WELGER's STROOPERSEN
„ERICA" DORSCHMACHINES
N.V. LANDRÉ GLINOERMAN
I
II
1
I
knellende!
QNZECANMDAAT
I
STEREOSCOPEN
BANDENl
Vraagt onze Nieuwe Prijzen van
Generaal Agenten voor Nederland
Spuistraat 6 en 8 AMSTERDAM.
Fa. Langeveld de Rooij.
en
SANGUINOSE
SANGUINOSE
FEUILLETON
fO-GRONINGEN
I WILLIAM le_ QUEUX
pnze beste candidaal;
^Gevierd door alle burgers
van den Slaah
fAXSFABRIELK^J
l/erkrijgbaar In verschillende prijzen
HOOGWATER ter reede van Texel, vóórmlddags; (nam. ongeveer Va uur later.)
Datum 6 7 8 9 10 11 12 Augustus
Hoogwater
10,53 11,40 12,26 1,— 1,33 2,19
3,09
Treinenloop Helder—Amsterdam v.v.
van Helder naar Amsterdam.
Vertrek Helder. Aankomst Amsterdam
6,29 Zond. niet 11 Juli-6 Sept. 8,45
9,Cl
6.29
7,29 sneltrein
10,05 Zondags niet
12,44 Zaterdags niet
1.10 alleen Zaterdags
3,48Zaterd. en Zond. niet
4,15 Zondags niet
7,20
Donderdag naar Schagen een markttrcin, ver
trek 7.42. Zaterd. n. Alkmaar vertrek 12,27.
12,17
2,52
2.52
5,43
6,30
9,28
Van Amsterdam naar Helder.
Vertrek Amsterdam. Aankomst Helder
5,21 Zondags niet 8,24
8,03 sneltrein Zondags niet 9,33
912 11 19
12,02 Zondags niet 2,26
3,11 alleen Zondags 6,09
3,40 Zondags niet 6.09
5,50 Zondags niet 8,02
9,07 sneltrein 10,53
Zondags aankomst 11,24
11,31 alleen Zondags 1,04
Stoombootdienst Texel - Helder v.v.
Op Werkdagen:
van Texel 6,— 8,— 11.15 2,35 5,30 uur
van Helder 7,— 9,50 12,15 4,15 6,40 uur
Op Zon- en Feestdagen
van Texel 6,— 11,— 5,30 uur
van Helder 9,12,6,40 uur
Auto-diensten.
Burg—Haven Oudeschild v.v.
Van Burg 20 minuten vóór het vertrek v. d. boot
Van Havenna aankomst van de boot.
Cocksdorp—Burg v.v.
Van Cocksdorp v.m. half 10 en n.m. 1 uur.
Van Burg v.m. 10.50 en n.m. 5,15.
Het Post- en telegraafkantoor den Burg
is geopend:
Zen- en feestdagen vm. 8—9; nam. 1—2.
Werkdagen
Telegraaf en telefoon: vm. 8 tot nam. 8
Postdienstvm. 8 tot nam. 7,30)
Postwissels, kwitanties I
Rijksverzekeringsbank vm. 8,30 tot nm. 3
Postcheque en giro I
Rijkspostspaarbankvm. 9 tot nam. 7,30
Zaterdagavond na 6 uur v. postdienst gesloten
Licht op van 1—7 Aug. 1925.
Rijwielen 9,14 uur, rijtuigen 9,44 uur.
SfiSSBaoS
Zuiver Plantaardig Versterkingsmiddel.
Wanneer gij in deze zware tijden de verschijnselen bespeurt van anaemic en van
neurasthenie, te weinig bloed en arm bloed, zenuwzwakte; dan moet gij, nu vooral
bijtijds daar wat aan doen. Zijt gij lusteloos? Uw eten smaakt U niet? Gij slaapt
slecht in; wordt wakker zonder uitgerust te zijn hebt hoofdpijn, suizingen zijt gedurig
vermoeid Dan is voor U de
het middel dat U spoedig de verlorene krachten hergeeft cn de zenuwen versterkt.
Sanguinosc wekt den eetlust op; bevordert een diepen, gezonden, verkwikkenden slaap
en grijpt met vaste hand in die reeks van treurige verschijnselen die anaemie (bloed
armoede) en neurasthenie (zenuwzwakte) vergezellen.
Tweemaal per dag een eetlepel.
De Sanguinose kost per flacon f 2,—6 fl f 11,.12 0 f21,—.
Te verkrijgen bij de meesff"Apothekers en goede Drogisten.
WACHT U VOOR NAMAAK.
VAN DAM Co.
De Riemerstraat 2c/4. Den Haag
Te Texel bij G. Dros Oosterend; T. Buijs en 1. Moerbeek, den Burg;
P. Dogger Oost, en Joh. Dros. Oudeschild.
45.
„Dat is zoo, maar gij spraakt niet over
dat onderwerp, en zoodra wjj haar in het
oog kregen, scheent gy veranderd en ver
liet ge my, zonder mij kans te geven iets
te zeggen.'
„Maar later had* ge toch volop gelegen
heid."
Bob scheen hiervan niet zoo overtuigd.
Hij antwoordde dan ook, een sigaret aan
stekende.
„Toen ik je later zag, waart ge zoo wei
nig mededeelzaam, dat het mij toeleek alsof
ge voel naeer wist, dan ge liet blijken.
Daar gij nog belang in haar bleeft stelleD,
kwam het mij voor, dat het niet op mijn
weg lag erover te beginnen.
„Och, en al had ge het gedaan," zeide
ik eenigszins opgewonden," zou het aan
den stand van zaken toch niets veranderd
hebben ge woet er feitelijk toch ook niet
veel van."
„Kom, Burgoyne, het is nutteloos te
je gedachten iü deze aangelegenheid voor
mij te verbergeD. Het komt mij voor,
alsof ge wenscht dat ik denk, dat het u
tpyt, zoo ik weinig weet. Misschien zijt
ge er in uw hart blij om. Het zou voor
sommige bloedverwanten Uwer vrouw min
der aangenaam zijn dat portret in uw be
zit te vinden denkt gij ook niet? Die
heethoofdige graven zyr som3 jaloersche
familieleden, geloof ik en..."
„Waaiachtig, daar doet ge mij groot on-
ïecht, Bob," wierp ik tegen, geraakt door
de zinspeling die hij daar deed. Niettegen
staande al onze twisten, ben ik nooit, ook
maar een oogenblik haar ontrouw geweest."
„Soit," was zijn koel antwoord. „Laat
ons daar maar niet verder op door gaan.
Kunt ge echter een eerlijke verklaring geven
voor Uw verlegenheid toen dat portret voor
den dag kwam
Deze directe vraag kwam mij zeer onge
legen. Al de feiten te moeten mededeelen,
zonder Vera bloot te stellen, wat ik
absoluut niet doen wilde scheen op het
oogenblik onmogelijk.
Wij spraken geen van beiden. Achterover
geleund in zijn stoel volgde bij met de
oogen den rook zijner sigaret. Toen stond
hij weer op en zeide op een toon, die my
pijn deed te hooren
„Denk maar niet na over die lastige
vraag, Frank, als die je hindert. Ik was
gek die te stellen. Adieu," en hij stak zijn
hand
„Wacht even," hield ik aan. „Ik zal het
U verklaren zoo goed ik kan, wanneer ge
geduld wilt hebben."
Ik wilde nu Bob zoo veel ik kon zeggen
over het geheim van den dooden man en
bem om zijn hulp vragen.
Zwijgend en veelal ongeloovig luisterde
hij naar mijn verhaal, van wat den vorigen
nacht was voorgevallen tusschen mij en
de vreemdeling. Toen ik geëindigd had,
vroeg hij:
„Eq ge hebt het lichaam daar zoo laten
liggen en er met niemand over gesproken?
Dat zoudt ge vroeger niet gedaan hebbeD."
„Maar wat moest ik doen Ik zou op
nieuw in het schandaal betrokken worden
en de vraag is. waar zou het eind zijn."
„En ge hebt ook de kist niet verder onder
zocht? Er zou ook wel wat belangrijks
kunnen zijn
„Dat zou kunnen Wat ben ik toch idioot
geweest ora daar toch niet aan te denken!
Stel u voor, dat ei brieven waren van
van
„Klok'
„Klok'
„Klok'
„Klok'
„Klok'
(rood merk)
(blauw merk)
(groen merk)
(zwart merk)
(geel merk)
1/9 pond
f 0,65
0,60
0,55
0,50
„0.45
p. ons
f 0,26
0,25
0,22
„0,20
„0,18
p. Vs ons
f 0,10
„Van den moordenaar? Dat is heel goed
mogelijk. Waarom gaat ge er nog niet eens
heen om te zien
Nadat het geval eenigszins uitvoerig met
hem besproken te hebben, waren wij over
een gekomen, dat, zoo gau w het avond zou
worden, ik nogmaals naar het huis zou
gaan, om, op gevaar af van ontdekt te
wo:den, de kist te onderzoeken. Hierna
scheidden wij, ik was veel opgelucht, door
mijn halve mededeeling aan Bob.
HOOFDSTUK XXV.
Een middernachtelijk onderzoek.
De uren gingen dien dag maar zeer traag
voorbij. Zij kwamen mij oneindig lang
voor. Wel duizend keer ik naar het klokje,
dat zoo lustig op de schoorsteen tikte, maar
de kleine wijzer maakte schijnbaar niet den
minsten voortgang.
Voelende, dat het nietsdoen mij ondrage
lijk werd, maakte ik een korte wandeling
naar het strand. Nauwelijks had ik daar
een paar honderd meter geloopen, of ik zag
er Demetrius. Hij flaneerde er op dezelfde
doellooze wijze als ik. Op hot eeiste mo
ment had ik naar hem toe willen gaan en
hem willeD groeten, wantzijn vroolijk ge
zelschap zou mij den" tijd sneller doen
voorbijgaan. Mijt volgende gedachte even
wel was, dat hij zou kunnen bemerken,
dat ik gepreoccupeerd was en hij mij vra
gen zou kunnen stellen, die mij minder
ge wenscht voorkwamen.
Toen ik nog met mij zelf aan het over
leggen was, maakte hij ei zelf een eind aan
door, zoodra hij my zag, naar mij toe te
komen
„Hei daar, waarom zoo ernstig riep hij,
toen hij mij hartelijk de hand schudde.
„Zie ik or zoo vroolijk uit antwoordde
ik, zijn vraag omdraaiend. „Je moet weten
dat ik een paar uurtjes niets te doen had
en daarom op straat maar wat verstrooiing
ben gaan zoeken."
Hij zag mij met een nieuwsgierigen blik
aan en ik vroeg my af, of hj begreep dat
mijn antwoord gezocht was.
„Zoo, zoo," merkte hij op. „Als je er
niets op tegen hebt, wil ik je helpen een
beetje verstrooing te zoeken," en hij voerde
mij verschillende mijlen door drukke straten
onophoudelijk opmerkingen makende, ik
slechts met korte woorden behoefde te
antwoorden.
Op een oogenblik, dat wij een stil hoekje
bereikt hadden, waar het conserveeren wat
makkelijker was, zei ik
„Vertel mij toch eens, waar hang je
eigenlijk uit?"
Hij begon hartelijk te lachen, toen-hij
vroeg
„Zoudt ge dat niet weten
„Op mijn eerewoord, ik heb er tot op
dit oogenblik niet aan gedacht. Waar
logeert gij
„Nr. 171," antwoordde hij, nog lachende.
„Nr. 171, waar? waarom zijt ge niet
duidelijker? Houdt me toch niet op, want
ik moet naar mijn hotel terug om het een
en ander in orde te maken
„Wat nog een andere afspraakmet
de dame,- wier portret ge gisteren avond
aan je vrienden hebt laten zien Ik hoorde
er ook van, oude jongen/ riep hij uit,
klaarblijkelijk meenende, dat hij mij daar
mee goed kon plagen. Ziende, dat ik die
opmerking koel opnam, vervolgde hij: „In
ernst, het is eigenaardig, dat ge niet weet
waar ik woon. Mijn kamer is op nummer
171 Charing Cross Hotel, en de uwe hteft
nummer 172 begrypt ge nu, waarom ik
lachte
„Uwe kamer vlak naast de mijne zeide
ik minder aangenaam verrast bij de ge
dachte, dat hij mijn gesprek met Bob van
dien zelfden morgen kou hebben gehoord.
„Maar, daar is toch niets bevreemdends
in, is het wel? Ik ben niet uit de quaran
taine ontsnapt. Tusschen twee haakjes,
van morgen had ik je een bezoek willen
brengen, en daar gij mijn zacht kloppen
niet scheent te hooren, - ge weet, ik klop
nogal zacht, waarom ge altyd hebt moeten
lachen, kwam ik naar binnen, ge waart
echter in zulk een ernstig gesprek met Uw
vriend Nugent verdiept, dat ik het beter
vond U niet te storen en ik ging daarom
terug. Hij is eeu uwer oudste vrienden,
nietwaar vroeg hij bilangstellend.
(Wordt vervolgd.)