PUROL er op iiüii min iiiiii mui min mm mm mm mm mm mm imiimm hygiene en veiligheid, iimiiiiiii min mm mm mm mm mm mm mm mm mm mm salonbooten der N.V. T.E.S.O. op Texel af. Het weer was uitstekend, een heer lijke, zonnige dag, niet te warm, niet te koel en het tochtje over het Marsdiep was dan ook in één woord verrukkelijk. Bij aankomst te Oudeschild stonden aan aan de haven een tweetal uitstekende autobussen van de firma Boekei gereed, die het gezelschap die dag uitstekende diensten zouden bewijzen. Herhaaldelijk echter werden de auto's verlaten, om de mooiste of meest belangwekkende plaat sen van het eiland in oogenschouw te nemen en de leider bleek uitstekend te weten, waar men de fraaiste vergezichten had. Aan den Burg werd koffie gedron ken en vandaar ging het naar de Koog waar in het fraaie, geheel modern inge richte Badhotel, de lunch werd gebruikt. Texel is nu eenmaal vermaard als vogeleiland en onder geleide van een jachtopziener werd danook een tocht naar een der vogelbroedplaatsen gemaakt, zoo dat op deze excursie, dank zij de hulp der moderne vervoermiddelen, een wel vluchtig maar toch vrij volledig beeld van het Texelsch landschap met zijn af wisseling van zee en strand, moeras en duin, weiland en dennebosch werd ver kregen. Op de terugtocht werd het vrien delijke Den Burg nog eens aangedaan en toen ging het weer op de haven af, waar na men tegen 6 uur weer te den Helder arriveerde. Alvorens echter uiteen te gaan bezweek het gezelschap voor de vriendelijke drang van de heer Van Willigen om in Hotel Den Burg nog een oogenblik zijn gast te willen zijn. De voorzitter der afdeeling sprak hier en hij hield zich overtuigd uit naam van allen, o.m. zijn voldoening uit over de welgeslaagde excursie, die door zulk schitterend zomerweer was begunstigd. Propagarida-avond Vrijz. Dem. Bond. Toen Vrijdagavond de heer A.Epe het Vrijz. Dem. Kamerlid P. J. Oud in café den Burg bij zijn auditorium inleidde was plm. een dertigtal personen aanwezig. De heer Epe uit zijn spijt over de ge ringe belangstelling maar troost zich met de gedachte, dat dit als een vrijwel alge meen verschijnsel kan worden aangemerkt. De heer Oud, het woord verkrijgende, zegt hoofdzakelijk te zullen spreken over het verschil tusschen Vrijz. Dem. Bolid en Vrijheidsbond. Hierom is het ge- wenscht een blik te slaan op de huidige politieke toestand in Nederland, zegt hij. De scheiding Rechtsch-Linksch. Men spreekt in de politiek van Recht- sche partijen (R.K., Anti-R., Chr. Hist, Groep ds. Kersten, afgescheiden van de Anti-Rev., Groep ds. Lingbeek, afgeschei den van de Chr. Hist en Groep-Arts, afgesch. van de R.K.Staatspartij) en Link- Nsche partijen (S.D.A.P., Vrijz. Dem., Vrij h. Bond, Comm.-de Visser en Plattel. Bond-Braat). Deze scheiding, vervolgt hij, achten wij, Vrijz. Dem. verkeerd, omdat tusschen linksch noch rechtsch een vol doende overeenstemming bestaat om een basis te kunnen zijn voor een linksch of rechtsch bewind. Wij willen een ministe rie, gevormd door en in overleg met de Kamermeerderheid, wat hier met onze ve le partijen niet zoo gemakkelijk gaat als in Engeland, waar men vnl. liberalen, conservatieven en arbeiders kent. Ik durf mij aan een voorspelling van de verkie zingsuitslag niet wagen, maar zeker weet ik wel, dat geen der partijen meer dan 50 zetels zal krijgen. Na de val van' het Min.-Colijn in Nov. 1925 is een extra-parlement ministerie ge vormd. Wij willen een parlementair Ka binet, te vormen in overleg met de de mocraten van links en rechts. Wij weten, dat er verschillen bestaan, maar zeer veel is er ook, dat ons vereent. Wanneer de drie groote partijen van rechts samen gaan, krijgen we een conservatief, dus behoudend en de democratie vijandig ge zind kabinet. Daarvan verwachten we geen heil. En toch is de rechterzijde net zoo min geheel conservatief als de linkerzijde geheel democratisch. Beide groepen zijn gemengd, wat ik duidelijk maken zal. Over het verschil tusschen de Vrijheidsbond en de Vrij zinnig Democratische Bond. Beloften, in verkiezingsdagen gegeven, hebben niet altijd veel waarde. Beter is het geen gouden bergen te beloven, maar te wijzen op daden in het verleden, om dat die de beste waarborgen zijn voor de toekomst. De verkiezingsdagen van 1925 kenmerk ten zich door de strijd vóór en tegen het ministerie-Colijn. Met onze financiën was het in die tijd niet best gesteld. Colijn heeft de begrooting sluitend gemaakt, maar hij bezuinigde ons daarbij te vee! op uitgaven voor volksontwikkeling en volkswelvaart, voor landbouw, handel en soc. voorzieningen. De militaire uitgaven werden gespaard, de milit. departementen werden niet besnoeid. Er werden nieuwe belastingen ingevoerd, welke op de armen het zwaarst drukten (fietsbelasting, ta- riefverhooging, o.m. op thee). Merk waardig is, dat verscheiden leden der rechterzijde de politiek van Colijn af keurden, niettegenstaande men hem steu nen bleef. Arts noemde Colijn's politiek een ramp voor ons volk. Dat kwam tot uiting bij de laatste verkiezingen, toen de Anti-R. drie zetels verloren. De Vrijh. Bond vond die politiek zoo kwaad niet. De politiek van Colijn, zoo werd een keer beweerd, was de Vrijh. Bond uit het hart gegrepen. Prof. van Gijn, de fin. specialiteit van de V.B. zei zelfs: Colijn's politiek is een liberale economische politiek, die wij, liberalen, gaarne willen steunen. Ook Dressel- huys was van die meening. Hij was van van oordeel, dat men ten onrechte van een coalitiepolitiek sprak en had gaarne, gezien, dat het kabinet-Colijn niet alleen uit de rechterzijde werd gevormd, maar ook met behulp van eenige liberalen, (Nationaal Kabinet.) De Vrijh. Bond dateert van 1921. Voor dat jaar had men toch de Unie-liberalen, de Vrije Liberalen en de Econ. Bond. De Lib. Unie werd opgericht in 1885 en wilde alle vrijz. in één bond brengen, wat ook ik gaarne zou willen, maar wat niet mogelijk is. Er was een tijd dat de libe ralen aan de spits van de vooruitgang gingen. Hierop doelt de verkiezingsplaat, waarop men „de liberale winkel" in beeld heeft gebracht en wel met het onder schrift „Oudste en soliedste adres— 1848." De opvolgers van de oude fa. Thorbecke hebben de zaak echter leelijk laten verloopen. Was de oude firma de zelfde gebleven, zeker was de Vrijz. Dem. Bond dan niet opgericht. Neen de Ne- derlandsche liberalen zijn inderdaad con servatief, in tegenstelling met de Engel- sche. In 1924 werd te Boulogne in Frankrijk op initiatief van Herriot en de zijnen het Intern. Verbond van de Vrijz. Partij op gericht, waarvan Ketelaar van de oprich ting af bestuurslid is. De liberalen onder Lloyd George in Engeland maken een deel er van uit. Onlangs heeft Lloyd Ge orge in een rede ontwapening van kleine landen bepleit, welke door de Vrijh. Bond zoo fel gecritiseerd is. Er ontstonden in de liberale partij twee groepen, democraten en conservatieven (1894). Ten onrechte verwijt men de Vrijz. Dem. scheurmakers te zijn geweest. Het ministerie Goeman Borgesius (1897 1901), door de vooruitstrevende!! gevormd, is wel het min. van sociale rechtvaardig heid genoemd. In 1901 werden de democraten genoopt uit de lib. partij te gaan. Toen had men in de Vrije Lib. de conservatieven en in de Vrijz. dem. de democraten vertegen woordigd. De oude Liberalen vormden de middenpartij. Zoo bleet de toestand tot de beruchte November-maand 1918, toen revolutiege vaar dreigde als een gevolg van de schrik barende achterstand op menig gebied (wo ningtekor't, geen verzorging van ouden van dagen) en doordat men weigerde langs lijnen van geleidelijkheid verbete ringen aan te brengen. Toen ontstonJ er een neiging om langs revolutionnaire weg tot dit doel te geraken, waarvan de Vrijz. Dem. echter niets hebben willen weten. Toen was het, dat Dresselhuys verklaar de, dat zich aan hem een geestelijke revo lutie voltrokken had. Toen was hij plots voor een achturige werkdag, voor mijn werkers zes uur, woningbouw, ziekenzorg, ziekteverzekering, staatspensioen. Geld moest er komen, zoo meende hij, wat min. de Vries deed opmerken, dat er wel een roerende overeenstemming bestond in dit opzicht met Ter Laan van de S.D. A.P., met dit verschil, dat hij bij Dressel huys zou willen spreken van „de offer- Vaardigheid van het lam", bij Ter Laan van „de wellust van de slager". De Vrijh. Bond zou alle niet-rechtsche niet soc.-partijen omvatten, maar wij wer den er geen lid van omdat wij niet veel waarde hechtten aan de woorden van mr. Rink: „De Vrijh. Bond is beslist demo cratisch". Waarom liepen dan zooveler naar ons over Het was toch geen toeval, dat de Vrijz. Dein. in 1925 van vijf op zeven zetels kwamen, en de Vrijh. B. van elf op negen Ik zou mij zeer vergissen, ot dit proces werkt door, want de Vrij. heldsbond is niet liberaal maar conser vatief. Door de schuld van de Vrijh. B. is in 1922 in strijd met de traditie bijna de heele Eerste Kamer in handen der rech terzijde gespeeld. In 1922 volgde danook een gevoelige nederlaag toen de Vrijh.B. zijn aantal zetels van 15 op 11 zag dalen. Onderwijspolitiek. Min. de Visser beperkte het aantal on derwijzers en voerde de assistenden in, waarbij het al weer de Vrijh. Bond wasv die hem steunde. Eveneens met steun van de V.B. werd de invoering van het zeven de leerjaar opgeschort. Wij vinden, vervolgt spr., dat de wet van 1920 het te makkelijk maakt biezon- dere scholen op te richten. Toen Kete laar eén commissie wenschte om te on- Dit moet Uw eerste gedachte zijn bij Brand- en snijwonden, Ontvellingen en allerlei Huidverwondingen Het verzacht en geneest. derzoeken of aan die geldwegsmijterij geen einde zou kunnen worden gemaakt zonder schade voor het onderwijs, kreeg hij van Min. Colijn ten antwoord: „Van zoo'n comm. wil ik niets weten. Ik heb geld noodig. Met het instellen van een comm. gaat te veel tijd heen." Maar toen 14 dagen later de marinebegrooting be handeld werd en op bezuiniging werd aangedrongen, werd wel een comm. in gesteld. En die politiek had doorloo pend de steun van de Vrijheidsbond. Spr. herinnert aan de strijd om de leer plichtwet onder het ministerie Goeman Borgesius. De wet kwam er, maar met slechts één stem meerderheid en nog wel door een toevallige omstandigheid. De fa. Thorbecke is wel zeer aan lager wal geraakt, meent spr. En nu heeft men de treurige moed te den Haag een stand beeld voor Goeman Borgesius op te rich ten, terwijl er zoo'n schrijnende tegen stelling bestaat tusschen de politiek, wel ke deze groote liberaal heeft gevoerd, en die van de Vrijh. B. van nu. Daar het bezuinigingsmes hier en daar te diep werd gezet, leverde 1925 een over schot op van 40 miljoen, hetwelk de de mocraten opeischten voor de verbetering van het onderwijs. Maar min. de Geer wilde er niet aan. De motie van het R.K. Kamerlid Suring, waarin op spoedige in voering van het zevende leerjaar werd aangedrongen, werd aangenomen, maar de Vrijh. B. stemde tegen. De motie bleef echter onuitgevoerd en de Kamer was machteloos, want hoe zou men aan een nieuw kabinet komen, wanneer het be wind-de Geer mocht heengaan Eerst 1 Juli kwam het 7e Ij. erdoor, dank zij het onvermoeide werken der democr. groe pen van links en rechts. De Vrijh. Bond behoorde steeds tot de tegenstanders. Ook op ander gebied. Staatspensioen. Hiermee besluit spr. het eerste deel van zijn rede, om na de pauze te vervol gen met een bespreking van het staats- sioen. Op het oogenblik, aldus spr., heb ben we voor arbeiders de invaliditeits verzekering voor rekening van de werkgevers terwijl niet arbeiders zich zelf kunnen verzekeren: Vrijw. Ouder- domsverzekering. Deze wet werd van kracht in 1919. Zij, die 'n inkomen hebben van minder dan f1200 ontvangen, als zij niet gehuwd zijn f3,echtparen f5, samen. Wij hebben vóór deze wet ge stemd bij gebrek aan wat beters. Liever hadden wij premievrij staatspensioen ge geven, omdat er nu wel 30 of 40 duizend mannen en vrouwen van meer dan "65 jr. in het geheel geen uitkeering ontvangen, daar zij niet in staat waren de premie te betalen. Hierin moet worden voorzien. Dit zegt ook de Vrijh. Bond, maar merkwaardig is wel, dat verscheiden leden van deze partij o.m. Prof. Van Gijn en prof. Eerdmans) er niets van willen weten. Bij de laatste statenverkiezing bleef een vraag inzake Staatspensioen, door de Bond voor Staatspensionneering aan de Vrijh. Bond gericht, geheel onbeantwoord. Zelfs moest door deze bond nog een com missie worden ingesteld om de wensche- lijkheid en de mogelijkheid van staatspen sioen te onderzoeken. Een gunstig rap port van de meerderheid van deze comm. wordt op aanvraag gaarne verstrekt, maar gezwegen wordt van de afzonder lijke nota van de heer van Gijn, die fel tegenstander is. Eenmaal heeft mr. Sam van Houten een eigen partij opgericht: hij vreesde, dat de Vrijh. B. te rood zou zijn. Die angst is echter ongegrond gebleken, waarop deze partij weer opgeheven werd. Maar toen mr. van Houten het rapport over Staats pensioen onder het oog kreeg, waarvan hij niets wilde weten, meende hij, de kie zers voor de voorstanders van staatspen sioen in de Vrijh. B. te moeten waarschu wen. Hij adviseerde te stemmen op Viru- ly en de Jonge te den Haag, op pr<-f. Eerdmans te Leiden, etc., die tégen staats pensioen zouden opkomen. Bovendien wil len de voorstanders van staatspensioen in de Vrijh. B. de grens van het inkomen verlagen tot tSOO.—voor ongehuwden tot f500.—. Terecht, aldus spr., schrijft de heer Groeneveld in de „Tel.", dat het rapport van de Vrijh. B. inzake staatspen sioen onaannemelijk is, omdat het er toe leiden zou, dat zij, die nu pensioen ge nieten, het weer zouden moeten verliezen. Ziehier vervolgt spr., het groote ver schil tusschen zeggen en doen bij de Vrijh. B. Ik sta voor al deze feiten in. De Vrijh. Bond heeft dan ook niet het recht zich als vooruitstrevend aan te dienen. Over ontwapening. De Vr. Dem. willen vervanging van le ger en vloot door politiemacht op be perkte schaal. We weten, dat in de Kamer nog geen meerderheid voor Nationale ont wapening te vinden zal zijn. Maar zeker wel dertig leden (Vrijz. Dem., S.D.A.P. en Arts.) Wij zullen ons niet op het stand punt plaatsen 'alleen een regeering te wil len vormen wanneer wij nationale ont wapening op ons programma kunnen plaatsen. Wij zouden' graag het voorbeeld van Denemarken volgen, waar men trach ten zal tot nationale ontwapening te ko men. Wanneer hier de oorlogsbegrooting van 100 miljoen op 60 miljoen zou kun nen worden teruggebracht, zouden we al een flinke stap in de goede richting zet ten. Mogelijk dat ook de R.K. Staatspartij aan pogingen hiertoe wel wil meewerken. In 1925 kreeg Mr. Marchant opdracht tot het formeeren van een democr. be wind. De S.D.A.P. was in beginsel tot samenwerken bereid, de R.K. wilde zelfs niet in bespreking treden. Op het pro gram kwam voor: stopzetting van de bouw van nieuwe oorlogsschepen, in krimping van het leger, vereeniging dei- dep. van Oorlog en Marine, afschaffing van het vestingstelsel. Nu beweert de Vrijh. Bond met dit pro gramma accoord te kunnen gaan. Maar bij een poging tot beperking van de vloot- bouw kwam heftig verzet van de zijde van de Vrijh. Bond. Zelfs ging deze de min. van marine te ver. Toen Ter Laan voorstelde de lichting van 19 op 13 dui zend man te brengen, stemde de Vrijh. B. tegen. Toen de dep. van Oorlog en Ma rine zouden worden saamgevoegd, stem de de Vrijh. B. en bloc tegen. Steeds weer streed de Vrijh. B. voor verzwaring van de militaire uitgaven. In de burgerwachten schuilt een groot gevaar, gaat spr. verder. Ik zie daarin een soort fascistische militie (Oostenrijk!) Toen min. Kan op de begrooting voor de burgerwachten anderhalf ton ten behoeve van de landbouw bezuinigen wilde, stond de Vrijheidsbond op zijn achterste bee- nen. Zelfs de landbouwspecialitiet nam min. Kan het voorstel hoogst kwalijk en er werd een motie van afkeuring inge diend bovendien. Telkens weer staat de Vrijh. B. aan de kant van Jiet zwartst conservatisme. Mooie redevoeringen baten geen zier. De Vrijh. Bond spreekt zoo graag over zijn ver leden. Maar wat baat het als de vroegere winkel zooveel aan soliditeit heeft inge boet. Er is niets meer van over. Vraag u daarom af, voor zoover u lid zijt van die bond, of u daarin op uw plaats zijt. Er zullen ook nu weer vooruit strevende liberalen zijn, die de Vrijh. B. zullen verlaten. Ik wek allen op, besluit 'spr., 3 Juli te stemmen op mr. Marchant, no. 1 van de Vrijz. Democratische lijst. De heer Epe stelt de aanwezigen in de gelegenheid de heer Oud vragen te stellen ot iets in het midden te brengen, maar niemand maakt hiervan gebruik, waarop de vergadering onder dankzegging voor de aandacht, waarmee men de heer Oud heeft willen volgen, wordt gesloten. Rijkspostspaarbank. Aan het postkantoor den Burg-Texel en de daaronder ressorteerende hulppostkan toren werd gedurende de inaand Mei 1929 Ingelegd f 2984 95 Terugbetaald 2411,14 Het aantal nieuw uitgegeven spaarbank boekjes bedroeg 4. F.IERLAND. Proefnemingen met brouwgersten. In aansluiting op het bericht in het vo rig nummer over. proefnemingen met brouwgerst, kan nog worden meegedeeld, dat van de 26 proefvelden er elfopTexei worden aangetroffen, hetgeen zeker ver melding verdient. Melkprijs-Hollandia. Aan de veehouders, die aan de melkfa briek Hollandia te Purmerend-'t Zand le veren, werd dezer dagen geen lager prijs dan f7.74 uitbetaald. DEN HOORN. Schoolnieuws. De dames C.Dito en I. Glaser, eerder tijdelijk verbonden aan de o.l. school al hier, zijn Zaterdag in vaste dienst be noemd als onderwijzeres aan de o.l. scho len resp. te Hypolitushoef en Westerland op Wieringen. WAAL-EN-BURG. Paard en wagen te water. Maandag geraakte paard en wagen van de heer J.Zeeman te water. Het ongeval liep best af. Alleen de wagen werd ern stig beschadigd. Met groote inspanning is het gelukt het paard, dat reeds voor een deel in de modder was weggezakt, en de wagen op het droge te brengen. Het paard zou geschrokken zijn voor een tas steenen, aan de kant van de weg opgestapeld. Dr. Heyermans aan het woord. Vooral krachtige jonge mannen vallen spoedig flauw; mijn ervaring heeft mij b.v. geleerd, dat .slagers vaak een flauw te krijgen, als zij zich in de vingers snij den. Vrouwen verdragen in het algemeen pijn veel beter. In dit en in velerlei op zicht is de vrouw het sterke geslacht; Zij leven langer, zïjn beter bestand tegen ziekte en pijn, al liiten zij zich vaak hef tiger.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1929 | | pagina 2