Texelsche Courant van Zaterdag 15 Maart 1930,
TWEEDE BLAD
Texelsche Berichten
Ingezonden.
Verontreiniging van water.
De Burgemeester der gemeente Texel
brengt in herinnering, dat het ingevolge
artikel 130 der Algemeene Politieveror
dening verboden is dieren te werpen of
te doen verdrinken of gestorven dieren
te werpen in slooten, wateren of grep
pels aan den openbaren weg of in riolen,
goten, zinkputten, brandputten of brand-
kolken, in beheer bij de Gemeente.
Op de overtreding van dit verbod is
geldboete gesteld van ten hoogste f 25.—
of hechtenis van ten hoogste 6 dagen.
Texel, 13 Maart 1930.
De burgemeester voornoemd,
W. B. OORT.
Kantongerecht den Helder.
Bij Kon. Besluit is benoemd tot griffier
bij het kantongerecht Den Helder
waaronder ook Texel ressorteert Mr.
A. H. van Ravensteyn, advocaat en pro
cureur te Rotterdam.
Jeanne Bacilek, Vrijdag in hotel „Texel."
In verband met het optreden van mej.
Jeanne Bacilek, „de Boheemsche Nachte
gaal" in hotel „Texel", op Vrijdagavond
a.s. plaatsen we deze recensies, enkele uit
een lange reeks van zonder uitzondering
gunstige critieken:
Alkmaarsche Courant: Kerkconcert
Maar ontroering, diepe ontroering heeft
de zang van mej. Bacilek gewekt. De
stem op zich zelf is al heel sympathiek,
doch wanneer zulk een orgaan zóó ge
bruikt wordt, zóó in dienst van het kunst
werk wordt gesteld als mej. Bacilek het
vermag, dan komt er iets tot stand wat
men tot het allerhoogste mag rekenen.
Noord-Hollandsch Dagblad: Jeanne Ba
cilek een zangeres alhier om haar virtuoze
praestaties zeer gevierd.
N. Rotterdamsche Courant: Concertge
bouw, groote zaalmej. Jeanne Bacilek
een coloratuurzangeres met opmerkelijk
mooi ontwikkelde stemkwaliteiten, die
zich in edele wedijver mocht meten met
de fluitist Nic. Klasen.
De Tijd: „Apollo".De coloratuur
sopraan Jeanne Bacilek, wier innocent
timbre en figurale techniek een groot
succes verwierven.
Overzicht eiermarkten.
Roermond. In de afgeloopen week werd
tegen de geldende lage prijzen in verschei
eieren de handel iets williger. Het ingrijJ
pen van de kalkers heeft hier zeer ten
goede gewerkt. De eieren worden be
taald met f4.25 tot f5.50 al naar gelang
jdeur en gewicht.
De aanvoeren nemen geleidelijk toe en
deze bedroegen in de afgeloopen week
bij de Coöp. Roermondsche Eiermijn
5.150.000 stuks.
Men betaalde aldaar voor: kleine eieren
f 4—4.50; groote eieren f4.60—5.60; een
den eieren f5.—5.50.
Lentebode. 1
We hoorden Woensdag de eerste
leeuwerik. -Klein, grijs veeienpakjje,
trillend van wondere aandoening, is do
luchten ingestegen. Hoog boven de wei
den zong liij zijn orgelende melodie van
groetenis en verlangen
Zeker het zal lente worden!
OUDESCH1LD.
Veevervocr.
Gedurende de laatste week zijn van
Texel verzonden: 17 koeien, 44 kalveren,
60 schapen en 16 varkens.
Wettelijke winkelsluiting.
De 'tweede Kamerleden houden zich de
laatste dagen bezig met de behandeling
van het ontwerp tot wettelijke regeling
der winkelsluiting. Reeds zijn de voor
naamste twee ariiicelen aangenomen, wel
ke Zooals de lezer zal blijken een
ingrijpende verandering zullen brengen in
het zakenleven van menigeen.
Reeds het eerste kwartier werd dit ar
tikel aangenomen, met 73 tegen 9 stem
men:
Het is verboden een winkel voor het
publiek geopend te hebben:
a. gedurende de Zondag;
b. tusschen 8 uur des namiddags en 5
uur des voormiddags.
Alleen de liberalen met de heeren Wijn
koop en Braat hebben hun stem daartegen
uitgebracht.
De volgende artikelen noemen de uit
zonderingen: Met het eerste hiervan is
de Kamer vrijwel de heele dag bezig ge
weest. Daarin wordt bepaald, welke ge
bouwen enz. niet vallen onder de zeer
ruime omschrijving van het begrip „win
kel" welke men in art. 1 aantreft. Rijks
kantoren, apotheken, koffiehuizen, auto
maten vallen evenzeer buiten die bepaling
als de verkoop van hetgeen men plotse
ling voor voer- en vaartuigen noodig
Jieeft, als de verkoop van winkelwaren
ten behoeve van schepen, de aflevering
van maaltijden, de verkoop van rouwklee-
ding, de aflevering van reparatiewerk en
de verkoop van dag- en weekbladen en
van ijs (hier en daar met eenig voorbe
houd). Bovendien zijn de bepalingen der
wet niet van toepassing op hotels, voor1
zoover betreft levering aan logeergasten,,
noch op openbare middelen van vervoer
en restaurants in stations, voor zoover be
treft leveringen aan reizigers.
Buiten het alomvattende begrip vart
„winkel" zijn gebracht: „Koffiehuizen,
restaurants en andere inrichtingen, waart
uitsluitend of in hoofdzaak spijzen of
dranken voor verbruik ter plaatse worden
bereid of verkocht, voor zoover betreft
de verkoop van spijzen of dranken voor
verbruik ter plaatse."
De bedoeling is deze, dat men in kof
fiehuizen en restaurants gedurende de ge-
heele Zondag en in de week na 8 uur
in de avond geen sigaar, geen bloem,
geen boek, niets ter wereld behalve spij
zen ot dranken mag koopen.
Door middel van automaten zal men
echter ook des avonds en des Zondpgs
sigaren enz. kunnen bekomen. Op dit ge
bied zullen straks stellig allerlei „snuf
jes" hun intree doen, opdat men zich
„automatisch" van alles en nog wat ver
schaffen kan, van tabak en sigaren tot lu
cifers, bonbons, zure haring, veters, boor
deknoopjes, enz. toe.
De verkoop van dag- en weekbladen in-
tusschen blijft na 8 uren 's avonds en op
Zondag geoorloofd.
(Wordt vervolgd.)
Ontwapening.
De heer van Groningen tracht uit den
treure te bewijzen, dat de Christelijke
partijen niet oorlogsgezind zijn. Ik geef
hierbij de inhoud weer van een A. R. ver-
kiezingsgeschrift. Hierin staat n.l.: „Dooin
het anti-militarisme met zijn spoken kunt
ge toch uw stem niet laten beïnvloeden.
Ge hebt meegevoeld met de geestdriftige
volksschare, die zoo pas de torpedojager
„de Kortenaer" in den Helder bij zijn
vertrek naar Curasao uitgeleide deed. Gij
zijt dankbaar geweest, dat de afbraak van
onze Marine tenminste nog niet zoo ver
gevorderd was, dat wij tegenover een
revolutie-generaal, die zich niet vergiste,
ook verder slechts onmacht zouden heb
ben kunnen demonstreeren. Gij kunt dan
ook nu niet toegeven aan hen, die u willen
laten medewerken om met uw stem de
Nederlandsche staat weerloos te maken,
zelfs tegen Belgisch wapengerinkel.
Ge hebt daarvoor te veel vertrouwen in
de man, die als minister, voor 1914, had
gezorgd, dat onze mobilisatie zoo vlot van
stapel kon loopen, wat mede ons buiten
de oorlog hield; de man, die later de
dreigende inflatie deed afdrijven en wiens
naam reeds waarborg is tegen doellooae
geldverkwisting.
De man, die zelfs als officier in ons
Indië op het slagveld de kogels om zijn
ooren heeft hooren fluiten en moedig de
dood in de oogen heeft gezien, en die
daarom temeer zoowel vijand is van roe-
kelooze levensverspilling als tegenstander
van een verwekeling die, inplaats van de
jongeling te ontwikkelen tot een ordelijk
krachtig man, hem onder overdreven gif-
gassenvrees, doet verslappen tot een
flauwhartig kiezer van het bekende hazen
pad."
Van Gr., uit ieder woord van dit citaat
blijkt het misdadige ongeloof aan de vre
de en daarmee is iedere politieke partij
in ons tijdperk gebrandmerkt als een
gevaar voor de menschelijke beschaving.
Geheel afgescheiden van het feit, dal
„het" Nederlandsche volk gelukkig heele-
maal niet in geestdrift was bij het uitva
ren van „de Kortenaer" naar Curaqao,
getuigt het van een gemis aan politiek
verantwoordelijkheidsgevoel, een bandie
tenzaakje op te blazen tot een zaak van
nationale eer, die slechts met vertoon van
gewapende machtsmiddelen zou zijn te
redden. De spoken van het anti-milita
risme, waar deze christenen sarcastisch
over wagen te spreken, van Gr., dat zijn
de bijna 10 miljoen dooden, en de 27
miljoen verminkten, van de laatste wereld
oorlog, die uit hun graven schreeuwen
dat zij niet voor niets gestorven willen
zijn en dat hun dood de banvloek moet
zijn over oorlog en militarisme. Maar het
Nederl. politieke Christendom waarschuwt
openlijk tegen die wekroep der gestorve
nen en gemartelden. Het zijn dezelfde
lieden, die in het Gereformeerde Jonge-
gelingsblad het boek van Remarque „Van
het Westelijk front geen nieuws", een ge
vaarlijk boek noemen. Ja, dit stille en
vrome boek is zeker een gevaarlijk boek
voor wie gelooven in de oorlog, Want het
is naar zijn wezen geroepen om het ge
loot aan de oorlog te ondermijnen en
wakker te roepen de wil tot de vrede. En,
Van Gr., het is waarlijk niet uit partij-
verblindheid, wanneer wij zeggen moeten.
Alleen de S.D.A.P. voedt als politieke
partij op tot de vrede. Dat beteekent niet,
dat welke ernstige politieke partij ook be
wust aanstuurt op oorlog. Zij verafschu
wen de oorlog. Maar zij gelooven aan
zijn noodlottige onvermijdelijkheid en zij
gelooven niet in de vrede. Vandaar het
droevige en beschamende schouwspel, dat
in de actie voor nationale ontwapening
de een zich telkens weer verschuilt achter
de ander. „Als hij het doet, doe ik het
ook", maar niemand die de moed heeft
om de noodlottige cirkel te verbreken.
Behalve de sociaal-democratische inter
nationale vredesbeweging, vanaf het uur
barer geboorte, heeft zij gepoogd de
ntenschheid de oogen te openen voor de
ontzettende gevaren der bewapeningen
in dienst van het imperialisme, lange, lange
jaren vóór het uitbreken van de oorlog,
is ze er om gehoond en vervolgd. Zij heeft
haar edelste vertegenwoordigers aan hun
hartstochtelijke wil tot de vrede ten offer
zien vallen. Zij heeft in nauwe samenwer
king met de moderne vakbeweging de
verwoeste draden van internationale sa
menwerking dadelijk na het einde van de
oorlog weer aaneengeknoopt en al haar
krachten ingespannen om de wonden te
heelen, die zoo diep waren geslagen in
bet leven der volkeren en die hun ver
trouwen in elkaar hadden geschokt. Op
een oogenblik, dat het oorlogsnationalis-
nte nog met succes kon speculeeren op
de heftige instincten van haat en wraak,
was de internationale arbeidersbeweging
reeds in staat een congres bijeen te roe
pen, dat van een heilige wil tot een nieu
we wereldorde werd bezield. Het Haag-
sche vredescongres van het I.V.V. van
1922 was de machtige inzet van een her
nieuwde strijd tegen oorlog en militaris
me, die steunen kon op de schoonste tra
dities der soc.-dein. en die voorts een
klankbodem had verkregen in de door de
oorlogsellende ontnuchterde massa's van
Europa.
Het is de sociaal-democratie, die voor
zoover het de positie der kleine landen
betreft, in Denemarken en in Nederland,
de nationale ontwapening op baar pro
gramma heeft gezet. Niet omdat zij geen
prijs stelt op een onafhankelijk volksbe
staan, maar omdat zij gelooft, niet min
der in de noodzakelijkheid, als in de mo
gelijkheid van de vrede der volkeren.
En weet u wat het politieke Christen
dom daarop weet te antwoorden. Van
Gr.? Dan de volgende tirade, uit een
verkiezingspamflet van de heer Colijn:
„Stel eens, dat soc.-dem. en de vrijzinnig
democraten de meerderheid behaalden,
dan kwam er van de ontwapening nog
niets. De heeren zouden de verantwoor
delijkheid niet durven dragen. Hun leuze
is danook in hooge mate misleidend."
Dat werd geschreven, Van Gr., toen
een ministerie Stauning in Denemarken
reeds in 1925 een ontwapeningswet had
zien aangenomen door de Tweede Kamer,
en helaas, verworpen door de Eerste
Kamer. Dat werd geschreven toen een
tweede ministerie Stauning reeds weer aan
het bewind was, welks programma als
eerste punt staat geschreven: ontwape-
ning „Wij durven de verantwoordelijkheid
niet dragen", dat zeggen de politieke
christenen. Maar op dit oogenblik is de
ontwapeningswet in Denemarken opnieuw
aan de orde. En wat de Nederl. soc.-dem.
betreft, we kennen geen groofcer verlam-
gen, dan het uur te zien naderen, waarop
wij de verantwoordelijkheid voor de uit
voering van onze programeischen en in
zonderheid van de ontwapeningseisch zal
mogen dragen. En de S.D.A.P. kan dat
doen, omdat zij als geen andere politieke
partij gedragen wordt door een interna
tionaal saamhoorigheidsgevoel, een inter
nationaal plichtsbesef, een internationaal
idealisme. Help allen dat vergrooten, ook
gij, Van Gr., ook Nederlander.
U, redactie, dankend voor de van u veel
gevergde plaatsruimte, Hoogachtend,
JAC. BRUIN.
Over „een groote knoeiboel" en „een
boetekleed, dat de mensch niet ontsiert."
Mijnheer de Redacteur.
Gaarne had ik nog eens een plaatsje in
uw blad, waarvoor mijn dank.
A.Boon ontkent, dat hij gezegd heeft,
wat ik in mijn vorig ingezonden stuk heb
weergegeven. Ik zal echter trachten, waar
de heer, uw geheugen eens wat op te
frisschen. Toen ik u alle mogelijke be
wijzen had geleverd, ook over mijn hou
ding tegenover het groote electrische plan,
deed u precies hetzelfde als wethouder
Keijser, die zeide, toen er bewezen werd,
dat de beschuldigingen onjuist waren: Als
dit er niet is, is er wel wat anders. U
beweerde toen, dat u, gezien uw politieke
overtuiging, tegen het regentenstelsel,
was, dat het bestuur van zoo'n inrichting
Weeshuis eigenlijk direct onder de raad
behoorde en dat dit danook een reden
was geweest, om mij niet te stemmien. Ik
heb u toen, en dat zult ge nog wei heer
goed weten, geantwoord: „Dat liegt u,
want dan had u Kuip ook niet moeten
stemmen", waarop geen antwoord kwam.
Verder zult u zich ook wel herinneren,
dat ik bij het weggaan gezegd heb: „U
zult me nu rehabihteeren, als het maar,
hier niet in de kamer blijft, want ik bert
bang, dat, als u onder de oogen van idd
baas komt, ik er wel eens naast kon
staan." Zoo ziet ge, geachte heer, dat ik
niets .(letterlijk niets, behoef terug te
nemen. Ook de verklaring van de heer
W.S.Kcijser is voor u van geen waarde.
Kom, kom, heer Boon, het woord van de
heer Keijser is boven alle twijfel, ja, zel.s
minstens zoo goed als van een der re
genten. Dat zullen trouwens uw mede
standers moeten erkennen, zoo goed alsj
geheel Texel dat weet. Allemaal doekjes
voor 't bloeden. En dan de houding van
de heer Henkes. Genoemde heer is door
Epe misleid en heeft getracht dit goed to
maken, niet omdat hij in onwetendheid mij
zijn belofte had gegeven, maar omdat hij,
na ons onderhoud ervan overtuigd was, dat
het een groote knoeiboel was geweest.
Dit is een houding, die een man, die
recht door zee gaat, past. Als u dat ooU
had gedaan, dan had ik niet alleen
doch bijna alle Texelaars respect voor u
gehad. Het boetekleed ontsiert de mensch
niet.
Ge valt Henkes hard over de vraag,i
of de belofte „door dik en dun" zich
over alle handelingen van de raad uit
strekt, ol enkel wat betreft de clectrici-
teit. i
Mij dunkt, dat doet niets ter zake, een
belofte door dik en dun sluit het gevaar
in, dingen te moeten doen, waarvoor,
men zich anders wel zou wachten. Dat is
in deze zaak wel duidelijk gebleken.
C. KEIJSER Hz.
Over waarheid gesproken.
Als antwoord op liet ingezonden stuk
van S. C. Eelman:
U hebt thans eens waarheid gesproken,
ofschoon echter maar gedeeltelijk waar
heid. Bij de eerste stemming van Waalen
burg, toen u mij een kwartier voor het
sluiten opzocht, vertelde u mij, dat u zool
juist van een bezoek bij de voorzitter
van 't Weeshuis kwam en die u de bood
schap had meegegeven, dat ik moest
stemmen. Omdat ik wel voelde, dat dit
niet juist kon zijn, heb ik gezegd: Zeg
maar tegen Arie Dros enz. Ik ben evenwel
direct naar de voorz. gegaan, en, wat ikj
gedacht had, was juist. Het bleek, dat dit
geheel door u verzortiien was. Hieruit
blijkt alweer, dat u liet met de waarheid
niet zoo erg nauw neemt. Tableau.
Verder, lieer Eelman, is deze actie niet
om mijn al of niet-verkiezing tot regent,
maar om de smaad, mij aangedaan, door
die valsche beschuldigingen, waaraan de
demonstratie bij de stemming uiting gaf.
Dat onrecht deed leed, maar het schijnt,
dat dat onrecht nog niet tot u allen kart
doordringen. Het slot van uw betoog doet
mij denken aan de oude spreuk: „Als de
vos de passie preekt, boer pas op je gan
zen."
C. KEIJSER Hz.
Is herziening van de tarieven v.d. N.V.
T.E.M. noodzakelijk
Over een klacht met 32 handteekeningein.
De Cocksdorp, 14 Maart 1930.
Geachte Redacteur.
De ondergetcekende verzoekt U be
leefd het volgende als „Ingezonden stuk"
te willen opnemen in uw veelgelezen blad.
Bij voorbaat mijn oprechte dank.
Nu de lucht in den Burg geladen is met
electronen en de voor- en tegenstanders
van de N.V. T.E.M. elkaar haast in de
haren zitten, wil ondergeteekende er de
aandacht op vestigen, dat tariefverlaging
voor klein-verbruikers noodzakelijk is, nu
bleek, dat de T.E.M. f 11000,— winst heeft
gemaakt. Wat moet een klein verbruiker
betalen voor een K.W.U.
Wij nemen daarvoor een woning met
vier lichtpunten. Voor vier lichtpunten
betaalt men aan vastrecht f 3,40 in de
maand Februari; aan meterhuur f0,48,
dat is samen f3,88. Daarbij komt nog
f 0,15 voor elk K.W.U. Om een gemakke
lijke rekening te maken, rekent onderge
teekende 10 K.W.U. voor de maand Fe
bruari, dus 10 maal f 0,15, d.i. f 1,50. Vast
recht en meterhuur f3,88 plus die fl,5Q
wegens stroomverbruik, dus totaal f5,38.
De lezer(es) moet nu zelf maar uitre
kenen, wat hij of zij voor een K.W.U. be
taalt.
Hieruit blijkt dus, dat de N.V. T.E.M-
met haar stroom niet goedkoop is.
Werd daar nu goed licht voor geleverd,
dan had men nog waar voor zijn geld;
maar hier in de Cocksdorp is het treurig,
gesteld. Een klacht met 32 handteekenin-
gen heeft niet veel uitwerking gehad,i
hoewel dit plm. twee maanden is geleden.
Het licht flikkert de geheeie avond
om het kwartier of half uur. Dan ziet
men het licht wegzakken. Tot heden is
daar nog niets aan veranderd.
Hopende, dat dit stukje mag bijdragen
tot vermindering van het vastrecht en
tot verbetering van stroom,
Hoogachtend,
A. v. d. GRIJN.
i