N ota-doorschrijfblocs
Brief-cloorschrijfboek
VULPEN HOUDERS,
Fraaie kunstplaten voor
Schilderijen.
GRINT.
De stalen vestzaketuis
voor vulpenhouders.
Vallende ziekte
Winstuit'keeriïïgen
81. WIS,
100 nota's met afschrift f 1.50.
50 brieven met copie, in netten
stevigen band f 2,00.
Losse blocs daarvoor f 1,30.
GROOTE SORTEERING
Boekhandel Parkstraat.
Asthma, Bronchitis, Hoest.
Dagelijks verkrijgbaar te
Oudeschild.
MOS Go.
Arbeidscontractverzekering. I
Ziekte- en Ongevallenver
zekering. Individueel en
Collectief.
Levensverzekering.
een gouden regen I
6.CÓEVERT, te den Bnrg.l
Boekh. Parkstraat.
FEUILLETON*
De jaarlijksche Stamboek
en Premiekeuring
4 Augustus e.k.
LUXE BANKETBAEEERIJ.
Specialiteit in
S. KOPPEN, Oosterend.
IT ASTHMA.
ZOO VOEDZAAM
De bijzonder hooge
(Afd. Leven)
vormen als het ware
voor de verzekerden
der HL A. "V. BANK. I
vanwege de Prov. Reg. Commissi*
voor de Paardenfokkerij in N.H. it
voor dit jaar bepaald op
heerlijke Botersprits en
TTtrechtsche sprits.
Cocos Macronen, Gevulde Koeken,
Speculaas, Jodenkoeken,
allerlei soorten Gebakjes,
Taarten, alle soorten amandelkoekjes
Zenuwkwalen en Toevallen
ROLANDO.
Volkomen genezing der oudsteen ernstige
gevallen deor planten van Doet. Med.
DAMMAN, Specialist. Vraagl grat. broch.
No. 191 met bewijzen aan SNABILIE, Gr.
Markt 7, Rotterdam, onder opgave voor
welke ziekte. 2
I Vraagt ons prospectus, waaruit B
blijkt, dat de winstuitkeeringen aan n
verzekerdeD, varieeren van 46°/0 tot B
108°/0 van een jaarpremie in een B
driejarig tijdvak, bij don Adjunct- tj|
Inspecteur
De typisohe lotgevallen van een gevangene
in Engeland
door STEVENSON.
130.)
Don 29en had hij een familie uit Parijs
hierheen gebracht en had de laatste drie
dagen rondgereden in Etampes en des
nachts in zijn voertuig geslapen. Ik be
schouwde dit als een gunstige gelegenheid
en vrosg voor hoeveel hij mij in zijn rijtuig
naar Parijs terug wilde rijden. Hij verze
kerde m|j huilend, dat hij tot alles bereid
was.
Ik ben bsreid te sterven, zeida hij,
en monsieur zal wel even goed weten als
ik, dat wij toch de hoofdstad niet meer
kunnen bereiken.
In ieder geval is het beter dan in
Etampss te blijven, antwoordde ik.
Hij vond mijn antwoord blijkbaar vreese-
lijk grappig, want hij lachte hartelijk. Hij
Verzekerde mij, dat ik een dappere jongen
was en verzocht mij maar dadelijk in to
stappan. Vijf minuten iater waren wij op
weg naar Parijs. Onze tocht was verre
van aangenaam, want de krachten van het
paard waren zoo goad ais uitgeput en die
van den koetsier schenen ook bijna ten
einde. In het begin had hij lange alleen
spraken gehouden, maar thans was hij als
versuft. Er was niets meer uit hem ha
krijgen. Al heigeen gedurende de laatste
dagen was gebeurd, was uit zijn geheugen
verdweneD. Hij kon mij niets vertellen
van dsn oorlog, noch van andere gebeur
tenissen.
Ik had half en half er op gerekend troe
pen tegen te komen, maar werd in mijne
verwachtingen teleurgesteld. Wij ontmoe
ten geen sterveling en kwamen tegen het
aanbresen van den morgen in Loog Jmneuu
aan. Wij klopten een horoergier uit zga
bod, die ons, geeuwend, verzekerde, dat wij
onzen ondergang tig.moe giag'n. Nadat
wij o.'.s psard g veerd en ots zelf eenigs-
zins met a'schawilijk;a brandewijn ge
sterkt hadden, reden wij verder. Wij
passeerden Sceaux en kwamen eindeitfk in
Moctrougo. De barrière was open, verlaten,
geen schildwacht, nergens douanen.
Waar wenscht mijnheer uit te stappen,
vroeg mijn koetsier en na eenig moeite
gelukte het hem zich te herinneren dat hij
een vrouw en twoo kinderen bezat, die op
een bovenste verdieping in de Rue de
Mout Parnasse woonden, en dat hij daar
in de buurt zija equipage stalde. Ik be
taalde hem en sloeg hem van uit de verte
gade. Een kind kwam uit een huis geloo-
pen en bonsde tegen mij aap. Ik vatte
hst bij den arm en vrosg wat er in Parijs
gebeurd was.
Dat weet ik niet, antwoordde de jon
gen, maar maara kleedt zich aan om met
mjj naar de parade te gaan Tenez.
Ik zag aan het eiade der straat eon regi
ment Pruisische soldaten aangemaroheerd
komen... Thans begreep ik alles. Parijs
had zich overgegeven, en ik was nog juist
bijtijds van den zuidelijken kant de stad
binnengekomen om getuige ie zijn vaa den
intocht vaa Zijne Majesteit Keizer Alexan
der, die van de Noordzijde kwam. Weldra
bevond ik mij onder de menigte, die zich
op de bruggen verdrongen om den Keizer
te zien komen. Ik baande mij een weg
laags de kaden ea boreikte even voor tien
uur de Place de la Concorde, waar een
eigenaardig tooneeltje mij deed stilstaan.
Esn troepje jongelieden, naar hun uiter
lijk te oordeelen aristocraten, bevonden
zioh midden op het plein. Alie droegen
een witte sjerp en de Boubonsche kokarde
op den hoed. Hun aanvoerder, een zssr
jong mannetje met strookleurig haar, bad
een blad papier uit zijn zak gehaaid en
las den inhoud met luide stem voor. Ik
verstond slechts weinigo woorden, maar
kocht later de proclamatie van den Prins
van Sctiwarizeaberg en vond daarin die
woordea terug.
Burgers vau Parijs. Gij hebt het Toor-
beeld van Bordeaux voor u
Lsve de Koning, nepen allen, nadat
da strooklöurigu jonge rnau geëindigd had.
Da menigte keek onverschillig toe, een
paar bleven nisi eens staan om h;t einde
der proclamatie te hooren. Een man te
paard, in wien ik oogenblikkelijk den Duo
de Choiseul-Praslin herkende, kwam in
groot tcnu als Kolonel van de Nationale
Garde voorbij, deed zijn paard stilstaan en
richtte eonige ernstig verwijtende woorden
tot de jongelieden. Twee of drie hunner
knipten met de vingers en riepen weer
„Leve de Koning". Maar niemand herhaalde
den kreet meer en zeker zou het troepje
kalm uit elkaar zjjn gegaan, indien op dat
oogenblik niet een dozijn of moer jeugdige
royalisten te paard warsn versohenen om
de geestdrift aan te wakkeren. Onder hen
bevonden zich Louis de Chateaubriand,
de broeder van Tslieyrand, Arohambaut
de Perigord, de schurkachtige Marquis de
Maubreuil en mijn neet Alain, Vicomte
de Saint Yves.!
Ik was door zooveel onbeschaamde,
cynisohe laaghartigheid ais door den donder
getroffen. Ik bloosde diep en voelde een
bijna on weerstaan baren lust om weg te
loepen. Misschien ware het beter geweest
iadien ik weggeloopen ware. Hij keek
langs mij voorbij. Hij had een kanten
zakdoek aan zijn zweep gebonden en dat
was al erg genoeg, maar toen hij wegreed
ontdekte ik, dat hij het voorbeeld van
Maubreuil gevolgd en deu staart van zija
paard met het kruis van eer had versierd
Ik klemde de tanden op elkander.
Leve da Koning. Leve de Bourbons
Maubreuil had eea mandje vol sjerpen
en kokardes meegebracht en hij reed rond
en drong zjjne waren het domme volk op.
Alain had een sjerp in de hand en bood
die een der omstanders aan. Op dat oogen
blik ontmoetten onze blikken elkaar.
Dank je, ik zie je wel terug in de
Gregoire straat zei ik.
Zijn arm, waarin hij den rijzweep hield
ging in de hoogte, alsof hij door een wesp
was gestoken. Voordat hjj den zweep kon
laten neerdalen, was rk onder de menigte
verdwenen, die van het voorval natuurlijk
niets had begrepen, maar desniettegen
staande een niet minder vijandelijke hou
ding sannam.
Weg met de witte kekardes, riepen
eenigenr
's morgens 9,30 te den Burg.
Aangitte bij den ondergeteekende, dii
gaarne nadere inlichtingen geeft.
JAC. KIKKERT Nz.
VRAAGT MIJN
Bestellingen worden gaarne ingewacht.
Beleefd aanbevelend,
worden genezen door
wettig gedeponeerd. Drank van Dr. Roland
fPF" Men wachte zich voor namaak.
FI. 4,25.
Spoedige genezing ook bij verouderde
gevallen door de Asthm&poeder van
Dr. Pieters.
Fl. 1,50.
N.V. Mfl. SANTTAS.
Kon. Goedgekeurd.
Alkmaar Payglop 10.
Leeuwaarden, Oosterstraat 13.
Amsterdam, Gravenstraat 28,
achter de kerk.
Onze geïll. prijscourant tegen
IPv toezendig van 25 ct. postzegels aan
Hoofdkantoor Sanitas Post Box 339, Am
sterdam.
Wat wilde die kerel hoorde ik Mau
breuil vragen en Alain antwoordde
Niets! 't Is een jeugdig bloedverwant
van mij, die er op gesteld schijnt zoo ganw
mogelijk zijn hoofd ondsr de guillotine te
brengen. Ik heb nog den tijd.
Ik vatte die woorden op als een uiting
van zijn baat en heohtte er overigens
weinig waarde aan, ja, ik vond ze belach-
lijk. Maar de ontmoeting had mij uit mijn
hnmeur gebracht en ik gevoelde geen lust
meer om den intocht bij te wonen. Ik
keerde dus op mijne schreden terug om
de Rue du Fonarre en de weduwe Jupille
op te zoeken.
Ik had met deze dame kennis gemaakt
toen zjj zioh als marketenster bij het 106o
regiment bevond, dat was voor haar huwelijk
met sergeant Jupille. Wij hadden vriend
schap gesloten bij gelegenheid van een
ongevaarlijke vleeschwond, die ik als
sohildwacht op een buitenpost had opge-
loopen.
Zij verpleegde mij zorgvuldig eu uit
dankbaarheid daarvoor, prees ik haren
zuren wijn. Toen sergeant Jupille voor
Salamanca werd doodgeschoten en zijne
zoon Fhilomene den dienst verliet om in
de wijure8tauratie zijner moeder in de Rue
du Fouarre te helpen bedienen beschouwde
zq mij als een barer grootste begunstigers.
Toen ik bij haar binnentrad, herkende
zij mij onmiddellijk en wij vielen elkander
figuurlijk gesproken, om den hals. De
winkel was leeg, iedereen was naar den
intooki gaan kijken. Nadat wij tezamen
tranen hadden gestort over het lichtzinnige
gedrag der Parijzenaars ook weer in
figuurlijken zin vroeg ik of er brieven
voor mij waren gekomen.
Neen, kameraad, antwoordde zij.
Inderdaad? Weet ge dat zeker riep
ik verwonderd uit.
Neen, geen enkelen, herhaalde ma
dame Jupille en ke9k mij aan. En dat
komt omdat Mademoiselle te voorzichtig
ia geweest,
Zoo, zeide ik en slaaiite een zucht
van verlichting. Kom, veitul mij alles.
f4 ordt vervolgd