V
NEELS Kledingmagazijnen
No 4037
Zaterdag 24 Juli 1926
398ie Jaargang
lec&tsvrageiL
Van Baden en Zwemmen.
Texelsche Berichten
Ite Opvoeding der rijpende Jeugd
SB WENTELTRAP
HIEMEIJER'S
HIEMEIJER'S
FEUILLETON
'Z J-7
ABONNEMENTEN:
UITGAVE: N.V. v/H LANGEVELD DE R001J DEN BURG OP TEXEL
ADVERTENTIËN:
TELEFOON: N°11 POSTGIRO: N°. 652 POSTBUS: N°. 11
Keizerstraat 62-63-44, HELDER
Cl IE COURANT
DEN BURG: 50 ct. per drie Maanden.
Franco p. post door geheel Nederland 75 ct p. 3 maanden.
Losse nummers: 3 ct
DE TEXELSCHE COURANT VERSCHIJNT
WOENSDAG- EN ZATERDAGMORGEN
Rechtskundige vragen, door een abonné
onderteekend en onder 't motto „Recht"
aan ons bureau (Parkstraat) ingezonden,
worden door onze rechtskundige mede
werker kosteloos beantwoord.
I
Van 1-5 rogels: 50 ct. Iedere regol meer: 10 ct.
Dezolfdo advertontio 4 maal geplaatst wordt 3 maal borokond.
Bij abonnement lagere rogolprijs.
ADVERTENTIËN
MOETEN DAAGS VOOR 'T VERSCHIJNEN
4 UUR NAM. IN ONS BEZIT ZIJN
(Vervolg)
lil
13. Meen niet, zwemlustige lezer, dat gij aan
de lust, die u naar de zwemplaats drijft, onbe
perkt moogt toegeven. Een medicus, met meer
dan twintig jaar ervaring als badarts, schrijft
als maximaal getal plm. 25 zeebaden per seizoen
voor. Ook hier kan te veel van het goede dus
schaden.
14. Neem nooit meerdere malen per dag een
zeebad. Het zou uw gezondheid kunnen schaden.
15. Van medische zijde wordt aanbevolen
met zeebaden te beginnen als de temperatuur
minstens 18" C. is. Is de huid gehard, dankan
men zoetjesaan bij lager warmtegraad gaan
baden.
16. Omtrent de duur van een zeebad zijn
moeilijk regels te stellen, doch bij een gevoel
van behaaglijkheid kan men veilig een kwartier
lang zijn baad- en zwemlust botvieren.
17. Kinderen beneden acht jaar geve men
als regel geen zeebad, raadt badarts Varekamp.
Voor kinderen met vetzucht kan een uitzonde
ring worden gemaakt, doch dit ter beoordeeling
van de medicus. Gaarne drukken we ouders
op het hart alle voorzichtigheid in acht te
nemen als magere, tengere, zwakke kinderen
baden gaan. Overlegt met uw huisarts in hoe
verre zij van een zeebad profijt kunnen trekken
en luidt zijn advies ontkennend, laat u dan
door de vlei-stemmetjes van de lieve jeugd
niet vermurwen.
18 Dwing kinderen nimmer 'n zeebad te nemen.
Ge bereikt er niets goeds mee en zult veelal
bewerken, dat ge de ambitie voor het bad- en
zwemvermaak voor goed verjaagt. Acht de
huisarts zeebaden noodzakelijk, zeker zult ge
er dan met de noodige tact wel een mouw aan
weten te passen.
Op uitnoodiging van de afd. „Texel" van
Volksonderwijs hield prof. R.Casimir Woensdag
avond 1.1. in hotel Texel een lezing over „De
opvoeding der rijpende jeugd".
Een tamelijk gevulde zaal hoorde deze onge
twijfeld zeer belangrijke rede aan.
De heer C. A. Keijser, voorzitter, opent met
een hartelijk welkom en zet in korte trekken
het doel van deze avond uiteen De laatste tijd
is er over de jeugd in den Burg nogal gesproken
en niet altijd in gunstige zin.
Toen kwam het bestuur op de gedachte prof.
Casimir uit te noodigen hier een lezing te hou
den, daar deze nog altijd midden in de jeugd
beweging staat. Prof. Casimir is ook de vader
Naar liet Amerikaanich van
MARY ROBERTS RINEHART.
5) -lof-
Het klopte met mijn theorie over het la
waai, dat het was of er een metalen voor
werp de trap was afgerold. Die vier treden
waren overgeslagen en het leek in ij dat bij
voorbeeld een ijzeren staaf z o zou vallen
twee of drie treden raken met het eene
eind, dan omdraaifen, een paar treilen over
springen en met een slag neerkomen.
Maar ijzeren staven vallen midden in den
nacht maar niet vanzelf naar beneden. Ik
probeerde het geval in verband re brengen
met de gedaante Op de veranda. Maar
en dat vond ik nog het vreemdste van alles
de deuren waren dien ochtend ailemaa!
dicht, met de ramen was ook niets gebeurd
en die deur van het speelzaaitje naar de
veranda had een speciaal slor, waarvan ik
den üleutel bezat en dat nog volkomen in
orde bleek te zijD.
Het leek mij tenslotte het aller waarschijn
lijkste dat het een poging tot inbraak was
geweest en dat de inbreker gestoord was
door het vallen van eeu voorwerp - wat
het ook geweest was waardoor ik wak
ker was gewordeD. Twee dingen kon ik niet
van het Lycaeum hij legde er een ferme band
tusschen leeraren en leerlingen. En denken we
niet aan prof. Casimir, wanneer we Ligthart
lezen
Nadat door „Gemengd Koor" een tweetal
nummers ten beste is gegeven, vangt spreker
zijn rede aan, welke van a tot z met belang
stelling wordt gevolgd. De lezer houde ons
ten goede, dat wij haar, met het oog op onze
beperkte ruimte, slechts beknopt zullen weer
geven.
Ik mag zeker wel beginnen, aldus vangt prof.
Casimir aan, het bestuur dank te brengen, nu
het mij gelegenheid biedt hier in de schoone
hoofdplaats van het eiland op een zomeravond
uw aandacht te vragen voor de opvoeding der
rijpende jeugd.
Een oud woord zegtGeef mij de jeugd en
ik heb de toekomst. Men doelde daarbij op de
jeugd van 8—12 jaar. Maar als het kind zijn
kindsheid is doorloopen, breekt de ontwikke-
lingstijd aan.
Deze puberteitsjaren kenmerken zich door
groote wijzigingen in de ontwikkelingsgang van
de jonge mensch, zoowel geestelijk als lichame
lijk. Eerst de laatste jaren speciaal zijn deze
puberteitsjaren tot onderwerp van ernstige studie
gemaakt: in Amerika door prof. Stanley Hall,
in Duitschland door Kramer, in Zweden door
Lehmann, in Italië door Lombroso, in Frankrijk
door Moreau en in Nederland door de reeds
ontslapen mej. 1. Kooistra. Eduard Spranger
geeft een degelijke studie in zijn boekjugend-
alter (1518 jr.) „Rijpere" jeugd is een slechte
vertaling van het Duitsche woord en kan beter
vervangen worden door „rijpende" jeugd.
De rijpingstijd is voor jongens en meisjes
niet gelijk. Voor meisjes loopt die tot 15, voor
jongens tot 17 jaar. De puberteitsjaren ver-
toonen een storing van het vredige kinderleven
Elk kind leeft tot zekere leeftijd in een paradijs
van onschuld. Jan Ligthart vertelt van zeer
arme kinderen, die door alle ellende heen hun
speeldrift bleven behouden, leder kent het stille
toevertrouwen van het kind aan ouders, onder
wijzers, vrienden.
Maar in de puberteitsjaren wordt dat altegaar
anders. De jongen wordt lastig, zijn ijver ver
mindert. De snelle lichamelijke ontwikkeling
vraagt ook veel. De jongen begint zich te
schamen; hij scheldt op de meisjes, hetgeen later
overgaat tot stille vereering. Hij wil groot-doen
schermt met groote woorden en staat steeds
klaar met critiek. Zelfs de ouders worden niet
gespaard. Dit is de negatieve houding, die zij
tegenover het leven innemen, welke later plaats
maakt voor een vastleggen of verruiming van
de belangstelling. Het kind groeit in in de wereld
der groote menschen en gaat belang stellen in
godsdienst, staat en maatschappij, literatuur
enz. De heer van Wijk, van het huis „de Arend"
te Rotterdam, oordeelt, dat op 1415-jarige
leeftijd de ontwikkelingstijd zoo goed als door-
begrijpeD hoe de indringer ontsnapt was
terwijl alles op slot was en waarom hij het
kleine zilver niet had meegenomen, dat,
omdat we geen bottelier hadden, 's nachts
beneden was gebleven.
Onder voorwendsel dat ik het huis et ns
goed wilde bekijken, liet ik mij door Tho
mas Johnson overal in huis en in de kelders
rondleiden, maar zonder resultaat Alles
was goed in orde en keurig, onderhouden.
Aan den bouw èn aan de rioleering waren
voidoende zorgen besteed. Het huis was vol
comfort, en ik had geen reden om berouw
te voelen over het huren vau het huis, be
halve dat het onvermijdelijk weer nacht
moest worden. En dat er nog vele nachten
zouden volgen - en we zaten een heel
eind van een politiebureau af.
•a Middags kwam er een brik uit Casa-
nava met een nieuwen voorraad bedienden
De koetsier bracht ze bij den bedienden-
ingang en reed toen naar den hoofdingang
waar ik op, hem stond te wachten.
„Twee dollars," zei hij in antwoord op
mijn vraag. „Ik reken het volle tarief niet,
want als je ze den heelen zomer door hier
hien brengt is het wel de moeite waard
om een specialcn prijs te berekenen. Toen
ze uit den trein kwamen, zeg ik tegen
mezelf: „Al weer nieuwe voorraad voor
„Zonnehoek", zeg ik keukenmeid, kamer
meisje en de rest. Ja, juffrouw al zes
zomers en minstens eei s in de maand
nieuwe aanvoer. Ik deuk uat het ze
loopen zou zijn, hetwelk spreker bestrijdt.
Is liet hier de economische belangstelling
die dan optreedt, in Duitschland en Amerika
neemt ook de politieke een voorname plaats in.
Verder houdt zij verband met de strooming des
tijds. Voor 30 jaar was de jongeman socialist
later geheelonthouder, thans ijveraar voor de
vrede.
De jonge mensch is niet on-godsdienstig,
maar concreet en naïef. Het emotioneel gods
dienstige treedt op de achtergrond, eerst later
volgt zondebesef en bekeering. Uit Stanley Hali's
tabellen blijkt, dat de bekeeringen zijn „opge
hoopt" op 15—17 jarige leeftijd. In deze jaren
ontstaat ook het ideaal, dat vaak heel wijd spant.
Geweldige dingen stelt de jonge mensch zich
voor oogen, waarom men later lacht, maar waar
van een deel zich toch realiseert. De dichter
E. Potgieter zegt het zoo mooi in zijn gedicht
van de bloeiende boom, die veel bloesem in
de lente moet verliezen om later behoorlijke
vruchten te kunnen voortbrengen.
De jonge mensch weerhoudt zich zijn idealen
aan anderen te vertellen en leeft een tijd van
vereenzaming, schuwende „de kille maatschap
pij". Hij voelt zich verlegen, niet meer thuis
in eigen huis. Sterke melancholische gedachten
wellen op, soms wordt de dood gcwenscht,
hetgeen spreker nader toelicht. Soms brengt
bet de jongen, het meisje tot suicide, zelfmoord.
En toch kunnen zij nog zoo echt kind zijn. Otto
Ernst geeft daarvan een sprekend voorbeeld,
evenals een nummer van de „Gymnasiorè".
De reinheid van zeden gaat lijden onder prjs
ontwaakte driften. De taal wordt onbehoorlijk,
ruwer. De zucht tot „renommieren" ontwaakt
sterker dan ooit. Van Standjes trekt hij zich
niets aan. Valsche schaamte weerhoudt hem
datgene te doen, waar hij vroeger niét tegenop
zag.
De curve wijst een stijging van de emotiona
liteit, psychose openbaart zich soms in vrij sterke
mate, moedeloosheid doet onze jonge vriend
terneerzitten. Vaak verwijt men de school, wat
de ouders geweten moet wordenstuurt uw
kinderen niet naar een school waarvoor hun
kracht niet berekend is. (gevolgen als boven).
In de jongen, beter tot oordeclcn in staat,
groeit een geest tot verzet, waarbij tactvol op
treden door de ouders als eisch mag worden
gesteld. Redeneert met hem, laat hem uitspreken.
Dat verzet kan tot baldadigheid, zelfs tot
misdadigheid overslaan. Leest maar eens in
Augustinus „Confessiones."
De toename van diefstal in de puberteitsjaren
vindt zijn oorzaak deels in inzinking van de
opmerkzaamheid.
Dan toch geeft men eerder toe aan een ver
keerde neiging. Verder is er de zucht om zich
geld te verschaffen voor chocolade, sigaretten
en bioscoop. Wordt de diefstal niet ontdekt,
dan neemt het kwaad al grooter omvang aan.
Na de oorlog nam een tijdlang de oneerlijkheid-
toe door het slechte voorbeeld van hamsterende
ouders. „Als je maar niet gesnapt werd...." Ten
slotte is het de zucht tot romantiek, die soms
tot misdaad aanzet en mede leidt tot het bende
wezen
In deze tijd vinden we aan de eene kant
hoopvolle toekomstverwachting, idealen, bloei
ende, teere beweging tegenover: moeiten, grof
heid en ruwheid, alles in één persoon vereenigd.
„Deze leeftijd kan fijn en grof" en laat zich
met de maand April vergelijken.
hier buiten in de eenzaamheid niet bevalt"
Maar toen de „voorraad" bedienden er
was kreeg ik weer nieuwen moed, en laat
in den middag kwam er bericht van Gertru
de dat zij en Halsey 's avonds ongeveer om
eif uur zouden komen, met de auto uit
Riohlield. Het begon er hoopvoller uit te
zien.
Terwijl ik mij aan het verkleeden was,
klopte Liddy op mijn deur. Ze was nog
niet heelemaal de oude, maar ik vermoed dat
ze meer over den gebroken spiegel en de
beteekenis daarvan tobde, dan over iets an
ders. Toen ze binnen kwam had ze iets in
haar hand en ze legde het voorzichtig op
de toilettafel.
„Dat heb ik in de Waschmand gevonden"
zei ze. „Het is zeker van meneer Halsey,
maar ik begrijp niet hoe het daar komt*.
Het was de helft van een bijzondere
manchetknoop en ik bekeek hem nauwkeu
rig.
„Waar lag hij? Op den bodem van de
mand?" vroeg ik.
„Heelemaal bovenop," antwoordde zij.
„Het is een wonder, dat het ding er onder
weg niet is uitgevallen".
Toen Liddy weg was bekeek ik het stukje
eens goed. Ik had het nooit eerder gezien
en ik was er zeker van dat het niet aan
Halsey toebehoorde Blijkbaar was het van
Itaüaansch maaksel en het bestond uit een
ondergrond van paarlemoer waarop heel
kleine pareltjes gezet waren. In het midden
mtxM
Spranger wijst er op, dat wc voorvallen uit
dit tijdperk zoo licht vergeten. Zeker wel, door
dat liet eene beeld het andere verdrong en
geen duidelijke indrukken werden verkregen.
Ouders en opvoeders staan er radeloos tegen
over, het „kind" kapselt zich in en is zich zijn
eigen toestand niet bewust.
Zoo staan wc tegenover het probleem van de
opvoeding der rijpende jeugd. De stroom kan
óf worden geïnfecteerd en heel het leven mod
derig maken, óf in goede banen worden geleid
en de mensch ten zegen strekken. De opvoeding
eischt op deze leeftijd in het bijzonder groote
zorg.
Schetste prof. Casimir hiermede de psyche
van de jonge mensch in de puberteitsjaren, na
de pauze vervolgt spreker met uiteenzetting der
opvoedingsmethode, welke in dat tijdvak lei
draad moet zijn.
Veelal zijn het de school of het ambacht die
de rijpende jeugd in deze periode bezig houden
Het huisgezin moet onderwijl het kunststuk
volbrengen haar loslatende zoo stevig mogelijk
vast te houden. Een zekere mate van bewe
gingsvrijheid moet haar worden toegestaan.'
Laat de kinderen op tijd opstaan en met de
Onze prijzen zijn 20 lager dan elders
(Vraagt uwe kennissen die bij ons
kochten of het naar genoegen was.)
Reiskosten worden vergoed.
Zondags tot 12,15 geopend.
zat een kleine robijn. Het was wel een
eigenaardige manchetknoop, maar niet bij
zonder kostbaar. Voor m(j was het het voor
naamste dat Liddy hém gevonden had bo
ven in de mand, die bovenaan de trap in
den oostelijken vleugel stond.
Dien middag bood de huishoudster van
de Armstrong, een knappe jonge vrouw, zich
aan om de plaats van juffrouw Ralston in
te nemen en ik was blij toe dat ik haar
kreeg. Zo zag er uit of ze wel een dozjjn
Liddy's waard was, met haar heldere zwar
te oogen en energieke gezicht. Ze heette
Anne Watson en ik kreeg dien avond voor
het eerst sedert drie dagen behoorlijk te eten
HOOFDSTUK III.
John Bailey verschijnt op 't iooneel.
Ik dineerde in de ontbijtkamer. De groote
eetzaal vond ik te somber, eD Thomas, die
den geheelen dag opgewekt was geweest,
werd na zonsondergang meftbaar zenuw
achtig. Hij had een rare gewoonte om in de
hoeken van de kamer te kijken, waar het
halfhalf donker was en alles met elkaar was
het niet bepaald een feestmaal.
Toen ik klaar was met eten ging ik naai
de huiskamer. Het zou minstens nog drie
uur duren voor de kinderen kwamen en ik
haalde mijn breiwerk te voorschijn. Ik had
twee dozijn pantoffelzolen meegebracht van
verschillende maten - ik stuur met Kerst
mis altjjd gebreide pantoffels naar het Te
huis voorOude Dames - en nu begon ik de
wol te sorteeren, vastbesloten om niet meer
a to den afgeloopen nacht te deuken.
Wordt vervolgd