N°. 3739, Zaterdag 1 September 1923.' fS6'u Jaargang. en Advertentieblad. Spoor- en Bootdienst. Uit blad verschQ&t Woensdug- eaXafcrda^iuorgea Abonnemcntspr'jt per S maande*, oor den Burg 50 Cts. Franco per post door geheel Nederland 75 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Losse nummers 3 cent. Advertentlën daags voor de uitgave vóór 4 aar nam. Pré* der Adverleniténi ABONNEMENTEN ca A>*VEKTENTIEN worden aasgeaoaae nfl do Fim ma LANS SVILlé 93 ROOIJ, Parkstraat, BoisorTivn keze schitterende jap.on is besiemd voor warme, -zonnige plaatsen, waar de.bloemen heerlijk geuren. Zij is gemaakt van bleek rose batist of gemoesd mousseline, haar overhangende rok is onderaan uitgeschulpt en aan het middel afgezet met een prachtig bouquet van heel lichte orchideeën. De brunette zal de charme van haar donker haar en de blankheid van haar teint verhoogen door het dragen van zulk een japon. o En zij kan zoo gemakkelijk een andere japon krijgen, ofschoon zij er nooit een behoeft te koopen. Zij kén deze vlug twinken in een donkerblauwe kleur, of licht ze.e-groen en iedereen die haar ziet, denkt dat zij een nieuwe, mooie japon aan heeft De Lever's Zeep Maatschappij Viaardingen [TELEFOON INTERCOMMUNAAL No. 11. E COURANT. Van 1 tot 5 regels 50 Cts. Iedere regel meer 10 Ct. Oroote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. POSTCHEQUE-\en QIRODIENST No. 652. IWttWwo-** Licht op Van Zaterdag 1 tot en met Vrijdag 7 September. voor rijwielen 8,30 uur, voor rijtuigen 9,— uur"; HOOGWATER reede van Texel. Zomertijd. Donderdag 30 Aug. v.m. 11,58 Vrijdag 31 12,31 Zaterdag 1 Sept. 1,— Zondag 2 1.22 Maandag 3 2,01 Dinsdag 4 2,48 Woensdag 5 3,51 Des namiddags is het ongeveer een half uur later hoogwater. Post- en telegraafkantoor den Burg geopend. Op Zon- en feestdagen Vm. 8 tot 9 uur n.m. 1 tot 2 uur Op werkdagen voor Telegrammen Vm. 8 uur tot n.m. 8 uur. voor Postzaken Vm. 8 uur tot n.m. 7'/j uur. Voor postwissels, kwltantiën, Rijks verzekeringsbank, postcheque en girodienst. Vm. 8.30 uur tot n.m. 3 uur Voor Rijkspostspaarbank Vm. 9 uur-tot n.m. 7,30 uur Zaterdagavond na 6 tror voor postdienst gesloten Dienstregeling 1 Juni 1923. Zomertijd. Vertrekuren van de Boot. Op Werkdagen Vertrek Texel 6,— 8,30 vm. 2.30 5.30 nm Helder 7,— 10,15 vm. 4,15 6,45 Op Zon- en Feestdagen van Texel6,— vm. 8,30 vm. 5,30 nm. van Helder: 7,— 9,30 6,45 [Vertrek en aankomst der treinen van den Helder naar Amsterdam. Vertrek Helder. Aankomst Amsterdam 6,32§ 9.04 6.49f 9,04 7,30 sneltrein 9,04 10,04§ 12,10 12,40 2,54 2.04ft 4.40 3,54*» 6,— 4,15§ 6,40 7,25 9,31 Donderdag naar Schager. een markttrein, ver trek 7,45 aankomst 8,35. Van Amsterdam naar Helder. Vertrek Amsterdam. Aankomst Helder 5,19§ 8,35 7,57§ 9,37 9;ii n.21 12,28§ 2,41 3,04 6,19 5,49§ 8,05 916 11.05 ll,21f 12.57 Niet op Zon- en feestdagen, f Alleen op Zon- en Feestdagen, ff Alleen op Zaterdag Niet op Zaterdag, Zon- en Feestdagen. Rheinland Republik -Rheinlands Untergang. Om nog bij het uitvoerprobleem te blijven. Het groote punt schijnt in het boekje van Van Hamm de wijnuitvoer te zijn. Want het eerste hoofdstuk is alleen daaraan gewijd. Maar de gedachte Rijn republiek, trouwens men spreekt op het oogenblik al meestal van Rheinisch— Westfalische Republik, bevat ook het nu bezette gedeelte aan de Ruhr en dit gedeelte is waar schijnlijk wel het belangrijkste gedeelte van ge heel Duitschland. En nu wil de schrijver het doen voorkomen, alsof men niet alleen voor de wijn, maar ook voor de andere producten op het nu onbezette Duitschland is aangewezen. Maar gelooft nu werkelijk iemand, dat de Ruhr zijn industrieproducten alleen omzet naar de Duitsche kant. En waar de schrijver een eventueele Kijnre- publiek dreigt met een Duitsche tolgrens, daar vergeet hij wel een beetje, dat die republiek niet alleen grenst aan Duitschland en Frankrijk, maar dat er ook een andere oriënteering mc gelijk is, en zelfs al bestaat, ik bedoel de orienteering door Nederland henen. De schrijver zegt„Eine Seeküst wie bei Belgiën, ist nicht voorhai den. Maar al heeft Rijnland geen zeekust een goede waterverbinding heeft het wel. En Rulirland ook. Want ieder kind van de zooveelstv klas van een lagere school weet immers dat dt Ruhr in de Rijn komt en de Rijn komt immers in Nederland in de Noordzee. En de grootever- bindir g van Rijn- en Ruhrland met de g-'heele werel 1 gaat over Rotterdam. De groote kwestie voor Rijn- enRuhrlmdis de Nederlandsche Tol-politiek. En dan de kwestie van invoer. Er wordt in Rijnland veel ingevoerd en in Ruhrland, dat een groot industriegebied is, misschien nog meer. De invoer is ruwe stoffen en halffabri katen en dan levensmiddelen. Dit komt voor een groot deel uit onbezet Duitschland (levens middelen zelfs voor een zeer groot deel). En nu wil men van Duitsch propagandistische zijde het doen voorkomen, alsof Duitschland ook in dit opzicht met tolbelemmeringen zou komen voor een eventueele Rijnrepubliek. Wat men eventueel van Duitsche zijde zou doen, is natuurlijk moeilijk vooruit na te gaan. Maar bijna ondenkbaar is het, dat Noord-Duitsch land zijn eigen belangen zoo zou schaden. Afis- schien, dat het een korten tijd zou gebeuren uit natinalistische redenen en zelfs dat is nog zeer te betwijfelen. Want Rijnland kan zijn stoffen voor een groot deel krijgen uit Engeland en van Engelsche koloniën (over Rotterdam) en Nederland heeft absoluut geen bezwaar om levensmiddelen uit te voeren naar Rijnland. De zaak staat geheel anders als Van Hamm het voorstellen wil. Oost-Duitschland zal moeten concurreeren met Holland als produceerend land en als doorvoerend land. En als Rijnland de Oost-Duitsche waren vrij invoert, dan zal het als tegenprestatie kunnen vragen een vrije uitvoer van zijn producten naar Noord-Duitschland, een vrije uitvoer, juister nog gezegd een vrije invoer in Duitschland. En daarmee staat meteen het geheele vraagstuk van de uitvoer van Rijnland ook in een geheel ander licht. Dan is men ook heusch wel een beetje heel ver gegaan in de aanschouwelijke voorstelling van de toestand van een eventueele tolgrens. Het volgende voorbeeld wordt gegeven Een wollen stoffen fabriek betrekt wol uit Oost-Duitschland, de wol gaat dus de grenzen over van een eventueele Rijnstaat. De geweven wol gaat naar een fabriek a an de andere kant van de Rijn om daar geverfd te worden. Tweede tolpassage. Geverfde stof terug naar Aken om daar tot confectie verwerkt te worden. Derde tolpassage. De gemaakte kleeding gaat naar Oost- Duitschland. Vierde tolpassage. Dat is nu wel heel kinderlijk voorgesteld. Zoo zou het misschien even gaan, als plotseling de Rijnrepubliek onstond en plotseling een tolgrens werd ingevoerd. Maar als de toestand er was, of geleidelijk ontstond, wat zou dan gebeuren. Als we de vaste toestand kregen Rijnrepubliek—Duitsch land en tusschen die twee een zware tolgrens? Dan zou Aken heusch wel Australische wol gaan verwerken, er wordt hier immers in Duitschland toch al veel Australische wol ver werkt en de Duitsche wol schijnt wel al vrij geregeld de prijzen van de Australische over te nemen. Aken zou dus zijn wol krijgen, via Rotterdam. Aken zal er wel voor zorgen, dat het zelf ververijen krijgt, daarmee vervallen de tweede en derde tolpassage ook. En wat de vierde tolpassage betreft, als Oost- Duitschland de kleeren niet wil hebben, dan zullen ze over Rotterdam de geheele wereld ingaan. Voerde Duitschland inderdaad al die in- en uitvoerrechten in, dan zou dat beteekenen een grooten opbloei van Nederland ten koste van Oost-Duitschland. (Als Nederland dan tenmin ste aan een verstandige tolpolitiek deed.) En dat zou voor Nederland heel pleizierig zijn, maar of het nu bepaald de bedoeling van Duitschland zou wezen om Nederland welvaart te geven ten koste van Duitschland Want de opbloei voor Nederland zou groot zijn, Rijn- en Ruhrland is maar niet zoo een stuk land, het is een van de meest belangrijke centra van Europa. Dan wil Van Hamm wijzen op de groote gevaren en nadeelen, die een eigen munt voor Rijnland zou hebben. Want juist met die eigen munt wordt van Fransch propagandistische zijde nogal propaganda gemaakt. Een eigen munt met waarde. Hierin is het wel absoluut onnoodig om de argumentatie van Van Hamm op de voet te volgen. Laten we hier alleen een tegenvraag stellen. Van Hamm beweert, dat het voor Rijnland een ongeluk zou zijn, als daar de papiermark werd afgeschaft. Laten we een tegenvraag stellen Heeft de papiermark nu inderdaad zoo'n zegen aan Duitschland gebracht. Is dat immer van waarde veranderend geld nu werkelijk zoo'n groot geluk? S Dan het meest kinderlijke. Nadat alle moge lijk in- en uitvoerprobiemen behandeld zijn, wordt nog even terloops gezegd, dat volgens de Fransche propagandisten Rijnland natuurlijk wel Reparationen zou moeten betalen. Dit had de opzet van alles moeten zijn en hieraan had Van Hamm het eerste hoofdstuk moeten wijden en nog lie* er alle hoofdstukken. Maar dit wordt weggemo feld, dit staat maar eens ergens tusschen andere dingen in en, zooals in een vorig artikd al is aangetoond, juist deze kwestie gaat boven alles. Frankrijk werscht een Rijnrepubliek. V/at biedt Frankrijk aan? En als eerste aanbod zou dan wel moeten klinken, dat die republiek vrijgesteld werd van betalingen aan Frankrijl en misschien ook aan België. Eu Rijnland hat immers recht om zelfs restitutie van gedane betalingen te vragen, voor de vriendelijkhetd. dat het een bufferstaat wilde worden. De heele kwestie. Moet een eventueele Rijn republiek Reparationen opbrengen aan Frankrijk wordt weggemoffeld. Van Fransche zijde i: dit wegmo felen begrijpelijk. Omdat Frankrijl toch immeis twee dingen wenschteen buffer staat en betalingen. En voor die iietalingei kan Rijnlai d niet gemist worden,,omdat he immers het rijkste gedeelte van geheel Duitsch laud is. Vlaar Va 1 Hamm vindt deze kv. e ie heele maal niet belangrijk genoeg om er lang bij sti te staan. Hij spreekt over een westelijke oriënteering en waarschuwt, dat Frankrijk geen concurrentie zal willen. Maar zooals hierboven al is aangetoond, als Holland aan eigen welvaart denkt, dan kan Rijn—Ruhrland èn Duitschlam én Frankrijk missen. Want dan kan het net de geheele wereld verbinding krijgen over Rotterdam. Résumé? Als men het beekje van Van Hamm aandachtig leest, dan komt men tot het tegendeel van wat hij wil betoogen, dan merkt men, dat een Rijnrepubliek economisch uitste kend zou kunnen bestran. En w enscht Duitsch land de economische randen n et die Rijnrepu bliek te verbreken, d n heeft R ijnland toch een uitweg door Holland en zal he; verbreken van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1923 | | pagina 1