouden regen
O. COEVERT, te den Burg,
FEUILLETON®
100 nota's met afsöhrift f 1.50.
50 brieven met copie, in netten
stevigen band f2,60.
Losse bloes daarvoor f 1,30.
GROOTE SORTEERING
Boekhandel Parkstraat.
Sanguinose
De dalende papierprijzen.
Prima
Y etdicht-Papier
voor het inpakken van boter, vet,
enz. pl.m. 100 x 75 cM.
30 vel voor 1 galden.
Imitatie -Pergamijn
45 vel voor 1 galden.
ZIJDEPAPIER
dan inwikkelpapier,
500 vel voor f 3,—.
BOEKHANDEL PARKSTRAAT.
e
Volkomen geneziDg der oudsteen ernstige
gevallen deor planten van Doet. Sled.
DAMMAfti, Specialist. Vraagl grat. broch.
No. 191 met bewijzen aan SNABILIE, Gr.
Markt 7, Rotterdam, onder opgave voor
welke ziekte. 2
VRAAGT MIJN
heerlijke Botersprits en
TJtrechtsche sprits.
Cocos Macronen, Gevulde KoekeD,
Speculaas, Jodenkoeken,
allerlei soorten Gebakjes,
Taarten, alle soorten amandelkoekjes
Bestellingen worden gaarne irgcwacht.
Beleefd aanbevelend,
I)c bijzonder hooge
(Afd. Leven)
vormen als het ware
voor de verzekerden
der H. .A. V. BAJSTK.
Vraagt ons prospectus, waaruit
blijkt, dat de winstuitkeeringen aan
verzekerden, varieeren van 46°/0 tot
108°/0 van een jaarpremie in een
driejarig tijdvak, bij den Adjunct-
Inspecteur
TEXEL.
aua«IB»MMg5S^IBaBgB8B82gsagSBS»l8
De typische lotgevallen van een gevangene
in Engeland
door STEVENSON.
126.)
Kapitein Calenso bomerkte den toestand
waarin ik verkeerde en ried aan mijn
kajuit op te zoeken en mij neer te leggen.
Toen ik iets daariegen in wilde brengen,
nam hij mij zacht bij den arm, ala ware ik
een onwillig kind en bracht mij naar be
neden. Ik trad een der mahonihoulen deu
ren binnen en verzoek u mij de eerstvol
gende acht en veertig urou alleen te laten.
Zij waren onbeschrijfelijk.
Na verloop van dezen tijd voelde ik mij
weliswaar iets beter, maar van eetlust nog
geen zweem. De dames verpleegden mij
liefdevol en trachtten mijn eetlust aoor
allerlei lichte waar cp te wekken.
De mannen richtten tochtvrije hoekjes
op d6k voor mij in, namen eerbiedig hunne
petten voor mij t;f, kortom, allen waren
zeer vriendelijk en goed, maar ongeloofe
lijk stil en zwijgzaam. Een waas van ge
heimzinnigheid hing over alle opvarenden
van de Lady Nepean, en ik sleepte mijzelf
voort op het dek als in een akeligen droom.
Er bevonden zich acht vrouwen aan boord
hetgeen weinig in ovsreenetemming was
met hetgeen men zich voorstelt van een
kaperschip. Zij waren aile dochters of
vrouwen van zonen of kleindochters van
kapitein Colenso. Da mannen waren drie
en twintig in getal, en zij die niet Colecso
heetten, droegen den naam Pangeily. De
meesten hunner waren, te oordeelen naar
hun ODgezond uiterlijk en onhandige ma
nieren nog niet lang op zeezij liepen als
of ze gewend waren geweest achter den
ploeg te gaan, en toch ontbrak de stempel
der gezondheid, welke in den regel het
werken in de open lucht op het gelaat der
boeren drukt.
Twee maal per dag en des Zondags drie
maal, verzamelde zich dit merkwaardige
troepjo meneche.' bloot-.hoolds op üjtach-
terdek om te bidden. Do plechtigheid begon
met een door kapitein Colenso met bevende
stem voorgelezen kapitel uit de Heilige
Schriit. Dan namen zijn toehoorders een
werkend aandeel in de plechtigheid door
onophoudelijk .amen* te roepen, terwijl hQ
las. Langzamerhand werden zij hartstoch
telijker en inplaats van amen riepen zij
dank, dank en moedigden elkander aan en
zij geraakten alle in godsdienstige vervoe
ring. Ten laatste kropen zij op hun knieën
naar eert grooten negen ponder en de een
na den ander verhaalde met luide stem,
hetgeen in zijn ziel omging, tot hij geheel
heeeoh was. Intusccben kuilden en snikten
de overigen, wrongen hunne lichamen in
allerlei bochten, ja, sprongen zelfs in de
luoht.
Sterker, sterker, broederMeer, meer.
Het begint, het begint. Ik voel het.
O, zalige bevrijding, o goddelijke verlossing.
Gedurende tien minuten ot een kwartier
bleek bet schip een Babel, een Bedlam.
Dan verstomden plotseling de kreten, de
vromen werden door don kapitein wegge-
zouden, hun gelaat was dan even ondoor
grondelijk els ooit te voren, en zij begaven
zich weer aan hun taak.
Vijf minuten na zulk een bijeenkomst
was ieder spoor ervan verdwenen. Kapitein
Colenso wandelde met zijn gewonen schui-
felenden gang op het dek heen en weer,
met zijn handen onder de panden van z{jn
jas, terwijl bij zijn droomende blikken over
het dek liet wijden. Nu en dan stond hij
stil om een van zijn mannen te wijzen hoe
hij een zeil moest hfjschon, hoe hij een kQOop
moest leggen. Hij werd nooit boos, oohold
nooit, uelden verhief hij zjja stem. Zijn
manier van spreken en de wjjze waarop
hij zijn autoriteit deed gelden, zouden heb
ben kunnen doen deuken, dat hij en zijne
famibe niet tot denzelfden stand behoorden.
En toch was er iets bijzonders in hunne
gebooizaamboid. Zij verrichten de hun
opgelegde taak met zooveel ernst, alsof zij
vervuld waren met geheel andere diügen,
die hun niet uit de gedachten kwamen,
terwijl hij onder hunce oogen een knoop
legde.
Tegen hes midden van de tweede week,
kwam een storm opzetten, die weliswaar
niet lang aanhield, maar tooh lang genoeg
om onaangenaam te zijn voor iemand, die
gewend is op vasten grond te leven. In
den namiddag stak ik even mijn hoofd Daar
buiten. Ons schip werd vreeselijk heen
en weer geworpen, nu eens hoog in de
luoht geslingord, dan weer in een diepen
afgrond gesmakt. Terwijl ik naar het grijze
schuim keek had ik een gevoel als een
vlieg aan den wand. Men zon geen kat
op dek hebben kunnen laten. Alle sohenen
diep neerslachtig, behalve de kapitein en
de man san het roer, bijna nog een kind,
die tezamen alles vastsjorden, maar doods
bleek was het gelaat van den knaap, een
teeken dat ofschoon zijn blikken strak op
het stnur waren gericht, zijne gedachten
zich met den ontzettenden storm bezighiel
den. Naast hem stond de kapitein in hooge
laarzen en een waterdichte jas. Hfj scheen
geheel veranderd, verjongd. De heftigste
rukwind deed hem niet wankelen, zijn
lichaam voegde zioh naar iedere richting,
welke de wind bet schip deed aannemen,
hfj scheen volmaakt kalm en opgewekt
zelfs, zijn oogen waren een weinig dicht
geknepen, maar vol leven en schitterend
van jeugdig vuur. Het was een heroïsehe
gestalte.
Ik voelde thans groote sympathie voor
kapitein Colenso en toen den volgenden
morgen den storm een weinig tot bedaren
was gekomen, nam ik de gelegenheid waar
om hem mijn compliment te mRken over
de zeewaardigheid der Lady Nepean.
Ja, zeide hij peinzend, ze heelt zich
kranig gehouden:
Wij hebben ons toch niet in wat
men noemt .groot gevaar* bevonden?
vroeg ik.
Hij keek mij ernstig aan en antwoordde
Mijnheer Ducie, ik heb mijn leven
lang don Heero gediend ea Hij zal het
schip, dat mijne eer draagt, niet laten zin
ken.
Zonder mij tijd te laten, om over zijne
woorden na te denken, vervolgde hij op
luchtigeu, geheel anderen toon
U zuit het niet geiooven, maar to oh
is het waar, dat zij in hare jeugd een uit-
"Voor allen
die zich zwak en lusteloos gevoe
len die gedurig vermoeid zijn,
zoodat hun alles te veel isdie na
uitputtende ziekten niet weer op
kracht kunnen komendie te veel
vergden van hun krachten, of die
door andere oorzaken het weer
standsvermogen hebben verloren, is
eenversterkingsmiddel van den
eersten rang, dat alle dergelijke
middelen vèr achter zich laatdat
snel en afdoende ingrijpt in de
oorzaak van bovengenoemde kwa
len en door duizenden in en buiten
ons vaderland met dankbaarheid
wordt geroemd.
SANGUINOSE kost p. fl f2,-;
6 tl. f 1112 0. f21.—.
Verkrijgbaar bij Apothekers en
Drogisten.
Wacht IJ voor namaak.
VAN DAM Co.
De Riemerstr. 2c/4. Den Haag.
Te Texel bij G. Dros, Ooster
end; T. Bnijs en I. Moerbeek
den Burg, en Joh. Dros, Oude-
schild.
Btekend snelzeiler is geweest.
Ik geloof het gaarne, antwoordde ik,
anders zoudt ge haar niet tot een kaper
gemaakt hebben.
We zullen hare snelheid niet op de
proef behoeven te stellen, hernam hij,
Ge vertrouwt dus geheel en al op
uwe kanonnen vroeg ik.
Ik had namelijk bemerkt dat de kanonnen
met zeer veel zorg werden behandeld. Zij
waren van koper en blonken evenzeer als
de krukken der deuren in de kajuit.
Wat dat betreft, antwoordde hij ont
wijkend, hebben wij al dikwijls enkel en
alleen daarop moeten vertrouwen. Op de
laatste reis, welke ik met de Nepean maakte
dat was onmiddellijk sa de uitbarsting
van de oorlog ontmoetten we een schoe
ner. W|j waren op weg Daar Halifax. De
schoener had twaalf negenpondera en twee
lauge kanonnen. Wij hadden aoht negen
ponders, maar na twee unr hadden we den
schoener op den vlucht gejaagd.
Ea de post gered P vroeg ik.
Plotseling stond hfj op wij hadden
naast elkaar op het aohterdek op het kip
penhok gezeten en zeide
Ik moet een bevel geven, neem me
niet kwalijk.
En hij liet mij allen.
Ongeveer tien dagen later wandelde ik
weer eeus op het dek op en neer, toen hij
op mij toe trad en me verzocht naast hem
op het kippenhok to komen zitten.
Ik moet u eens iets vragen, mijnheer
Ducie. Als ik mfj niet vergis, bent u nog
niet gered, niet waar? U bent niet etn
van de onzen
Wat meent u met de onzen P
Ik en de mijnen zfjn aanhangers van
John Wesley.
Neen, dan hebt ge gelök, dat bea ik
niet.
Naar ge zijt een man van eer....
mijnheer Ducie bant u van oordeel dat
men zijn aardschen meesier altijd moet
gehoorzamen, zelfs dan wanneer die gehoor
zaamheid ons dwingt te ha&delen in strijd
met ons geweten.
Wordt vervolgd
i