Vergadering van Hoofdingelanden van
Polder Waal en Burg op Donderdag 17
Hovemberin cafe „Den Burg" te half acht n.m
Tegenwoordig alle leden,
Te„7"juur opent de voorzitter de ver
gadering er op wijzende
Aanbieding T. E. M. De aanbieding
van de T.E.M, om de stroom bij nacht
te leveren tegen 4 cent en bij dag tegen
6 cent per K.W.U., die geldig was tot I
November is volgens een ingekomen schrij
ven van de T.E.M. thans verlengd tot 1
Dcc, terwijl in datzelfde schrijven wordt
medegedeeld, dat de kabel en transforma
tor, door polder Waal en Burg in eens
kunnen worden betaald, doch dat een en
ander blijft onder beheer van de T.E.M.
en daaraan die reparaties en werkzaam
heden zullen moeten geschieden, die de
T.E.M. noodig acht, waarvan de kosten
echter komen voor rekening van polder
W.&.B.
Door het dagelijksch bestuur is aan
gaande deze aanbieding nadere inlichtingen
gevraagd aan den Directeur van de T.E.M.
waarbij is gebleken volgens een berekening
van den secretaris, dat bij een afschrij
ving van den kabel en een onderhouds
kosten van 3 h 4°/o der koopsom van den
transformator (aanschaffing kabel El. 3900-
transtormator f 2400,— een bedrag van
F. 445.— gemoeid zou zijn, per jaar dus
F. 150.— minder dan bij alle vorige
offerten.
De secretaris rekent een en ander nog
eens na, doch komt thans tot de ont
dekking, dat hij zich bij de vorige bere
kening heeft vergist en dus het bedrag
van F. 145.— thans niet meer voor zijn
rekening neemt. Hij komt thans tot een
bedrag van 520,— gld. per jaar. De fout
werd gemaakt doordat bij de vorige be
rekening niet was gerekend op afschrij
ving van den transformator
De Heer S. C. Eelman voert aan, dat
afschrijven op den transformator niet
noodig ls, daar de koopsom kan worden
ingesloten in het uit te geven bedrag voor
grondwerk, maar de vergadering is dit
met met hem eens,
En ook al zou dit gebeuren, dat zou
toch moeten worden afgeschreven, om
dat zulks ook zal geschieden met de kos
ten voor grondwerk al zou dan de afschrij
ving wellicht over een grooter aantal jaren
veidceld worden.
Uit een en ander wordt geconcludeerd,
dat de tegenwoordige aanbieding van de
T.E.M. dus klein honderd gulden lager is
dan de vorige, behalve het verschil in den
stroomprijs.
De voorzitter leest thans voor het inge
komen rapport van den heer Reigersman,
naar aanleiding van het verzoek van 41
ingelanden, zooals aangegeven in de no
tulen van de vorige vergadering.
Naar aanleiding van bovenbedoeld rap
port merkt de voorzitter op, dat het voor
hem weinig waarde heeft, omdat er geen
enkel cijfer in genoemd wordt. Hij had
verwacht, dat üe heer R. met cijfers zou
aantoonen, dat bet besluit tot oliebema
ling steunde op verkeerde gronden. In
dat verband meent hij dan ook. dat er op
het besluit, door middel van oliemotoren
te bemalen, niet behoeft te worden terug
gekomen.
De heer S. C. Eelman is het met den
voorzitter niet eens en is van oordeel, dat
het rapport van den heer Reigersman wel
degelijk steunt op cijfers en wel op die
cijfers, die het bestuur hem heeft verstrekt,
zooals ook in den aanhef van het rapport
wordt vermeld. Hij is van oordeel dat de
door het bestuur aangevoerde argumenten,
die tegep electrische bemaling pleiten, op
afdoende wijze door den heer Reigersman
zijn ontzenuwd en daarmede het oordeel
van hem, dat uit linantieel oogpunt er geen
reden meer is, om niet met electrische
drijtkracht te bemalen, juist is. Hij heeft
gemeend de conclusie van den heer Rei
gersman aan de pers te moeten verstrek
ken en kan daaraan toevoegen, dat hij
dit gedaan heett met medeweten van den
heer Reigersman.
De voorzitter zegt, dat hij van een heel
ander gevoelen is als de heer Eelman en
daarentegen meent, dat het den heer R.
in het geheel niet gelukt is, de argumen
ten van de meeiderheid van het bestuur
te ontzenuwen en beschouwt het rapport
als te oppervlakkig om daaruit conclusies
te mogen trekken'
In de eerste plaats wijst hij op het aan
gevoerde omtrent automatische bediening
van een eventueel electrisch gemaal. In
tegenstelling met hetgeen de heer Eelman
beweert, schrijft de heer Reigersman, dat
een geheel automatische bemaling hent
niet raadzaam voorkomt.
In hoeveire het hem wel raadzaam
voorkomt is uit het rapport niet op te
maken en daarom meent de voorzitter dan
ook den post bediening der installatie niet
alleen met f 200, te moeten verhoogen,
doch bovendien het noodig zal blijken te
zijn, dat bij electrische bemaling ook tot
stichting van een molenaarswoning zal
moeten worden overgegaan, evengoed als
dit noodig is bij bemalling door olie
motoren.
Verder is niet voldoende weerlegd het
geen de meerderheid van 't bestuur heeft
opgemerkt over den levensduur der in
stallaties.
De heer R. merkt wel op, dat door de
Ged. Stattn de afschrijvingstermijnen
voor verschillende installaties zijn vast
gesteld, doch voor hem staat vast dat de
levensduur veel langer is, dan de tijd.
aangegeven in de afschrijvingstermijn. Hij
verwijst in dit verband naar een brons-
motor van firma C. R. Keijser Co, die
bij ongev. 20bU maaluren per jaar, reeds
18 jaar loopt. Zouden dan, zoo vraagt hij
onze n.otoren, die slechts 8L0 uren zullen
werken, in 13 jaren zijn versleten Er is
niemand, die dit gelooft.
Mede is de voorzitter van oordeel, dat
de pompen, die gekoppeld worden aan
oliemotoren, evenlang zullen loopen als
pompen, gekoppeld aan electromotoren,
hetwelk op de exploitatierekening een
tamelijk groot verschil maakt. Tevens is
de berekening van f 20,000,— voor het
gebouw van oliemotoren-installatie, even
als f 12000,— vooreen electrische te hoog,
naar hij van deskundige zijde vernam en
zal de exploitatierekening aanmerkelijk in
hel nadeel der electrische Installaties
loopen, indien die cijfers tot hunne wer
kelijke waarde worden teruggebracht.
De heer S. C. Eelman houdt vol, dat al
de door de voorstanders van oiiebeina-
ling aangevoerde argumenten, door den
heer Reigersman geheel zijn weerlegd en
wijst er op, dat de heer Vcrhey reeds
herhaaldelijk heeft verzekerd, dat door
hem te Haltent een electnisch gemaal is
geslicht, voor een polder van 1700 H.A
hetwelk geheel automatisch werk.. Gedu
rende een telefonisch onderhoud, hetwelk
hij nog kortgeleden met den heer Verhey
had, gaf de heer Verhey er zijn spijt over
te kennen, dat het bestuur van W. B.
niet de moeite had genomen, dat gemaal
te gaan bezichtigen. Ook brengt hij in
herinnering, dat met den heer Verheij
was afgesproken, dat het bestuur van
W. B. met hem een bezoek zou bren
gen aan verschillende electrische gemalen
in Noord-Holland, waarvan een lijstje zou
worden gevraagd aan den hoofdingenieur
Directeur v.d. Provinciale Waterstaat, den
heer Reigersman.
Hij constateert thans tot zijn leedwezen,
dat de dijkgraaf halstarig heeft gewei
gerd, bedoelde elecirische gemalen te gaan
bezichtigen en ook aan geen andere be
stuursleden opdracht heeft gegeven, dit
te gaan doen.
Ook zegt hij dat hij onlangs nog een
telefonisch gesprek had met ingenieur
Biezeveld, die ook aanraadde de verschil
lende gemalen te gaan zien te N.Holland,
waarbij de heer Biezeveld had gezegd,
dat het bestuur van polder Waal en Burg
toch wel de groote ernst van hare be
slissing moest inzien en niet te licht over
de dingen heenstappen. Iedere deskun
dige wijst ons dus in de richting van
electrische bemaling
De heer Timmer zegt thans, dat vol
gens het rapport Reigersman de finan-
tieele kwestie thans niet meer in aanmer
king komt en hij vertrouwt als leek ten
zeerste op dit rapport, omdat hij den heer
Reigersman kent als een hoogstaand, be
kwaam man, die hij tot oordeelen ten
zeerste bevoegd acht'
Waar de finantieele kwestie dus kan
worden uitgeschakeld, schaart hij zich
met vi. I vertrouwen aan de zijde van de
voorstanders van electrische bemalingen
meent deze wijze van bemaling met nog
meer drang te moeten aanbevelen met het
oog op de groote bedrijfszekerheid die
deze biedt. Hij kan als leek de adviezen
van de heeren Verhey en Reigersman
niet als onwaardig terzijde leggen en
hoopt, dat geen der bestuursleden dit
zal doen.
De heer C. S. Keijser zegt. dat datgene,
wat de heeren Verhey en Reigersman aan
voeren slechts theorie is, gebaseerd op
geflatteerde cijfers, doch dat hij meer
waarde hecht aan het oordeel der man
nen van de prakrijk, hetwelk hij vindt in
een door hem ontvangen schrijven van
baron Haarsolte, dijkgraaf van den pol
der Streukelerzeil bij Hasselt aan wien hij
inlichtingen had gevraagd aangaande het
gebruik van een daar aangestelde motor-
one installatie Crosley naast een electri
sche installatie. Uil het schrijven van den
heer Haarsolte blijkt, dat de elecrische
installatie niet wordt gebruikt omdat bema
ling door de oliemotoren veel goedkooper is.
Verder blijkt uit dat schrijven dat ge
noemde heer gaarne nog bereid is, mon
delinge inlichtingen te verschaffen, die
hij liever niet aan het papier toevertrouwt,
daar deze mededeelingen bezwarend zijn
voor menschen, die bij de stichting van
het gemaal waren betrokken.
Gaarne had hij een bezoek gebracht aan
bovenbedoeld gemaal, doch waar hij pas
gisteren den brief kreeg, ontbrak hem den
tijd. Hij belooft echter er toch nog heen
te zullee gaan en lerplaatss een onder
zoek in te stellen. Waar echter deze stem
uit de praktijk zoo duidelijk spreekt ten
nadeele van electrische bemaling, waar
schuwt hij zijn medebestuursleden er
tegen om niet terug te komen op het
besluit tot bemaling door oliemotoren,
waartoe wellicht een poging zal worden
gedaan.
Verder zegt hij is bij het uitbrengen van
mijn stem voor bemaling met oliemotoren
van groote overweging ook geweest de
manier, waarop de T.E.M. Jot stand is
gekomen, die hem er geen waarborg voor
hij gaat zelfs zoo ver, dat het bedrijf op
een be hoorlijken voet zal kunnen worden
gedreven, te veronderstellen, dat het na
een jaar of drie vier weleens mis kan
loopen met de T.E.M. omdat'de „heele
zaak te duur is opgezet enhij de leiders
der zaak geen vertrouwen heeft.
De heer P. Eelman sluit zich bij den
heer C. S. Keijser aan en voegt den heer
S. C. Eelman nog toe, dat dat hij tot de
ontdekking is gekomen, dat de heer Eel
man zelf met de lijst voor het request
aan het bestuur, door de meergenoemde
41 ingelanden heeft geloopen. hetgeen
geheel in strijd is met hetgeen de heer
Eelman vroeger beweerde n.l, dat hij bij
het ter teekening aanbieden dier lijst, bijna
niet was betrokken.
Bovendien is gebleken, dat de inlichtin
gen, die aan de onderteekenaars werden
verstrekt niet juist zijn geweest en dat
vele der onderteekenaars hun handteeke-
ning terug zouden nemen, indien ze vol
ledig over de gang der zaken waren in
gelicht. Persoonlijk heeft hij ingelanden
gesproken die verklaarden spijt te hebbpn
te hebben geteekend en hij is er van
overtuigd dat-indien hij de menschen eer
lijk inlichtte ongetwijfeld meer dan de helft
der handteekeningen zouden wegvallen,
De waarde die dus aan het request der
ingelanden moet worden toegekend is niet
groot en daarom mag ook aan de daarin
uitgedrukte wensch. niet een te groote
beteekenis gehecht worden,
De Voorz. en de heer C. S. Keijser
sluiten zich aan bij de woorden van den
hr. P. Eelman en voegen daaraan nog toe,
dat de mededeelingen, die de heer 8. C.
Eelman hun gedaan heeft, in verband met
de lijst, als te zijn afkomstig van onder
teekenaars, gebleken zijn, onjuist te zijn.
In dat verband meenen zij, dat als de
heer S. C. Eelman èen beroep doet op het
verzoek van 41 ingelanden om electrische
bemaling boven bemaling door oliemoto
ren te kiezen bij niet te groot kosten
verschil, hiermede geen rekening te moe
ten houden.
De Voctrz brengt thans echter in het
midden, dat het, volgens de agenda,
thans niet gaat over de keuze van be
maling, daar het beslu t daaromtrent reeds
in de voorlaatste vergadering is gevallen.
Het spijt hem alleen,dat den vorigen dag
nog een schrijven in de Texelsche cou
ranten werd opgenomen, waarin zonder
meer werd verklaard, dat bemaling door
electromotoren goedkooper zou zijn das
door oliemotoren, hetwelk hem aanieiding
heeft gegeven nog enkele exploitatiereke
ningen uit te werken voor verschillende
installaties.
Ie. Crosley motoren met Jaffa centri
fugaal. Aanschaffiiigskosten f22500,—
gedreven met dunne stookolie, afschrij
ving der installatie in 11 jaar, exploitatie
kosten in 40 jaar f 157871,
Electromotoren met verticale jjschroef-
pomp, Stichtingskosten volgens j Verhey
f 14600,—. Stroomprijs 5 ct. per „K.W.U.
Afschrijving der electromotoren in 40 jaar
exploitatiekosten in 40 jaar f219360.—.
Indien met ruwolie wordt gewerkt, wordt
de oliebemaling met nog 40 X 260 gld.
belast.
2. Volgens de door den heer Verhey
opgegeven cijfers voor een tweetact Deutz
motorinstallatie met horizontale schroef
pompen. Stichtingskosten f 21000,—, af
schrijving in 11 jaar, gebouw en fundatie
f 20.U00 afschrijving in 40 jaar. Exploi
tatiekosten in 40 jaar f 168560,Electro
motoren met verticale schroefpompen,
stichtingskosten f 14600,voor motoren
en pompen f 12000.Gebouw en fundatie
en afschrijving electromotor in 40 jaar
exploitatiekosten in 40 jaar f 214,OJU,
bij een stroomprijs van 5 cent per K W.U.
3. Thomassen neo Dieselmotoren of
Crosley motoren met horizontale schroef-
pomp. Aanschaffingskosten f 27000,—,
gebouw f 20,000,— afschrijving motoren
in 11 jaar, gebouw in 40 jaar, exploitatie
kosten in 40 jaar 188680,—.
Electromotoren met horizontale schroef
pompen (f 16000,afschrijving motoren
40 jaar, gebouw f 12000,—, stroomprijs
5 ct. per K.W.U. Exploitatiekosten in 40
jaar f 216160.—.
B ij het totaal van de rekening voor
electrische gemalen moet nog gevoegd
worden 40 maal het bedrag aan transfor-
matorverliezen.
Bij zijn berekeningen is aangenomen
dat de pompen van de electrische machi
nes in denzelfden tijd verslijten als die
van oliemotoren.
De levensduur van de electromotor 40 jaar.
De levensduur van de oliemotor 20 jaar.
De genoemde cijfers spreken voor zich
zelf zegt de voorzitier, die op het groote
voordeel wijzen, dat door bemaling met
oliemotoren is te behalen.
De heer S. C. Eelman betuigt in de
eerste plaats zijn spijt er over, dat hij de
berekening van den Voorzitter slechts
een uur geleden onder de oogen Icreeg,
Bovendien constateert hij. dat de ..verga
deringen van 20 October^en van „heden,
geheel onverwacht door den Voorzitier
werden belegd, op welke vergaderingen
vrijwel de belangrijkste besluiten geno
men moeten worden, die in de geschie
denis van Waal en Btrrg bekend zijn
of zullen worden. Het heeft voor hem
den schijn, alsof het den Voorz. er om
te doen is, dat het besluit er als het ware
bij verrassing der tegenpartij moet wor
den doorgejaagd.
De Voorz, zegt hierop, dat hij nog nooit
geweigerd heeft, op verzoek van een be
stuurslid, de vergadering uit.te stellen en
zou 't in dit geval ook gaarne gedaan heb
ben. indien door iemand den wensch
daartoe was te kennen gegeven.
De heer Timmer geeft te kennen, dat
de cijfers jvan den Voorz. hem niet te
veel zeggen, aangezien hij niet den tijd
gehad heeft te ze controleeren.
De heer S. C. Eelman zegt de cijfers
nog even te hebben nagezien en heeft
daartegen ernstige bezwaren.
In de eerste plaats is het hem opge
vallen dat hij de Crosleymotoren laat
loopen op dunne stookolie van 6 ct, per
K.g. hetwelk in de praktijk niet mogelijk
zal blijken, Aan de hand van door mole
naar Langeveld verstrekte gegevens, meent
hij dan ook het voor de benoodigde olie
te besteden bedrag te moeten stellen op
f 1280.inplaats van op f790,—.
De secretaris wijst hem daarbij ®p het
door den heer Verhey aangegeven bedrag
van f 1050,— per jaar.
Tevens is ten onrechte gerekend met
een stroomprijs van 5 ct. per K.W.U.
daar de offerte van de T.E.M. hoogstens
komt op 4s/4 ct.
Derdens is geen rekening gehouden
met het feit, dat op de vaste kosten nog
plm. f 150,— kan worden uitgespaard,
door de transformator en kabel direct te
betalen.
Vierdens is de post bediening voor de
electrische installatie ten onrechte opge
voerd tot f 500,per jaar en vrijwonen
f 136,— voor den machinist.
Hij zegt,c dat als men zelf de cijfers
maar maakt, men gemakkelijk een slui
tende exploitatierekening kan krijgen;
doch hij voor zich heeft daar geen ver
trouwen in en blijft staan aan de zijde
van de Heeren adviseurs Verhey en Rei
gersman, die belden te kennen geven, dat
electrische bemaling te verkiezen is boven
oliemotorbeinaling.
De Voorz. zegt, dat door hem thans
nog niet eens in rekening gebracht zijn
de transformatorverliezen. die z i. aan de
hand van de iu zijn bezit zijnde gegevens
f 140,per jaar zullen bedragen. Ook is
nog met in zijn rekening opgenomen een
rentebecijfering van het verschil in ex
ploitatiekosten tusschen bemaling door
oliemotoren en electromotoren.
Thans zegt de heer Eelman (S. C.),
dat door hem ook een exploitatierekening
in elkaar is gezet, waaruit ten duidelijk
ste blijkt, dat het tegendeel van, hetgeen
de Voorzitter beweert, waar is, en dat
electrische bemaling verreweg het goed
koopst is. Hij heeft de cijfers laten con
troleeren door den Secrt., die gaarne ver
klaart, dat hij in die becijfering geen
fouten heeft gevonden.
Het vreemde van de zaak is, zegt de
Secret, dat U beiden met dezelfde cijfers
begint en toch tot geheel verschillende
conclusie komt. hetwelk m.i. alleen hier
door ontstaat, dat de Voorz. bij zijn be
rekeningen uitgaat van de gedachte, dat
de pompen aan de eene installatie even
lang zullen duren als aan de andere, ter
wijl de heer S. C. Eelman vasthoudt aan
de gedachte, dat de pomp aan de elec
trische installatie een langeren levensduur
heeft dan die aan de oliemotor installatie.
Z.i moet daaromtrent eerst tot overeen
stemming worden gekomen, daar het
anders onmogelijk is, dat beide partijen
bij elkaar komen.
De heer S. C. Eelman is het niet met
den secretaris eens.
Thans gaat de heer S. C. Eelman aan
de hand van een door hem opgemaakte
exploitatierekening na, wat het voordee-
liger zal zijn, indien bemalen wordt met
electromotoren, waarbij hij uitgaat van de
volgende cijfers
Oliemotoren.; Motorolie f.1050,—,
onderhouden smeerolie f 300.—machi
nistwoning (f2500) f136,—, bediening
f 800.—, afschrijving installatie (f 27500,—
in 13 jaar f3025, afschrijving gebouwen
f20.000 in 40 jaar f1165.- Totaal f6476,-
Electromotoren: Stroom 48/4
ct. per K.W.U. is f 2850,—, transformator
en kabel, koopsom f6300,—, rente 47s pCt
is f283,50, afschrijving Il/a pCt. is
f94,50, meterhuur f120.Onderhoud en
smeerolie f 100,—, Bediening f 300,—,
Installatie rente en afschr. f 14600 in 18
jaar is f 1240,—.
Gebouw idem in 45 jaar (f 12,000,—.)
f G 72,Totaal f 5660.— Aan de hand van
deze cijfers berekent de heer Eelman dat
hei verschil in exploitatiekosten ad.f 816.
per jaar bij een rente op rente rekening
na 1J jaar een kapitaal maakt van f 14002,44
Van dat tijdstip is de olieinstallatie f2209,—
per jaar goedkooper en daarna f469.—
per jaar goedkooper Met deze berekening
doorgaande komt hij tot de slotsom, dat
na 24 jaar er nog een voardeelig sal
do ten bate van electrische bemaling zat
beslaan van fl. 7249.82. In deze berekening
is echter aangenomen, dat de oliemotoren
een jaarlijksche onderhoudsrekening zul
len veroorzaken van f 500.— na het 13e
levensjaar.
Thans gaat hij echter nog na, aan de
hand van dezelfde cijfers, hoe de reke
ning zal zijn, als hij ook na het 13e jaar
geen extra onderhoudskosten voor de olie-
m oio ren in rekening brengt, waarbij hij
tot de slotsom komt, dat dan na 25-jaar
nog een voordeelig saldo aan den kant
van de electromotoren zal bestaan van
fl. 630.15.
Naar aanleiding van deze laatste reke
ning merkt hij op, dat toch zeker de olie
motoren in 25 jaar wel zullen zijn ver
sleten, het onderhoud in de laatste jaren
veel grooter zal geweest zijn dan aange
nomen is in de exploitatiebegrooting. ter
wijl wel vaststaat, dat de electro-motoren
dan nog lang niet versleten zijn.
Met het advies van de heeren Verhey
en Reigersman, gesteund door den wensch
van 41 ingelanden en aan de hand van
de door hem genoemde cijfers meent hij
dan ook. dat Waal en Burg niet anders
kan en niet anders mag dan electrisch
bemalen, omdat dit zou leiden tot een
resultaat, waarbij voor één gulden per H.A
minder werd bemalen, dan bij oliebemaling.
Hij is het volkomen eens met den heer
Reigerman, waar die in zijn schrijven zegt,
dat er tegen electrische bemaling geen
bezwaren zijn van finantieelen aard.
Bovendien geeft hij den dijkgraaf in
ernstige overweging, te bedenken, welke
toestand geschapen wordt, indien niet
overgegaan wordt tot electrische bemaling,
daar hij er dan toch verzekerd van kan
zijn, dat drie der bestuursleden niet zul
len meewerken bij het aankoopen der
oliemotoren. Ook zou het in het oog van
iederen Texelaar een kernachtige daad
zijn, wanneer't bestuur van Waal en Burg
er blijk van gaf, dat zij de T.E.M, wenschte
te steunen en haar een goed hart toedroeg.
Hij wijst er verder nog op. dat indien
de voorzitter door het rapport van den
heer Reigersman nog niet voldoende is
gerustgesteld, de heer R. heeft aange
boden. de zaak mondeling te komen
toelichten. Kan het nog mooier zoo
vraagt hij
Waar ik, zoo gaat de heer Eelman voort
er zoo vast van overtuigd ben, dat door
electrisch te gaan bemalen, het belang
van polder Waal en Burg wordt gediend,
wensch ik een voorstel, tot intrekking van
het besluit van de vergadering van hoofd
ingelanden dd. 5 Aug. tot bemaling door
oliemotoren, in stemming te brengen,
indien de vergadering met het voorstel
niet accoord gaat.
De voorzitter zegt nog dat hij i.d.t. zijn
cijfers genoemd heeft aan de heeren
tceigersman en Biezeveld, die hem be
zochten en waarbij hij hun mededeelde,
dat een electrische bemaling in 40 jaar
plm. f 54,600 meer kostte dan een bema
ling door oliemotoren. Geen der beide
heeren heeft getracht zijn cijfers aan te
vechten.
Hij wijst nogmaals op de transformator-
verliezen, die voor onze bemaling naar
zijn gegevens f 140,— per jaar zullen
bedragen en zegt, dat bij hem voorop
stond, de bemaling te doen geschieden
op de goedkoopste wijze, hetwelk z.i. kan
geschieden door bemaling met oliemoto
ren. Hij geeft toe, dat een electrische
bemaling mooier en gemakkelijker kan zijn,
doch het is hem niet te doen om het
mooie en gemakkelijke.
Met betrekking tot het door de 41 in
gelanden ingezonden adres merkt hij nog
op, dat dit niet steunt op goede gegevens,
daar de meeste niet hadden geteekend,
indien ze geweten hadden, dat we voor
gelicht waren door den heer Verhey, die
ons warm aanbevolen was door den heer
Reigersman.
Verder komt het hem voor, dat de
positie van den heer Reigersman in deze
zaak een heel lastige is, waaruit ihij
eenigszins kan verklaren, waarom die
met zulke vage gegevens kwam.
De heer Timmer merkt nog op, dat het
hier gaat om twee dingen n.l. de heer
C. S. Keijser heeft geen vertrouwen in
de T.E.M. en verder de finantieele kwestie.
Welnu zegt hij, de laatste is voor hem
geen kwestie meer, gezien het rapport
van den heer Reigersman en wat de be
zwaren van den heer C. S. Keijser aan
gaat, die acht hij niet zwaar, daar de
T.E.M. toch goed geoutilleerd is en be
drijfsstoringen niet behoeven voor te
komen.
Aan de cijfers van den voorzitter zou
hij eerst eenige waarde kunnen hechten,
indien die door den heer Verhey gecon
troleerd waren.
Nogmaals zegt .[de voorzitter, dat zqn
cijfers niet zijn., aangevallen door de
heeren Reigersman en Biezeveld,alsmede'
den werktuigkundigen ingenieur van den
Waterstaat, den heer Schroef. Hij wil
thans graag een besluit nemen tot aankoop
der oliemotoren.
De heer S. C. Eelman vraagt echter
eerst stemming over zijn voorstel, waartoe
ten slotte wordt overgegaan.
Het voorstel van den heer S. C. Eelman
om het besluit tot bemaling door olie
motoren d.d. 5 Aug. 1.1. in te trekken, in
stemming gebracht zijnde wordt verwor
pen met 4 stemmen tegen, n.l. die van de
heeren R. ;P. Keijser SRz. C. S. Keijser,
R. Eelman, en J. Eelman. De heeren J.
Timmer L, C. Keijser en S, C. Eelman
stemden er voor.
Thans leest de voorzitter een door den
heer Verhey uitgebracht verslag naar
aanleiding van de ingekomen offerten op
de inschrijving naar de levering der in
stallaties voor, waaruit blijkt, dat de heer
Verhey, indien het bestuur binnenlandsch
fabrikaat wenscht te betrekken, aanbeveelt
de combinatie Thomassen—Stork, Brons—
Stork of Jatfa—Crosley, die in prijzen
niet ver uiteenloopen en z.i. aan de ,hand
van diverse berekeningen gelijkwaardig zijn
Hij geeft voor de pompen (horizontale
schroefpompen) aan dié van Stork de
voorkeur, omdat de heer Reigersman die
als de beste noemde. Wat de motoren
aangaat zegt hij, dat hier te Texel een
Bronsmotor reeds 18 jaar tot groote
tevredenheid van den eigenaar loopt, als
mede één die gedurende zes jaar ook geen
reden gaf tot klachten.
Wat hem aangaat zou ljij dus tot de
combinatie Stork—Brons willen adviseeren
kostende f 27750.
Op de vraag of de vergadering zich
daarmede kan vereenigen blijkt bij een
stemming, dat de heeren Timmer, R. P.
Keijser P. Eelman en C. S. Keijser dat
doen, hetwelk met zijn stem vijf stemmen
is, terwijl de heeren S. C. Eelman en
L. C. Keijser zich buiten de beoordeeling
dezer zaak wenschen te houden en niet
mede stemmen.
Hierna behandeling van eenige zaken
als vaststelling stembureau en werken bij
de zeesluis, waarna de vergadering wordt
gesloten.