No. 3902 Woensdag 1 April 1925 38ste Jaargang De Gemeentetoren te den Borg. Texelsche Berichten Van week tot week ABONNEMENTEN: ADVERTENTIËN: TEXELSCHE COURANT DEN BURG: 50 cl por drie Maanden. Franco p. post door geheel Nederland 75 cl p. 3 maanden. Losse nummers: 3 cl DE TEXELSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAG- EN ZATERDAGMORGEN UITGAVE:N.V.v/h LANGEVELD DE ROOIJ DEN BURG OP TEXEL Van 1-5 regels: 50 ct. ledero regel meor: 10 c1. Dezelfde advertontlo 4 maal goplaatst wordt 3 maal borokond. BIJ abonnement lagere regelprljs. ADVERTENTIËN MOETEN DAAGS VOOR T VERSCHIJNEN 4 UUR NAM. IN ONS BEZIT ZIJN TELEFOON: N°.11 POSTGIRO: N°. 652 POSTBUS: N°. 11 Teneinde bij iedereeD vrijen toegang te verkrijgen, zal onze Courant zich houden buiten alle partijschappen en zich bepalen tot het mededeelen van hetgeen in onze omgeving voorvalt en der vermelding waar dig isOns blaadje vinde in iedere woning eene plaats en worde bij allen een welkome vriendhet worde een middel van gemeenschap tusschen verschillende personen, en voor allen een bron om bekend fe worden met hetgeen op ons eiland plaats rindt, in één woord, het worde de vraag baak voor allen, die niet onverschillig zijn, voor hetgeen op Texels bodem voorvalt. Texelsche Courant, no. 1, 15 September A° 1887. Al gebeurt het nu niet altijd, toch kan men meestal een zaak van twee kamen bekijken. En zelfs met een toren is dit mogelijk. Men kan bijvoorbeeld zoo zeggen: wan neer ge eenige duizenden steenen met de noodige kalk ertusschen opeenstapelt, en ge metselt daar tenslotte rog een puntje op, dan hebt ge een toren. Ge kunt daar dan een klok in hangen en die bij ver schillende gelegenheden luiden, maar noodig is een toren hiervoor niet. Er zijn ook wel klokken in eenvoudige lui-stoelen op de begane grond opgehangen. En als zoodanig beschouwd is een toren dan ook een vrij nuttelooze en noodelooze conglo meratie van baksteen en kalk, en niets meer. Maar er is, gelukkig, nog een andere en betere kant aan de zaak, die tevens het bewijs levert dat men nog niet altijd, met uitsluiting van andere redenen op de nuttig heid van een zaak alléén het licht laat vallen. Trouwens, als dat zoo ware, dan bouwde men allang geen torens meer, be halve vuurtorens. Een toren geeft aan het stadsbeeld, of aan het landschap, karakter. Stel u eens voor dat ge, van de Westermientsche bos- schen langs de Jan Ayeweg wandelende, het ranke silhouet van 't Hoornder Kerkje zoudt moeten missen, of dat ge, van Helder komende, de torens van Oudeschild niet meer tegen de lucht zoudt zien afsteken; dat ge, op een tocht döor 't Noorden van ons eiland, de zware vierkante toren van Oosterend en de twee kleine torentjes van de Cocksdorp niet meer zoudt zien,dat de terugkeerende badgasten de volgende zomer het vreemde oude torentje van de Koog niet meer zouden vinden en dat, tenslotte, de hoofdstad des eilands z'n beide markante torens, over heel 't eiland te zien, zoude moeten missenGeen Texelaar die zich dan nog op z'n eiland thuisvoelde! En wie in Nederland wel eens verder heeft rondgekeken wie zou 't niet betreuren zoo Utrecht z'n Dom, Groningen z'n Martini en Al oren, Delft z'n Lange Jan en zoo meerdere steden hun fraaie oude toreDS zouden moeten zien verdwijnen Het is te begrijpen en tevens zeer op prijs te stellen dat de Kommissie voor de Monumentenzorg ook de torens onder hare hoede heeft ge nomen. En hoe staat het nu precies met de ge meentetoren te den Burg, en deszelfs op handen zijnde, restauratie De kommissie voor de Monumentenzorg heeft naar onze toren een onderzoek ingesteld, en B en W werden er toen op gewezen dat de toren in een slechte toestand verkeerde Eensdeels was, uit een bouwkundigoogpunt, de toren verknoeid door onoordeelkundige herstelling met te kleine steenanderdeels werd het metselwerk van de spits voegloos terwijl er verschillende scheuren in de toren ont stonden en het metselwerk hier en daar- begon te verweeren Bebalve dus de dringende noodzakelijk heid tot herstelling, voortspruitende uit overwegingen van historisch belang en bouwkundige schoonheid, is er Dog een andere, meer practische zijde aan de zaak verbonden Ingevolge de Staatsregeling van 1798 toch is de gemeente eigenaar van de to en en met het beheer en onder- houd daa van belast. Wanneer nu door i bouwvalligheid van de toren, schade aan eigendommen van 'n ander ontstaat, dan j zal, naar aangenomen mag worden, de gemeente voor deze schade aansprakelijk zijn. Wanneer b.v. een brok steen van boven zou vallen en deze kwam toevallig op uw pet terecht, en gij zoudt op dit moment onder die pet loopen, dan was het zeer waarschijnlijk dat, indien ge op deze wijze' het rijk der levenden zoudt moeten verlaten, uw weduwen en weezen de gemeente voor pensioen zouden kun nen aanspreken. Of, om een minder dra matisch voorbeeld te nemen, wanneer door neervallende steen belendende gebouwen o. d. beschadigd zouden worden, dan was de gemeente voor deze schade aan te spreken. Het bovenstaande vormt, alles tezamen, meer dan voldoende beweeggrond om tot een grondige herstelling van de toren over te gaan. En evenzeer valt het te begrijpen en op prijs te stellen dat, wanneer deze herstel ling ter hand genomen zal worden wat, naar believen van de gemeenteraad, altijd nog van het verkrijgen van voldoende Rijks- en eventueel Provinciale subsidie afhankelijk gesteld kan worden men het oude, slecht loopende en totaal ver sleten torenuurwerk door een moderne tijdmeter wil vervangen. Ook in ons blad werd reeds op de slechte gang van deze klok gewezen en we mogen hier gerust aan toevoegen dat een één-wijzer uurwerk toch warempel uit de tijd is En het ge tuigt zeker van ekonomisch inzicht deze dringend noodige tijdmeter-herstelling te doen verrichten wanneer er toch eenmaal steigers om de toren zijn voor de bouw kundige herstellingveel geld zal het niet kosten. Of het echter geweDscht zal zijD, zooals het raadslid Epe voorstelde, dan ook een doorzichtige wijzerplaat met verlichting aan te brengen Wij betwijfelen dit ten sterksteeen dergelijke moderniteit op een, in de 16e eeuw gebouwde, toren zou zeker misstaan en even zeker de goedkeuring van de kommissie voor de monumentenzorg niet verkrijgen. em. j\.J P üCcCLe.n uidetjztin tiAKcè nuy>t AaJuJUAidooi /ïun aaui Jn usyden itjxj vctmaazd. DuobiNOFnoBilL4 A J.'POLnn-OBONinacn A.J.P 5 DR!£M0LENTJE5- PUDDING OE 1/OLMAArtTE ChOCOLAOEPUODING Vervanging van hulpkantoren door stations en van kleine Hoofdkantoren door bijkantoren. (Reorganisatie der P. T. Dienst. Het volgende adres is door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Alkmaar verzonden aan de Directeur-Generaal der Posterijen en Telegrafie De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Holland's Noorderkwartier, gevestigd te Alk maar, bijeen in hare algemeene ledenvergadering do. 25 Maart 1925, gehoord hebbende: lo. de uiteenzet.ingen van den wnd. Hoofd inspecteur der PosterijenenTelegrafie.de heer Duynste?, en die van d<n heer Truffino, chef der afdeeling Posldienst, 2o. het oordeel van de bedrijfsgroepen, waar voor de leden der Kamer geacht mogen worden onderscheidenlijk zitting te hebben genomen in de Kamer van Koophandel voor Hollands Noorderkwartier, ten aanzien van het vraagstuk der voorgestelde versobering van den Dienst der Postrijeen en Telegrafie in Nederland, is van oordeel, 1. dat het doel van het Hoofdbestuur dtr Posterijen en Telegrafie om le trachten, bij een voortdurend sluitende begrooting van haren dienst, in de naaste totkomst, een aanmerkelijke verlaging der Posttarievenin te voeren, meet worden toegejuicht, 2 dat echter zoowel de Handel in dit Gewest, als de Kamer van Koophandel, ongaarne zullen zien, dat de Dienst der Posterijen en Telegrafie daardoor minder goed zal func- tioneertn dan in de vóórooriot sjaren, 3 dat zij zich dus in geenen detie ermede kunnen vereenigen, dat de inkrimping van den Dienst verder zal gaan dan een terug keer tot den toesla d van 1914, tenzij.dat het Hoofdbestuur zou will :n verklaren, dat verdere beperkingen van ü:n diei si slechts door haar zu len worden i ipevoerü, na ge pleegd overleg met en gui slig advies van de Besturen der Gemeenten en de Kamers van Koophandel, opdat daardoor worde bereikt, dat de plaatselijke belangen van Handel en Industrie, welke uit den aard der zaak niet over denzelfden kam kunnen worden geschoren, tenvolle fot hun recht zullen komen. In bepaalde gevallen zal dan, na gemeenschap pelijk overleg, vermoedelijk wel een regeling kunnen worden getroffen, waardoor op practische wijze Uwe plannen met de belangen van Handel en Industrie in baar district in overeenstemming kunnen worden gebracht. Voor de Kamer, (w.g.) De Voorzitter S. W. Arntz De Secretaris D. J. Scheffel. UIT DE SCHOOL GEKLAPT. Teleurstelling. Geen wonder, dat Guda niets aan zoo'n gedwongen vacantie vond. Vrjjaf te hebben en dan te bed 't Kon niet onplezieriger. Anders mocht je buiten spelen, en wanneer je eens zin had om naar 't strand te gaan dan vroeg je. Moe vond 't meestal goed en vader ook wel Ging je liever met je vriendinnetjes op de wip, dan mocht dat ook, als je maar voorzichtig deed en niet wild, zooals broer. Die was er eens afge vallen en met z'n hoofd op een baik terecht gekomen. Maar wie deed er nu ook zoo? Meisjes zjjn toch anders! Nu was ze al zoóveéi weken ziek geweest en erg ook, hoor. Bijna al dien tijd had ze te bed moeten liggen, tot voor een dag of wat. Toen had dokter goedgevonden, dat ze er eens uit kwam en nu was 't al zoo ver, dat ze misschien buiten mocht gaan wandelen. „Dat zonnetje is toch maar een lief zonnetje, hè moe," had ze gezegd 't ZoDneweer deed wonderen. Veel eerder dan iemand had durven hopen, was ze weer geheel hersteld en de tjjd begon te naderen, dat Gu weer naar school zou gaan. Toch wel een heele verandering! Hoe ver zouden ze wel wezen Zouden ze de kaart van Utrecht al gehad hebben, misschien heel Nederland al Zou meester al van vlinders en rupsen verteld hebben Dat had-ie beloofd en daar hield ze zoo van. Had ze thuis maar wat voor school kun nen doen. Maar dokter had 't streng ver boden Ze mocht de eerste weken zelfs volstrekt geen bezoek hebben en zoo sleet ras de genegenheid die tal van klasgenoot jes haar toedroegen Dat ze wel een half uur van de school woonde, deed ook geen goed. Eindelijk was de groote dag dan daar Spoedig zou ze weer in d'r klas zitten, waar ze zooveel prettige uren had doorleefd. Wat zou meester opkijken, als-ie zag dat ze weer zoo goed was „Hij zal je wel een tikje op je roode wangen geven," had moe neg gezegd voor ze wegging. Een paar weken geleden was-ie voor 't laatst thuis geweest en toen was-ie al zoo blij, dat ze zoo mooi vooruitging De bel ging en de lokalen vulden zich met kinderen en geluiden. Eén schooldag was om en toen Guda thuis kwam, hadden vader en moeder na tuurlijk veel ie vragen. Maar wat was zus teleurgesteld. De klas was veel grooter geworden en 't was er lang zoo gezellig niet meer. ,En wat zei meester wel was moeders vraag. Verdrietig volgde daarop Gu's antwoord: „Hij zei niets, ik heb 'm niet gezien." Wegens overtolligheid was hij ontslagen en een andere meester was nu onderwijs en opvoeding van een grooter aantal kinderen opgedragen 21—28 Maart. De Eerste Kamer heeft in deafgeloopen week den begrootiDgsarbeid voortgezet en thans ook de begrootingen voor Buitenland, Indië'6n de Posterijen afgedaan. Zy heeft een paar dagen vacantie genomen om even uit te blazen, komt Woensdag weer bijeen ea zal, zooals wg reeds schreveD, Donder dag het wetsontwerp inzak9 deaLcba flog van den Zomertijd in behandeling nemer. I< m d dio bi jkbaar de reuzen hei teeield dseln- aan de „Tel.mecie, dat kar w rden verw iLibt, cat 28 a 29 vtmdeöC le .e zich zullen verhlaten tegen het wets v verpi z:oda de zoinertijf nog een g. t le kaofl heeft. Deze m6dedeeling komt overeen m-1 wat ook van andere zijde op grond van het verhandelde in de afdeelingen is mede gedeeld, zoodat het Donderdag voor den heer Braat en zyn vrienden een dag van spanning zal zyn. De regeering heeft het Voorloopig verslag thans beantwoord, waurby zij nog eens uitvoerig uiteengezet beeft, waarom baar de afschaffing van den Zomertijd nood zakelijk lykt Stuk voor stuk beeft ze tevens de in de afdeelingen aangevoerde bezwaren trachten te weerleggen. Het zal nu Donder dag moeten biyken of ze Dog eenige wei felende ledeD tot haar inzicht heeft kunnen overhalen. —o—o-o— Behalve door bet parlementaire gebeuren en de toenemende stembusactie wordt de aandacht thans ook weer eens in sterke mate getrokken door de berichten over de aloude Nederlandsch-Belgische kwestie. Deze nemen steeds vastere vorm aan en wyzfld erop, dat de in 1920 afgebroken onderhandelingen over herzieutog van een'- ge bepalingen van hot tractaat van 18311 io- nensort weer olficteel hervat zullen worden De diplomatieke onderhandelingen daarover tusschen Den Huag en Brussel gevoerd, hebben den weg geëffend. Een officieel communiqué van de beide regeeringen daar over is reeds verschenen. Naar luid der iulichtingen, is overeeostemmlg verkregen over een ontwerp-overeenkomst dat een essentieel karakter draagt en waarin de souvereiniteitskweetie van de Wielingen niet wordt aangeroerd. —o—o—o Het groote onderwerp in de buitenland- scbe politiek biyft nog steeds het vraagstuk van vrede en veiligheid, waarover minister Chamberlain zoo'n belangrijke redevoering heeft gehouden. Toch valt op het oogenblik over de zaak zelf niet veel meer mee te deelen dan dat er tusschen de kabinetten der geallieerde regeeriDgen onderhandeld wordt over de mogelijkheid van een veilig- heidspact- En tevens dat de Poolsche regeering by monde van baren minister van buitenlandeche zaken nadrukkelijk betfc laten verklaren dat zij geen bezwaar heeft tegen veiligbeidsverdragen maar zch met hand en tand zal verzetten tegen elkowy- zigiog in het verdrag »an Versailles wat de Poolscbe grensregeling betreft, Hierin ligt een overgrooto moeiiykheid. Verder is er ook nog steeds de onopge loste Keulscbe kwestie. Waar biyfttocb het rapport van de intergeallieerde militaiie contiölecommissie Die vraag is in de laatste dagen nogal eens gesteld en terecht Weken geledei reeds heette dit rapport, waarin de /onden van Duitecbland openbaar zouden worden gemaakt, gereed te zyn, maar tot publiceeren kwam het steeds rog niet. Er moeten volgens de Frnnsche bericht gevers, die het zeggen te weteD, voor Duitecbland zeer zware beschuldigingen instaan. Zoo zelfs weid het voorgisteld, alsof de contiöleoommipsie Du'tschlandge- vonden heeft als een groot geheim arsenaal Van Duitsche zijde, ook van den kant der regeeriug, is verztkord, dat Duitschland zijn verplichtingen nagekomen is, dat het ook het laatste stutje van zijn krygsuitrusting heeft afgelegd dat bet een land is waatin het ideaal van ontwapening tot verwtztr- lyking is gebracht Maar,., het rapport blijft achterwege en... de oiDuiming van de Keulsche vöoe wordt op do lange baan geschoven. Niemand die precies kan zeggen waarom toch met de publicatie getreutell wordt. Allerlei offieieele stappen worden gedaan om de punlicatie „te bespoedigen" en als men ziet dat die stappen zelf soms langer dan een week in beslag nemen, dan moet men toch wel even lachen. Er ts gezegd, dat er in de commissie oneenigheid bestaat over wat er in het rapport moet en wat niet moet worden opgenomen. Zelfs is beweerd, dat generaal Foch af zou treden en later weer. dat de heele commissie zou verdwyoen. Maar Foch en de commissie zijn er nog en het rapport laat nog alty I op zich wachten. De Gezanteoraad heeft ook al eens laten vragen hoe het er mee stond, maar er bleek een vragenlijst noodig te wezen 6n het heeft alwser een paar weken geduurd en ove wat er in die vr: - g;n!ijst most staan, it men he biykoaar .tu pas eens bunnen ''ordsn, liet beant- voorden zal zeker ook weer eerige w. koa 'ragen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1925 | | pagina 1