40|? Jaargang No 4147 Zaterdag 13 Augustus 1927 Vaor de Zendag. EERSTE BLAD, Voor hoofd en hart. Cconomische JCroniek Texelsche Berichten ABONNEMENTEN: UITGAVE; N.V.v/h LANGEVELD DE ROOIJ DEN BURG OP TEXEL ADVERTENTIËN: TELEFOON: N°.11 POSTGIRO: N°. 652 POSTBUS: N°. 11 TEXELSCHE COURANT DEN BURG: 50 cL per drie Maanden. Franco p. post door geheel Nederland 75 ct p. 3 maanden. Losse nummers: 3 ct DE TEXELSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAG- EN ZATERDAGMORGEN Van 1-5 rogols: 50 ct. ledoro regel moor: 10 ct. Dozolfdo advortontlo 4 maal geplaatst wordt 3 maal berokond. Bij abonnement lagers regolprlfs. ADVERTENTIËN MOETEN DAAGS VOOR 'T VERSCHIJNEN 4 UUR NAM. IN ONS BEZIT ZIJN Oefening brandweer te De Waal. Burgemeester en Wethouders der ge meente Texel; Gelet op artikel 8 der Verordening, rege lende de inrichting van de brandweer in deze gemeente; Maken bekend, dat op Zaterdag 20 Augustus 1927 een oefening met en eene beproeving van de te de Waal gestationneerde brandspuit zal worden gehouden. Zij roepen mitsdien de dienstplichtigen bij die brandspuit op om op gemelden dag des namiddags te 8 uur (zomertijd) bij de bewaarplaats van de spuit te de Waal aan wezig te zijn. Onder de dienstplichtigen bij de brand spuit worden verstaan: de pompers bij de zuig- en perspomp en reserve-slangenleidersde slangenleiders en reserve-pompersde pijpleidersde repa rateurs de lapzakdragersde lantaarn dragers; de manschappen bij de brandhaken en zeilen de opperporders en pordersde manschappen bij de geredde goederenen voorts de commandeurs en plaatsvervan gende commandeurs van alle afdeelingen. De dienstplichtigen worden hierbij her innerd aan A. Artikel 9 der brandweerverordening, luidende Bij de beproeving der spuit of bij brand blijft ieder dienstplichtige op de hem aan gewezen plaats en is verplicht de hem op gedragen taak ordelijk en met overleg uit te voeren, totdat hij daarvan wordt ont slagen door dengene, die over hem het bevel voert. B. Artikel 10 dier verordening, luidende Hij, die van de oefening verlangt vrij gesteld te worden, moet vooraf daarvan kennisgeven aan den brandmeester zijner spuit, aan wien de beslissing is overge laten. C. Artikel 242 der verordening van po litie, luidende De brar.dweerplichtigen zijn gehouden bij brand of oefening de bevelen, hun ge geven door den brandmeester of door an dere boven hem gestelde personen, stipt en onmiddellijk te volbrengen. Zij zorgen bij oefening op den bepaalden tijd en bij brand na gedane oproeping op hun post aanwezig te zijn en mogen die zonder geldige reden niet verlaten, dan met goedvinden hunner superieuren. Overtre ding wordt gestraft met geldboete van ten hoogste f 25.— subsidair 6 dagen hech tenis. Texel, 11 Augustus 1927. Burgem. en Weth. voornoemd, De Burgemeester, W. B. OORT. De Secretaris, W. N. KELDER l.s. Arbeld-Groei-Geloof. WIE IS OUD? „Een vrouw is zoo oud als ze schijnt, een man zoo oud hij zich voelt", zoo zegt men wel eens. De waarheid is echter, dat ze beiden de leeftijd hebben hunner gedachten. „Oud worden" vervult velen met schrik. Toch is die gevreesde ouderdom geenszins onver- mijdelijk. De ouderdom is een zielsziekte, een pathologische toestand, waarvoor men zich door verstandige voorzorgen kan vrijwaren. Hij is evenmin noodzakelijk voor de menschheid als roodvonk en toch dacht men vroeger, dat ieder een die ziekte moest doormaken. Geen enkele on gezonde toestand kan 't menschelijk lichaam ba- t:n. En als het mogelijk is ons physiek wezen, dat sterfelijk is en aan duizenden bedreigingen bloot staat, voor die gevaren te behoeden, hoeveel te meer behoeft onze ziel, aan de meeste dier wetten onderworpen, dan die beschetming niet. De mensch begint zijn loopbaan als een ge zond en krachtig wezen, wiens lichaam na tot volle ontwikkeling te zijn gekomen, verzwak ken gaat en tenslotte afsterft. Ons sterfelijk vleesch gehoorzaamt aan de natuurwet, waar aan ook appels en insecten gebonden zijn. Het ontstaat, het rijpt, het sterft en gaat tot ontbinding over. Ons lichaam is, wat we er ook tegen mogen doen, vroeger of later tot verval, tot ondergang gedoemd. Doch de geest niet. Alle materieele dingen der schepping, van de paddestoel tot de eik, van het infusiediertje tot de olifant en zelfs de bergen, de zon en de hemellichamen, maken vaste perioden van groei, rijpheid en verval door. Deze wetten der „tastbare"wereld regee- ren de geesten echter niet. En het is de geest, het inwendige wezen, dat de werkelijke mensch uitmaakt. En de geest van een tachtigjarige kan even jong zijn als die van een jonge man. Waarin bestaat nu eigenlijk die inwendige jeugd Als we de moeite willen nemen, dit vraagstuk ernstig te beschouwen, zullen we ontdekken, dat de jeugd uitsluitend gebouwd is oparbeid, groei en geloof. Zoolang wij deze drie behouden, blijven wij jong. Zoo dra er een of meer van gaat verminderen, treedt de ouderdom op. Onder arbeid versta ik werklust en behoefte aan werk. Merk eens op, welk een afkeer een kind heeft van ledigheid, het kan niet rustig blijven, het wil zich met iets bezighouden,het wil spelen. Deze behoefte, om metterdaad deel te nemen aan hetgeen de menschheid belang inboezemt, die zucht naar het bezige leven, is werkelijk het eigenlijke teeken der jeugd, evenals de onverschilligheid, de behoefte om afgezonderd ver van alle handelen te leven, karakteristieke kenteekenen van verval zijn. De zakenman, die zich terugtrekt en zich aan nietsdoen gaat „wijden", begaat zoo iets als een zelfmoord. Men ziet, dat oude arbeiders, die vlug, flink en vroolijk bleven tot het uur hunner pension- neering, in korte tijd oud werden en vervielen, toen ze hun werk misten, dat de werkzaamheid en de levenskracht van hun geest prikkelde. Arbeid doet de menschen beter hun jeugd behouden dan lediggang. Vervolgens Groei. Daaronder moeten we verstaan: de ontwikkeling van de geest. Onze geest moet steeds wakker, leergierig zijnhij moet er op uit zijn nieuwe waarheden te door gronden, hij moet begeerig zijn zich te volmaken. Als de geest de gezonde levensnieuwsgierig heid heeft verloren, die hem eigen .moet zijn, dan is dit een teeken, dat de schaduwen langer wordende avond valt. Als de geest door voortdurende oefening zijn natuurlijke en voortdurende behoefte aan voor uitgang heeft aangewakkerd, zal hij die niet spoedig verliezen. Slechts de geestelijke luiheid waaraan zoo vele menschen toegeven, doet hen verslappen. Nu is de verslapping der ziel het begin van de dood. Ten slotte: het Geloof. Niet slechts het godsdienstig geloof bedoel ik, hoewel dit uit dezelfde Innerlijke neigingen voortkomt. Doch het geloof in het leven, het geloof in de men schen, ondanks alle ontgoochelingen, ondanks verdriet en desillusies. De grijsaard met het jeugdige hart, die zijn welwillendheid bewaarde, die de schanddaden der menschen aanschouwde, doch ook hun smart, hun zwoegen en toch zijn vertrouwen in hen behield, in hun vooruitgang geloofl, die gelooven bleef aan het goede, kort om, deze grijsaard is inderdaad jonger dan de jeugdige cynicus, geblaseerd en van alles terug gekomen, die zijn levenskracht door eigen schuld heeft geknot. Voor degene, wiens ziel zich onafgebroken verder heeft ontwikkeld, is ouderdom geen triestig verval, voor hem beteekent de ouder dom kalmte na strijd om stoffelijke weivaart, het hoogtepunt van zijn leven, de bergtop die zich nog baadt in het zonlicht, terwijl in het dal reeds duisternis heerscht. MAANDAG 15 AUGUSTUS Weet te kunnen, „want wie gelooft te kun nen, kan verwinnen." Virgilius. DINSDAG 16 AUGUSTUS Wie de volmaaktheid van anderen eischt, moet weten, zelf volmaakt te zijn. WOENSDAG 17 AUGUSTUS Slechts op edele wijze kunt u een edel doel bereiken. DONDERDAG 18 AUGUSTUS Elk uur heeft waarde, omdat elke minuut reeds kostbaar is. VRIJDAG 19 AUGUSTUS „Niets eischen beteekent niet slechts niets verwachten, maar ook niets wekkenin ver houding tot de vraag daalt immers gewoonlijk ook het aanbod." A. C. Wallis ZATERDAG 20 AUGUSTUS De hoogte, waarop groote mannen wonen werd niet in plotselinge vlucht bereikt. Dat zij, verheven, boven anderen tronen. Danken zij' arbeid slechts en noeste vlijt. Indische wijsheid. „Harenthooi." Van een monster van dit hooi, toegez inden aan het Rijkslar.dbouwproefstation voor Vee- voederondeizoek te Wageningen, werden de volgende getallen verstrekt gehalte aan eiwitachtige stoffen 8,9 pet. phosphorzuur 0,29 pet. j, chloor 2,4 pet. EEN MOEILIJK VRAAGSTUK EEN GEMAKKELIJKE OPLOSSING. Er zijn menschen, die er maar niet in kunnen slagen, die echte kwaliteit pepermunt te koopen, die zij vroeger gewoon waren en zoo lekker vonden. Dit is werkelijk een moeilijk heid, ontstaan doordat echte pepermuntolie een zeer kostbaar artikel is geworden. Het middel om deze moeilijk heid afdoend op te heffen is: Vraag niet pepermunt in den winkel, doch vraag KING-pepermunt. Dan ontvangt Gij origineele en lekkere pepermunt. Let op de verpakking: King- pepermunt is 20 ent. per ons verkrijgbaar in speciale King- zakjes en verder in rollen van 5 en 10 ent. Voor H.H. Winkeliers bij J. F. van LIESHOUT, Alkmaar minerale bestanddeelen 8,7 pet. Het monster bestond uit Juncus (bloembiezen) 89,3 pet., grassen 10,3 pet., onkruiden 0,4 pet. Ter vergelijking diene Een monster Fries hooi bevatte 0,637 pet. phosphorzuur en 1,018 pet. chloor. Een ander 0,519 pet. phosphorzuur en 0,636 pet. chloor. Het gehalte van nog een ander monster Fries hooi aan eiwit bedroegondergras 13,5 pet., bovengras 9,4 pet., volledig monster 11,3 pet. We zien dus, dat „harenthooi" een laag ge' halte heeft aan eiwitachtige stoffen en phos phorzuur, terwijl het gehalte aan chloor zeer hoog is. Er zijn er nog, die hoge voederwaarde' toe kennen aan de gedroogde biezen. Ik geloof, dat nauwkeurige voederproeven in het voordeel van grashooi uit zouden vallen, mits dat hooi inderdaad bestaat uit goede grassen en niet zoals nog dikwijls voorkomt, uit minderwaar dige grassen, onkruid en allerlei rommel. H. KLIMP. Id dit nummer vangen we de publi catie aan van een reeks artikelen op economisch gebied, van de band van een bij uitstek deskundig medewerker. We vertrouwen, dat onze lezers deze lectuur met belangstelling zullen ontvangen. Vra gen op dit gebied gelieve u te richten aan de redactie van dit blad. Red. De huidige toestand der wolmarkt. Daar een groot deel van Texel's wel vaart op de schapenfokkerij en mitsdien ook op den wolverko p is gebaseerd, ljjkt 'het mij juist voor de „Texelsche Courant" geschikt, haar lezers wat betreft de wol markt en de invloeden, die daarop voort durend of periodiek en bjj tusschenpoozen inwerken, op de hoogte te houden. Daar er zeer vele factoren zijn, die op deze markt hun invloed doen gelden, is het ook voor den meer ingewijde op dit ge bied vaak uiterst moeilijk, ja soms on mogelijk, het complex van handelingen, dat zich op de wolmarkt afspeelt, te be grijpen en dienovereenkomstig zijn gevolg trekking te maken. iDtusschen is het toch niet van belang ontbloot, de situatie der laatste maanden aan een nader onderzoek te onderwerper. Vanaf de maand Mei 1927 vertoont de wolmarkt een nog steeds doorgaande s1 ij- ging, die geljjken tred houdt metdepiijs- verhooging, die in dezen tijd ook op de katoenmarkt is waar te nemen. Naast andere redenen, die meer speciale oorzaken voor dezen gelijken loop der prijzen op beide markten zijn, kan ook wordon gewezen op een meer algemeen werkenden factor, die een dergelijk ver band legt tusschen deze markten, zooals wij dit ook de laatste maanden weer kun nen opmerken, d.i. de vraag naar wol zoowel als ka'ocm, die ontstaat door do (nog steeds tuenemendej productie der zoogenaamde halfwollen siofLn, een artikel waarvoor beide materialen noodig zijn, met het gevolg, dat een vergrooting in de voortbrenging van dit dubbelproduct, ook op beide markten (wol en katoen) een ongeveer gelijke vraagvergrooting en een daarmede gepaard gaande gelijke prijs vermindering tengevolge heeft. Op dozo wijze bestond er reeds sedert vele jaren een schakel tussohen de twee genoomdo markten op grond van het bestaan van e n artikel, dat voor zijn productie de beide grondstoffen noodig hoeft een schakel, die o.a. de laatste maanden weer sterker haar invloed laat gelden. De groote vraag, die in dezen tjjd vooral de wolmarkt zeer gunstig beïnvloedt, komt uit Duitschland, waar momenteel een zeer groote bedrijvigheid in de textielnijverheid heerscht. Byna alle fabrieken hebbeü voor de eerstvolgende maanden zooveel uit te voeren, dat het niet weinig voorkomt, dat men tot uitstel van aflevering zijn toe vlucht moet jrmmon, en zelfs een groot aantal bestellingen niet heeft kunnen accepteeron. Deze weigering van orders zal te minder verwondering wekken, wan neer men weet, dat de fabriokon vaak voor den herfst en zelfs voor den winter al volledig b^zet zijn, waarbij nog komt, dat hot gebrek aan vakarbeidstors den laatsten tijd tot de meeat urgente vraagstukken behoort, doordat velen overgaan naai' het confectiebedrijf, omdat zij daar thuis kun nen werken in plaats van in de weverij. Op gr>nd van bovenstaande gegevens kunnen dus de vooruitzichten van de wol a!s absoluut gunstig worden gequalifleeerd, (tijdens de laatste veiliDg was zells oen stijging van 5 £t 7Vs pet. te eonstateeren) en in industriöele kringen is men hot er dan ook wel algemeen over eens, dat de prijsbasis voor wol een zeer gezonde is, omdat zy immers steunt op een reöole buitenlandsche vraag vooreen toenemende productie. Men vermoedt dan ook, dat de prijzen tot hot eind van het jaar vast zul len blijven, althans een uiterst geringe kans op daling zal bestaan. Het is m.i. echter geenszins uitgesloten, dat andere invloeden de uitkomsten van deze voorspelling geheel of gedeeltelijk illusoir zullen maken. In dit verband zij vooral gewezen op een eventueel veran derende productie der kunstwollen stoffen, die zooa's bekend is, voor de consumptie- markt van toenemend belang zijn, en wor den verkregen uit wollen en halfwollon lompen en uit den afval van wol en con fectiefabrieken. Het was vooral tijdens den oorlog met zijn vele surrogaten, dat deze productie een grooten vlucht nam. Men rekontjaar lijks reeds vast op meer dan 1ÜO.OOO lot aan kunstwol. Zoo werden in 1925 uit Nederland 67U0 ton wollen en halfwollen lompen voor de kunstwolproductie uitge voerd tegen slechts 825 ton ruwe en ge- wasschen wol. Hieruit moge blijken de toenemendo invloed van die goederen, die aan eenzelfde behoefte voldoen als do wol len producten en tevens veel goedkooper zyn te verkrijgen, hetgeen voor de smalle eri middelmatige beurzen wel een over weging waard is. 4 J.A.C. Volksfeesten op 14 en 15 September a.s. Woensdagavond 1.1. vergaderde in hotel „Texel" de permanente plaatselijke Fecst-Com- ntissie ten einde voorbereidende maatregelen te treffen voor in de September te organiseeren volksfeesten. De voorzitter, de heer A. de Wilt, heette in het bijzonder welkom de heer burgemeester en vertrouwde zoo noodig op de medewerking van het gemeentebestuur te mogen rekenen. De Commissie voor Paardensport stelde in verband met de late oogst, tevens met het oog op harddraverijen elders, de datum der feeste lijkheden vast op Woensdag 14 September a.s. De burgemeestei>2eide er de voorkeur aan te geven liet volksfeest te doen plaatsvinden op 31 Augustus a.s. Ook de heer J. C. Roeper was die meening toegedaan. Evenwel bleken gegronde motieven aanwezig oni het feest later te houden, waarom het tenslotte op Donderdag 15 September werd vastgesteld, dus juist na de paardensportdag. O/er het plaatsen van een zwcefmoleop het feestterrein zal nad.r met li en Ww rden beraadslaagd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1927 | | pagina 1