Geld verdienen
Ph. VLES8ING, den Burg.
Zaterdag 4 Mei 1929
42st'Jaargang
No 4326
Wasch mei
EERSTE BLAD.
Toor de Zondag.
Voor hoofd en hart.
Enorme sorteering.
TexeSsche Berichten
ABONNEMENTEN:
UITGAVE: N.W/H LANGEVELD DE R001J DEN BURG OP TEXEL
ADVERTENTIËN:
TELEFOON: N°.11 POSTGIRO: N°.652 H POSTBUS: N°. 11
Geen wrijven en geen boenen meer. Persil reinigt de
wasch door deze slechts eenmaal korten tijd te koken.
Kunt u alleen door uw
Damesconfectie bij ons te
koopen.
Aparte modellen.
Lage prijzen.
5 pet. korting a contant.
TEXELSCHE COURANT
DEN BURG: 50 ct por drie Maanden.
Franco p. pest door goheel Nederland 75 ct p. 3 maanden.
Losse nummers: 3 ct
DE TEXELSCHE COURANT VERSCHIJNT
WOENSDAG- EN ZATERDAGMORGEN
Van 1-5 regels: 50 ct Iedere regel meer: 10 et
Dezelfde advertentie 4 maal geplaatst wordt 3 maal berekend.
BIJ abonnement lagere rogelprljs,
ADVERTENTIÊN
MOETEN DAAGS VOOR 'T VERSCHIJNEN
4 UUR NAM. IN ONS BEZIT ZIJN
'UsttïifaócA
Eenig Importeur E. Oetermann Co'e Handel Mij., Amsterdam
/P&ibUf
Fabrikante: Henkei Cie. A. G.» Düsecldorf
Wat zeggen „de menschen" van U? En
wat uw vrienden.
Een bekend componist hoorde zijn
groote schepping opvoeren onder de toe
juiching van een dankbaar en geestdrif
tig gehoor.
Hoewel zijn aandoeningen hem over
weldigden, scheen het de toehoorders of
al deze blijken van instemming hem koud
lieten: immers, onbeweeglijk staarde hij
naar één punt in de zaal, waar hij onder
de aanwezigen een groot meester had op
gemerkt. Angstvallig bespiedde hij diens
houding, zijn bewegingen, zijn teekenen
van goed- of afkeuring. Het was, of de
geheele zaal voor hem niet bestond; al
leen maar die ééne
Denk U een menschenleven, dat zich
enkel richt naar het oordeel der wereld:
Is er wel iets oppervlakkigers denkbaar
dan het oordeel van menschen, ontstaan
uit wat „men" van ons ziet of hoort;
dat een indruk vormt van ons doen en
laten; dat in een enkel woord het resul
taat meent te kunnen samenvatten: goed
of slecht; „beteekenend" of onbeteeke-
nend; iets of niets.
Gelukkig, dat wij meestal de publieke
opinie niet kennen, althans niet hooren,
die zich over ons vormt; wij verliezen
er niet bij. Kunnen wij ons indenken de
oppervlakkige banaliteit van een mensch,
die bij de gratie van dit oordeel leeft
Wat moet er worden gevleid, gebogen
gekropen en gewrongen, om die we-
reldgunst at te bedelen of op te houden.
Niet veel beter is het met een mensch
gesteld, die alleen maar vraagt, wat zijn
beste vrienden van hem denken. On
getwijfeld is het oordeel van menschen,
die ons kennen, die ons doen en laten
gadesloegen, die ook wel eens gelegen
heid hadden in ons hart te lezen, min
der oppervlakkig; maar toch: éénzijdig
blijft zulk een oordeel in ieder geval.
Somtijds is het gunstiger, dan dat van de
wereld, die alleen maar de buitenkant
zag van ons leven; somtijds ook veel on
gunstiger. Het kan zijn, dat het gesloten
karakter zich aan zijn vrienden toont
op een wijze, die de wereld verbaasd en
beschaamd zou doen staan, indien zij de
ze schijnbaar koude, stugge natuur zoo
leerden kennen, maar het is ook mogelijk,
dat de vlotte „Weltmensch" met z'n „aan
genaam" voorkomen en „charmante" ma
nieren bitter zou tegenvallen, als men hem
(of haar!) in intieme kring zou gadeslaan.
Hoe het zij het diepste van ons zie-
leleven kennen ook onze beste vrienden
niet.
Zondag 5 Mei.
ZONDAO.
Iemand, die nooit alleen is, kent de
vreugde van alleen-zijn niet.
Inayat Khan.
MAANDAG.
Ge behoeft niet vandaag iets te doen,
ortidat ge het gisteren gedaan hebt.
Inayat Khan.
DINSDAG.
Groote menschen hebben groote fou
ten, maar hun grootheid is hun grootste
tout.
Inayat Khan.
WOENSDAG.
Een dwaas vindt altijd een dwazere die
hem bewondert.
DONDERDAG.
Zoekt gij de geneesheer, die u vleit of
die u beter maakt?
B o s s u e t.
VRIJDAG.
O, wat is het verleden dikwijls wreed!
Wat zou menig leven schoon kunnen
zijn, wanneer de "menschen vergeten kon
den!
ZATERDAG.
Daden verrichten is vaak lichter dan
daden nalaten; zich laten raden is vaak
zwaarder dan anderen raden.
Op Hoop van Zegen.
Kinder-zanguitvoering in
Eben Haëzer.
We aarzelen niet, de kinder-zanguit
voering, waarop de nog jonge vereeni-
ging „Op Hoop van Zegen" de talrijke
toehoorders Woensdag in Eben Haëzer
onthaalde, te rekenen onder de beste, ja
wellicht de meest geslaagde, welke wij
de laatste jaren van onze verslaggevers
loopbaan mochten bijwonen. Geen won
der, dat de aanwezigen, die het zaaltje
vulden tot zijn verste hoeken, wel een
zeer goede indruk mee naar huis moes
ten nemen. Zoo ergens dan werd hier
gedemonstreerd wat bereikt kan worden
wanneer men zich met liefde, met lust
en ijver zet aan de vervulling van zijn
taak.
We deelden reeds mee, dat de organi
satie van deze avond berustte bij de da
mes Meijer en de heer Jn. Visser. Dat
zij ten volle voor dit ongemakkelijke,
maar toch in ieder geval prettige en
dankbare werk berekend zijn, heeft deze
avond van kindervreugd onomstootelijk
bewezen. Zij hebben de lof, hun door de
leider van deze avond, de heer K- Eel-
derink, toegekend, en het gedurig, spon
taan en daverend applaus ten volle ver
diend.
Nadat de heer Eelderink de aanwezi
gen had verzocht gezamenlijk Ps. 150:1
te zingen en in gebed was voorgegaan,
sprak hij een kort openingswoord, waar
in hij zijn vertrouwen in het slagen van
deze avond uitsprak.
Vervolgens werd door het kinderkoor
het eerste zangnummer, „Het scheepje
onder Jezus hoede" met pianobegeleiding
van de heer J.Visser ten gehoore ge
bracht. De kinderen waren daarbij geze
ten in een kunstig gebouwd scheepje,
voor dit doel speciaal op stapel gezet.
Het nummer oogstte al dadelijk veel bij
val.
In „Storm op zee" van Lightwood zong
de jeugdige zanger Simon de Waal Cz.
de solopartij. En flink ook! Keurig klonk
het kwartetje „Kind van Holland", van
Ramhorst, gezongen door Jannetje Oele,
Marijtje Maat, Dik Visser en Simon Mal-
lée. In „Ons Lied", van Van Tetterode,
hebben we Simon de Waal werkelijk om
zijn kordate zang, zijn frisch geluid kun
nen bewonderen.
Het volgend nummer zette zoowaar een
heele bruiloft in scène. We waren getuige
met oog en oor van het huwelijk
van Alie v.d.Berg en Dik Visser en merk
ten op dat Vrouwtje de Boer en Jopie
Hillen, Dia v.d.Slikke en Henk Bakker
resp. als de overgelukkige ouders en groot
ouders van de bruid (of van de bruide
gom!) fungeerden. Het was een fleurig
feest, waarbij de noodige bruidsmeisjes
en andere genoodigden niet ontbraken. U
moet er niet gering over denken, want
werden de feestelingen niet in een mooi
uitgedoste koets rondgereden? En was
die Simon Mallée met cape en zweep niet
een parmantig koetsier? En dan die leuke
versjes!
Na „Viooltje" en „Avondliedje" volg
de de „Doktersvisité", ook weer zoo'n
aardig geschiedenisje met zang, waarbij
niet alleen 'n dokter, maar ook twee ver
pleegsters en drie zieke kinderen te pas
kwamen. Gelukkig was de dokter een
knappe baas hij kon aan de tong zoo
maar zien, hoe hij zijn patiënt beter ma
ken moest en waren de zieken weer
gauw zoo gezond als een visch.
Met een keurige revue, „Défilé", „Ta-
ra-bom", „Op marsch", „Kraai wat krast
ge", enz. van H.v.Tussenbroek werd het
eerste deel van het programma besloten.
Sietske Goënga had zich voor deze ge
legenheid in soldatenpak gestoken en was
met de aanvoereing van een troep sol
daten belast, die stipt aan haar bevelen
gehoorzaamde. Allen waren met kleurige
mutsen getooid en tot de tanden gewa
pend. Ze waren danook niets bang toen
er een groote beer op de planken ver
scheen. We wagen het er op te verklap
pen dat het Ida Moerbeek was, die als
'n beer-op-sokken ten tooneele kwam.
Czom Bela (thuis bij de heer IJ.Brouwer)
hield Bruintje bij zijn bere-sprongen goed
in bedwang.
In de pauze werd de jeugd mild ont
haald en kreeg het publiek gelegenheid
tegen een billijke vergoeding eveneens
iets te gebruiken, thee, koek of choco
lade.
Van de nummers na de pauze noemen
we in de eerste plaats de „Vier Jaarge
tijden", het mooie zangspel van de be
kende E.J.Dalcroze. Irene Nyisztor (thu-'s
bij mw. de wed. Jac. Rab), Jannetje Oele,
Jeannette van der Poll en Trijntje Tuin
der beeldden resp. Lente, Zomer, Herfst
en Winter uit. Zij waren daarbij gekleed
in keurige costuumpjes, met zorg ont
worpen en gefabriceerd, en strooiden bij
haar bezoek aan de bloementuin ieder
haar gaven uit, knoppen, bloesem, bla
den en sneeuw.
Ook heel aardig was de kooi met zijn
zingende waggelende eendjes. Het bleken
goede legsters te zijn, want de kooivrou-
we raapte wel een mand vol eieren. Dat
hebben we toch met eigen oogen gezien
Een pluimpje heeft zeker wel Corrie Tuin-
SCHOONMAAK.
Vier kale muren, kleed van de grond,
Trap op de plaats, waar de divan eerst
stond;
Geen stoel om te zitten, gordijnlooze ruit;
Het eten niet klaar en de kachel is uit.
Chloor, was, zeep Ira, Rinso en krijt:
Wat een misère schoonmaaktijd.
o—
Dekens de tuin in, het bed uit elkaar;
Ochtendblad zoek en het vleesch nog niet
gaar.
W.C. onbegaanbaar: deksel gelakt;
Ondanks de kou: wollen vest ingepakt.
Alles staat open: het huis wordt gelucht.
Schoonmaak Wat ben je Drama of
klucht
—O—
Loopers zijn weg, geen mat voor de
deuren;
Glycerine-zeep-luchtjes en boenwasgeuren.
Geen tijd om te koken: „maar brood met
een eitje".
De gang wordt gedaan geen kleinig
heidje.
Schoonmaak je hebt heel wat op je ge
weten
Waar heeft dat vuil dan toch allemaal
gezeten
o—
Maar straks is 't voorbij en vanuit m'n
hoekje
Zie 'k dan hier een nieuw kussen en daar
een nieuw doekje.
Rust en gezelligheid zijn dan weer ge
komen
Over de noodzaak valt niet te boomen:
Koek bij de koffie ter eere van 't „klaar":
Schoonmaak de groeten Tot het vol
gende jaar
D.
der verdiend, omdat die zoo natuurge
trouw de schommelende gang van zoo'n
eend kon nabootsen.
Ten slotte noemen we nog de sneeuw
man, ook weer zoo'n vroolijk tafereeltje,
waarbij natuurlijk de sneeuwpop, kun
stig nagemaakt rond de stevige figuur
van Sietske Goënga, in het centrum der
belangstelling stond. Onder het bombar
dement met sneeuwballen had de arme
„man" het hard te verantwoorden, zoö-
dat-ie tenslotte, tot groot vermaak van de
jeugd, tegen de grond rolde.
Na het zingen van „Hosanna" door
het kinderkoor kwam met de samenzang
van Ps. 150:2 het eind.
De heer Eelderink sprak nog een slot
woord, mede namens de Ver. voor Chr.
Belangen, dank brengende aan allen, die
het hunne tot het slagen van deze avond
hadden bijgedragen. Spreker veronder
stelde op een goed courantverslag te mo
gen rekenen, daar hij de pers zoo had
zien lachen, dat hij er niet aan twijfelen
kón. De heer Eelderink had gelijk en
we kunnen danook volmondig verklaren,
dat we deze avond als uitmuntend ge
slaagd beschouwen. Geen oogenblik werd
de vergenoegde en genoeglijke stemming
verstoord. Het programma werd vlot, zon
der haperen, afgewerkt. Te elf uur zaten;
we weer aan onze schrijftafel; ons be
wust van de moeite, zorg en opoffering,
welke een avond als deze de dames Meij
er en de heer Jn. Visser, die met mej.
A.A.J.Meijer de liedjes op de piano be
geleidde, moet hebben gekost; er van o-
vertuigd, dat ook zij alle reden hebben
om op deze avond met voldoening terug
te zien