W ABOUSmOOP No 4189 Zaterdag 7 Januari 1928 41s,e Jaargang Voor de Zondag. EERSTE BLAD, Vorst Vorst f Voor hoofd en hart Texelsche Berichten Eerst alleen ABONNEMENTEN: ADVERTENTIËN: INRICHTINGEN •valko givaar, schade of binder konDen veroorzaken. Burgemeetster eu Wethouders der Ge meente Texel brengen ter openbare kennis, dat 't verzoek van J. H. Kitkeit te den Burg, om in bet perceel, kadas traal bekend in sectie K. no. 1236 eei brood-, koek- en banketbakkerij te mogen uitbreiden, door hen voorwaardelijk is ingewilligd. Mede aat een verzoek van G. Dros Pz te Oosterend om in het poiceel kadas traal bekend in Sectie B. No 1970 een brood- koek eu bauketbakberij te mogen uitbreiden, door ben voorwaardelijk is ingewilligd. De aandacht wordt er op gevestigd dat volgens de bestaande jurisprudentie eventueel NIET tot beroep van de be schikking bevoegd zijn zij, die indertijd niet voor het Gemeentebestuur zijver schenen, om hunne bezwaren mondeling toe te licuten. Texe Jeu 2 Januari 1928. Burgem. en Weth voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, JONKER. W. B. GORT. De Wereld om ons. Anno 1928 - 4 Januari. R.K. Tooneelvereeniging I.L.B. AKKER Voorde Borst. EXELSCHE COURANT DEN BURG: 50 ct. per drie Maanden. Franco p. pest door geheel Nederland 75 ct p. 3 maanden. Losse nummers: 3 ct DE TEXELSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAG- EN ZATERDAGMORGEN UITGAVE: N.V.v/h LANGEVELD&DE ROOIJ i'. DEN BURG OP TEXEL Van 1-5 regels: 50 ct. Iedere regel meer: 10 ct. Dezelfde advertentie 4 maal geplaatst wordt 3 maal borokend. Bij abonnement lagere regolprljs. ADVERTENTIËN MOETEN DAAGS VOOR 'T VERSCHIJNEN 4 UUR NAM. IN ONS BEZIT ZIJN TELEFOON: N° 11 POSTGIRO: N°. 652 POSTBUS: N°. 11 Zeg mij, wie gij bewondert, en ik zal u zeggen, wie gij zijt. Sainte Beuve. Nog geruime tijd, nadat men het ouderlijk huis verlaten heeft, ja, gedurende het gansche leven, doet zich de invloed van de huiselijke opvoeding gevoelen. Maar de tijd breekt aan, dat ook andere invloeden op het karakter gaan werken. Ik bedoel die van de school en van de omgang met vrienden en kameraden, waar door het karakter de vormende kracht van het voorbeeld ondergaat. Jonge zoowel als oude menschen, maar jonge 't meest, volgen onwillekeurig diegenen na, met wie zij omgang hebben. George Herbert's moeder gaf daarom haar zonen deze beharti genswaardige wenk: „Evenals onze lichamen de werking ondervinden van het voedsel dat wij gebruiken, zoo wordt in onze zielen hetzij de deugd, hetzij de ondeugd versterkt door het voorbeeld of het gezelschap van goeden of slechten." De omgang met hen, in wier midden wij leven, moet noodzakelijk een machtige invloed op de vorming van het karakter hebben. De menschen zijn van nature tot navolging geneigd en iedereen ontvangt een min of meer sterke indruk van de woorden, de manieren, de gang, de gebaren en de denkwijze van hen, met wie hij verkeert. „Of het voorbeeld niets beteekent hooren wij Burke vragen. „Alles", is zijn antwoord. „Het voorbeeld is de beste school." In het album van de markies van Rockingham schreef hij dan ook deze gulden spreuk: „Herdenk, volg na, volhard." De navolging heeft grootendeels onbewust plaats, zoodat men haar onmiddellijke uitwerk selen niet dan met de vinger kan aanwijzen, maar daarom is haar invloed niet minder duur zaam. Slechts dan wanneer een voor indrukken vatbaar en licht bewogen gemoed in aanraking komt met een machtige geest, wordt de ver andering, daardoor in het karakter teweegge bracht, duidelijk waarneembaar. Toch oefenen ook de zwakkere gemoederen eenige invloed uit op omgeving. Voortdurend heeft er een zekere toenadering plaats in gevoelens, gedach ten en gewoonten de macht van het voorbeeld werkt altijd door. Emerson heeft opgemerkt, dat oude echt paren, of anderen, die gedurende een aantal jaren met elkauder samenleven, van lieverlede elkanders eigenaardigheden aannemen, zoodat zij, als deze samenleving lang genoeg duurt, ten laatste nauwelijks meer van elkaar onder scheiden kunnen worden. En indien dit met oudere menschen plaats heeft, hoeveel te ster ker moet dan het voorbeeld op jongelieden werken, wier gemoederen nog' zoo kneedbaar en zooveel vatbaarder voor indrukken zijn 1 Charles Bell zegt in een van zijn brieven: „Er is veel over de opvoeding gehandeld, maar het komt mij voor, dat men de macht van het voorbeeld, waarop alles aankomt, te veel uit het oog verloren heeft. Ik ben het meest ge vormd door het voorbeeld mijner broeders. •Hue icden van ons gezin onderscheidden zich door een groote mate van zelfvertrouwen en onafhankelijkheid van karakter door hen na Alle vlaggen van de ijsbaan Hangen als een vaatdoek slap; 't Vroolijk beider witte sneeuwkleed Is een vieze bruine pap. Perreplujen vieren hoogtij, Ijsstok heeft zijn beurt gehad, Bontkraag, gister nog een tijger, Is vandaag verdronken kat. En de menschen, gister vroolijk, Pittig, energiek en blij, Loopen er op deze dooidag Echt als „dooie" Pieten bij. Heel de grond bezaa-d met duigen, Duigen groot en duigen klein Duigen van de vele plannon Die vandaag in duigen zijn. Tranen, tranen, niets dan tranen Druipend druilend langs de goot, Tranen van de onderdanen De geliefde vorst is dood CL1NGE DOORENBOS. [Met welwillende overgenomen uit de toestemming Telegraaf."J o Vertoonden zich reeds Maandag lichtelijk de symptomen van een zoetjes naderende dooi, die winter- klanten de schrik om 't ijsminner.d harl deed slaan, Dinsdag stond de zaak hoogst twijfelachtig en be reikten ons 's avonds nog verzoe ken om publiciteit te geven aan wedstrijden op de schaats, waaruit blijken kan, dat men hoop op beterschap" volstrekt niet opgaf. Nochtans is Woensdag dooi ingevallen. En flink ook! Na korte tijd werd heel de „Bur gerij kosteloos gelegenheid geboden in de dorps straten een modderbad te nemen. Regen en wind en later wat zonnewarmte namen sneeuw en ijs duchtig onder handen. Klompen deden opgeld, veel lui niets dan mopperen. We ver- ramen van perceelen, die leden onder de ge volgen van een miniatuur watersnood. Van gemeentewege is de opruiming met man en macht ter hand genomen en eerder dan we durfden verwachten zijn we verlost uit de mod- der-misère, die het velen vooral hun, die langs de straat hun brood verdienen toch zoo moeilijk maakte. Of we hiermee tevens afscheid namen van de winter, van „de barre gast" die striemt met sneeuw en ijzel striemen die sommige deren, anderen „koud" laten, derden als even zoovele liefkoozingen opvatten of de winter voor goed zijn biezen heeft gepakt laat zich niet licht voorspellen. Voorloopig kunnen ijsclubs echter hun plan netjes wel opzouten. IJsclub „de Waal" is er Dinsdag nog in ge slaagd een wedstrijd „ringsteken-op-schaatsen te organiseeren, waaromtrent onze lezer onder „de Waal" nadere bijzonderheden vindt. o— Hierboven geven wij de reproductie van de foto welke onze fotograaf, de heer G. de Boer (fa. „Sibo") genomen heeft in de Hoogerstraat waar de heer N. Graaf met vaardige hand een sneeuwman op bouwde, de Wintervorst ter eer. De hoogte van het sneeuwen kunstwerk be draagt plm. drie nieter, de omvang mèèr dan drie man omvatten kunnen. U herinnert zich wat we er eerder van schreven Ter rechterzij stond toen de fotograaf de sneeuwman (er waren menschen, die gelijkenis met onze groote minister Colijn meenden te bespeuren notabene) „onder vuur" nam de beeldhouwer Graaf, ter andere zij de helper J. Verstegen. Hierboven blijken beiden zich bcscheidenlijk in het donker te hebben teruggetrokken. Om geen watervloed aan te richten is de wintersche figuur Woensdag 1.1. eerst van zijn hoofd beroofd en vervolgens met de grond gelijk gemaakt. Na weinig tijds was hij, „die hoog op ons neerzag, met starre blik en onbewogen", ver kruimeld en versmolten en verdwenen in de riehting van het straatriool. Hij kwam, hij werd gezien en moest het loodje leggen. Zoo gaat het meer in de wereld. te volgen werd ik zelf ook deze eigenschappen deelachtig. Het ligt in de aard der zaak, dat de omstandigheden die deel hebben in de vor ming van het karakter, voornamelijk gedurende de jeugdige leeftijd hun invloed uitoefenen. Met het toenemen der jaren wordt hetgeen men navolgt gewoonte, en de gewoonte wordt lang zamerhand een eigenschap van de geest, zoo nauw verbonden met ons geheele zijn, dat wij er so.ns geheel door worden beheerscht, voor dat wij ons dat bewust zijn. Men verhaalt, dat Plato eens een jongen berispte, omdat hij een laf spel speelde. „Gij berispt mij",zeide de jor.gen, „over iets, dat eigenlijk niets beteekent." „Juist", zeide Plato, „maar wee u, als hetgeen gij nu doet gewoonte wordtEen slechte gewoonte, die een eigenschap van de geest is geworden, oefent zulk een dwinglandij uit over de mensch, dat hij zich somtijds laat meeslepen door ondeug den die hij in zijn binnenste verfoeit. Daarom zeide Locke, dat het een der voornaamste doeleinden van de zedelijke vorming moest zijn een zoodanige geestkracht in de mensch te scheppen en te bewaren, dat hij in staat is zich te verzetten tegen de macht van zijn ge woonten. SAMUEL SMILES. MAANDAG 9 JANUARI De gedachte kan alleen in stilte werken, ook de Deugd werkt slechts in 't geheim. DINSDAG 10 JANUARI Er zijn werkelijk zeer ve:e menschen, die alleen lezen, omdat zij niet durven denken. Lichtenstcin. WOENSDAG 11 JANUARI Men moet grootere deugden bezitten om het geluk te verdragen, dan het ongeluk. P. DONDERDAG 12 JANUARI De wereld ligt te wachten, Waar blijft de daad, die redt J. Jac. Thomson. VRIJDAG 13 JANUARI Hoor ik klagen en jammeren over het vele en velerlei lijden dezer wereld, dan ben ik ge neigd te roepen: er wordt niet genoeg geleden! Wij hebben er te weinig en ernstig lief voor. I J. de Bussy. ZATERDAG 14 JANUARI Wat gij wilt, Dat zult gij eerder winnen met uw lach Dan dwingen met uw zwaard. Shakespeare. Met groote voldoening mag onze R.K. Too- neelclub l.L.B. terugzien op de uitvoeringen in „de Zwaan" op Woensdag en Donderdag 1.1. Opgevoerd werd eerst „De Twee Spitsboeven" klucht in één bedrijf door Frits van Duinen. Het stuk verplaatst ons naar een adellijk slot, eenmaal de residentie van een bizonder hoog- en wèlgeboren sinjeur, vrijheer van Hardsteen tot Konijneriburg-en-nog-wat, thans sinds negen jaar „foetsie" en nog niet boven water. Baron van Hardsteen-en-zoo-voort, oom en voogd van de vermiste en zetelende op de ver laten burcht, stelt door advertenties pogingen in het werk om zijn neef to! terugkeeren te be wegen en met succes, naar 't schijnt. Juist omdat verkoudheid zich zoo onschuldig voordoet, Is zi) zoo gevaar lijk. Vergeten wi| toch nooit, dat zij een ontsteking der slijmvliezen is en dat reeds een simpele verplaatsing dier ontsteking b.v. naar de stem banden, de branches of naar het slijm vlies van de longen - en hoe gauw gebeurt dat niet - haar veel ernstiger maakt. Acute en chronische bronchi tis, asthma, borstbenauwdheid zijn de terecht gevreesde gevolgen van een verwaarloosde verkoudheid. Maak de genezing niet moeilijker en duurder door met de juiste behandeling te wachten. Begin bij het begin en verzorg een eenvoudige verkoudheid dadelijk met de versterkende, onschadelijke, maar krachtig slijmoplossende Per koker: f 1.50, f2.75,14.50 Aan de slotpoort meldt zich een jongeman, die voorgeeft de vermiste neef te zijn. Hij wordt toegelaten tot de vertrekken des barons en met alle onderscheidingen, aan zijn hooge rang ver plicht, ontvangen. De burgemeester, ijlings met de terugkeer van de Vrijheer in kennis gesteld, komt hem in onderdanige bewoordingen zijn hulde bieden, de dorpsschoolmeester spreekt hem mede toe namens de bevolking, welke aan hem zoo zeer is verknocht. Inmiddels slaan „dc verioren;"zoon" en een huisknecht, in wie eerstgenoemde een gevan geniscollega herkent, hun slag. „Neef" is voor nemens alle goed, slot en inboedel, te gelde te maken en met zijn mede-vennoot alle duiten te deelen mits deze hem met raad en daad ter zijde staat. Heerlijk ruischt toekomstmuziek hun in de ooren, doch plots liggen alle mooie plannetjes te water: De heusche neef komt ten tooneele en weet te bewerken zij het met moeite dat het samenzweerders-duo .in de nor" gelegenheid vindt zijn zonden te overpeinzen. Een vlot gespeeld stukje, het tooneel tot in de puntjes verzorgd. We mogen niet meer verlangen. De hoofdrollen werden vertolkt door de heeren Jn. Buisman, Anton v. Heerwaardenen |aap de Graaf. Doorslaand succes had „I.L.B." met „Zijn Jongen", waarover we in ons vorig nummer reeds een en ander meedeelden. Onze verwach tingen waren, op grond van wat Tooneelmannen er over schreven, hoog gespannen en zijn ge lukkig niet beschaamd geworden. Grosfeld heeft in dit tooneelspel iets beters gegeven dan hij ooit gaf, hoewel het thema lang niet nieuw meer is. Zoo schrijft in „de Too- neelgids" Hans Merkelbach en die kan het weten. Vooral zijn dialoog is vaardiger, vaak knet terend als vuurwerk, een heel enkele keer flauw. Maar heeft de Hemel ons geen zout geschonken om er gebruik van te maken? De figuren, zoo schrijft „de Tooneelgids" terecht, heeft hij nu relief gegeven. Je hoeft niet meer te vragen, of 't haring is of kuit, jc weet wat je er aan hebt. 't Zijn voor-de-hand liggende karakters. Daar is Huub (Wim de Porto), de zoon, die, misschien wat kort gehouden in zijn jeugd, de last van 't volle leven niet opeens kan torsen en valtom weer op te staan. Daar is voorts zijn vader, een gepensionneerd onderwijzer (C. Buisman), d# goedgeloovigheid

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1928 | | pagina 1