No 4215 Zaterdag 7 April 1928 41s,eJaargang
KEG's Koffie in priizen van
EERSTE BLAD,
Voor de Zondag.
Voor hoofd en hart.
cNaar Palestina.
Eierenzoeken.
Onder de artikelen die
men dagelijks gebruikt,
neemt koffie een eerste
plaats in.Het is raad
zaam, goed te weten,
wat men koopt
fdKEG's KOFFIE geeft U
alle tevredenheid foor
haar fijne kwaliteit
ABONNEMENTEN:
ADVERTENTIÊN:
UITGAVE;N.V.v/h LANGEVELD&DE ROOIJ DEN BURG OP TEXEL
TELEFOON: N°.11 POSTGIRO: N°.652 :s POSTBUS: N°. II
TEXELSCHE COURANTI
DEN BURG: 50 ct. per drie Maanden.
Franco p. post door geheel Nederland 75 ct p. 3 maanden.
Losse nummers: 3 ct
DE TEXELSCHE COURANT VERSCHIJNT
WOENSDAG- EN ZATERDAGMORGEN
Van 1-5 regels: 50 ct Iedere regel meer: 10 ct.
Dezelfde advertentie 4 maal geplaatst wordt 3 maal borokond.
Bij abonnement lagore rogolprljs.
ADVERTENTIÊN
MOETEN DAAGS VOOR 'T VERSCHIJNEN
4 UUR NAM. IN ONS BEZIT ZIJN
INNERLIJKE STRIJD.
(Slot.)
Wat zijn we eigenlijk anders dan hartelooze
genotzoekers schrijft prof. Casimir in „Zelf
aan 't Stuur" die in dwaze verblinding overal
ons eigen genoegen, onze kleine pleziertjes
najagen, en er liefde, waarheid en plichtsbe
trachting aan geven.
o—
Zoo zien we ons zelf en het gevaar dreigt,
dat we de achting voor onszelf gaan verliezen
Zoo komt nu de tweede strijd AAN ZICH
ZELF TE GELOOVEN MET ERKENNING VAN
EIGEN ZWAKHEID.
Men mag het geloof in zichzelf niet verliezen.
Er is één eisch WERK DOOR Ge kunt iets
goeds van uzelf maken. Veel minder dan ge
gehoopt hebt, in jeugdige droom en overmoed,
in stoute verbeelding: maar tóch iéts goéds,
anderen en uzelf ten nutte.
Er komt iets ernstigs in uw wezen. Ge perst
de lippen op elkaar, uw voorhoofd rimpelt zich
Zoo gaat ge, met een vaste tred. O, daar is
niet veel lach en niet veel dartelheid in ons
leven, maar kloekheid. Ge hebt een blik op
uzelf, en daarmee ook op de menschheid ge
slagen. Ge ziet, hoe zwak we eigenlijk zijn.
Maar toch ge wilt.
Zoo richt ge u met een ddéd uit de smart om
het berouwhet mag niet dienen om u te ver
brijzelen en te verslaanhet moet u opheffen.
Hebt ge wel eens een gewezen dronkaard hoo-
ren getuigen en zien werken voor de redding
van anderen.
o—
Maar in dit uw zoo diep berouw is er nog
een derde strijdVERDIENEN WIJ TE ZIJN,
WAT WIJ ZIJN Moeten wij niet opstaan en
zeggen Ik ben niet waard te wezen wat ik ben
Men ziet mij aan als een goed mensch, als
een behoorlijk mensch. Ik ontvang zooveel
blijken van liefde, meeleven. Ik bekleed een
positie. Ze moesten maar eens weten? Ze
moesten me kennen zullen velen weldenken
in mijn zwakke begeerlijkheid, in mijn laffe
harteloosheid, mijn onwaarheid En als ze dit
en dit en dat eens wisten, o dan
o—
Misschien zal onze beslissing anders zijn.
Misschien zullen we blijven, waar we zijn, om
dat we daar het meeste nuttige werk kunnen
vervullen, het meeste goed kunnen doen. Mis
schien moet dit onze strdf zijn, dat wij blijven
waar wij warenZeker zullen we beproeven
onze tekortkomingen te belijden tegenover
degenen, tegen wie ze begaan zijn en als
ze er niet meer zijn, zoo zullen we trachten
goed te maken wat we kunnen. Dat zullen we
niet nalaten. Het is de bevrijdende en verlos
sende DAAD!
MAANDAG 9 APRIL
Voor hen, die goed voor mij zijn, ben ik goed
en voor hen, die niet goed voor mij zijn, ben
ik ook goed en aldus zullen allen goed worden.
Lao-tse.
DINSDAG 10 APRIL
Muziek is de hoogste wijsbegeerte.
Beethoven.
WOENSDAG 11 APRIL
Mannelijke, flinke menschen worden door de
erkenning eener dwaling verhoogd en gesterkt.
Goethe.
DONDERDAG 12 APRIL
Wie is een groot mensch Die het sterkst is
in het uitoefenen van geduld. Boeddha.
VRIJDAG 13 APRIL
Hoe meer een mensch met zich zelf één ge
worden en dus van binnen vereenvoudigd is,
des te grootere en hoogere dingen leert hij be
grijpen zonder eenige moeite, omdat hij uit
de hemel het licht van het verstand ontvangt.
Thomas h Kempis.
ZATERDAG 14 APRIL
Elke hervorming, die wij beoogen, moet bij
ons zelf beginnen. Thorbecke.
Houtsnee-afdruk „De Weezenplaats".
We maken er onze abonnees op attent,
dat houtsneeafdrukken van de „Weezen-
plaats", gehecht op een royaal passepar
tout, tot 15 April a.s. nog tegen de prijs
van zestig cent te bekomen zijn. Daarna
zal de prijs op f 1,20 worden bepaald.
Oosterend, 6 April 1928.
De berg Gaiizin Nabloes door
een aardaevirg geteisterd De
laatste Samaritanen De vlakte
van Esdralon Het gebergte van
Gilboa.
De Berg Gerizim.
Wij komen nu weer in de brandende
zonnehitte en vervolgen onze tocht, vlak
by one hebben wij nu aan onze linkerhand
de berg Gerizim, de berg, waarop de Sama
ritanen aanbaden (Joh. 420) en Ï6ts verder
aan onze rechterhand de Eoal. Tusscüen
die beide bergen ligt in een vruchtbare
vlakte de stad Nabloes (het oude Sichem).
Bekend is nog, hoe van de Gerizim dat
gedeelte van de wee werd voorgelezen,
dat de zegeningen behelsde en van de
Ebal tut andere gedeelte, dat de vloek
aanzeide aan degenen, die de wet onge
hoorzaam wareD. Het volk, dat tusschen
beide bergen iD stond, kon dan duidelijk
de beide gedeelten van de wet hooren
(Deut 2712 wv.)
Ik kon Nabloes helaas niet bezoeken,
want de aarbeving had veel huizen zoo
bouwvallig gemaakt, dat de politie de toe
gang aan vreemdelingen verboden had.
De aardbeving had hier het ergst ge
woed overal l-ings de weg zag m6n de
menschen in kloine tentjes en loofhutten
kampeeren, omfat hun huizen verwoest
waren. Het was wel jammer, dat ik de
stad niet kon zien, want er is ook nog
een synagoge van de Samaritanen, de
e-.nige van de geheele wereld, waar nog
een erg oude wetsrol bewaard wordt, die
in sommige punten van de Joodscbe wet
afwjjkt, maar toch in hoofdzaak met de
v|jf boeken van Mozes overeenstem'. De
SammitaDen sterven uit, er zjjn er nog
maar 158 over, van dat eertydszoo groote
volk.
Wij gaan steeds verder, noordwaarts en
komen nu by Jenin in de beroemde vlakte
van Esdralon, ook wel Jizreël genoemd, die
door de beek Kison en andere stroompjes
bevloeid wordtzoodra er water is hier in
het Oosten, draagt de bodem overvloedig
vruchten. Wat een verschil is het nu over
die golvende groene vlakten te zien, nadat
de blik op bijna niets anders dan steenen
heeft gerust. Hier zyn vele bloeiende
kolonies, die door teruggekeerde Joden ge
sticht zijn natuuriyk hadden deze eerst
met vele moeilykheden te kampen in deze
verwaarloosde streek, maar de prachtige
akkers getuigen van hun doorzettingsver
mogen en volharding. Aan de noorder-
horizon steekt boven de groene vruchtbare
vlakte de drooge bruine rug van het Ge
bergte van Gilboa somber en dreigend uit
Onwillekeurig moet m6n aan de woorden
van Davids kinagzaDg denken „Gij bergen
van Gilboa, noch dauw noch regen moet
op u zijn noch de velden d r tatfoffdreo"
(i.w.z. geen gewas mag op u groeien, dat
geofferd kan worden 1) Ook nu nog her
inneren de doodsche borgen aan Sauls
nederlaag en tragisch uiteinde. (2 Sam.
121)
Zoo rijden wy voort door de heeriyke
vlakte, totdat wy in de verte een koepel
vormige berg zien, die geheel alleen ligt
de Thabor, Volgens de overlevering is
dat de berg der verheerlijking. Hy is niet
zoo byzonder hoog, maar zijn ligging mid
den in de vlakte maakt, dat men toch van
zijn top een ruim uitzicht heeft, zoodat
vele reizigers hem beklimmen, om daarvan
te genieten.
H.J. Wordt vervolgd
75—65—60—55—50 en 45 ets. per half pondspak.
Fragment uit
Ge kunt deze kwestie van verscheidene zijden
bekijken. Allereerst van het standpunt der vo
gelbeschermers. En dan komt ge tot de vol
gende redeneering: Wij moeten heel waaksch
en omzichtig zijn met betrekking tot onze
vogels, die een heerlijke rijkdom vormen, een
kostelijk bezit, waarop evenwel een zoogezegde
cultuur voortdurend haar onverbiddelijke aan
vallen doet. Eieren zoeken, wat gelijk slaat
met op jacht gaan zonder geweer, zou door de
vingers kunnen worden gezien, doch eieren-
ra pen kan niet worden geduld, omdat het de
vogels de gelegenheid ontneemt zich voort te
plantenhet eieren rapen als amusement
dient derhalve, terwille van 't voortbestaan der
heerlijke vogels, te worden verboden.
Ziezoo: ik ben blij, dat ik dit nuchter en
zonder hartstocht heb kunnen vaststellen. Doch
laten wij tevens door een andere bril kijken:
door die van de eierenzoekerons land wordt
in het voorjaar bewoond door duizenden een
den, kieviten, grutto's, tureluurs, scholeksters,
kemphanen, snippen, slobben, enz. Zij vormen
voor een goed deel onzer bevolking een aan
merkelijke pluimveestapel in gemeenschappelijk
bezit, een pluimveestapel, die niets aan onder
houd kost en frank en vrij leeft onder de
bloote hemel.
Al die vogels leggen de eenden en kie
viten van ongeveer 20 Maart, de tureluurs en
grutto's van ongeveer 15 April af in de
weiden en op de akkers hun eieren, die een
aardig sommetje waard zijn. Er is niets ver
werpelijks in, dat de vogels economisch wor
den geëxploiteerd, temeer niet, daar na 28
April de z.g. verboden tijd begint, waarin de
wet het rapen der eieren verbiedt, zoodat de
vogels nog volop tijd hebben een broedsel
groot te brengen.
Ja hoe ongerijmd dit op het eerste ge
zicht ook lijkt het rapen der eerste legsels
zou, volgens sommigen, de vogel zelfs ten
goede komen: de jongen der eerste legsels toch
zouden in verband met het vroege uitkomen
meestentijds tengevolge van het koude weer
ten gronde gaan. En deze mogelijkheid zou
uitgesloten zijn voor de jongen der latere legsels.
Ik heb dit standpunt in vroeger jaren meer
malen zelf trachten te propageeren, maar ben
er van teruggekomen; op de keper beschouwd,
kan ik niet aannemen, dat de natuur zoo onnoo-
zel is, dat ze het kunstmatig ingrijpen van de
mensch in de vorm van een systematisch
eierenrapen noodig heeft om haar kieviten en
stand te houden, de natuur is minder achterlijk.
Aan de andere kant zie ik juist in verband
met die late legsels een nieuw gevaar opdoemen
dat van de vervroegde h o o i o o g s t, waar
van vele kieviten, tureluurs en grutto's het