43!te Jaargang Dure Roomboter overbodig KENNEMER MELANGE Smaalt als boter, niet zoo duur No 4404 Zaterdag 15 Februari 1930 ¥®or de Zondag. Prijs 70 cent per pond BERSTJS BLAD. Wonden Voor hoofd en hart. TexeSsche Berichten wanneer U gebruikt. ABONNEMENTEN: UITGAVE:N.V,v/h LANGEVELD DE ROOIJ DEN BURG OP TEXEL ADVERTENTIÊN: TELEFOON: N°.11 c: POSTGIRO: N°.652 ll POSTBUS: N°. 11 Len onbeduidend iemand verveelt zich Pachtwet en Bodemonderzoek. Y°.cht 9.2 pet. De melange welke uitsluitend met eerste soort versche roomboter gemengd wordt. TEXELSCHE COURANT DEN BURG: 50 ct. per drie Maanden. Franco p. pest door geheel Nederland 75 et p. 3 maanden. Losse nummers: 3 ct DE TEXELSCHE COURANT VERSCHIJNT WOENSDAG. EN ZATERDAGMORGEN Van 1-5 regels: 50 ct. Iedere regel meer: 10 ct. Dezelfde advertentie 4 maal geplaatst wordt 3 maal borokond. Bl| abonnement lagere regelprlffc ADVERTÏNTIÉN MOETEN DAAGS VOOR 'T VERSCHIJNEN 4 UUR NAM. IN ONS BEZIT ZIJN „EEN SCHOONE ZAAK." Geduld is volgens van Alphen, deze leermeester der deugd voor een voor geslacht, dat ook eens jong was, „een schoone zaak", die het mogelijk maakt om „in een moeilijke taak zijn oogwit uit te voeren." Wij voeren niet meer „oogwit- ten" uit, al zijn er ook moeilijke zaken, genoeg, en zeker niet minder, dan toen deze dichter voor deugdmeester gold; maar het begrip van „geduld" is nog niet van zin ontbloot, en wat de poëet in zijn pruiken-Hollandsch bedoelde evenmin. De dichter heeft de zin van het geduld ont dekt door het zien naar een kat, die uren lang loerde op een rat, en daarbij in een gedoken houding op haar prooi wachtte. Om dit feit te constateeren moet hijzelf even vele uren in aandacht aan het kleine roofdier zijn verbonden geweest, want wij vermoeden niet dat de dichter, tot zooveel zedeleer bereid, de zaak, die hij voorstelt, licht heeft opgevat. Maar wat hij zeggen wil is dat het geduld niet een passieve eigenschap is, maar een actieve o— De mentaliteit is sinds Van Alphen's tijd veranderd. De jacht heeft de rustver vangen. Jacht is haast om te bereiken men kan zoozeer jachten of haasten om te bereiken, dat het bereiken uit de ge dachte verdwijnt en de jacht een doel wordt op zichzelf zooals bij menig slachtoffer van het snelverkeer de haast der voortbeweging een lust op zich2elf is. In de bioscoop tracht men te leeren genot te hebben in de snelheid der voorbijschie tende gezichtsbeelden en de opéénvolging der even vluchtige emoties. Ten slotte wordt het doel een teleurstelling omdat daarmede de haast is stopgezet. En nog steeds zit de kat van Van Al phen op haar zelfde plek. Laat het vraag stuk van het geduld aan de dierpsycholo gen over, maar erken dat geduld niet is een passieve afwachting, maar een aktieve zelfbeheersching, een afwending van de haast. o— Wat heden niet is zal ook niet morgen zijn; want morgen is een heden, dat slechts in tijd van het gisteren verschilt. De tijd biedt in zijn voortgang afwisse ling en herhaling, en van de laatste het meest. Maar afwisseling en herhaling beide gaan aan het eeuwige Nu voorbij, het eeuwige Nu, dat begrepen wordt door liet geduld. Ziedaar wat geduld is: het zich-instel- len der ziel op wat niet in een toekomst! maar in het heden ligt, hoewel niet in een uiterlijk, doch in een innerlijk lieden; een zich bepalen tot het eeuwige, dat uit onze diepten spreekt. Het eeuwige is waarheid, goedheid en schoonheid tegelijk; het is de Eenheid, die zich als hoogere orde in de ziel openbaart. Zondag 16 Februari 1930. huiduitslag, springen- I de handen, kloven, win- I terteenen, dadelijk ver- 1 zachten en verzorgen met^ AKKER's KLOOSTERBALSEM bijt niet! K,Gecrt goud zoo goed." tot hij afleiding krijgt, een niet onbedui dend iemand verveelt zich tot hij zichzelf verveelt en afleiding zoekt. Anton Smit. ZATERDAG. De huiselijke haard is het rijk der liefde, waar de moeder koningin is. ZONDAG. Voor medelijden heeft de natuur velen een talent gegeven, voor mede-verblijden slechts weinigen. Hebbel. MAANDAG. De opvoeding bestaat in de veredeling, ontwikkeling en versterking van alle na tuurlijke, zedelijke en godsdienstige ver mogens. Mgr. Dupanloup. DINSDAG. Leven mijn vrienden Vijand! Zij heb ben mij in mijn leven meer goed gedaan dan mijn vijanden Vriend! Romain Rolland. WOENSDAG. Niet ons denken, maar ons doen is ten slotte het belangrijkst. Ruskin. DONDERDAG. De getuigenis der menigte is niet het gewichtigst. Want in elk streven, in elke kunst, in elke wetenschap, ja zelfs in de deugd is het beste het zeldzaamste. Cicero. VRIJDAG. li. In mijn omgeving, schrijft de heer H. Klimp, bestaat de bodem hoofdzakelijk uit zandgrond, meer of mirfder humus- rijk, dikwijls meer of minder humusarm. Ook wat zwaardere gronden komen voor, maar zijn niet overwegend. Met enkele voorbeelden zal ik illustree- ren, hoe noodig het is een onderzoek in te stellen naar de toestand van de bodem, hoe zegenrijk het werk van het Bedrijfs- laboratorium voor Grondonderzoek te Groningen kan zijn en ook dat van het Instituut voor plantenziekten te Wagenin- gen, hoeveel leed en teleurstelling er kan worden gekeerd, als men op een verkoo- ping of bij verpachting „de papieren", ik bedoel de verslagen van het Bedrijfslabo- ratorium of van de plantenziektenkundi- ge dienst op tafel kunnen worden gelegd. Uit de vele voorbeelden, die mij ten dienste staan, zal ik er enkele kiezen. Een jaar of tien geleden werd hier eens een boerderij verpacht. De pachter heeft geworsteld, om het hoofd boven water te houden, maar telkens was de oogst minderwaardig, soms een totale misluk king. 't Eind was, dat aan de verplichtin gen niet kon worden voldaan en de pacht overeenkomst moest eindigen. De grond is later onderzocht, want blijkbaar was een bodemziekte in het spel, en het bleek, dat al het land een zeer groot gebrek aan kalk had. Kalktoestanden van 25 kwa men voor. Groote hoeveelheden kalk zijn naar deze boerderij vervoerd en sedert gaan de zaken veel beter. De eigenaar is, in dit geval niet handelend opgetreden, maar de tegenwoordige pachter. Landeige naars moeten echter elk perceel nauwkeui rig laten onderzoeken, opdat ze kunnicn garandeeren, dat geen ongewenschte toe standen bestaan en indien de bodem nid) in orde is, dan kan daarmee rekening wor den gehouden bij het aangaan van de koop ot de paent en dan zal het niet meer voorkomen, dat op een andere boer derij de opvolgende gebruikers langzaam maar zeker achteruit boerden. Het land, hoofdzakelijk weiland, gat niet voldoende gras, de kwaliteit deugde niet, klaver kwam niet voor, onder het vee allerlei: gebreken, enz. Een onderzoek, een paar jaar geleden ingesteld, bracht'een groot kalk-tekort aan het licht. De kalkbemes- ting is in volle gang en verbetering is. reeds te bespeuren. (Wordt vervolgd.) Bepaald voor ons plezier. Het leven in het oerwoud is Zoo vrij, zoo ruim en mooi. En heel wat prettiger voor ons Dan in een nare kooi. De menschen leeren ons ook niet Een zeer gekuischte taal. Wat men ons leert is op zijn best Ruw, grot en zeer brutaal. Wij vloeken wel, maar doen het niet, Wijl dit ons amuseert. Maar enkel, daar de rnensch ons steeds Die woorden heeft geleerd. Wij praten na, het mag zoo zij«, Maar is dat niet ons recht? En als het niet behoorlijk is, Dan zijn de menschen slecht. En heeft men ons zoover gebracht, Dan heeft de rnensch zijn draai. En hij bouwt tot een scheldwoord oin Het woordje papegaai. En worden wij tenslotte ziek Van kou en narigheid, Dan treft weer niet de rnensch, o neen, Maar ons dit valsch verwijt. Dat men ons gretig importeert Gaat boven ons verstand. Schrijf dit, mijnheer de Redacteur, Gerust maar in uw krant. MARTIN BERDEN. „De Tijd." Open Brief van een Papegaai. Ons in de pen gegeven wegens zekere verdachtmakingen, waaraan wij de laatste tijd bloot staan. Wij, papegaaien, voelen ons, Mijnheer de Redacteur, Door het beleedigend geschrijf Bepaald uit ons humeur. Veroorloof ons dus in uw blad, Een woordje van protest. Waar onze papegaaien-eer Ons werkelijk toe prest. U weet wel, ons geboorteland, Ligt nog al ver van hier. Dus u begrijpt, wij zijn hier niet Rijkspostspaarbank. Aan het postkantoor den Burg-Texel en de daaronder ressorteerende hulppostkan toren werd gedurende de maand Jan. 1930 Ingelegd f 6098 83 Terugbetaald 4392,83 Het aantal nieuw uitgegeven spaarbank boekjes bedroeg 14. Veevoederonderzoek. De afd. Texel van de H.M. van Land bouw heeft aan het proefstation voor vee voederonderzoek laten onderzoeken twee monsters veevoeder: lo. Grondnotenschilfers: Uitslag van het onderzoek: Eiwitachtige stoffen: 45.2 pet. Vetachtige stoffen: 9.7 nCt. Vocht 8.4 pet, Zuiverheid (botanisch) onvoldoende, we gens de aanwezigheid van te veel grond notendoppen 11 pet. 2o. Grondnotenkoek: Uitslag van het onderzoek: Eiwitachtige stoffen: 47,1 pCt. Vetachtige stoffen: 6.1 pet! Zuiverheid (botanisch) onvoldoende, we gens de aanwezigheid van te veel grond- notendoppen 6 pet. Ons Texelsch dialect. (Vervolg.) Woorden en uitdrukkingen, alfabetisch gerangschikt en van verklarende aantee- keningen voorzien, meest door de heer S. de Boer, oud-onderwijzer,teSneek 0— Boeskip boodschap. Bot begroeid duin; meest echter:duin vlakte; vgl. Bodekamer, een vlakte bij den Hoorn met lage duinen, en Jaap Boons Bol, idem. 'n Bol gros een pol gras. 'n Bol sokke een hoop sokken, 't Gouwe Boltje Texel. Bollesteker lange smalle spade. Boilekriek potverteringjkriek fuifin dit geval een fuif, waarbij op kren- tebollen wordt getracteerd. Borstig aamborstig. Brambeie braambessen. Brabbele knoeien. Hee zót op 't breest vón 't spul op de eereplaats. Dot is voor mien briefie dat wil ik je wel op een briefje geven. Brieltje vaatje, Fransch: baril; Eng. barrel. —o Wie helpt ons met zijn op- of aanmer kingen. Opbouwende welwillende critiek is ons altoos welkom. Wie schrijft ons weer eens in echt-Texelsch dialect? Wan neer de woordenlijst, met de publicatie waarvan we hiermee voortgaan, in druk zal verschijnen, mogen er geen grove fouten in zitten en moet ze zoo volledig mogelijk zijn. Wie wil een handje hel pen? lot wederdienst zijn we gaarne be reid. - .1 1 J DE KOOG. Nieuwe telefoonaansluitingen. No. 10: C.Kooiman, pension „Mooi Texel". TERSCHELLING. Strandjutterij met een staartje.... Onder dit hoofdje trof de lezer in liet vorig nummer een bericht aan, waarin we meedeelden, dat de rechtbank te Leeuwar den tegen drie zeelui, van 23 tot 28 jaar oud, hier woonachtig een half jaar cel straf eischte wegens strandjutterij: dief stal. van een tros. Dit geeft een medewerker van de „Ziji per Courant" deze regelen in de pen Dit is versclirikkeü'jk! Ik zou met ge noegen 'n rechter, die een eisch als deze durf uit te ^preken in een geval als dit een maand in de cel stoppen, om hem/ oeist eens aan zijn verstand te brengen, wat hij deze menschen wil aandoen, en als hij er dan uitkwam, dan zou ik wel met hem willen praten over de „misdaad" die deze menschen begingen. Ik denk er niet aan diefstal te vergoe lijken. Ik ken de eilanders. Jaren geleden strandde er op Terschelling een schip, ge laden met Spaansche wijn. Het heele ei land dronk wijn. Die werd in menig huis in een emmer bewaard, als een buiten kansje. Als de politie gewild had, had zij: de menschen bij bosjes achter de zware dueren kunnen krijgen, ook dood-eerlijke menschen. „De zee steelt ons genoeg af, ze mag ons ook wel eens wat brengen" zegt de eilander. Ik herhaal, ik zeg niet dat het goed is, ik zeg alleen dat het natuurlijk is. Het natuurlijke is in onze oogen lang niet al- tijd goed, maar men mag wat natuurlijk is toch niet tot zware mis/daden rekenen. Zware misdaden zijn die, welke tegen de natuur ingaan. Zoo'n gestrande boot be- teekent voor de eilanders een strop vooE de verzekeringsmaatschappij; ot die 10 gulden meer of minder is, beteekent al heel weinig. Daarbij komt, dat er groote kans bestaat, dat, als de boel niet tijdig! van boord wordt gehaald, de zee alles meepakt. Meestal is men aan de wal wei nig actief; de verzekering is er goed voor en de menschen zijn er immers af en dan. gaat men op eigen risico soms inder daad met lijfsgevaar een kansje wagen om 't een of ander van waarde in te pik ken. Ik schreef 't vorig jaar, dat die ei landers meerendeels arm zijn. Zou 't nu niet genoeg zijn, die men schen een week hechtenis te geven? In de gevangenis te hebben gezeten is op zich zelf al erg genoeg. De wonffe, die ge-, vangenisstraf slaat, blijft het heele leven naschnjnen. Vooral in een kleine afge sloten gemeenschap werkt gevangenisstraf als een brandmerk. Men moet wel een hardvochtig of een wereldvreemd rnensch zijn, om zoo'n straf tc derven vragen voor menschen, die geen oogenblik aarzelen schipbreukelingen met levensgevaar ter hulp te snellen. Een hard- vochtig rnensch mag nooit rechter wor den, een wereldvreemd rnensch mag het niet meer zijn in deze tijd, Y

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1930 | | pagina 1