N1. 3780
Zaterdag 26 Januari 1924;
37"u Jaargang.
ieuws- en
Advertentieblad.
Spoor- en Bootdienst.
Binnenland.
FEUILLETON.
HET SLOT DYUECK
ABONNEMENT!» u AM7ERTENTIEN worde* aangenoaaa* bg d. Oitg. Tra*. LANUSVILI* IC K O O IJ, Parkstraat, Boa* of T i x bi
NtEMEUERS
STER-TABAK
TEXELSCHE COURAN
verscbQoi Woensdag en zaterdagmorgen
Abennementeprpi per S maanden,
Voor den Burg 50 Cta. Franco per post door geheel
Nederland 75 Cts. Naar Amerika en andere landen
met verhooging der porto's. Loss* nummers 3 cent.
idvertentiën daags voor de attgave vóór 4 aur nam.
PrÜ» der Advertenitèn j
Van 1 tot 5 regels 50 Cts. Iedere regel meer 10 Ct. Qroote
letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend,
TELEFOON INTERCOMMUNAAL No. 11. Y y POSTCHEQUE- en OIRODIENST No. 652,
Licht op
Van Zaterdag 26 Jan. tot en met Vrijdag
1 Februari.
voor rijwielen 5,12 uur, voor rijtuigen 5,42 uur
HOOGWATER reede van Texel.
Donderdag 24 Jan. v.m. 10,15
Vrijdag 25 10,52
Zaterdag 26 11,33
Zondag 27 12,
Maandag 28 12,38
Dinsdag 29 .1.26
Woensdag 30 2,22
Des namiddags Is het ongeveer een hall uui
later hoogwater.
Post- en telegraafkantoor den Burg
geopend.
Op Zon- en feestdagen
Vm. 8 tot 9 uur n.m. 1 tot 2 uur
Op werkdagen
voor Telegrammen
Vm. 8 uur tot n.m. 8 uur.
voor Postzaken
Vm. 8 uur tot n.m. 7'/5 uur.
Voor postwissels, kwltantlBn, Rijks
verzekeringsbank, postcheque en girodienst.
Vm. 8.30 uur tot n.m. 3 uui
Voor Rijkspostspaarbank
Vm. 9 uur tot n.m. 7,30 uur
Zaterdagavond na 6 uur voor postdienst gesloten
Dienstregeling 7 October 1923.
Vertrekuren van de Boot.
Dagelijks
Vertrek Texel 8,—vm. 11,—v.m. 2 30nm
Helder 9,30 vm. 12,—midd. 4.15 nm
Vertrek en aankomst der treinen
van den Helder naar Amsterdam.
Vertrek Helder. Aankomst Amsterdam
6,32§ 9,04
6.49f 9,04
7,30 sneltrein 9,04
10,04§ '2,10
1 12,40 2,54
2.04ft 4-40
3,546,—
4,15§ 6,40
7,25 9,31
Donderdag naar Schagen een markttrein, ver
trek 7,45 aankomst 8,35.
Van Amsterdam naar Helder.
Vertrek Amsterdam. Aankomst Helder
5,19§ 8,35
7,57§ 9,37
9,11 11,21
12,28§ 2,41
3,04 6,19
5,49§ 8,05
9,16 '1,05
11,21+ '2.57
Niet op Zon- en feestdagen
t Alleen op Zon- en Feestdagen,
ff Alleen op Zaterdag
Niet op Zaterdag, Zon- en Feestdagen.
door
ILZE - BORE TANNER.
Nadruk verboden.
4)
Maar nu is mijn brief al zoo lang ge
worden en nog steeds schreef ik niets over
de hoofdzaak, over tante Klarissa en jullie
bent zeker al erg boos.
Nadat ik dus wat toilet had gemaakt,
ging ik met een kloppend hart weer naar
beneden naar de groote hall, waar de oude
Koentaad al op mij wachtte. Hij opende
een deur, die toegang gaf tot een groote
zaal met een parketvloer, groote spiegels
en kristallen kronen, maar verder geheel
leegtoen kwamen wij door de bibliotheek,
daarna door de eetzaal, die volgens mijn
begrip ook echt vorstelijk was ingericht
en daarop liet hij mij ^eindelijk in tante
Klarissa's kamer binnentreden.
Ik zag de eerste oogenblikken niets an
ders dan de groote, magere, zwarte gestalte
met het gele gelaat, die heel stijf in een
hooge, fraai bewerkte steel zat tn ik moet
eeilijk bekennen, dat ik het gevoel had,
alsof mijn bart in een ijze -en ritg bekn fid
TEXEL. 25 Januari 1924.
Giften Witte Kruis.
A. D. Oudescbild t 1,- N. N. Koog
f 1,— A. L. Burg 1 1,— J. v. d. B.
Waal f,1,50. Wed. K B. Burg f5.-.
Holl. Mij. v. Landbouw.
We hebben ons niet*.vergist de vrienden van
weleer waren Dinsdag goed vertegenwoordigd,
in de vergadering bovengenoemd in hotel de
Lindeboom. Wanneer de heer Keesom als
voorzitter met een kort woord de vergadering
heeft geopend, vangt de heer Visser aan met
te zeggen, dat het wel niemand zal verwonderen
wanneer hij verklaart, dat het hem een genoegen
is voor zooveel goede bekenden te spreken
over een zaak die hem na aan het harte ligt.
Al zou ik hier thans niet willen terugkeeren,
toch heb ik hier vijf gelukkige jaren doorge
bracht. Dat ik daarvan de aangenaamste her
innering over heb, ligt hem aan de Texelaars
zelf, die zooveel animo nebben betoond voor
de landbouwwetenschap, dat het mij daardoor
bizonder gemakkelijk werd mijn aandeel te
leveren. Ik herinner me gf en aangenamer dagen
dan die van de cursusten hier gehouden en
zonder te kort te doen aan hetgeen hier later
is -gebeurd op dit terrein, hoop ik te kunnen
zeggen, dat hetgeen ik Uvanavond za| vertellen,
van de nieuwere stikstofmeststoffen, er een
vervolg op was.
En dan herinnert spr. er allereerst aan hoe
de geleerden reeds in de dagen toen de land
bouwwetenschap zich nog moest baanbreken,
toen het gebruik van de kunstmest nog moest
beginnen, zich reeds het h^ofd hebben gebroken
met de vraag: wat ermojst gebeuren wanneer
de stikstofmest op was. Men was er n I. van
overtuigd, dat wanneer het gebruik van kunst
meststoffen algemeen zou worden, de toenmaals
bekende stikstof bronnen spoedig zouden zijn
ujtgeput. Als stikstofmeststoffen kende men
aanvankelijk slechts de chili-salpeter en de
zwavelzure ammoniak. De eerste wist men in
beteekenende mate in de buurt van Chili be
graven, de zwavelzure ammoniak als bijpro
duct van de gasfabricage. Al is de voorraad
chilisalpeter daar in Zuid-Amerika nog zoo
groot, waar afgaat en niet bijkomt, daar is een
einde van de voorraad te wachten, zoo rede
neerde men terecht. Zwavelzure ammoniak
in beperkte hoeveelheid a's bijproduct gepro
duceerd, kon de wereld niet van voldoende
stikstof voorzien. Zoo stond, zegt de heer
Visser, toen het wereldprobleem. Het oog was
gevestigd op de stikstof in de dampkringslucht
aanwezig.
Waren aanvankelijk de kosten veel te hoog
om met succes de stikstof uit de lucht aan
eenige stof te binden, de latere onderzoekers,
de Noren, zijn er in geslaagd de kwestie op
te lossen, voor stikstofvrees bestaat geen reden
meer. We hebben zegt de heer Visser, de
kiaan thans gevonden, we kunnen aftappen
zonder eind, want de dampkringslucht boven
zat, en ik bleef doodstil en als verlamd bij
de deur staan.
„Kom toch wat dichter bij, Henriëtte,"
zeide zij. en ik gehoorzaamde willoos; ik
geloof, dat ik beefde, toen ik voor haar
stond.
Daarop stak tante mij met een glim
lachje haar hand toe en ik maakte een diepe
buiging en kuste haar hand.
„Dus jij bent nu mijn achternicht," zeide
zij daarop en haar sombere, groote oogen
zagen my doordringend van onder tot boven
aan. „Nu, ik' hoop, dat wij het goed met
elkander zullen kunnen vinden en dat je
mij wat vroolijkheid en zonneschijn in mijn
eenzame ouderdom zult verschaffen."
Het was toch heel vrimdelijk, wat ze zei
maar toch bleef mijn hart maar angstval
lig kloppen en ik geloof, dat mijn stem
trilde, toen ik haar beloofde al het moge
lijke te doen, om haar tevreden te stellen
en haar wat op te vroolijken. Ik denk dat
het komt, omdat tante :so >'n hijzonder eigen
aardig gezicht heeft. Ir het begin ben je
verschrikt, zoo leelijk is het, maar als je
haar dan nauwkeuriger bekijkt, dan kun
je toch zien, dat ze vroeger mooi ge veest
moet zijn. Zij heeiit zulke wond* rlljke
oogen, bijna onaangenaam zou ik haast
zeggen, en een heel kleine mond en een
1C0 bunder land, is, naar berekening voldoende
om de heele wereld gedurende tien jaren van
stikstofmest te voorzien.
Statistisch heeft de heer Visser in kaart ge
bracht het gebruik van stikstofmest over de
geheele wereld, in de verschillende thans be
kende vormen, over de jaren 1907, 1913, 1917,
1920 en aan de hand daarvan komt spr. tot de
conclusie, dat de Nederlandsche landbouw stik
stofmest koopt in sleur. Dat men in Nederland
niet zegtIk heb stikstofmest noodig, in welke
vorm kan ik mij die met het meeste voordeel
aanschaffen maar dat men in de meeste geval
len zegt: ik heb Chili noodig. Volgens de
statistische cijfers bedroeg het gebruik van de
kunstmatige slikslofmest in 1907 nog maar
ongeveer 1 pCt., in 1913 reeds 10 pCt., 1907
30 pCt., 1920 43 pCt., terwijl volgens otficieuse
cijfers thans het wereldgebruik van kunstmatige
stikstofmeststoffen grooler is. meer dan 50 pCt
bedraagt. Deze evolutie, van zoo groote belee-
kenis, spiegelt zich in Nederland zoo zwak af,
dat spr. met geruslheid meent te mogen zeggen
dat men hier koopt uit sleur, zich niet de vraag
stelt: „welke stikstof zal ik aanwenden?" in
Duitschland, dat zich gedurende de oorlog met
stikstofmest uit de lucht voor zooveel mogelijk
op de been heeft weten te houden, is ook na
de oorlog het gebruik van Chilisalpeter van
geen beteekenis.
Dit ter inleiding, zegt spr., die dan tot de
behandeling van verschillende kunstmatige stik
stofmeststoffen overgaat. Over kalkstikstof zegt
spr. o.a. dat het is een product van een fabriek
aan de Adriatische zee, die vroeger cyaan-kali,
een soort stikstof produceerde voor de goud
winning in Zuid-Afrika en toen die gedurende
de oorlog stilstond, zich op de vervaardiging
van stikstofmest is gaan toeleggen. De cyaan
kali in zijn oorspronkelijke vorm zeer vergiftig
wordt in een andere vorm omgezet, de kalk
stikstof.
Aan het gebruik van kalkstikstof is het be
zwaar verbonden, dat de stof niet direct in
aanraking mag worden gebracht niet groeiende
planten, na 10 dagen ongeveer is het planlengif
omgezet in een waardevol [plantenvoedsel. Op
goede gronden heeft die omzetting een bevre
digend verloop en op de proefvelden in Neder
land is gebleken, dat kalkstikstof ,in het gebruik
als stikstofn est heel weinig onderdoet voor
chili-salperer. Kalkstikstof is 30 pCt. goedkooper
dan chilisalpeter. Aan het gebruik van kalk
stikstof zijn bezwaren verbonden, ie. Dat het
niet als overbemesting is te gebruiken welnu
zegt spr, gebruik daarvoor dan een meststof,
die er wel geschikt voor is. 2e. Dat het zoo
sterk stuiftstrooi het uit bij stil weer en
wapen uw oogen met een stofbril.
De natron-salpeter is mede een nieuwere
stikstofmest, scheikundig gelijk aan chili-salpe-
ter, maar fijn van korrel, meelachtig, waardoor
het gemakkelijk samenpakt, het bevat een hooger
natrongehalte dan chili-salpeter en is vrij van
perchoraat, zoodat perchoraat-vergiftiging, wat
wel eens met chilisalpeter voorkomt, is uitge
sloten.
Ammoniak-saipeter komt slechts ais gelegen
heidspartij aan de markt. Deze meststof bevat
de stikstof op twee manieren gebonden, n.l. in
lange, smalle neushaar geheele gezicht
is trouwens smalletjes en erg geel en de
handen ook. En als zij glimlacht, wat maar
heel zelden gebeurt, dan is het heelemaal
geen echte glimlach zooals bij een ander,
het maakt haar gezicht niet vriendelijk.
Sedert ik tante gezien heb, kan ik mij
levendig voorstellen, dat juffrouw Schroth
en Koenraad zoo zjjn precies zooals tante,
nadat zij 35 jaar, juffrouw Schroth zelfs
40 jaar, met haar samen hebben geleefd.
Maar misschien is tante ook niet altijd zoo
geweest, wie weet, wat voor moeilijk tijden
zij heeft beleefd, wat haar zoo stil en on
doorgrondelijk maakt. Ik zou er mij toch
zoo zeer over verheugen, indien het rnjj
gelukte met haar wat op te vroolyken. Ik
moest naast haar gaan zitten en moest van
u vertellen, maar het scheen m jj toe, alsof
zij er maar met een half oor naar luisterde
en opeens sprak ze „Je bent niet erg net
jes gekapt Henriëtte. Leg die vlechten
toch om je hoofd heen en laat het haar
van voren wat losser; dat gladgestreken
haar ziet er zoo kleinburgerlijk uit." Toen
raakte ik den draad van mijn verhaal kwijt
en ik was blij, dat tante mij toen liet gaan
om mijn koffers uit te pakken en zei, dat
ze mij de thee wel boven op mijn kamer
zou laten biengen.
maakh alle
rookers tof
haarvrienden.
DE BESTE
voor den prijs
ammoniak en in salpeter, tot een percentage
van wel 35 pCt. Is dat hooge percentage stik
stof misschien soms een bezwaar, als men een
lichte stikstofbemesting wil geven, in ander
opzicht is dat een voordcel. Chili bevat 15 pCt.
stikstof, zwavelzure ammoniak 20 pCt„ zij bren
gen resten in de grond, 85 en 80 pCt., waardoor
bij voortdurend gebruik zich ongewenschte
verschijnselen kunnen voordoen.
Gebleken Is reeds, dat bij voortdurend ge
bruik van chilisalpeter de grond sterk alkalisch
wordt en bij herhaald gebruik van zwavelzure
ammoniak zuur. Van ammoniak-salpeter blijft
niets over, de nadeeiige werking van de am
moniak heft die van de salpeter op en omge
keerd.
Nog een nieuwe stikstofmest noemt de heer
Visser, n.l. de ureum, bekend als het waarde
volle bestanddeel van de vloeibare uitwerpselen
van het vee.
Ureum bevat een stikstofgehaltc van 46pCt.
en is naar spr.'s oordeel, een stof, die een groote
toekomst tegemoet gaat.
Na een korte pauze komt de heer Visser aan
de behandeling van de stikstofmeststof „Norge-
salpeter," een troetelkind van spreker, naar hij
zelf zegt. Uitvoerig wordt de fabricage van
de Norge-salpeter belicht en hoe die fabricage
slechts rendeerend mogelijk is in een land als
Noorwegen, waar men over naiuur-krachtbron-
nen, watervallen, beschikt, die de frrijs van
een kilo-watt-uur electriciteit terugbrengen tot
een honderste gedeelte van die in ons land.
Elke dag worden op die fabrieken in het hooge
Noorden 5000 vaten norgc-salpefer bereid. Het
gebruik van norge-salpeter is als dat van
chili-salpeter. Norge-salpeter echter beslaat
voor 26 pCt. uit kalk. Terwijl chili-salpeter
door het hoog gehalte aan natron op zware
kleigronden vooral slempend werkt, werkt b.v.
norge-salpeter door het kalkgehalte op kalkarme-
en kleigronden in goede richting. Een ander
voordeel, door spr. reeds eerder genoemd, is,
dat norge-salpeter beslist vrij is van perchoraat.
't is waar, vervolgt spr., norge-salpeter is
watertrekkend, waarom het product in een
speciale verpakking moet worden verscheept.
Norge-salpeicr wordt echter verpakt geleverd
netto 10:1 K.G. De verpakking niet in rekening
gebracht.
Al is de waarde van de verpakking, de vaten
zoowel als de zakken, met papieren voering
Ook de koffie kreeg ik vanmorgen op
m(jn kamer en daarbij liet tante zeggen,
dat zij zich eenigszins ongesteld gevoelde
en dat z(j mij pas 's avonds aan tafel
wilde zien wij eten hier heel voornaam
pas om zeven uur en om twaalf uur ge
bruiken we een warme lunch - en ik kon
den dag verder doorbrengen zooals ik zelf
wilde en als ik er zin in had, het park en
de broeikassen bezichtigen. Dat liet ik
mij natuurlijk geen twee maal zeggen en
ben kris en kras door het heerlijke park
geloopen en gevoelde me als een vrye prin
ses. Over het park en de broeikassen moej
ik u een anderen keer nog eens schrijven
deze brief wordt anders veel te lang.
Aan tafel zat ik naast tante op een van
de leeren stoelen met de enorm hooge,
sty've, doch kunstig bewerkte leuning, waar
aan men zich eerst moet wennen, en het
was mij temidden van al die voorname
pracht en die koele oogen van tante heel
onhuiselijk te moede. Stel u voor donker
groene, leeren tapijten, een reusachtig ge
beeldhouwd buffet en schenktafel, alles
met zwaar zilvergerei beladen, en dan een
lange, breede tafel, aan welks hoofd tante
zat in zwarte zijde, als de verpersoonlijk-
ste voornaamheid en daarnaast dan uw
dochter, die toch anders haar woordje wel
wist te doen en allesbehalve verlegen was
heel bescheiden en deemoedig.
(Wordt vervolge