FILTREERPAPIER, Nieuwe sorteeringen verlaagde prijzen. DE ONDERGANG DER BOKRUITERS. Lanöbonwboekhonden. Tan der Graaf Co.'s bureaux voor den handel s, s. Texelstroom naar PurmerencL Boekhandel Fa. Langeveld de Rooij. Brietkaart-albums, Foto-albums, Poësie-albums, Stereoscopen, Collegetasschen, Lederen geldzakken, Thermometers, Fa. Langeveld de Rooij, FEUILLETON". cursus worden gehouden in landbouwboehhouden. AMSTERDAM (hoofdkantoor) ROTTERDAM BRUSSEL. Incasso's van achterstallige en betwiste vorderingen. Handelsinformatiën. Hij, die met veel succes, Zijn zaken wil vermeeren. Die moet van tijd tot tijd Ook eens flink adverteeren. Weder ontvangen voor het drogen van bloemen, 3 vel a 10 cents. tot aanmerkelijk 'm&UTSU w. vaart Maandag ÏO Sept. "Vertrekt 1 uur. C. METS Zoon. p in prijzen van f.0.90, f 1,05, f 1,10, f 1,20 en f 1,40. f 0.60, f 0,75, f 0.90, f 1.05, f 1.10, f 1.30, f 1.45, f 1.65, f 2.—, f 2.70 en f 3,60. f 0.40, f 0.50 en f 0.75. f 1.60, f 2.25 en f 2.70. in diverse grootte en uitvoering f 1.80, f 2.25, f 2.65, f 2.70 en f 3.25. de bekende portemonnaie van slagers, bakkers, winkeliers, enz. f 0.40, f 0.45 en f 0.50. f 0.40, f 0.45, f 0.50, f 0.60, f 0.75 en f 0.85. v »v'" EEN ZONDERLINGE HISTORIE, door A. MtlTZELBURG. 17) Nadruk verboden. Wat wilde hy eigenlijk, wat voerde hem eigenlijk hierheen Met zekerheid had hij het zich zelf niet kunnen zeggen. Het was een vermoeden, dat nu eens meer, dan weer minder vaste vormen aannam, een onrust, waarover hij zich niet nauwkeurig reken schap wist te geven. Iemand in vertrouwen nemen was natuurlijk uitgesloten. Men zou hem hebben bespot en zeer waarschijn lijk zijn verdenking aan den desbetreffenden persoon hebben meegedeeld. Hij had alle reden, om iedereen te wantrouwen, mis schien de heer Bokelmann uitgezonderd. Wat hij in dien bewusten nacht bij de een zame, vervallen kapel gezien en gehoord had, deed hem stellig geiooven dat de bende der bokruiters haar medeleden zelfs onder zoodanige personen telde, van wie niemand het minste kwaad kon denken. Hoe ge makkelijk kon in die kringen een vertroij welijk woord by den verkeerden persoon terecht komen en tot waarschuwing (jje. nenMocht het blijken, dat Pestenrath's vermoedens op waarheid berustten, dan moest hij met de grootste voorzichtigheid te werk gaan, ten einde het ontsnappen der meest schuldigen te voorkomen Of hij ontdekte het geheim, öf niemand zou ooit te weten komen, wat hij eenmaal had ver moed. Na afloop van ongeveer een half uur ging de huisdeur van den chirurg open en deze trad met eenige andere mannen naar bui ten Zij spraken luid ]en levendig onder elkaar, maar, zooals het scheen, slechts over aangelegenheden hun kennissen betreffende, die zij schertsend bespraken Het was dat echte gesprek van klein-steedschen die ei kand er allemaal precies kennen en niet vrij van humor zijn Festenrath volgde hen op ^en flinken afstand tot aan Tils huis, Hy hoorde, hoe de huisdeur achter de man nen gegrendeld werd en stelde zich thans op korten afstand van het huis verdekt op. De luiken waren hermetisch gesloten. Nu en dan hoorde hij stemmen uit het eene ve.vtrek, dat tamelijk helder verlicht was, want uit de kleine hartvormige openingen in de wensterluiken drong een felle licht straal naar buiten. Maar deze openingen waren veel te hoog om hetgeen daar bin nen gepeurde, te bespieden. Fesf.enraf.h bemerkte wel, dat hij heel wat dichter moest naderen en zich bij het ven,' jter moest opstellen, als hij iets wilde hor iren van hetgeen daarbinnen gesproken w' jrd. De heele omgeving was zeer eenzaam. ï7 .iemand kwam voorbij. Langzaam liep hij op het huis toe. Toen scheen een hond op de binnenplaats de lucht van hem ge kregen te hebben en sprong met woedend geblaf tegen de hooge schutting die de 'b innenplaats afsloot. Festenrath trok zich Z( >o snel mogelyk terug en de hond kal- m eerde langzamerhand. OoH hoorde de ka pitein, hoe een vrouwelijke stem op de bnai nenpiaats den hond tot kalmte aanmaan de. Hi >g een andere list, die Festenrath ver- zoi j, bleek eveneens vergeefsch te zijn. Hij wi ide over de straat het huis vooibijgaan dan weer terugkeeren, daarbij echter ilge minuten bij het venster blijven staan trachteniets van het gesprek op te van- a. De hond verijdelde echter ook deze po- rg, want zoo J ra hij voetstappen hoorde, gv® hij te blaftón of tenminste te grom- m en. 2 oodat de kapitein niets kon verstaan. H ij sag zich dus genoodzaakt, zijn plan op 01 te gi iven. Graag zou hij de mannen die >er bije engekomen waren, bespied hebben, rodra z. j naar huis gingen. Maar hoe lang ou hp d an wel moeten wachten En ais ij zelf et ns ontdekt en aangesproken werd en eoi en gu be moest dat dan geen achterdocht opwek- ken Langzaam, nu en dan weer staan blij vend, of weer enkele passen omkeerend, ging hij naar huis, zocht in het donker zijn kamer op en leunde, zonder licht aan te steken, uit het raam, om dan tenminste den terugkeer van George af te wachten. Het was ongeveer tien uur, toen de knaap aan de hand van een der mannen naderde, in wien Festenrath Til vermoedde. De knaap was zeer levendig en sprak in een zekere opwinding, zoodat Til eens tot hem zei „Luister eens, George, je moet je mond houden 1 Anders halen wij je niet meer bij ons in de kamer. Dat hoeft niet iedereen te weten „Och neen, oom Til, ik zeg ook niets, stel lig niet 1" betuigde de knaap. Toen hoorde Festenrath, hoe Til den knaap aan zijn moeder overgaf en het huis verliet. Hij kon de gestalte van dezen man niet herkennen. Niet lang daarna hoorde hij luide mannenstemmen en een aantal mannen ging voorbij zijn raam zij spraken over goed en over slecht bier en óver tabak. Een der stemmen kwam den kapitein be kend voor en hij hoorde, hoe deze eenmaal op de vraag: „Carsten, waar heb je tegen woordig je tabak vandaan antwoordde „Ik breng ze gewoonlijk mee uit Maastricht daar is ze het goedkoopstwaarop de .anderen begonnen te lachen. Het scheen Festenrath, alsof hun gesprek iets gedwon gens hadmaar daarin kon hij zich ver gissen. Hy nam den naam Carsten goed in zijn geheugen op. Toen ging hij naar bed en daar hij door de wandeling en door de avondlucht moe was geworden, sliep hij heel gauw in. Hy kon nog niet heel lang geslapen heb ben, toen hij gewekt werd door luid kloppen op zijn deur. „Och, mijnheer Heisner," klonk de ang stige stem van de weduwe Mertens, „doet u mij een plezier en staat u direct op. Mijn George is ziek, ik weet niet meer wat te Te den Burg en te Oosterend zal een Aangifte van leerlingen, die den leeftijd van 21 jaar moeten hebben bereikt of een diploma van een inrichting voor landb. onderwijs moeten bezitten, zoo spoedig mogelijk, voor den Burg bij den heer J. S. DIJT en voor Oosterend bij den heer Joh. Kór JNING. De Commissie voor Landb. Onderwijs. Voor Huidaandoeningen doen.* Festenrath sprong direct uit bed, kleedde zich vluchtig aan, sloeg zijn jas om en stond een oogenblik later op de gang voor zijn kamer, juffrouw Mertens maakte dui zendmaal excuushaar stem verried een doodelijken angst en toen de kapitein, na dat hij getracht had de vrouw gerust te stellen, haar kamer binnenging en een blik op George wierp, die op bed lag, begreep hij tot zijn grooten schrik, dat deze angst maar al te zeer gerechtvaardigd was. De knaap trilde over al zijn ledematen, draaide zich telkens woest om, had de dekens van van zich afgeschudzijn roode gezwollen oogen glinsterden geheimzinnig; ook zijn gezicht vertoonde een hoogroode kleur hij mompelde onverstaanbare woorden, viel dan weer uitgeput neer en lag een tijdlang als verdoofd, om zich dan plotseling weer op te richten en wild onsamenhangende woorden te stamelen. „Hij was al in slaap gevallen," zei juf frouw Mertens, die bleek en radeloos voor het bed stond. „Plotseling hoorde ik ik was zelf op het punt in te slapen hoe hij zich bewoog en steunde en toen begon over te geven. Ik sprong overeind en hield zijn hoofd vast. Aan dat overgeven scheen maar geen eind te zullen komen. Hij viel uitgeput in de kussens terug, toen echter begon zijn lichaam te schokken en ging hij ijlen. Hij moet bepaald hevige koorts hebben.* „Zoo komt het mij ook voor," zei de ka pitein, die de hand van den knaap gegre pen had en zijn pols voelde. „George George, mijn jongen - - ken je me niet De knaap keek hem met zijn roodgezwol len oogen, die hun zachte, vriendelijke glans verloren hadden, een oogenblik aan, pro beerde te glimlachen en fluisterde „Oom Meisner." (Wordt vervolgd) - - U' -r7 Gy slaakt een zucht van verlichting zoodra een druppel van het verzachtende en kaL meerende D.B.D. Waschmiddel Uwe huid heeft bevochtigd. Tallooze lyders danken on9 da^elyks voor dit middel. Het geneest Eczeem en doet de jeuk ophouden. Koopt het vandaag nogl F. 0.75 en f. 2.50 per fl. Genees krachtige D.D.Ö. Zeep f. 1,-. Verkrygbaar by alle apothekers en drogisten. Hoofd agent: B. Meindersma Den Haag, van wien Brochure op aanvraag.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1923 | | pagina 4