Abdijsiroop
Zaterdag 25 Januari 1930
43sleJaarg?nfc
BONBONS
HEEMN-iMI
No 4398
EERSTE BLAD.
Voor de Zondag.
Voor hoofd en hart
Iets Nieuws!
Texelsche Berichten
Uit de Oude Doos.
De molen in het Noorden.
ABONNEMENTEN:
UITGAV.E: N.V.v/h LANGEVELD DE ROOIJ DEN BURG OP TEXEL
ADVERTENTIËN:
TELEFOON: N°.11 i: POSTGIRO: N°.652 H POSTBUS: N®. 11
Waaraan de wereld behoefte heeft.
Van een oud spinnewiel.
Er was in een klein Zwitsersch dorp
een oud spinnewiel verkocht, voor hon
derd franc. Ik sprak er over met mijn
gastvrouw van 83 jaar, toen ik naast haar
op de bank voor haar chalet zat. Ze bezat
zelt een spinnewiel van meer dan honderd
jaren; het stond in de huiskamer met een
dot vlas op de haspel.
„Ik zal u wat vertellen", zei ze. „Ik
was een meisje van acht jaar en hoedde
de koeien van mijn vader. Toen was het
jaarmarkt en ik zei: „Vandaag hoed ik de
koeien niet, want ik wil naar de jaar
markt." Maar mijn vader sprak: „De
koeien moeten naar de weide; als jij
ze vanmorgen hoedt, zal ik wat voor je
meebrengen van de jaarmarkt en dan
mag j ij 's middags gaan". Ik dacht de
heele morgen aan zijn belofte en ik hoop
te zoo, dat hij bonbons zou meebrengen,
want in mijn jeugd kregen de kinderen
uit de bergen alleen een stukje suiker
als ze ziek waren en ik was nooit
ziek. Ik had die morgen de koeien al
om twaalf uur in de stal en haastte me
vol verwachting naar huis.
„Wat heeft u voor me meegebracht?"
riep ik tegen in'n vader.
„Kijk", zei hij en daar stond het
spinnewiel.
„Ik was zoo boos, nu de bonbons,
die ik gewenscht had, me waren ont
gaan, dat ik meteen 'n trap tegen het
spinnewiel gaf; en boos blééf.
De volgende dag zei m'n moeder:„Nu
moet je leeren spinnen".
Ik was een ondeugend kind en wilde
niet leeren spinnen en elke keer, als
ik met het spinnewiel alleen in de ka
mer werd gezet schopte ik tegen het
wiel. Maar ik leerde toch spinnen. En
later
J ci lstcr p"
"Later heb ik mijn heele uitzet zelf
gesponnen.O, ik bieb heel veel ge
sponnen; het is een goed werk voor een'
vrouw en het is sterk, onverslijtbaar
goed, dat gemaakt is van zelfgesponnen
draden. Nu ben ik te oud om| te spin
nen en ik kan de draden niet meer
zien; maar ik zou mijn spinnewiel niet
verkoopen, voor geen honderd francs;
om het ding zelf niet en om mSjn vader
met. Wat was mijn vader toch een wijs
man, toen hij in plaats van een handvol
bonbons dat spinnewiel voor me mee
bracht voor mijn leven".
o—
Ik heb veel interessanter geschiedenis
sen gehoord. Waarom bleef dit ver
haal, van zoo weinig beteekenis, me
voortdurend bij
Dwaas en lichtzinnig zijn dikwijls onze
hartewenschen, als we jong en ervaren
zijn.
En dan komt het leven: de hartewensch
blijft onvervuld en we ontvangen, wat we
niet gewenscht of begeerd hebben: een
andere taak, dan we ons hadden voor
gesteld, een andere echtgenoot(e), een
ander gezin dan waarvan we droomden,
een gansch andere levensrichting dan we
wilden.
Dan zijn wij opstandig, misschien niet
eens uiterlijk, maar diep in het hart,
ónder onze welwillende glimlach, ónder
onze kalme woorden. Tot we het be
seften: „We moeten het in het leven
aandurven met deze ons opgelegde taak,
met dit gezin, waarin zooveel moeilijk
heden, met deze arbeid zonder glorie;
we mogen niet doelloos blijven hunkeren
naar wat ons ontging; we hebben aan
het werk te gaan, moeizaam de eene
draad na de andere te spinnen op het
spinnewiel des levens, sterke draden, ga
ve draden
Wie met bezige voeten, naarstige han
den en stille gedachten het uitzet voor
haar leven draad na draad spon, zal haar
spinnewiel, als het uitgediend heeft, niet
verkoopen, voor geen honderd francs
en méér. 3
Wie de taak, hem eens tegen zijn
begeerte opgedragen, met toewijding be
tracht, zal in liet volvoeren van die taaie
menig onverwacht geschenk voor zijn hart
terugontvangen. Wie getracht heeft de
draden sterk en gaaf te spinnen, zal al
werkende zijn taak hebben lief gekre
gen.
En de wereld heeft behoefte aan de
arbeiders, die in liefde hnn taak vervul
len, welke deze taak ook zij.
ZONDAG 26 JANUARI 1930.
ZONDAO.
Juist waar wij niet slagen, leeren we
het best, hoe we wél moeten slagen.
Ly tton.
MAANDAG.
Die spaarzaam zaait, zal ook spaarzaam
maaien.
D1NSDAO.
Hoevelen, die roemen op mensehenken-
nis, kennen zichzelf het minst.
WOENSDAG.
Ondervinding is een school, waarin we
de lessen zoo moeten leeren, dat ze
niet behoeven te worden nagezien.
DONDERDAG.
„Ik wil"-. het woord is machtig.
„Ik moet" weegt zwaar, wie 't zegt
Het eerste sprak de meester,
Het tweede spreekt de knecht.
Laat beiden één U worden,
Draag ze in uw hart voorgoed,
't Is 't grootste geluk op aardte:
Te WILLEN wat men MOET.
P. J. Heye.
VRIJDAG.
Wees trouw in uw beroep en schuw de
kromme gangen.
Oprecht gelijk die duif voorzichtig
als de slangen.
Cats.
ZATERDAG.
Als ge u te groot voelt voor uw werk,
dan is uw werk te groot voor u.
Nep hi Jansen
Thuis:
Akker's
Abdijsiroop
Tegen:
Hoest
Bronchitis
Verkoudheid
Influenza
Heeschheid
Keelpijn
Asthma
Buiten:
AKKER's
Giften voor het Witte Kruis.
Wed. B., Oosterend f5.
Gedenkt „Vriendenkring."
Gaarne geven we gevolg aan het ver
zoek onze lezers op te wekken eens heel
diep in de buidel te tasten, wanneer straks
„Vriendenkring" een beroep op uw mild
heid komt doen. De laatste maanden
Vóór honderd jaar.
(Deze kroniek wordt voortgezet.)
Uit het Handelsblad van 1830.
21 Januari 1830. AAet het schip Zee,-
manshoop, kapitein P. Kraaij, dezer da
gen van Batavia in Texel binnengekomen,
hebben wij de Javasche couranten tot de
19 Sept. ontvangen. Zij behelzen, betref
fende de oorlog tegen de muitelingen,
niets bijzonders. Men is gedurig bezig
met Diepo Negoro op te sporen, doch
men heeft, trots alle aangewende pogin
gen, daarin niet kunnen slagen, 't Schijnt
evenwel dat zijne macht, gelijk zijn in
vloed bij de Javanen werkelijk ver
zwakt is.
hebben aan de kas biezondcr zware
eischen gesteld, zoodat aanvulling drin
gend noodzakelijk is. De ervaring heeft
geleerd, dat „Vriendenkring" maar zelden
aan doovemans deur klopt. Moge deze
goede verwachting ook thans niet wor
den beschaamd.
Ons Texelsch dialect.
(Vervolg.)
„Deamies" en „fuiesterig".
De heer S. de Boer, Sneek, schrijft ons:
Deamies =dea(r)-mee-s daarmee,, zo
meteen; de r valt weg, evenals in het
Duitse damit, da, Fries: dèmai, dè kin ik
neat oan dwan. De s vindt men aan vele
bijwoorden: steeds, dikwijls, stilletjes,
zachtjes, zachies, effies.
o—
Fniesterig staat waarschijnlik in ver
band met fniezen. Wie fniest is verkou
den, soms ziek van verkoudheid, heeft
griep, en het is hem aan te zien.
Als een kledingstuk niet geheel schoon
is, zodat het eigelik in de was moet, dan!
zeggen de Friezen dat het „snunsterig" is.
Vergelijk:
fnicze Ned. niezen Eng.: to sneeze.
Gelezen achtereenvolgens de artikelen
van de heeren J.S.Dijt, dijkgraaf der Der
tig Gem. Polders, C. Dijker, molenaar en
K.Vlaming, voorzitter van het Molenbe
stuur van polder „het Noorden", hebben
we gemeend ook de heer A.J.Dekker,
molenbouwer en waterbouwkundige
wiens werk op Texel door diverse schrij
vers nu eens gunstig, dan weer minder
vleiend werd beoordeeld te moeten
uitnoodigen zijn standpunt in dezen vrije
lijk uiteen te zetten. Ter toelichting on
zerzijds diene verder alleen, dat de heer
A.J.Dekker van de bovengenoemde arti
kelen, in de Texelsche Courant versche
nen, kennis genomen heeft. Red.
Hoe de heer A.J.Dekker, molen
bouwer, er over denkt.
Geachte Redactie.
Ingevolge uw verzoek heb ik de eer
UEd. naar aanleiding van b.g. onderwerp
,-en de daarover verschenen ingezonden
stukken in uw geëerd blad, 't volgende
mede te deelen:
De capaciteit.
De fraaie molen in 't Noorden, die in
1928 volgens mijn systeem werd verbe
terd is een zeer krachtige molen en de
capaciteit ervan beantwoordt ruimschoots
aan de te bemalen oppervlakte. De toe
laatbare belasting bedraagt 30 W.P.K. (wa-
terpaardekrachtcn) overeenkomende met
150 M3. per minuut 0.90 M. hoog, of 75
M3. 1.80 M. hoog. Het waterverzet vari
eert naar gelang van de opvoerhoogte en
de draaisnelheid van de molen. Bij her
haling is echter het groote vermogen van
de molen gedemonstreerd, wanneer met
ECHTE FRIESCHE
20-50cf.perons
I/raapt Mar JVuifa&er 'ft pakje Ü'E
één dag malen de polderwaterstand met
35 cM. werd verlaagd, o.a. in Maart '29
en een paar keeren gedurende de laatste
maand, en deze feiten zijn niet aantast
baar.
Inzake de draaisnelheid moet de „gul
den middenweg" bewandeld; te langzaam
malen levert geen water en te snel malen
geeft overbelasting, met als gevolg
breekgevaar; uitvoerig schreef ik hierover
aan de heer Vlaming en noemde ik als
minimum 60 enden, als maximum 100 en
den en als meest gewenschte snelheid 75
a 80 enden, een en ander in verband miet
de aanwezige windkracht, de geldende
opvoerhoogte en het aantal gekoppelde
pompen.
De Molenaar.
Over het malen van Dijker kan ik uit-
teraard niet oordeelen, daarvoor vertoefde
ik te weinig op Texel en alleen door
aanbrenging van kostbare zelfregistree-
rende apparaten zou men hierin een juist
inzicht verkrijgen, doch dat hij 't zoiit
der hulp van een ervaren molenaar
reeds een paar malen bracht tot de b.g.
groote prestatie, geeft mij goede moed te
verwachten dat hij 't in de windmaal-
sport evenvèr zal brengen als in de dam"
sport. Hij is jong en krachtig, en zal,
steeds meer vertrouwd raken met het
voor hem even nieuwe als ongewone, doch
sportieve bedrijf; voorzichtigheid die de
Wijsheid bedriegt wordt hem dan even
verfoeilijk als roekeloosheid die tot on
heilen leidt.
De molen is met zijn verbeterde wie
ken, moderne pompen en kogellagers als
„vluglooper" toegerust, doch de houten
tanden van het bovenwiel, die bij de om
bouw niet vervangen werden omdat ze
niet als versleten konden aangemerkt en
alzoo nog eenige tijd dienst konden doen,
beginnen nu het zwakke punt in de molen
te vormen, waarop de heeren Vlaming en
Dijker doelen iii hun schrijven. Dat geen
direct gevaar voor breken aanwezig was,
is wel gebleken bij de groote belastingen,
tijdens de stormweken, gepasseerd. De
vervanging der tanden, waartoe ik ook
adviseerde, behoort tot het gewone on
derhoud van de molen, waarvan de kos
ten ruimschoots door de gratis beschik
bare drijfkracht worden vergoed. Voorde
„gebroken rollen", waarvan Dijker schrijft,
moet worden gelezen „beschadigde as
jes", waarom de rollen draaien. Deze as
jes mogen niet met de rollen meedraaien
en periodieke controle op het vaststaan is
gewenscht.
Het meerdere gedruisch van de molen
bij snelle loop, waarvan Dijker gewag
maakt, wordt veroorzaakt door de hef-
boomen der frictie-koppelingen, die
eenigszins los zijn aangebouwd om geen
onnoodig vvrijvingsverlies of warmloopen
te veroorzaken. Ik zou Dijker willen ad-
viseeren deze hefboomen af te nemen; het
is beter de molen een moment stop te
TEXELSCHE COURANT
DEN BURG: 50 et per drie Maanden.
Franco p. post door geheel Nederland 75 ct p. 3 maanden.
Losse nummers: 3 ct
DE TEXELSCHE COURANT VERSCHIJNT
WOENSDAG- EN ZATERDAGMORGEN
Van 1-5 rogels: 50 ct. Iedere rogel moer: 10 ct.
Dozolfde advertentie 4 maal geplaatst wordt 3 maal borokond.
BIJ abonnement lagere rogelprljs.
ADVERTENTIËN
MOETEN DAAGS VOOR 'T VERSCHIJNEN
4 UUR NAM. IN ONS BEZIT ZIJN
Het is gelukt de van
ouds bekende Abdij
siroop te „stollen" tot
een gemakkelijk in
den zak mee te nemen
„bonbon", met be
houd van al de gene
zende bestanddeelen.
Alom verkrijgbaar.
60 cent per doos.
versduxft U ctn pup
(ook in Va onsen, Vj ponden en ponden)