De kaart van Nederland Een pnicht-collectie Foto-albums, Becht's Maand-kalender prijs f 1,00, Van der Graaf Co.'s bureaux voor den handel DE ONDERGANG OER BOKRUITERS. twee vaste knechten. VRUCHTBOOM- C ARBOLIN EU M. van F. BRUINS met vliegensvlugge plaatsbepaler Voor kantoor en huis onmisbaar. Geheel op linnen f4,50. in de nieuwste uitvoeringen. Voorhanden in Boekhandel Langeveld de Rooij. r;v FEUILLETON. een woonhuis in de Parkstraat, Gesloten auto beschikbaar. Boekhandel Langeveld de Rooij J. KORTENHOEVEN. AMSTERDAM (hoofdkantoor) ROTTERDAM BRUSSEL. Incasso's van achterstallige en betwiste vorderingen. Handelsinformatiën. mM "Xi. EEN ZONDERLINGE HISTORIE, door A. MüTZELBURG. 48) Nadruk verboden. Eindelijk moest Festenrath er wel toe overgaan met Bokelmann ook over Kirch hoff te spreken. De goede rechter was door de succesvolle onderneming van den kapi tein, door de misslagen, die hij zelf begaan had en door het wantrouwen, dat hij in de laatste dagen tegenover den scherpzin- nigen man aan den dag had gelegd, geheel en al in zjjn schulp gekropen en zoo mak als een lam geworden. Hij dreigde uit zijn vel te springen, toen Festenrath hem rustig den chirurg als hoofdman vaD de bende noemde, boog zich daarna onder de ontzettend zwaren last van vermoedens en aanklachten, die Festenrath opsomde en weende ten slotte over de slechtheid van de menschen in het algemeen en van Kirch hoff in het bijzonder. Met betrekking tot dezen laatsten werd besloten, bij wijze van uitzondering een andere gedragslijn te volgen, hem niet direct in hechtenis te nemen, maar hem streng te laten bewaken. Nog had memand der gevangenen hem als „meester" aange duid en waarschijnlijk wisten alleen Cars- ten, Vliet en Til iets van dit geheim Daar men kon verwachten, dat hij in den loop van den dag een bezoek zou brengen bij den rentmeester vandaag zou immers zijn verloving plaats vinden kwam men overeen, hem rustig zijn gang te laten gaan en hem alleen twee begeleiders, een ge rechtsdienaar en Peter Joshem, me? te gevenop dezen laatsten was Festenrath absoluut gesteld, als den eenigen vertrouw baren man, dien hij kende. Gedurende de afwezigheid van Kirchhoff zou zyn woning doorzocht worden, want doordat hij tot nu toe zijn huis nog niet had verlaten,[kon hij ook nog niets naar elders h.bbin gebracht Om acht uur in den morgen verliet de chirurg zijn woning. De gerechtsdienaar Muller en Peter Joshem volgden hem op eenigen afstand. Kirchhoff ging eerst, zoo als steeds, naar het klooster. Daar scheen hij blikbaar van de nachtelijke gebeurte nissen gehoord te hebben, want toen hij weer buiten kwam, vroeg hij aan Muller, of dat dan alles wel waar zou wezenin het klooster hadden ze hem zulke wonder lijke dingen verteld. Muller, naast hem voortloopende, vertelde hem, wat hij ge hoord had en dat in betrekking tot Festen- rath's deelnemen aan de ontdekking groo- tendeels zonderling genoeg klonk. Juist dit gedeelte scheen intusschen den chirurg het levendigst te interesseeren. Hij ver wonderde zich buitengewoon, hoe zeer die kapitein had kunnen huichelen en merkte listig op, of men iemand, die zich zoo lang voor een ander had uitgegeven, wel onvoor waardelijk mocht vertiouwen. Daarop gaf de* gerechtsdienaar Muller geen antwoord, omdat hij er totaal niets op wist te zeggen en Peter Joshem wierp slechts van tijd tot titd sombere zjjdeling- sche blikken op den chirurg, alsof hij wilde te kennen gevenJou leer ik nu pas goed kennenOverigens deed Kirchhoff, alsof't hem in het geheel niet hinderde, dat die beiden voortdurend aan zijn zijde bleven Integendeel, hij dankte hen zelfs voor hun vriendelijke inlichtingen. Toen hij echter de huiskamer van den rentmeester binnentrad en naast den rent meester den ouden overste, Festenrath en Bokelmann aan tafel zag zitten, verbleekte hjj toch en wilde met de woorden „Par don, ik stoor zeker 1" de kamer weer ver laten. De rentmeester en Bokelmann zagen er zeer bleek uit en keken verlegen naar den grond zij konden zich nog maar steeds niet'in den nieuwen toestand indenken. De overste echter jrad den chirurg tege moet en zeide „Komt u maar binnen 1 Wij wachten op u „Op mij vroeg Kirchhoff, schijnbaar ten hoogste verbaasd. „Mag ik vragen, wat er gebeurd is E is toch niemand ernstig ongesteld „Neen, gelukkij, niet!" antwoordde Fes tenrath, op den chirurg toetredend. „Maar ik heb u iets te vertellen, wat ik in dit laatste uur in het bijzjjn van den overste Schadow en van den rechter Bokelmann aan den rentmeester heb medegedeeld. Ik wil dat in uw tegenwoordigheid herhalen, opdat het niet den schijn verwekt, dat ik achter uw rug iets kwaads van u heb ver teld. Ik, kapitein Karl Festenrath, thans grondeigenaar zooals mijn pas uitvoe rig vermeldt bovendien herkend hier ter plaatse door Peter Joshem, knecht bjj den waard Vliet, verklaar hiermede, dat ik in u den mij als chirurg Kirchhoff be kenden man, degene herken die den slo tenmaker Carsten heeft opgedragen, om den rentmeester te bestelen, terwijl hij hem tevens de middelenen den weg aanduidde, om dezen diefstal te volbrengenik ver klaar verder, dat gij de meester, leider, of hoe men het verder wil noemen, van de bende zijt, die in den afgeloopen nacht ge deeltelijk uiteen gejaagd, gedeeltelijk gevan gen genomen is, als welker aanvoerder ik u hedennacht heb herkendik verklaar verder, dat gij schuldig zijt aan de vergif tiging van den knaap George Mertens, naar ik vermoed door opium, waaromtrent ik mij nauwkeuriger mededeelingen aan de desbetreffende autoriteiten voorbehoud Zoo lang deze beschuldigingen, die ik u ten laste leg, niet weerlegd zijn, zult gij, zooals de rentmeester wenscht, den drempel vandit huis niet meer overschrijden. Indien ik mij vergist mocht hebben, dan ben ik tot iedere voldoening bereid." Festenrath had ernstig en op vasten toon, maar toch meteen zekere opwinding gesproken. Des te zonderlinger klonk het, toen Kirchhoff, wiens gelaat niet in het minst verried wat er in hem omging, heel koeltjes, alleen eenigszins ontstemd, ant- wooidde „U schijnt onder den invloed van de een of andere verstandsverbijstering teverkee- ren manie noemen wij dokters dat. U hebt de manie, in mij een [misdadiger of zoo ets te zien Het is merkwaard g.dat deze heeren, d e ik anders voor h e ver stan lig had gehouden dadelijk ge oef aan Tegen. 1 Maart gevraagd Zich te vervoegen op de Hofstede „Bui tenzorg" A. J. KEIJSER- TE KOOP en te huur een schuurtje in de Julianastraat. Aanvaarden 1 Mei a.s. C. KOK. Tarief billijk. Aanbevelend) P. KALIS Cz. Julianastraat Burg. voorhanden Verkrijgbaar bij, Versproeier beschikbaar. uw woorden schenken. Maar waarschijnlijk zijn de wonderlijke gebeurtenissen, waar over men mij heeft verteld, daaraan schuld want in tjjden van zulke opwinding blijft iemand zelden zjjn gezond verstandmees ter. Wanneer de heer rentmeester inder daad instemt met de door u gesproken woorden hetgeen mjj ten zeerste ver wondert en kwetst dan trek ik my on middellijk terug en zal dezen drempel slechts overschrijden, als ik geroepen wordt als dokter." Daarop maakte hij een beleefde buiging en verliet dadelijk het vertrek. „Dat zal binnenkort anders klinken, mijn heer Riedenburg 1" zeide Festenrath tot den ouden heer, die zijn gelaat met de handen bedekte. „Vertrouw u op mij en vrees niets. Ik sta u borg voor iedere schade, voor ieder nadeel, dat dit incident voor u tengevolge zou kunnen hebben. En volg den eersten indruk van uw gevoel: zend uw vrouw en juffrouw Annette nog heden naar Keulen naar uw bloedverwanten. Hoe minderuw naam en die van uw gezin genoemd wordt in verband met dien ellendeling des te beter voor u allen Bokelmann gaf den rentmeester een wenk en deelde hem in het aangrenzende vertrek mede, dat kapitein Festenrath hem de som men gelds, die hij, de rentmeester, aan de chirurg schuldig was, ter beschikking stelde. Toen verlieten de drie mannen het huis. Annette had Festenrath niet gezien. In den loop van den dag arriveerden tal rijke overheidspersonen uit de omliggende plaatsen. In Kirchhoff's woning had men niets verdachts kunnen vinden, maar toch ontving hij een ambtelijk bevel, dat hij zjjn huis niet mocht verlaten, terwijl hij boven dien streng bewaakt werd. Weliswaar wilde inHertogenradeaanvankelijkniemand gelooven aan de schuld van den chirurg. Het leek iedeieen onmogeljjk, dat een man, ■wiens positie als dokter hem overal ver trouwen deed verwerven en overal toegang verschafte dit heilige ambt had ontheiligd, om aai; dievep en weg te wijzen. 'Vordt vervolge is- ..-<*■ Cv I i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1924 | | pagina 4