42s,e Jaargang
No 4269
Zaterdag 13 October 1928
Voor de Zondag.
FEN KANONSCHOT
A
EERSTE BLAD.
Voor hoofd en hart.
Texelsche Berichten
Brandwonden
Kloosierbnlsem
ABONNEMENTEN:
ADVERTENTIÊN:
Komt niet te laat met uw waardeering!
Voor 't Dr. Schaepman-fonds.
„Geen goud
zoo goed'
J.GaUNO'5
BAAMABAK
Dan is de rakhen
Dadelijk wakkerl
TEXELSCHE COURANT
DEN BURG: 50 ct per drie Maanden.
Franco p. post door geheel Nederland 75 ct p. 3 maanden.
Losse nummers: 3 ct
DE TEXELSCHE COURANT VERSCHIJNT
WOENSDAG- EN ZATERDAGMORGEN
UITGAVE: N.V.v/h LANGEVELD DE ROOIJ K DEN BURG OP TEXEL
Van 1-5 regels: 50 ct. Iedere regel moor: 10 ct.
Dezelfde advertentie 4 maal goplaatst wordt 3 maal berokond.
BIJ abonnement lagere regelprijs.
ADVERTENTIÊN
MOETEN DAAGS VOOR 'T VERSCHIJNEN
4 UUR NAM. IN ONS BEZIT ZIJN
TELEFOON: N°11 POSTGIRO: N°. 652 POSTBUS: N°. 11
Wat er van dewerkelijke lotgevallen van degroot-
ste epische zanger der oudheid, Homerus, bekend
is, verliest zich in de nevelen der sage. Het ver
haal dat hij in zijn ouderdom door blindheid
geslagen omz'n brood moest bedelen berust wel
licht ook op een misverstand. Toch aarzelen
wij niet deze overlevering tot uitgangspunt te
nemen van onze bespreking van een verschijnsel
dat zich helaas maar al te dikwijls heeft voor
gedaan. Het is immers een betreurenswaardig
feit dat velen, wier namen thans als vaste
sterren fonkelen aan de hemel van wetenschap
of kunst, gedurende hun aardsche loopbaan,
wel verre van die schitterende toekomst te
vermoeden, hun bestaan in kommer en ellende
hebben voortgesleept I Weten we niet van
Rembrandt dat hij, op het laatst van zijn leven
vooral, een periode van diepe armoede heeft
gekend Van Bach, dat hij de hulp van alle
huisgenooten noodig had om van zijn belache
lijk kleine inkomen het talrijke gezin te onder
houden Van Pergolese, dat hij zijn dood
heeft verhaast door de zenuwachtige spanning
waarin hij zijn „Stabat Mater" meende te moe
ten voltooien, die hemelsche nalatenschap, waar
voor men hem tien dukaten had beloofd
Waar zouden wij eindigen indien wij ze allen
wilden opnoemen De meest tragische figuren
die ons op dit gebied voor de geest staan, zijn
misschien nog wel Vondel, Jacob Ruysdael en
Mozart. Vondel, die, toen alle uitzicht op red
ding hem had begeven, zich moest vernederen
om, wilde hij niet van honger omkomen, aan
te nemen wat hem door zijn hooghartige be
schermers als een aalmoes werd toegeworpen.
Ruysdael, die op het laatst van zijn leven arm
en berooid als hij was, in een armenhuis werd
opgenomen om daar verborgen en vergeten te
sterven.
o—
Eindelijk Mozart, het eenmaal gevierde won
derkind van wiens tragisch uiteinde Mr. Henri
Viotta in zijn „Helden der Toonkunst" in de
volgende bewoordingen verhaalt
„Donkere wolken spreidden een tint van
onuitsprekelijke weemoed over de Oostenrijksche
Keizerstad en in de straten, met het blanke
doodsgewaad der natuur bedekt, heerschte een
treurige stilte. Het was in deze omgeving dat
men in de namiddag een armoedige lijkwagen
der 3e klasse zich kon zien voortbewegen, ge
volgd door enkele vrienden, die echter, tenge
volge van de onophoudelijk neerdwarrelende
sneeuw, eindelijk genoodzaakt waren bij een
der stadspoorten huiswaarts te keeren. Zoo
verlieten zij hem, de doode, en vreemden droe
gen hem eenzaam weg, daarbuiten naar het
kerkhof van St. Marx, waar hij nedergelaten
werd in de gemeenschappelijke groeve er
was geen geld voor een eigen rustplaats
zonder tranen, zonder bloemen en zonder muziek,
hij, de vorst in het rijk der tonen. En toen
weinige dagen later zijn weduwe op het kerk
hof kwam, het graf zoekende van de geliefde
doode, kreeg zij op de vraag waar het was ten
antwoord: „Wij weten het niet."
o—
Neen, het verschijnsel staat niet op zichzelf;
integendeel, het heeft zich dikwijls herhaald.
Wij kunnen er enkelen noemen, die als Goethe
en Wagner volop vorstelijke vriendschap en
bescherming genoten hebben. Maar dit zijn
uitzonderingen en het moet ons niet verbazen,
wanneer wij nagaan welk een hooge graad van
onderscheidingsvermogen, welk een ruime blik
en onbaatzuchtig gemoed er noodig zijn om,
in een tijdgenoot reeds datgene te herkennen
wat hij zijn zal voor het nageslacht.
Intusschen zijn we niet weinig vooruitgaan
we willen eindigen met dit dankbaar te erken
nen, al zou het ons te, ver voeren om thans
nog in bijzonderheden daarop in te gaan.
Zondag 14 October.
ZONDAG 14 OCTOBER.
Het ergste dwaalt gewis de man,
Die denkt, dat hij niet dwalen kan.
MAANDAG 15 OCTOBER
Begin iedere week, ja, iedere dag met nieuwe
gedachten.
DINSDAG 16 OCTOBER
Klopt 't geluk bij u aan, doe snel dan open
't mocht anders eens verder gaan loopen.
WOENSDAG 17 OCTOBER
De arbeid is overal en de smart is overal
doch er is onvruchtbare en vruchtbare arbeid
eerlooze en roemruchte smart.
DONDERDAG 18 OCTOBER
Stoutmoedig en dapper te zijn tegen een
vijand is zelfs de redelooze dieren eigende
mensch evenwel geniet het voorrecht dapper
te kunnen zijn tegenover zich zelf, eigenwaan
te overwinnen, hartstochten te beteugelen in
de heilige naam van de plicht.
VRIJDAG 19 OCTOBER
Maak er geen gewoonte van misnoegd te zijn,
maar wees ook niet steeds tevreden met
wat ge deedt. Streef iedere dag naar meer, naar
hooger 1
ZATERDAG 20 OCTOBER
Hoed u voor besluiteloosheidstreef naar
beslistheid.
Met het doel onze Katholieke plaatsgenooten
de noodzakelijkheid en de beteekenis van de
stichting van een Partijbureau der R.K. Staats
partij onder het oog te brengen, werden door
de bestuurderen der R.K. Kiesvereenigingen op
Texel vergaderingen belegd te Oudeschild en
den Burg. Als sprekers traden op de Zeereerw.
heer Micklinghoff en Mr. H. Kusters.
o—
De vergadering, die we in 't St. Janshuis bij
woonden, was slechts matig bezocht en werd
geopend door de heer W. H. Willemse, voorz.
van de Kiesvereeniging—den Burg.
Geachte vergadering, sprak hij, de avond,
waarnaar u naar ik hoop met verlangen
hebt uitgezien, is daar. Twee heeren, die reeds
in zoovele plaatsen elders de Katholieken heb
ben opgewarmd voor 't Dr. Schaepmanfonds,
zijn zoo goed geweest ook hier ons een riem
onder het hart te komen steken.
Hartelijk heet ik beide sprekers welkom; het
spijt mij, niet alle stoelen bezet te zien. Onze
advertenties waren onderteekend met „De R.K.
Kiesvereenigingen." Deze genieten niet de
sympathie welke ze verdienen en vermoedelijk
heeft die onderteekening de menschen dan ook
afgeschrikt. Evenwel hebben deze vereenigin-
gen de zaak slechts voor te bereiden en zijn de
niet-leden, hier aanwezig, van harte welkom.
Spreker vertrouwde, dat de pers met zijn bla
den veel niet-aanwezige belanghebbenden zou
bereiken.
Welkom heette hij verder in 't bizonder de
eerw. heer Kapelaan Eecken, als vertegenwoor
diger van de zeereerw. heer pastoor Nagel, en
de heer Barnhoorn, secr. van 't Kringbestuur,
uit Assendelft, die steeds zoo groote werk
zaamheid aan de dag legt.
Tenslotte sprak de voorz. de wensch uit, dat
was dan de opkomst gering de bijdragen
voor het Dr. Schaepmanfonds bevredigend zou
den zijn.
o—
Hierna verkreeg Mr. Kusters het woord.
Hij zeide aan de uitnoodiging gaarne gehoor
te hebben gegeven, daar hij hoorde, dat zoo
weinig sprekers naar Texel komen. Vanmorgen
aldus spreker, zijn we reeds aangekomen om te
acclimatiseeren en met de taal vertrouwd
te maken. We reisden met een zeer zeewaardig
schip en komen thans om tot u te spreken. De
moed daartoe is wel groot geweest, want men
vertelde mij, dat het ^onnoodig was over Dr.
Schaepman te spreken. Dit was een beste man,
zoo zei men, dat weten we al lang.
Toch hebben we de euvele moed tot u te
spreken over Dr. Schaepman, die de ouderen
onder u wellicht gekend hebben. Mogelijk
waren er die genoten van zijn heerlijk rede
naarstalent. Hij was ons een machtige steun,
een man met een grootsche opvatting van het
werk, dat ons de plaats bezorgde, waarop we
recht hebben. Wij verwierven gelijkheid, en
vrijheid van godsdienst, mede door zijn noeste
arbeid.
Dagelijks ondervind ik nog dezegen van zijn
machtig werk. We hebben aan deze groote
emancipator veel te danken. Geen grooter man
in de historie dan Schaepman. Hij was een
trouw onderdaan van zijn land, een vurig aan
hanger van zijn vorst, later van zijn vorstin,
een groot man, die de dank verdient van heel
het Nederlandsche volk.
Niet minder dan de Paus, die hij altijd weer
verheerlijkte, noemde hem een van zijn trouwste
zonen.
We mogen dus wel aannemen, dat hij een
der beste katholieken was in het millioenen-
leger, dat zich rondom de H. Stoel heeft ge
schaard. Bij iedere gelegenheid gaf hij uiting
aan zijn gevoelens voor kerk en vaderland. Hij
kende slechts twee liefdes, die voor onze moe
der de H. Kerk, en die voor ons Vaderland.
Voor beide werkte, streed hij tot de laatste
dag zijns levens. We denken hierbij aan zijn
laatste optreden in 't openbaar. C at was bij de
plechtige uitvaart van Mgr. Hamer te Nijmegen.
Hij bad daar, dat zijn werken bestendigd zou
worden tot heil van 't katholieke volk. U, zoo
bad hij, mijn geliefd, glorieus vaderland, met
uw nageslacht uw helden waardig, zegene tot
in de verste geslachten de almachtige Heere
Gods.
Zijn wij menschen, onze helden waardig?
Na deze rede reisde Schaepman naar Rome,
waar hij zoo gaarne vertoefde: in de nabijheid
van de Paus, in 't katholieke centrum. Meer
malen trad hij er binnen in de St. Pieter, waar
hij 't Allerheiligste aanbad in vurige, devote
aanbidding. Hoe zou hij gedacht hebben, dat
hij te Rome sterven zou Hij werd aan een
ziekbed gekluisterd en stierf kort daarna. Toen
jammerde men in ons vaderland. Helaas is
zijn ledige stoel nog steeds niet bezet. Op
zijn verzoek werd hij te Rome ten grave ge
dragen en daar rust hij nu op het eenvoudige
kerkhof Campo Santo, in de schaduw van de
St. Pieter. Daar wacht hem de dag van de
eeuwige opstanding.
Heeft hij vergeefs geleefd Stellig niet 1 Hij
heeft ons veel verhevens nagelaten, veel goeds,
ook in het materieele.
Ik zou alles verzameld willen zien in een
geestelijk testament. De nalatenschap hebben
we aanvaard met jubel, maar we hebben daar
tegenover ook een eereschuld in te lossen. We
moeten toonen onze helden uit het verleên
waardig te zijn.
Zijn leven lang heeft Schaepman gestreden
voor onze Moeder, de H. Kerk, voor de Paus,
voor Christus zelfons opgewekt tot de strijd
om liet onrecht, de Paus aangedaan, op te
heffen.
Toen Schaepman zijn intree deed, hadden de
katholieken niets te beteekenen. De minst
voorname betrekkingen waren voor hen, omdat
ze niet in tel waren. Schaepman heeft zich
hiertegen vurig verzet, omdat de katholieken
ook hun plaats waard zijn en recht hebben op
een behoorlijke functie, wanneer zij er de
capaciteiten voor bezitten. Zoo heeft hij ge
werkt, met noeste vlijt die zijn gezondheid
sloopte, niet voor zelfverheerlijking maar tot
meerdere glorie van zijn volk.
Met ijver heeft hij gewerkt voor de R. K.
school, die aanvankelijk slechts hier endaar
en dan nog op eigen kosten kon worden
gebouwd. De wet van 1889 vormde een zegen
rijke overgang naar die van 1920, welke einde
lijk de gelijkstelling bracht tusschen openbaar
en bijzonder onderwijs. Hij zette verder de
eerste schrede op het pad naar R.K. Middelbare
school en de R. K. Universiteit. Een groote
voldoening was het hem, dat de colleges in
de leer van de H. Thomas, door pater de Groot
aan de liberale Universiteit te Amsterdam ge-
gegeven, ook door niet-katholieke professoren
en studenten werden bijgewoond. De colleges
van deze eenvoudige Dominicaner monnik
baande mede de weg naar de R. K. Universi
teit, welke later te Nijmegen geopend werd.
We danken deze school aan de offervaardig
heid der katholieken, aan onze Kamerleden die
er voor streden, maar bovenal past hier een
eerbiedig woord aan Schaepman.
Schaepman deed zijn intree in de politiek,
toen de Katholieken geen eigen partij hadden
en liberale mannen naar de Kamer afvaardigden.
Schaepman gaf in 1883 reeds een proeve van
een program, maar men wilde niet naar hem
luisteren, 't Duurde tot 1896 eer men een Ka
merclub met een eigen program kon formeeren.
Wanneer er een machtige staatspartij zou zijn
zouden de Katholieken weldra de plaats inne
men, welke hun rechtens toekwam. Hierop was
Schaepman's streven gericht en hij zette door -
trots smaad en tegenwerking. Laat ons hieraan
echter niet denken, maar opblikken naar de toe
komst en wijze lessen putten uit het verleden.
De oprichting van de bond van R.K. Kiesver
eenigingen dateert van 1906, de R.K. Staatspartij
waarin allen, groot en klein, vertegenwoordigd
en ook de rechten der minderheden gewaarborgd
zijn, werd in 1926 in het leven geroepen. Ik
behoef niet te wijzen op andere landen om aan
nemelijk te maken, dat door verdeeldheid onze
macht verloren gaat, althans vermindert. Daarom
moet voor alles de eenheid in onze partij ge
handhaafd blijven. We zijn trots op haar, maar
hebben we Schaepman's ideaal reeds bereikt?
Deden we onze plicht? Kon S. herrijzen, hij
zou zijn toornende blik op ons richten en met
zijn pijnlijk en duren lang omdat de huid
vernield is. Akker's Kloosterbalsem er op
verdrijft dadelijk de pijn, doet de blaren
verdwijnen en ge houdt geen litteekens.
®a£5s5»
Een kanonschot
hoort by niet.
hij slaapt maar door
Maar zeg je heel zacht
aan z'n oor,
ECHTE FRIE15CHE
f |0-,2-l5 IÖCT3. PER Mi
öIï?^-3OTKïatólE5m3!raSSE>3SI!0EW
0|»13
machtige stem ons verwijten, dat wc te kort
schoten en vragen„Waar woont uw partij,
waar is uw cultureel centrum, van waaruit uw
ledenen vertegenwoordigers worden voorgelicht,
waar is uw bibliotheek We zouden met leege
handen staan en ons moeten schamen. Zie eens
naar de kleine Anti-Rev. partij, de partij van de
„kleine luyden", die voor hun Dr. Kuyper-huis
een millioen bijeenbrachten naar deSoc. Dem.,
uw groote vijanden, die een machtig partij
bureau stichtten. Onze harde plicht is ook een
partijbureau te stichten en daarvoor vragen we
uw aller steun. Er is noodig 7 ton «tl millioen
voor een Dr. Schaepman-huis te den Haag,
waarvan ik hoop, dat de steenen straks ook
zullen spreken van de offervaardigheid van
Texel's Katholieken.
Het millioen móet er komen. Het zèl er
komen. Immers het gaat bovenal om het be
houd van het Katholieke geloof. Offer dus naar
de mate uwer krachten. Laat er eens een genot,
b.v. het rooken van wat sigaren, om na opdat
ge werkelijk „offeren" zult. „Offer" erietsvoor
opl Weet dat er altijd Een is, hoog in de
hemel, die u volgt op al uw wegen, en weet,
wat er in uw portemonnaie overblijft. Laat de
verhouding niet scheef zijn opdat uw bijdrage
Gode welgevallig is en ge later heerlijk reken
schap kunt geven. Geef in 't belang van uw
heilig geloof opdat heel het Katholieke volk
straks jubelen zal, als de vlag te den Haag ten
top geheschen wordt. De steenen zullen dan
juichen en Texel zal niet verceten worden. Laat
ons eendrachtig samenwerken voor het mooie
doel, ons door S. voor oogen gesteld.
Schaepman kwam in een tijd dat Nederland
behoefte had aan groote mannen. Hij kwam
als een gave Gods. Laat ons toonen, besloot
spreker, te behooren tot „een nageslacht, zijn
helden waardig," een nageslacht, Schaepman
ter eere, Gode ter eere.
Een luid applaus beloonde Mr. Kusters voor
zijn gloedvolle en met overtuiging uitgesproken
rede.
De voorzitter zeide hem hartelijk dank en
hoopte, dat zijn woorden vruchten zouden mo
gen afwerpen.
o—
Vervolgens voerde het woord de Zeereerw.
heer pastoor Micklinghoff.
U weet, dames en heeren, sprak Z. Eerw.,
dat in de kop van onze staatspartij discipline
heerscht. Je krijgt een aanschrijving om hier
of daar te spreken en of je nu advocaat,
pastoor of kapelaan bent je gaat. En dan
nog wel met je toeziend voogd.
De kennismaking met Texel is ons goedbe-
vallen. We hebben uw kerken gezien en ont
dekten hier een opgewekt katholiek leven.
Het onderwerp-Dr. Schaepman heeft de vorige
spreker vrijwel uitgeput. Mij rest nog slechts
eenige woorden in diens geest te spreken.
Wij, katholieken, zijn menschen van vrede
en willen niets dan de vrijheid te zorgen voor
onze ziel en zaligheid zooals wij dat willen.
Ons hoogste verlangen is het einddoel te be
reiken zooais we dat kennen door 't geloof.
Wij zijn allen vrijgekocht door 't bloed van
Christus, zijn allen broeders en zusters en
moeten bidden opdat wij allen Zijn liefde deel
achtig mogen worden. We behooren allen,tot
de schaapstal, waarvan Christus de Herder is.
Maar er zijn kinderen des lichts en kinderen
der duisternis, der wereld, die Christus' licht
niet willen zien en gaan langs de paden des
verderfs. Er moet gestreden worden tegen
de begeerten der oogen en tegen de strijd des
vleezes. De H. Augustinus heeft die strijd
reeds beschreven.
De historie heeft vele revoluties gekend,
waarin 's menschen geest zich verzette tegen
het gezag van de kerk. Denk aan de revolutie
in 1918 en aan de Fransche van 1789.
Hoe kan het zijn, dat zoo veler verstand be-