finale balans-uitverkoop. Ph. Vlessing, Den Burg. OCHTENDVOER. Spoorboekjes .Bij 1 ponds flacon honig ïfec-mt proef met ons BFZOEÉT ONZE Win terdien st. dienst 5 October 1924, Boekhandel Parkstraat. Gemengd Nieuws I Vanaf lieden nieuwe aanbiedingen. in lappen, manu facturen, dames- en heerénconfectie, linoleums, kar petten, enz P S. Nog eeio beperkt aantal blauw kamgaren costuums naar maat beschikbaar voor f 55,00, met prima voering en paardehaar-bewerking. geven wij zoolang de voorraad strekt 1 ons gebroken Chocolade Tabletten enz. cadeau. Gebr. BLOM, de Cocksdorp. per 10 K.G. f 2. 25 4,75 0. R. KEIJSER Co- Den Burg, Texel, 14 Januari 1925. Ontvangen Kloosterschat gevonden. In de kelders van een klooster te Kitff, Rusland, heeft mm een schat van groote baarde gevonden, die tijdens de sequestratie der kerkelijke góederen in 1921 verb,rgen was. De schat bestaat uit verscheidene puds goude, 110 puds zilver, 360 diamanten, 'enz tot eeD totale waarde van ODgeveer 850,000 roebels. Bovendien vond men nog een zak effecten, die niet meer in koers zijn en die nominaal verscheidene milliarden roebels waarde hebben. Aldus meldt een Russisch persagentschap. Sprinkhanen-lekkernij. Hoe heel anders de inlander vaak oor deelt dan wij, blijkt weer eens uit het volgende grappige geval, dat de katholieke missiooaiis; pater M Spanjers. te Tand jong Saktie overkwam. Hij vertelt het in de „Java Post" De ies aldus die missionaris over Joannes den t)ooper viel juist samen met het begin van deu Vasten. Wat was natuurlijker dan te wijzen op de boet vaardigheid, die de Voorlooper des Heeren door woord en voorbeeld predikte. „Hij droeg een kleed van Kemelshaar en een lederen gordel om zijn lendenen. Zijn vöedsèl bestond uit wilden honing en sprinkhanen." Groote verwondering op elks gelaat 1 Die Joannes een boetvaardige? Tot een der snaakjes zijn vihger bp- staki „Ja, laat is hooren. Aris. Wat wou je vragen „Een snoeper, Toean." Een andere vinger„een lekkerbek, meneer." „Wie? Joannes? „Ja," klonk het van alle kanten. „Maar jongens, hoe kom je er bij Nou, ze wilden er heel hun leven voor teekenen. Niets dan wilde honing en sprinkhanenZe smekten al alsof ze pauwentODgetjes te verteren kregen. „Nu ja, wilde honing gaf ik toe, maar sprinkhanen „Noü, fijn toean, fijn! Hadtuzemaar ooit geproefd, dan zou u niet zulke groote oogen opzetten." En of ik nu al verklaarde dat in de streek, waar Joannes leefde, ook nu sprinkhanen enkel door arme menschen gegeten worden, of ik me al beriep op Christus' eigen getuigenis, zij dacbteD er het hunne van. Nog dien eigen dag zouden ze me bewijzen, dat Joannes toch eigenlijk een lekkerbek was. Onmiddellijk na de les aan den slag. Gauw sprinkhanenkooitjes vaD rotan ge maakt. Denzelfden avond op jacht. Met een fakkel gewapend, zetten ze zich naast 't struikgewas. Al heel gauw hadden ze er eenige te pakken. „Vette vangst?" vroeg ik belangstel lend." „Ik heb er drie, ik twee," enz. „Ee wanneer is het nu sprinkhanen maal „Eerst vetmesten, meneer." „Nou hoor, als het dan zoo ver is, ver geet me dan niet op 't feest te verzoeken. Onwillekeurig schijn ik een vies gezicht getrokken te hebben. „Meneer weet niet wat goed is," klonk het andermaal. r au P „Kijk er is toean,B riep toen dó jöhgegr; met den veïsteb, die zijn snoeplust bie» v langer koD bedwingen„dat dóen win zoo." Met trok hij er de vleugels aki hield hem bij de achterpooten vaslpc stoofde hem een oogenblik bij 't lampet' glas, eerst rechts dan links, hap, vei'-" dweneh was de sprinkhaan in zijn maaff= Alleen de uiterste leden der pooten hiel(\ hij in zijn hand. Triumfantelijk keet me de ondeugd aah. Bewezen was vol: gebs hem, dat St Joannes toch eigenlijf lekkere brokjes niet versmaadde, N. Haarl. Ct. Wat lezers beleefden. Hij waagde zijn leven.» 't Was een strenge winter eü oofce1 de Amsterdamscbe grachten wareD, walfe niet vaak gebeurt, flink te berijden geweest. Doch de dooi was snel ingetreden'" zoodat het levensgevaarlijk Werd toch ta blijven rijden Maar de Amsterdamschejj Jordaanjeugd kende geen gevaar. O. ,d«< Lijnbaausgracbt bij de WillenJstfaatêi waar het ijs zeef slecht was pd reeds velt»-; gateD, vielen waar te nemen, reden nog eenige jongens. Plotseling een goschreew 1 Eén was er0' doorgezakt. Het publiek dat dadelijk toe-ri stroomde, 't was ODgeveer half een, stónd te blèrren aau den kant doch niemand^ stak een hand uit. p Een ageot die inmiddels was aangeko men, begaf zich op het ijs en waagde zijn leven voor den onverstandigen bengël, dieu in het gat verdwenen was. Met buitenge-v wonen moed en inspanning probeerde bijf' alles om den jongen te pakken te krijgen.z Alle aandacht was op het kranige werk11 van den agent gericht, tot de volgende^ lieflijke klanken, uit de mond vaD een der f voor mij staande vrouwen mijn oor be- y reikte: „Och God Kee, ga mee. Ik kèn niet zien, dat dat arme schaaf verdrinkt, i Waarom verzuipt zoo'n smeris nou t niet?!" Het Volk. m 50 9,- I 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1925 | | pagina 6