EUG. GOYARTS Autobusdienst N.-Holland VRAAGT DUINKERS MELANGE EN GIJ ONTVANGT HET BESTE, Laat de TEXELSCHE COURANT u balpen Tandheelkundige Inrichting In de schoenmakerij eigengemaakte vetieeren waterdichte werkschoenen. waterdichte laarzen en iijn maatwerk. Lcodsgracht 37, Helder. Spreekuren dagelijks van 10-4 behalve Dinsdag en Vrijdag. Avondspreekour Donderdag v. 7-8 N. V. de Alkmaarsche Stoom Wasch- en Strijkinrichting, dat voor den prijs geleverd kan worden. H. DUINKER Pz., den Helder. c. ACKEMA. Spreekuur Woensdags van 10—4 uur. AdresMej. Wed. BUIJKES, Stations!?. 11, leider le kwaliteit Sansttandea. Pijnlooze behandeling. Heze zaak heef! UIIM FILIIL1H. R.I.R. - Barn. - W. Legh. Wilt U met succes broeden broedmachines en kunst moeders bij ons. VELO WASCHMACHINE MAATSCHAPPIJ. Tandheelkundige een broedmachine met kunstmoeder. FEUilLLETOM Dienstregeling ingaande 14 Juli 1928. Als men beleedigt Verkrijgbaar bij de meeste winkeliers. Maart-April Kuikens 40 ct. per 100 f 35. Mei 35 30.— Juni 30 28,— Kunstmoeders te huur. Jonge hennen 10 h 12 weken f 2,50. Loonbroeden 10 ct. per ei. P. KEIJSER, Harkebuurt. Levert AJAM Broedmach., Kunstmoeders en onderdeelen. van G.RIESWIJK zijn wederom verkrijgbaar Van achteren uit één en van voren met lederen veter genaaid. Tevens ook uw adres voor nette en vlugge reparatie, alsook voor prima Beleefd aanbevelend. Bestel dan uw Tevens alle onderdeelen voor dit bedrijf voorradig. Adres: K. C. v. DIJK, Vlamingstraat 15 Den Helder. Onze afnemers berichten wij hiermede, dat tengevolge van de ernstige brand, die in onze fabrieken gewoed heeft, slechts circa 700 vierk. M. of nog geen twintigste deel van onze gebou wen vernield werd. De geheele machinale installatie is ongedeerd gebleven en er is geen sprake van, dat in de aflevering eenige stoornis zal intreden. Verkoopdepot: P. DIJKER, Oosterend. Texel. Eigen laboratorium voor moderne tandtechniek. Kunsttanden en gebitten. Kroon- en Brugwerk. Volledige garantie. Pijnlooze behandeling TE KOOP C. BAKKER, de Waal. VAN ALKMAAR, Bierkade: 7,00 8,1510,3010,55— 12,25- 13,5014,55 16,00 17,35 18,50 20,50. VAN HELDER, Havenplein6,35— 7,30 - 8,55— 9,50- 12,10 -13,00— 14,20 15,15-16,35 - 18,30-20,35. Rijtijd 1 uur 35 min. Te A.lkmaar rijden alle bussen langs bet station. De Bussen zijn des winters verwarmd. WESTERWEG TELEFOON 445 ALKMAAR. Wij halen en brengen op GEREGELDE DAGEN GRATIS per auto dewasschen in ALLE plaatsen van Noord-Holland. Prijscouranten enz. worden gaarne verstrekt (ook verkrijgbaar bij de chauffeurs). En daarop: „Felix! Mijn goede Felix!" „Ja! Wacht! Ik kom! O, ik moet je redden!" Met één sprong is Felix van de hoogte af in de vijver, over het struikgewas en het oeverriet heen. Hoofd en armen van Michel zijn weer verdwenen en rimpels vertoonen zich op het watervlak, waaronder hij is verdwe nen. Maar de kleine vagebond zwemt als 1 een eend. Hij ziet waar hij wezen moet, duikt onder, grijpt het lichaam van de geheel bewusteloos geworden Michel en sleept het mede naar de oever, waar hij zichzelf en ook zijn vracht opheffend, 'n oogenblik rust neemt, doch ook maar een oogenblik. Met de geest- en lichaamskracht, hem verleend door zijn wanhoop, door het be rouw, over de afschuwelijke daad, die hij heeft gepleegd, gelukt het Felix, de schijn baar zieilooze Michel langs de steile oe ver te brengen op de veilige waïlekant. Behulpzame lieden, inmiddels toege schoten, brachten de drenkeling, doode- lijk uitgeput, naar de ouderlijke woning, Felix snelde weg. Eenige dagen verlie pen. Niemand vermoedde hoe het ongeval zich had toegedragen Op de dagen na dit droeve ongeval zag men meermalen in de nabijheid van het kesteel, dat des nachts flauw verlicht bleef, terwijl het overal elders donker was, een kind, op welks gelaat een bittere angst te lezen stond, dat niemand meer onder de oogen kwam, zijn voedsel vond in wortels, die hij uit de grond had ge haald en alleen overdag sliep, diep in het bosch, als hij half dood van vermoeienis en uitputting tegen de grond was geval len, een kina, dat verging van zielesmart en bij zichzelve dit besluit had genomen: „Als Michel sterft, verdrink ik mij in de Wolvenvijver." Op de vierde nacht ging in het zieken vertrek van het kasteel het licht uit en, jammerde de ongelukkige knaap daarbui ten: „Het is gedaan! gedaan. En ik heb hem vermoord!" Maar in de loop van die dag werd hij weder gerustgesteld, en wel door Mari anne, die op het kasteel was geweest. Na verloop van nog een zestal dagen, ALS BROEDERS. 5. „Toon het dan ook". Felix maakte een gebaar van woede en zag er inderdaad geducht en angst aanjagend uit. „Voor het laatst blijf je weigeren „Ja, natuurlijk, ik blijf weigeren". „Pas dan op Met blinde drift greep Felix de ander in de volle borst ze stonden bij de vij verhelling en slingerde hem van zich af, zoodat de arme Michel, nergens hou vast vindend, op die zeer steile helling twee, driemaal omwentelde en voorover in het water viel. Op het allerlaatste oogenblik had hij nog een tak vastgegre pen, maar die brak af en zonk met hem mee. Alsof hij plotseling krankzinnig was gemorden, zoo vluchtte Felix weg, ge luiden voortbrengend, die niets zeiden, die zelfs geen hulpgeroep mochten hee- ten: „O, o, o, o!" Hij was het bosch ingevlucht; hij raak te verward in de struiken, valt en staat weer op. Hij beukt het hoofd tegen de boomen en stort ineen, met zijn nagels de grond omwoelend. Zijn voorhoofd bloedt, zijn bloote voeten bloeden, zijn handen eveneens. Hij let er niet op, hij weet het niet eens. Hij komt weer overeind en spoedt zich voort. Hij wil weg weg van dat akelige water. Daar dringt een kreet om hulp tot hem door. Zijn begrip, zijn verstand keert terug, zij het ook vaag, als eeji flauwe schemering. Hij begint opnieuw te loopen, zoo gauw als hij maar kan, maar in andere richting, terug naar de vijver. Daarginds, bijna in het midden van '1 water, ziet hij twee armen heen en weer slaan. Daar komt ook een hoofd, waar tegen het blonde haar zich vastplakt, en zwak, nauwelijks verstaanbaar meer, als in doodsstrijd, weer diezelfde bede om hulp. Aanbevelend, werd Felix verrast door een paar man nen, die in de wijngaard moesten werken. Hij wilde zich uit de voeten maken, maar dat ging niet zoo gemakkelijk. De man nen hielden hem stevig beet, en zeiden dat ze hem bij mevrouw Duplessy moes ten brengen. Toen begon hij te trappen en te bijten en toonde zich zoo onhandel baar, dat er met hem niets was aan te vangen, tenzij men hem ging binden als een misdadiger. En dat wilden de mannen niet doen, te minder daar de arme jongen zulke zenuwschokkingen kreeg, dat de vrees hen kwam bekruipen, hem het vol gend oogenblik dood te zien neervallen. Zij brachten hem naar de menschen, bij wie hij tijdelijk onder dak behoorde te zijn. Daar bleef hij, geheel uitgeput, vier- en-twintig uren achtereen in slaap, bijna in onmacht. Toen hij eindelijk weer tot zijn bewust zijn was gekomen, sprak men hem met bedaardheid toe: „Mevrouw Duplessy had overal naar je laten zoeken, jongen. Ze zeggen, dat haar zoontje, die in het water moet gevallen zijn en ernstig ziek is, naar jou gevraagd1 heeft." Toen was alle weifeling bij Felix ge weken en begaf hij zich regelrecht naar het kasteel. Was het ook niet zijn vurig verlangen, Michel weder te zien, hem de hand te drukken, hem vergiffenis te vra gen en hem hiervan de verzekering te ge ven, dat hij, als Michel kwam te sterven, zijn vriend zou volgen in de dood. Men liet hem binnenkomen en zoodra mevrouw Duplessy gehoord had wie er was, liep zij zelf de schamele knaap tege moet. Met stijfhoofdigheid, met de onverzet telijke wilskracht van een volwassen man beantwoordde het kind al de tot hem ge richte vragen telkens weer met te zeggen: „Michel heeft naar mij gevraagd, ik wil hem zien". De kleine patiënt was iets kalmer dan in het eerst, maar het gevaar mocht noch- thans niet verminderd heeten. Michels moeder leidde Felix Lambart zelf naarhet ziekenvertrek en naar het bed van haar kind. Michel sliep niet en deed zijn oogen open. Zoodra hij Felix zag kwam een lachje van groote blijdschap op het bleeke ge laat. De beide handen strekte hij uit naar de knaap, die, nagenoeg in lompen ge kleed, alles om zich heen vergat, behalve dit eene, dat Michel hem vergiffenis had geschonken en nog altijd veel van hem lrield. Hij boog zich over het bed heen en kuste zijn kameraadje, zooals hij het ge daan had, toen hij hem voor dood uit het water had opgehaald. En mevrouw Du plessy, zelf met tranen in de oogen, liet hem stil begaan,, als bij ingeving gevoe lend, dat nu haar kind gered en behouden zou kunnen worden. „Wees niet bang", fluisterde Michel de ander toe. „Ze vermoeden hier niets. Ik heb niets gezegd. Doe jij het ook niet. Waarom huil je zoo Heusch, ik ben niet kwaad op je.". „Mijn heele leven zal ik evenveel als nu van je blijven houden, Michel, alles doen wat je zegt, je altijd gehoorzaam zijn en nooit bij je vandaan gaan". „Neen, je zult mij ook nooit verlaten, Felix". „Maar dan moet jij ook beter worden, Michel, Als je stierf zou ik ook niet lan- ger kunnen leven". „Blijt hier, ik voel me zoo goed, wan neer jij bij mij bent". Michel viel in slaap met Felix' hand, die hij maar niet losliet, in de zijne. Het eene uur verliep na het andere. Het werd donker, het werd nacht. Felix bleef dood stil zitten om de zieke vooral niet wakker te maken. Toen deze eindelijk de oogen weer opsloeg voelde hij zich al veel beter. „Moeder," zei hij, „laat Felix bij mij blijven, 's nachts ook". Moeder durfde niet te weigeren. Tegen over het bed van Michel werd een an der geplaatst en zoo verliet Felix Roziè- res niet meer. Van die dag af herstelde de zieke. Een maand later wandelde hij met Fe lix in de tuin onder het waakzaam en weer gelukkig moederoog. (Wordt vervolgd). BRAND.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1929 | | pagina 4