Purol bij Ruwe en Springende Handen, Doos 30 ct.
wat er in de volksziel leeft. Spreker zou het
toejuichen wanneer deze traditie zich ook thans
weer zou handhaven, mits het op gemoedelijke
en grappige wijze geschiedt.
Ook te Nes en Hallum op Ameland handhaaft
zich die „burenruzie" en komt het dan wel tot
gevechten, die men ook inEngeland kent en die
natuurlijk maar schijngevechten zijn (vgl. de
strijd die weleer op Pinkster-Drie hier bij de
Hoogeberg gestreden werd.)
Uitvoerig gaat spreker in op de beteekenis
van vader Kerstmis met de „fooi", Old Chap
en Sint-Joris, alle figuren, die optreden op
verscheiden plaatsen Albion's. We vernemen
allerlei bizonderheden omtrent de Carnavals
feesten van Den Bosch, alias Oeteldonck, waar
Prins Carnaval een „joyeuse entrée" wordt
bereid, waar een martiaal garde d' honneur op
paarden van eigen makelij die prins eer be
wijsteen potsierlijke vertooning, die de meest
Nurksche Nurks de mond in lachplooien doet
trekken.
Daar in Oeteldonck regeert drie dagen in
het jaar de dwaasheid en de sotheid drie dagen
is men daar heelegaar kaders en wel eens dan
pas zichzelf. Dit mogen de driedubbel
overgehaalde Texelaars van dege degelijkheid
wel bedenken. Zoo'n feest kan een regeneratie
zijn.
We hebben nog zoovele ongeweten schatten
aan oude, merkwaardige en zinrijke gebruiken,
welke in eere te houden altijd weer vreugde
en blijheid schaft.
Spreker vertelt breedvoerig over de „Morris-
dances" in Engeland, de kiezentrekkers in
Salzburg, over „buitjes" oftewel wikkelkindjes,
over de belletjesman aan de Oostzeekust, die
niet verpoozen mag, over ouwe Beppie's op
luilak, gevolgd door de Pinksterblom, etc.
Het dichtst bij onze St. Nicolaas, vervolgt
hij dan, staat de „Schimmelreiter," de man op
de „hobby-horse," veel dichter althans dan
Wodan met de groote mantel. Duidelijk zet
spreker het verband uiteen, al vertellend van
Sinterklaas, voorafgegaan door „der treue Eek-
hart" en vergezeld van joelbok en beer. Zoo
ziet men de Sint vaak optreden in de visschers-
plaatsen rond de Noordzee. Ook de ezel
speelt wel eens eens rol. (vgl. Texel).
Opmerking verdient, aldus spreker, dat de
Roomsche bisschop ook in zeer orthodoxe
landen hoog wordt vereerd. Hij is de a-con-
fessioneele heilige, die ook tot verheugenis
van de folklorist nog niet is ingedeeld.
Weer daalt spreker in bizonderheden af, als
hij verhaalt hoe St. Nicolaas de demonische
midwinterverschijningen verdrong. Deze laat-
sten concentreerden zich in knecht Ruprecht,
Pieter-m'n-knecht e.a. Met voorbeelden uit 't
Land van Huss en uit dat van Qösta Berling,
uit Z.-Tirol, Schwaben en Thüringen, licht
spreker dit toe. Bern kent zijn schrikaanjagende
gestalten in de „Kinderfresser", daar wijst men
ons de z.g. „Kinderfresserbrunnen".
Koedijk viert .het feest van .de Gouden Engel"
waarin we de gekerstende Sinterklaas kunnen
zien.
In heel Zweden treedt 12 Dec. St. Lucia op,
patrones van de blinden en van het licht, waar
over spreker nader uitwijdt. Nog onthaalt hij
ons op merkwaardige bizonderheden met be
trekking tot 't joelkruis, St. Klausboom uit de
hooge Alpendalen, Sinte Maarten, die een neef
van Sunterklaas zou zijn, rommelpot („Reinier
dat is een gentleman.")
De Kerstboom is voortgekomen uit de Sante-
Klausboom, uit Duitschland kwam hij naar hier.
Populair in alle lagen van het volk is hij echter
nog niet.
Heeft spreker zich voor de pauze bepaald tot
de gebruiken van het afloopende jaar, na de
pauze behandelt hij die welke met de opbloei
van het nieuwe leven in nauw verband staan.
We resumeeren slechts, daar voor een uit
voerig verslag ruimte te kort schiet.
Eerst voert spreker ons naar Giethoorn, waar
de gelapte broek als symbool van zuinigheid
verheerlijkt wordt en vertelt verder van de
Drie Koningen uit 't Morgenland, Melchior,
Balthasar en Caspar, van wie vooral eerstge
noemde, de koning van 't Moorenland, het
rijkst vertegenwoordigd is. Spreker voert ons
weer naar Zweden, ditmaal naar Schonen en
verder naar Zwitserland, waar het edele trio
nog steeds verschijnt en spreekt in verband
hiermee over de z.g. „hausmarken", merkwaar
dige teekens, welke in sommige streken op
deuren worden aangebracht.
Maart is de katjesmaand, in animale en
vegetatieve zin. Wilgenkatjes spreken dan van
het nieuwe leven, dat ontluiken gaat. Ook de
kat speelt een rol, speciaal 's nachts, wanneer
slapen door helsch spektakel wel eens on
mogelijk wordt.
Er zijn volksgebruiken, die het uitbannen
van de winter en het inhalen van de zomer
uitbeelden. Uitvoerig gaat spreker hierop in.
Te Heidelberg gaat het verbranden van de
winter gepaard met het zingen van een oud
lied „O du alter Stockfisch, derSommertag ist
da."
Achtereenvolgens behandelt spreker Palm-
paschen, zooals dit feest in O. Nederland ge
vierd wordt,'t verbranden van „Judas" in West-
falen en van de Bögg te Ztirich, het afwen
telen van het vruchtbaarheidspreidend zonne-
rad, zooals dat in de Eifel en Hunsrück ge
schiedt, Paasch- en lentevuren, (de Texelsche
meierblis wordt niet vergeten), de Vlooien-
Zondag van Nunen (NBr.), de Dimanche-de-
brandon in Frankrijk, de Meiboom, waarom,
naar het woord van vader Cats, dansen „de
jonge lieden van den lande."
Ter sprake worden gebracht de „kallemooi"
(Call the May, Roep de Mei?), van Schier
monnikoog, de schuttersfeesten van Beveland,
om de als palladium bewaarde Meiboom,
Pinksterkoningen en Pinksterbier, Huzen's ven-
delzwaaien en natuurlijk de Pinkster
blom, die wordt uitgedost met alle goud- en
zilverwerken, die maar te bekomen zijn. Ter
schelling kent deze verschijning nog, op Texel
gaat ze niet meer rond, maar spreker hoopt,
dat dit gebruik hier weer opleven zal.
Spreker brengt ons in kennis met „Jack in
the Green" van Kent, de „Grüne Kerle" van
Duitschland, de Pinksterkroon en het teermaaltje
uit Twente, de Schermerhorner Pinsterblom,
zoo zwaar met goud en zilver beladen, dat
ze op een kaasburrie gedragen moest worden
en volgens Ter Gouw gekozen uit de
schoonste meisjes van het dorp.
We drinken met spreker, in gedachten, Pink
sterbier in de Elsas, dansen met de .perchten"
in O. Salzkammersgut en lnn-thal, vieren feest
met de „gilles' te Binch bij Charleroi, zijn
tegenwoordig bij het Spiegelgevecht te Huzen,
waar „Evertje wordt verzopen" en nemen
aan de Zaankant deel aan de viering van
„looielak".
Verder vertelt spreker nog veel over de
Germaansche en Romaar.sche cultuur, welke
elkaar in de hooge dalen van Centraal Europa
ontmoeten, elders afzonderlijk voortbestaan en
tenslotte komen we weer aan onze Texelsche
Hoogeberg, een merkwaardig stukje %rond.
Moge Dr. van Giffen, directeur van het Biol.
Archaeol. Inst. te Groningen eens besluiten hier
opgravingen te doen plaatsvinden. Stellig zou
dan veel merkwaardig; te voorschijn komen.
Spreker houdt zich aanbevolen voor allerlei
bizonderheden omtrenf de herkomst van de
Zeven Pannekoeken, waarvan, in vroeger jaren,
vooral de jeugd in slierten afliep.
Ik ben nu, besluit spreker, aan het eind ge
komen van mijn praatavond, welke ik hoop,
dat u niet heeft verveeld. Ik vertrouw, dat
deze avond er toe moge bijdragen, dat de Pink
sterblom weer de ronde zal doen als het symbool
van de blijde Meitijd. Wij staan nu aan de
vooravond van Ouwe Sunderklaas welk feest,
naar ik hoop, weer op waardige wijze zal worden
gevierd. Moge deze avond ertoe bijdragen, dat
het zoo hoog mogelijk wordt gehouden en
„Ouwe Sunderklaas" nooit verloren gaat.
Een luid applaus is sprekers loon, als hij te
half twaalf zijn rede beëindigd.
F i 1 m - d a g.
De volgende dag, 12 December, stond in het
teeken van de film.
Eenige toelichting is hierbij wel noodig.
U moet namelijk weten, dat onze bekwame,
kundige folklorist sinds geruime tijd bezig is
het volksleven rond de Zuiderzee op een rol
prent vast te leggen. In verband daarmee heeft
de heer v. d. Ven ook hier gefilmd en niet alleen
de Ouwe Sunterklazen, maar (het verwondere
u niet) ook een heel „perk" Pinksterblornmen
op 't gevoelige lint gebracht.
Het negatief van de film wordt voor het
Rijksarchief aan Prof. Fruin ter hand gesteld,
doch komt daar nog tal van plaatsen moe
ten worden bezocht vermoedelijk eerst
eind 1928 gereed.
Het geldt hier een zuiver wetenschappelijk
folkloristisch werk, waardoor de heer van der
Ven zich de medewerking wist te verschaffen
van de Departementen van Onderwijs, Kuns
ten en Wetenschappen, van Oorlog en van
Waterstaat. Ook natuurlijk van onze burge
meester wiens gast hij was
Teneinde de heer W. P. Schefer, de ervaren
filmoperateur van de N.V. Orion-filmfabriek te
den Haag in de gelegenheid te stellen ook bij
avond opnamen te doen op plaat of film,
moest men de beschikking hebben over een
paar kolossale zoeklichten, met een lichtsterkte
van eenige millioenen N. K.
Eerst wendde de heer v. d. Ven zich tot de
Marine-autoriteiten. Daar men met de schepen
de kust niet voldoende zou kunnen naderen,
moest van die hulp worden afgezien. Men kon
toch bezwaarlijk de Sunderklazen naar de kust
dirigeeren I
Met meer succes verzekerde hij zich hierop
van de steun van het Verlichtings-Bataljon van
't Reg. Genietroepen te Utrecht.
Onder bevel van Lt. Mulder begaf een tiental
manschappen, zeven sergeants en drie minderen
zich Zaterdag 1.1. met twee legerauto's waarop
een machtig verlichtingsapparaat, naar Heider
vanwaar de Marsdiep het heele geval naar
Texel verschepen zou.
Evenwel, ter hoogte van de Kooy, onder
Helder,- moest een der auto's door 'n gebrek
aan een kogellager achterblijven. Een tweede
teleurstelling volgde te Helder, waar in strijd
met verstrekte inlichtingen zelfs niet één
legerauto op „de Marsdiep" kon plaatsnemen
en dus naar een ander middel van vervoer
moest worden omgezien.
Een lichter van oe marine zou tenslotte uit
redding brengen, ware het niet, dat te elfder
ure de sleepboot ontbrak. Gelukkig werd toen
de fa. Wijsmuller bereij gevonden het was
inmiddels Maandag geworden, de manschappen
werden op fort Elfprins ondergebracht de
lichter naar Oudeschild te sleepen, een stoom
boot voor, een motorboot achter. Door de
felle kou zal dit zeereisje, dat door sterke
tegenstroom wel drie uur kostte, niet in „blijde
herinnering" voortleven I
o—
Wat er gefilmd werd?
De heer Schefer begon omstreeks twee uur
met de kleine Sunterklaasjes, die reeds ge
ruime tijd in een der lokalen van de O. L.
School vol ongedald dit oogenblik hadden
verbeid. Het was een bonte schaar, een kos
telijk gezicht 1 Waarlijk, moeder, ge hadt eer
van uw werk.
De film werd opgenomen voor het raadhuis
in de richting van de Binnenburg. Een groote
menigte ver rong zich om toch maar niets
van het ongewone schouwspel te missen. De
kle nste fi uren werden afzonderlijk genon en
In het Park werden alle Sunterklazen bijeen
gez t en nog eens vereeuwigd, tot niet geringe
vrtugde van al die uitgelaten kinders. Geen
school op 12 December en dan nog „op de
film", zou dat geen feestdag zijn?
o—
Inmiddels werden te den Hoorn voorberei
dingen getroffen, om de Pinksterblom te „ne
men" en met succes Gelijk kasbloemen, die
men lang voor de lijd aan haar knop weet te
ontlokken, is de Pinksterblom verschenen, ja
wel twintig bloemkes ontbloeiden er. dat nog
wel midden in de barre winter, op een koude
Decemberdag, die wel allerminst aan Pinkster
doet denken.
Omstreeks vier uur begaf „de genie" zich
naar den Hoorn, om haar licht te doen schijnen
over de menschen en wel speciaal over de
Pinkst;rblommen, die daar buiten waren gezet
in een snerpende wind, doch hiervan weinig
leed ondervonden.
Ze zongen weer en trokken van huis tot
huis u weet hoe dat gaat en onderwijl
weerklonken fanfares van mannen, die. op
een boerenkar gezeten, door muziek de feest
stemming trachten te verhoogen.
Onderwijl deed de operateur zijn plicht.
O—
's Avonds concentreerde zich de belang
stelling te den Burg speciaal om het zoeklicht,
dat velen een welkome gast was geworden.
Doch laat ons eerst in korte trekken melden,
wat Ouwe Sunderklaas voor merkwaardigs heeft
opgeleverd.
We vangen dan aan met ons besliste tegen
standers te verklaren van al wat eens anders
gevoelens kwetsen kan. Niet alleen omdat ons
aardig volksfeest daardoor in discrediet dreigt
te geraken en zijn peil dus omlaag wordt ge
haald, maar ook omdat het niet getuigt van
die eigenschappen, welke bij ieder goed bur
ger aanwezig worden verondersteld.
Men vergeve ons, wanneer niet alle figuren
hier worden genoemd en niet alle personen
de lof wordt toegezwaaid, welke zij verdienen.
We doen slechts een greep, immers het aan
tal Sunterklazen heeft dat der vorige jaren verre
overtroffen.
We noemen slechts de sneeuwpop, een na
tuurgetrouw figuur die alom bewondering vond,
de overwegwachters, die met hun roode vlag
aan de dijk werden gezet, de Texelsche vrouw
met het spinnewiel, dat heusch aan zijn doel
beantwoordde; de Mallemolen met paarden en
muziek, bedoeld als een verheerlijking van de
kermisjoolde drie Koningen, een hier minder
voorkomende verschijning; Texel's Weezen in
groen-zwart costuum de beer, karakteristiek
voor 12 Decemberde politieagent, onbezoldigd
dienaar van de openbare machtde straatvegers
met gonjezak-uniform en uitgerust met bezem
ketting en vuilnisblik, 's middags als typische
verschijningen speciaal gefilmd kooplui met
weerboompjes en groentende barbier, de
schilders, de bakers met min of meer omvang-
j rijke wikkelkindertjes, van wie er stellig waren
die de aanvallige leeftijd van tien—twaalf jaar
hadden bereiktde Sultan van Marokko, Tiro-
lers, Indianen, ja wat al niet We kunnen er
wel een kolom mee vullen.
Speciale aandacht vroegen de typisch
Texelsche paartjes, geheel naar oude zede ge
kleed; Texelsche kap, laarzen, alles in de stijl
van het oude Texel.
Omstreeks acht uur zou de pret beginnen.
Jammer echter dat het zoeklicht geruime tijd
buiten gebruik werd gesteld door een foutief
koppelen van motor op dynamo. Aanvankelijk
scheen van filmen op straat niets te zullen
komen, doch door onvermoeid werken slaagde
men er omstreeks tien uur in stroom op te
wekken (begrijp ons goedwe spreken hier
over de legerauto, die met dynamo en zoek
licht is uitgerust) en kon de operateur zijn
schade inhalen.
Het licht was opgesteld voor het huis
van de burgemeester en maakte het de heer
Schefer, geholpen door politie en soldaten,
mogeljjk de ouwe Sunterklazen op de
film te brengen.
Het zoeklicht was als de machtige zon.
Het koolspitsenlicht, dat door parabolische
spiegels en spreidlenzen werd uitgeworpen
is ook onvergelijkelijk fel en kan doen zien
tot op een afstand van drie K.M. Zoo lichtte
Lt. Mulder ons welwillend in.
Na afloop verplaatste de operateur zijn
camera naar de woning van Ds. Vis, wiens
groote vertrekken zich voor een filmopname
uitstekend leenden. Extra verlichting was
evenwel noodzakelijk eu geschiedde door
koolspitsenlicht, dat door de TEM langs een
speciale kabel gevoed werd.
Hier werd gefilmd, boe de Sunterklazen
op bezoek komen. Tevens vond men zoo
een goede gelegenheid om bizondere typen
van nabij te bezien. Niet ieder echter kon
die eer te beurt vallen. De heer van der
Ven zocht de beste Sunderklazen uit, die
na een korte voor-studie hun spel speelden
onderwijl de operateur die gebeurtenis
verfilmde. Zoo traden o.m. op: de politie
agent, de sneeuwpop, een Texelsch paartje,
de spinster, Texelsche moeder met dochier;
een grappig stel onder een paraplui waar
aan lantaarn'jes bengelden, freule van
„Haöer-alles", etn Zeeuwsche boerin en
wie weet wat nog meer. Zelfs de straatveger
mocht zijn lusten botvieren O arme salon
Van eenige Sunderklazen weiden speci
ale foto's gemaakt en tot slot een opname
van de aanwezig-m, waaronder te heer v. d.
Ven, Weth. Keijser als loco-burgemeester
en Luit. Mulder.
Behoeven we op te merken, dat de
Sunderklaz n het ditmaal niet zoo nauw
hebben eenomen met de wet, dat hun
waardigheid leelijk in het gedrang komt,
wanneer zij worden ontdekt? Die film
bracht hen heelegaar uit hun gewone doen.
Het was te half een in de nacht, toen
de vertooning een einde nam. En hiermee
behoort dan ouwe Sunderklaas 1927 weer
tot het verleden.
Het valt nier licht, het ieder naar de
zin te maken, maar stellig leeft deze dag
vriendelijker en sterker dan ooit, voort in
de hoofden en harten van honderden. Zou
den wij het ook niet waardeeren, dat ons
Texelsche feest bij uitnemendheid voor
het nageslacht op zulk een „levendige"
wijze bewaard zal blijven. Veel dank
zijn wij verschuldigd aan de autoriteiten,
maar aan de heer van der Ven in het
bizonder.
Wie zijn bekroond
De vraag „welke Sunderklazen zijn nu
bekroond?" is wel zeer begrijpelijk, maar
vermogen wij thans niet te beantwoorden.
De heer van der Ven, die de prijswinners
uitkiezen zou, kon moeilijk een bevredigen
de oplossing vinden. U weet wel„Keur
baert angst". Het zal nog eenig hoofd
breken kosten, eer de prijzen toegewezen
zijn. Vandaar, dat u de uitslag in het vol
gend nummer zult moeten zoeken.
Dierenbescherming.
„Het is niet goed, als de Natuur
moet treuren over de Menschen."
„Wat de Dieren ons te zeggen .hebben"
is de titel van een door de „Ned. Vereeni-
ging tot bescherming van Dieren" vervaar
digde 3ü0t) Meter lange Propagandafilm,
die het geheele uitgestrekte veld der Dieren
mishandeling en Uitroeiing, benevens dat
gene wat er tot Verhoeding, Leniging en
Verzachting wordt gedaan, op aantrekke
lijke wijze behandelt, met uitzondering
van een Hoofdstuk, n.l. dat der, vivisectie
omdat dit voorstellingen verlangt die te
vreeselijk -zijn om voor het ontvankelijke
gemoed van het aankomend geslacht, waar
voor de film mede bestemd is, aanschou
welijk voor te stellen.
Zie voor nadere bijzonderheden een ad
vertentie in dit nummer.
K. W. Roeper hoofdingeland Waalenburg.
Bij de op Maandag 1.1. hier gehouden
stemming ter voorziening in de vacature
hoofdingeland polder Waalenburg werden
111 stemmen uitgebracht, waarvan 3 van
onwaarde. De heer K. W. Roeper verwierf
58 stemmen, de heer Jac. Roeper Kz. 50
stemmen, zoodat eerstgenoemde bij volstrek
te meerderheid is verkozen.
Collecte voor de Wijkverpleging.
De collecte, ten bate van de Algemeene
Texelsche Wijkverpleging op 12 dezer ge
houden, heeft te Oosterend f 22.19 en alhier
f 24,91 Vs opgebracht.
Prof. Dr. H. Oort. t
Prof. Dr. H. Oort is in de nacht van
Maandag op Dinsdag 1.1. op ruim 90-jarige
leeftijd te Leiden overleden.
Op het bericht dat zijn ziekte een ernstige
wending had genomen, is burgemeester Oort
Maandagmiddag naar de Academiestad ver
trokken. Gelukkig niet te laat I
De wetenschap in het algemeen, de theo
logische geleerde wereld in het bizonder,
heeft in prof. Oort een groot man verloren.
Hij was een man, die door zeldzame gaven
van hoofd en hart een bizondere plaats
innam wiens heengaan in de breede kring
van zijn vrienden, in de familiekringjbovenal,
diep wordt betreurd.
Straatverlichting.
De nieuwe electrische straatverlichting is
hier thans geheel voltooid. De palen met
draden, waarvan het G.E.B. zich bediende,
onsierlijk niet alleen, maar bovenal een
leelijke staan-in-de-weg in onze nietover-
breede straten, zijn opgeruimd en hebben
voor kleine palen plaats gemaakt, geheel
van metaal, door ondcrgrondsche kabels
verbonden Op eenige plaatsen hangt zoo'n
lamp aan een kabel, welke over de straat
werd gespannen. Een zes- of zevental
lampen brandt de heele nacht.
Op verzoek vestigen we uw aandacht op
de Sternheim-kunstavond te de Cocksdorp op
Vrijdag a.s.
De wedstrijd Texel I—WGW II eindigde
onbeslist: 1—1.
Weet u, dat morgen hier wordt aange
vangen met de verkoop van zegels en kaarten
voor het behoeftige kind
OUDESCHILD
Ouwe Sunderklaas.
Ouwe Sunderklaas gaat nooit verloren is
Maandag weder onomstootelijk bewezen. Groot
was hel aantal Sundeiklazen dat zich langs de
dorpsstraat bewoog, begunstigd door goed
weer. Het aantal kijkers was ook zeer groot
zoodat het een echte leuke ouwe sunderkiaa*-
avond was. Vele sunderklazen hadden nogal
wat werk van hun pakjes gemaakt, vooral een
vijftal met torenmutsen getooid zag er aller
liefst uit. Verschillende typen, die zoo ongeveer
tot de vaste vertoouingen behooren waren nu
ook weer aanwezig. De baker (wat persoon
betreft wel drie a's.) met buitje, de man op
krukken, de man met visch, verschillende oude
wijfjes, jazzband, electriciteit, doch te veel om
op te noemen. Elke Sunderklaas had zijn best
gedaan om iets voor te stellen. De J.V.O. met
fakkejs getooidzong propagandistische liederen
en wist van de drukte langs de straat gebruik
te maken om zijn idealen te verkondigen. Zoo
deed elk zijn best om de aandacht tot zich te
trekken en is het oude gebruik ook nu in eere
gehouden. In de Zeven Provinciën was gele
genheid voor een dansje.
DEN HOORN
Kerknieuws
De Eerw. Heer A. Oskamp, cand. tot de-
H D. te Rotterdam heeft de toezegging
van beroep naar de Ned. Herv. Gem aan
genomen.