S. KROM
STKREOSCOPEN
r
1
TABAK
KOFFIE
THEE
dat in al onze 3 artikelen de
punten verpaktmrden,rechtgevend
o. a. op fraaie voonverpen van
gedreven Friesch koperwerk?
Jndien U
koopt, ontvangt tL
de beste mar voor Uur geld
en U komt in het bezit van voor
werpen, die een sieraad zunj
voor lluz huis.
1
Noord-Holl. Sioomwasscherij te Alkmaar.
NV- v.h. Laageveld deRooif.
De macht van het geld.
FABRIEKEN te BARENDRECHT
aCONTANT
BESTE
EN GOEDKOOPSTE
ELECTRISCHE- en
HAND-
WASCHMAGHINES
IN HUUR
Verkoopdepöt
A. KNOPPERTS, üeuwstraat
Den Borg.
NV. DOUWE EGBERTS
Onze inrichting is geheel gereorganiseerd met de
meest moderne machines.
b mill h min b mui h iiiiii min mui unit m mm a min b iiiiii a win m min i
FEUILLETON
Een goed begin in 1930
Kunst-handwerk)
Vraagt inlichtingen aan/ llu/ Winkelier.
M'.
Ons waschgoed is helder, onze prijzen zijn de laagste
terwijl onze afleveiing steeds binnen een week
plaats heeft
"Viaagt inlichtingen bij den heer METS, Stoomboot
onderneming Texelstroom.
VOOR DE JEUGD.
Meneer Pimpelmans en zijn an to.
"Vf. 1 jbj. A i*l yk
'ë9W&^V&&&*&1ê*W&&?F&&&&&W&V®W&&V90ë&<è&64>êêQëZ
6®®»O0»e®süsooo®0Q®<5Qö«©®6e©e©®ö«©0&ö«>e»ae®e56««i
TABAKSFABRIEKEN - KOFFIEBRANDERIJEN -theehandel
JOURE UTRECHT-AMSTERDAM-DEN HAAG V.V
OPGERICHT 1753
fyjt; -i-y
";V.:>CA- V1
"xsZk
;V;'V-éi
(Een boeiende roman naar het
Engelsch van Freeman Filden.)
57.
„Mrs Hazeltine teleurstellen. Dat was
iets waar Mr. Milburn niet aan gedacht
had.
n.Nu, ik denk dat je dan maar moest!
gaan, Arthur, als dat zoo afgesproken
is," gat hij met tegenzin toe. En fluiste
rend zei hij: „kom vroeg thuis en blijf,
bij wat je gezegd hebt."
Arthur knikte en schoot snel zijn jas
aan. Zijn goede voornemens waren naar
alle richtingen verdwenen. Broer en zus
ter liepen lachend naar de auto, die voor
de deur stond te wachten, en Mr. Milburn
keerde nu zijn verontwaardiging naar zijn
vrouw:
>,Wat duivel, waarom heb je me niet
gezegd, dat Arthur en Edith het uitge
maakt hadden?"
.„O, dat." antwoordde zijn vrouw luch
tigjes. „Ik wou je niet lastig vaiien, waar
je al zoovéél aan je hoofd hebt, Edward".
„Ja, ik heb heel wat aan mijn hoofd,
aai is zeker", gromde Mr. Milburn iro
nisch met een 'bittere grijns. „Ik heb 'n
hoop flauwe onzin aan mijn hoofd. De -j
kwestie is, zooais ik vermoed, Fiorence, l
-dat jij blij bent, dat ze van -eikaar afzijn".
.-„ja, dat ben ik", antwoordde zij on
vervaard. „En dat zal jij ook zijn, als je
er goed over denkt. Ik kan nog niet pre
cies uitmaken hoe het gebeurd is, maar1
Arlhur zagt, dat zij goede vrienden zijn;
dus geen onaangenaamheden, ot zoo. En
ik voel me opgelucht. Het had zoo niet
kunnen doorgaan.... Hethet was on
mogelijk. Het zou me niets verwonderen!,
als Edith, die niet gek is, zag hoe de za
ken stonden. Op ïidith is niets te zeggen,,
maar de tamiiie zou een blok aan ons
been zijn. En ze zouden zich ongelukkig-
gevoelen ook. O, je zult zeggen, dat het
is omdat ik me nu zoo groot voel, Ed
ward, omdat we geld hebben. Maar dat
is het niet, ze kunnen niet gelijk met ons
op, dat is alles. Zoo gaat liet in het
ieven."
„Nu, maar wat heeft dat te maken met
Arthur en Edith?"
„Alles. Ed.ith heeft gevoel. Iedere vrouw
in haar plaats zou het voelen. O, kunnen
jullie mannen zulke dingen dan niet be
grijpen
„ik begrijp één ding, en dat is...."
Mr. Milburn kwam niet verder, want
de bediende meldde aan: „Mr. Thomas
Quint."
„Als je van de duivel spreekt.....!" zei
Mrs. Milburn; niet, dat zij daarmee iets
wilde zeggen van de persoon van hun
oude vriend, maar alleen 0111 door die
Begin het nieuwe jaar met een verstandige daad. Vertrouw uw
administratie toe aan een deskundige leiding. U voorkomt veel
hinder en last doordat uw belastingzaken behoorlijken betrouw
baar geregeld zijn. U weet altijd waar u aan toe is. Dit alles
verzorgt het accountantskantoor van den heer J. BOON en wel
op condities die u ongetwijfeld aanstaan.
KantoorPrins Hendriklaan, DEN HELDER Tel. 261
V
E
L
7. Mevrouw ging een dutje zitten
doen. Meneer hing zijn parapluie aan
de handgreep van de noodrem en
ging de krant lezen. „Wacht", dacht
meneer Bloem, die op de anderfe1
bank zat, „ik kan tegelijkertijd de
andere kant van de krant lezen."
S. Maar meneer Bloem was 'n beetje
kippig en door het schokken van de
trein huppelde die vervelende krant
maar al op en neer. Daarom bracht
hij zijn gezicht hoe langer hoe dichter
bij de krant. Maar o, wat 'n vreese-
lijk ongeluk gebeurde er nu!
oude zegwijze te kennen te geven, dat zij
nu opeens de persoon, waarover ze spra
ken, zagen verschijnen.
„Laat hem maar hier binnenkomen,"'
beval Edward. „En zeg, Steven, als Mr.
Quint komt, dan kun je hem altijd inla
ten, ot we thuis zijn ot niet. Hij is altijd
welkom. Begrepen
Mrs. Milblurn keek een beetje gepi-
queerd, maar zei niets. Tom kwam binnen
met zijn hoed in zijn hand, en met een
uitdrukking van zorg, maar tevens van
verontschuldiging op het gelaat.
„Ik hoop, dat ik niet ongelegen kom",
zei hij, „ik zou op een andere tijd kun
nen komen, als...."
Altijd blij je te zien, Tom", zei Mil
burn. „Geet me even je hoed en je jas.
Goed zoo, gooi ze daar maar ergens neer.
Floe gaat het met jullie allemaal, Tom?"
Mrs. Miiburn begroette haar bezoeker
vriendelijk, stelde een paar beleefdheids-
vragen betreffende Daisy en de and-ei en,
verklaarde dan, dat ze net van plan was.
geweest, om boven wat te gaan doen.
keek heel dankbaar voor de scherpzinnig
heid, waarmee ze begreep dat hij alleen
wilde zijn met zijn vroegere compagnon.
Er heerschte een pijnlijke stilte, terwijl
Mrs. Milburn aansialte maarte om te
vertrekken, wat zij met niet al te groote
haast scheen te doen.
Tom had vreeselijk met zichzelf ge
streden, voor hij zich op deze wijze on
aangediend naar de huize Milburn begaf.
Tweemaal was hij die avond zijn huis:
uitgegaan en was hij weer teruggekeerd,
om daarna een nieuwe poging te doen.
Hij was ontzettend in de'war. Zijn oogen
nu hij Milburn in het gelaat zag, en 'ze
nuwachtig met zijn handen wriemelde,
waren die van een zachtaardig, maarten
slotte in het nauw gedreven en vertwjj-
ielend dier.
:„Edward, ik ben bij jou gekomen om
dat er niemand anders is, waar ik naar
toe kan gaan. Ik heb er een hekel aan, om
je lastig te vallen, maar....* ik kan niet
meer. Als ik niet een beetje hulp kan
krijgen voor mijn zaak, dan moet ik slui
ten. Dalrymple zegt, dat hij niet verder
met me kan gaan. Het is een pan gewor-i
den."
„Hoho! Staat het zóó slecht, Tora?
Allemachtig, wat spijt me dat. Ik had al
lang bij je moeten komen. Verduiveld
nog toe, mijn tijd wordt me als het ware
uit mijn handen gerukten toch doe ik'
niets. Nu, maak je maar niets ongerust
oude jongenhet zal allemaal in orde
komen. Vertel me nu eerst maar
eens hoe je er mee staat. Hier, steek een.
sigaar op."
Tom gaf een relaas van zijn moeilijk
heden, waarvan Milburn het grootste deel
ai vermöed had. Er was iets 'in zijn stem
van hopelooze gelatenheid.
(Wordt vervolgd.)