43s,'Jaarganfe
HEERENBAAI
No 4392
Zaterdag 4 Januari 1930
Za*9e/*
Over Strandjutten en
Strandrecht.
EERSTE BLAD.
Voor de Zondag.
Voor hoofd en hart
Schrale huid
Texelsche Berichten
Jeugdherbergen.
ABONNEMENTEN:
UITGAVE; N.V, v/H LANGEVELD DE ROOIJ H DEN BURG OP TEXEL
ADVERTENTIÊN:
TELEFOON: N°.11 K POSTGIRO: N°.652 U POSTBUS: N°. 11
I
rijpe taCaJcken.
ECHTE FRIESCHE
20-50cf.perons
TEXELSCHE COURANT
DEN BURG: 50 ct. per drie Maanden.
Franco p. post door geheel Nederland 75 ct p. 3 maanden.
Losse nommers: 3 ct
DE TEXELSCHE COURANT VERSCHIJNT
WOENSDAG- EN ZATERDAGMORGEN
Van 1-5 regels: 50 ct. Iedere regel moer: 10 ct.
Dozolfdo advertentie 4 maal geplaatst wordt 3 maal borekond.
BI] abonnemont lagero rogolprljs.
ADVERTENTIÊN
MOETEN DAAGS VOOR 'T VERSCHIJNEN
4 UUR NAM. IN ONS BEZIT ZIJN
Wanneer men oud wordt.
„Jeugd is een kroon van rozen, ouder
dom een kroon van bittere wilgenbla
ren." Zoo luidt het Joodsche spreek
woord. „Terecht", zeggen wij jongeren.
"Terecht" zeggen vermoedelijk ook de
ouden van dagen. Immers, wie zich sterk
gevoelt in zijn jeugdige kracht verlangt
nog niets naar de o.ude dag, die komt met
grijze haren, de gebogen rug, de stramme
beenen en blinde oogen. En wie alreeds
oud geworden is, die verlangt terug naar
de tijd van jeugd en sterkte, de tijd waar
in men kon doen wat men wilde. En al
zullen vele ouden niet begeeren dezelfde
weg nog eens te gaan, toch blijft een
zoete herinnering, een verloren paradijs,
die tijd, waarin de jongenskiel nog om de
schouders gleed. Wie zou zich nu ver
heugen in de ouderdom, wie zou verlan
gen naar deze periode van verval? „Een
kroon van bittere wilgenblaren.!"
Maar niet alleen, omdat ons lichaam
verzwakt, maar ook omdat het gewicht
onzer positie, onze invloed schijnt af te
nemen in de ouderdom, begeeren wij hem-
niet. „Toen wij nog jong waren werden
wij voor mannen aangezien; nu wij oud
zijn voor schoolkinderen." Daar gaat
de oude man, doelloos en nutteloos dag
in dag uit wandelend door de straten, hij
die vroeger zich belast wist met de be
langrijke zaken van Staat of Gemeente,
van handel of industrie, van kunst of
wetenschap. Daar zit een oude moeder,
zij is bezig in haar hoekje aan haar veer
tiende spreiIk ken zoo'n oude dame.
Overigens wordt ze in niets meer gekend:
haar oordeel is waardeloos voor haar
groote kinderen, die allen een eervolle
positie bekleeden in de maatschappij.
Doelloos en nutteloos, ziedaar tweewoor
den, die haar ouderdom als twee getrou
we trawanten schijnen te vergezellen.
Niet alleen lichamelijk, maatschappelijk
en geestelijk gaat de oude achteruit, er
komt zoo bij, dat hij alleen blijft. Zoetjes
aan overleeft hij zijn tijdgenooten, zijn
familie en vrienden, echtgenoot en kin
deren: „Oude kameelen dragen jonge ka
meelenhuiden naar de markt." Voeg bij
dit alles nog dit ondragelijke gevoel an
deren tot last te wezen, „een bed vol
beenderen", en we begrijpen, dat menige
oude van dagen naar het einde verlangt,
al blijtt er bij velen een zekere vrees voor
de dood en een vaak onverklaarbare zucht
om te blijven leven, bestaan.
o—
In een volgend stukje willen we trach
ten een middel te noemen, een weg te
wijzen, waardoor de ouderdom met blijd
schap gedragen kan worden.
Zondag 5 Januari 1930.
Wybert-tabletten on
der het oefenen ter
bescherming van de
keel, vóór het op
treden ter zuivering
van de stem.
ZONDAG.
Behandel de menschen alsof zij waren
wat zij moeten zijn: het is zaad uit
strooien, dat misschien opkomt.
MAANDAG.
Bijna altijd, als men raad vraagt, doet
men dit, om zijn eigen meening te
hooren goedkeuren.
Henry Gréville.
DINSDAG.
Wees voor niemand bang, wel zoo at
en toe voor uzelf.
WOENSDAG.
De herinnering is het eenige paradijs,
waaruit wij niet verdreven kunnen wor
den. Jean Paul.
DONDERDAG.
Men houdt er veel van anderen te door
gronden. Maar zelf doorgrond te wor-
en gesprongen handen
genezen direct en blijven
heerlijk zacht en lenig met J
AKKER'»
KLOOSTERBALSEM
bijt niet!
.Geen goud
zoo goed."
denR o c h ef o u c a u 1 d.
VRIJDAG.
Hoop niet te veel van het leven; dan
zult ge meer krijgen, dan ge gehoopt hebt.
ZATERDAG.
Acht u zelf te goed om kwaad te doen.
Matthias Claudius.
In een placaat van 16 Maart 1529, zoo
lezen we in het Gedenkboek van de
Noord- en Zuidhollandsche Reddings
maatschappij, constateert Karei V, dat
„in onsen voorzegde Lande van Hollant
en Vrieslandt tot noch toe onderhouden
is geweest, dat soe wanneer bij Tem-
peeste, onweder ofte anders eenige goe
den en coopmanscepen, op den Zee-
strande aenkomen en gevist worden, dat
alsdan onsen Rentmeester van den Es-
pargne (strandvonder) sulcke goeden ge
houden is aen te vaerden ende te bewae-.
ren tot behoudt van den rechten eyge-
nair voor een redelick berchloon", ter
wijl zij, die sulcke goeden ofte zee
driften aenvaerden en versteken tot zyn
eygen boet ende prouffytbehoren ge
acht ende gehouden te worden voor
dieven," en hij betoogt tevens, dat
dergelijke menschen veel gevonden
worden onder de strandbewo
ners.
Aangezien de Keizer dit vindt „tegens
onze hoocheyt en oick tot achterdeele
(nadeel) van den voerseyden coopluy-
den, scippers en de andere die deselve
toebehoren", zoo gelast hij de rent
meesters „te reysen alome in den pleckeji.
der „zeestranden", om dat te voorkomen.
Over de schipbreukelingen vinden we
niet vermeld, dat zij zoo mogelijk gered
moeten worden, doch alleen dat de rent
meesters moeten zorgen „oick drinke-,
lingen, ot hoe dat die anders genoempt
mogen wesen, aen land gecome zijnde, te
begraven."
Kareis placaat bleet lang van kracht,
omstreeks 250 jaar, en gold dus ook in
onze Gouden Eeuw, toen de scheepvaart
in deze landen zich zoo enorm uitbreidde.
Elke storm eischte slachtoffers. Berucht
zijn in dit opzicht de jaren 1635 en 1660,,
toen op Texel resp. 35 en ongeveeT
120 schepen strandden. Zoo vertelt het
Gedenkboek en dan lezen we verder:
In 1683 "verongelukten aldaar zes groo
te Hollandsche oorlogsschepen, waarbij
900 man omkwamen, terwijl ook veel
koopvaardijschepen ten onder gingen.
Dergelijke rampen, waarbij klaarblijke
lijk menigeen de Rentmeester der Esparg-
ne vergat, hadden wel ten gevolge, dat
het placaat van 1529 vernieuwd, d.w.z.
nogmaals uitgevaardigd werd, maar de
toestana bleet onveranderd voortduren tot
het midden der 18e eeuw. Een gestrand
vaartuig was nu eenmaal practisch een
goed zonder eigenaar en nog omstreeks
1725 lezen we in een ordonnantie „op
het stuk der pilotage", gegeven door de
Staten van Holland en West-Friesland:
„Alsoo tot Onze kennisse gekomen is,
dat, niettegenstaande rigoureuse (strenge)
placaaten, bij Ons van tijdt tot tijd ge-
emaneert (uitgevaardigd), jegens de ge
weldenarijen en rooverijen, ondernomen
en gepleeght omtrent Scheepen- en Goe
deren, welke door stormwinden als an-
ders in noodt geraackt zijnde, evenwel
nog niet verlaten of geabandonneert,
maar door het scheepsvolck of eenige
uyt deselve werden in bcsit gehouden,
echter veele persoonen hun verstouten;
in weerwil van de Schippers of het
Scheepsvolck bij fcytelijckheit en met ge-
weldt de handen te slaan aan soodanige
Scheepen ot Goederen, deselve feytelijck
aan te tasten en met violentie (geweld)
ot oock wel onder schijn van hulpe toe
te willen brengen, te overmeesteren, en
alsoo hare rooverijen te exerceeren, ja
selts wel daar toe te vervallen, dat siji
die rooverijen niet kunnende volbren
gen de Scheepen uit boosaardigheyt
komen in den brandt te steeken, soo,
is het dat Wij, daarin met nadruck wil
lende voorsien, goetgevonden hebben we
derom te rcnoveereii (vernieuwen), Onse
voonge placaaten, aangaande de Zee en
Strandtvonderijen, successivelijck geëma-
neert, zooals Wij ordonneeren en statu-
eeren bij deesen, dat een yegelijck van:
Onse Onderdanen gehouden sal zijn de
Scheepen en Goederen, soo binnen als bui
ten Gaats, in noodt zijnde, na sijn vermo
gen alle hulpe en bijstandt te doen".
(Slot volgt.)
Kamer van Koophandel en Fabrieken.
De openbare ledenvergadering van bo
vengemelde Kamer voor Hollands Noor
derkwartier is bepaald op Woensdag 8
Januari 1930 des n.m. 3.15 in het stad
huis te Alkmaar. De voorzitter zal in
deze vergadering zijn Nieuwjaarsrede uit
spreken.
Geringde vogels.
Een beleefd verzoek.
Verscheiden malen maakten wc in ons
blad melding van het vinden van vogels,
welke om een der pooten een gemerkte
ring vertoonden. We deden van deze
vondsten zoo nauwkeurig mogelijk bericht
aan 's Rijksmuseum van Natuurlijke
Historie te Leiden, waar men deze gege
vens met zorg verzamelt en verwerkt.
o—
Een schrijven, dat wij een dezer dagen
van de bekende natuurvriend, de heer Jan
R. Strijbos, te Bentveld bij Haarlem, ont
vingen, geeft ons aanleiding hierop nog
eens de biezondere aandacht onzer le
zers te vestigen.
„Uit de Zoölogische Mededeelingen",
welke ik zoonet ontving, blijkt mij, dat
een door de heer L. J. Daalder geringde
kapmeeuw (29 Mei 1928) door uw redac
tie werd teruggemeld op 2 Aug. 1928
(gevangen.) Ook een torenvalk, welke ik
op 7 Juli 1928 in de Krimduinen op
Texel ringde werd door uw bemiddeling
teruggemeld.
Deze torenvalk werd op 28 November
1928 weer te Oosterend gevangen.
Voor de getoonde activiteit breng ik u
gaarne mijn hulde. Indien de pers mede
werkte, zouden er stellig meer belang
rijke gegevens te bestemder plaatse ko
men. Vooral het experimenteel ringon-
derzoek zou daar zeker bij gebaat zijn.f'
o
Wij dragen de hulde, welke de heer
Strijbos ons brengt, gaarne over aan onze
berichtgevers, aan wier mededeelingen wie
immers danken, dat we in het belang van
de vogelstudie nuttig werkzaam konden
zijn. We ineenen ook in den vervolge
steeds op hun medewerking te mogen re
kenen en verzoeken bij voorbaat steeds
opgaat van ringnummer, datum, vind
plaats te willen doen. Ook de heer Strij
bos zal u daar zeer dankbaar voor zijn.
We doen van deze berichten mededee-
ling in ons blad, zenden ze door naar
Leiden, en publiceeren vervolgens, na in
gewonnen informatie, en voor zoover mo
melij k, waar, wanneer en door wie de
betrokken vogel eenmaal werd geringd.
Dat kan vaak interessante berichten
opleveren. Herinnert de lezer zich nog,
hoe een velduil, 20 Mei 1928 tusschen den.
Hoorn en de Westen geringd, tien maan
den later in België gedood werd Al
zulke biezonderheden zijn voor hen, die
van de verblijfplaatsen en de trek van
onze vogels ernstige studie maken, van
onschatbare waarde.
Mogen we op uw hulp rekenen?
Kalenders.
Van de N.V. Maatschappij tot Expl.
iran
(ook Inonsen, Vi ponden en ponden)
/~Vraapt 'Um WinkeSicr'rt pakje D'E
SEDERT 1753
van Staatsspoorwegen en de N.V. H.IJ.|S.
M., beide te Utrecht, ontvingen we een,
met veel zorg samengestelde en zeer
overzichtelijke weekkalender, met tal van
nuttige wenken, voor allen, die met de
spoorwegen te maken hebben en koste
lijk geïllustreerd. Een kalender, welke
geoordeeld mag worden een uitstekend
staaltje van typografische kunst te zijn.
De stichting van een Jeugd
herberg op Texel in voorbe
reiding.
Naar het bestuur der Ned. Jeugdher
berg-Centrale ons schrijft, kan er in het
atgeloopen seizoen van een groot succes
gesproken worden. Wel 111 gemeenten,
scholen, vereenigingen en andere orga
nisaties met een ontelbaar aantal leden,
hebben zich bij de Centrale doen in
schrijven om groepsgewijze van de jeugd
herbergen in Nederland ot landen, waar
mee overeenkomsten van wederkeerigheid
zijn gesloten, tijdens schoolreisjes e. d.
gebruik te kunnen maken.
Verder vernemen we, dat ruim 1700
„individueele trekkers" zijn ingeschreven,
die individueel of in kleine groepen, het
veilige en goedkoope onderdak (t 0.20—
10.50 per persoon) zochten, dat„Jugend-
treundliche" geesten voor hen hadden
voorbereid. In de Jeugdherberg te Am
sterdam, waarvoor de gemeente welwil
lend een deel van een harer gebouwen be
schikbaar stelde, werden meer dan 1000
overnachtingen geboekt in 2 maanden tijd.
Te Kampen bedroeg dit getal plm.' 350.
In 't „Iemenschoer" (De Bijenkorf), de
villa door dr. EL P. te Delden welwil
lend ter beschikking van de Twentsche
Stichting gesteld, was het 1600 enz.
Tien Jeugdherbergen zijn dit seizoen
open geweest en ten deele nog open.
Maar het volgend jaar zullen we mis
schien reeds van een „Net van Jeugdher
bergen" over Nederland kunnen spreken,
al zullen de mazen vergeleken met
Duifschland, (waar 2200 Jeugdherbergen
zijn met 3Vs miljoen overnachtingen in
1928) nog wel wat groot zijn. Onder voor
zitterschap van burgemeesters, wethou
ders, directeuren ot leeraren M.O., Ro
tarians e.a. zijn comité's in wording of in
werking ter voorbereiding van de stich
ting van een plaatselijke Jeugdherberg te:
Texel, Vlissingen, Bergen-op-Zoom, Bre
da, Boxtel, Eindhoven, Maastricht, Heer
len, Roermond, Nijmegen, Dordrecht, Rot
terdam, Gouda Hillegom, Castricum, den
Helder, Enkhuizen, Utrecht, Apeldoorn,
Zutphen, Zwolle, Coevorden, Assen, Gro
ningen, Heerenveen en Leeuwarden.
Contact tot verkrijgen van directe
ot indirecte steun van de regceringen, var.
Rijk, provincies en steden is reeds hier en
daar tot stand gebracht. Vergemakkelijking
van jeugdreizen staat op 't programma;
coöperatieve aankoop van benoodigdhe-