VAN
Ingezonden
Gemengd Nieuws
ywutel xhxrttoesfujz
als i>ovr tijó-tóchotel
het (lekteen \>ootdceUaste
OVERAL VERKRIIGDAAR
„Omoe" Koorn. f
Een geacht plaatsgenoote, mej. de Wed.
H. Koorn-van Lente, is Maandag in de
hooge ouderdom van 89 jaar ontslapen;
29 Juni zou zij 90 jaren hebben geteld en
zou de dag aangebroken zijn, welke stel
lig niet onopgemerkt voorbij zou zijn ge
gaan. „Omoe Koorn", gelijk we haar in
de wandeling noemden, was geliefd in
ruime kring; zoowel jong als oud telde zij
onder haar vele kennissen, die haar alle
een goed hart toedroegen. „Omoe" is
thans niet meer en velen zullen met diep
leedwezen kennis nemen van haar heen
gaan. Meermalen hebben we gewag ge
maakt van bazars en fancy-fairs en nage
noeg steeds was het „Omoe Koorn", die
ïiaar vele jaren ten spijt door het
vervaardigen en afstaan van allerhande
knutselwerk haar steentje bijdroeg. En
haar werk mocht op de keper bekeken
worden. Alles kenmerkte zich door een
keurigheid en accuratesse, welke menigeen
haar moest benijden. Het was „af" en
mocht velen ten voorbeeld strekken. Zoo
was ook haar leven, dat welbesteed mag
heeten, in de ruimste zin van het woord.
Zij ruste in vrede.
Frans Tjallingii. f
Na een kortstondige ziekte, een hevige
longontsteking, is Zondagmorgen een on
zer jonge vrienden, Frans Tjallingii, nau
welijks 19 jaar oud, ten huize van mej. D.
Witvliet, Waalderstraat alhier, overleden.
Frans bezocht hier de Zeevaartschoool,
mocht zich verheugen in de sympathie van
directeur en leeraren en van tal van vrien
den; elkeen wist wat men aan hem had,
mocht hem graag lijden en het is danook
begrijpelijk, dat het bericht van zijn over
lijden, zoo heel onverwachts, diepe indruk
heeft gemaakt. Ook wij kenden Frans van
nabij en kunnen ons levendig voorstellen,
dat men hem als leerling en vriend, doch
bovenal als zoon en broer oprecht be
treurt en innig missen zal. Wie helpen
kon hielp om zijn leven te redden, in het
biezonder ten huize van mej. Witvliet was
men dag en nacht voor de patiënt in de
de weer, maar alles was tevergeefsch.
Rust zacht, Frans. We zullen je niet
vergeten.
Ons Texelsch dialect.
(Vervolg.)
Zoo as ik seg, 'n groote grieze snor
van buutegeweune groote. Ik denk wel
van zo wat zo groot as 'n hoefiezer van
'n polderpeerd. Hee keek me maar stre-
bant an en vroeg mitiens: Hij je welver
gunning? Ik wist niet wat ik hoorde,
'k Seg: ver-gun-ning? Nou moet je weten,
as dot ik toch ol 'n hekel an starke drank'
hew, en soo je nou nag denke, dat ik
hier in de nolle fan dat goed verkoope
zoo? As ik dan foor zeuve stuuvers in 'n
week omzette zoo, was 't al mooi .denk
ik. Nou seit ie, ik sien wel, dat je ok niej
erg begriepelijk bent. Ik bedoel dut, of
je freedom het om hier te loope. Ik seg
nou moet het toch niet raarder worre, 't
is hier toch 'n free pöd. Jé het wel een
beetje geliek, seide-n-ie, maar niet hille-
gaar ,want ik hew aans mit mien eige lief
sien ,dat je buute 't pöd was in de doores.
En, seide-n-ie veerdor, 'k sel 't je in iene
maar segge ok, ik vermoed dat je op knie-
ne jaagd het. Nou, ik moet je segge, dat
ik doe hillegaar foelde, of 'k fan 't weei'
sleege wos. Ik begon doe wel 'n beetje
pietertjes in m'n lief te worre en seide,
dot ik gieniense wist hoe of ik 'n geweer
vasthouwe most, dus hoe woo ik nou
kniene skiete kenne? Ik hew ien keer ers
uut de grap op de Kaap skote, en doet
ik ging te kieke, hing ie hillegaar oversee,
dus had ik 'm zeker" raakt, maar dot wos
dan ok lang gien knien. Ik docht er me
zo mit 'n grappie of te make, maar dot.
wos mis, want ik sag wel dat ie doe
briekent wier. Hee begon dan ook an sien
groote snor te draaie, en kommedeerde
dot ik maar ers beginne most mit de zak
houtjes leeg te skudde. Ik docht, o jéé,
dot is om mien knientje te doen. Maar
docht ik, ik sel maar wat soete broodjes
bakke, want je weet niet wie je soms fooi-
het. Doet ik doe de zak leeg gooid had,
keek ie wel een beetje beteuterd, en
seide ,dot ie niet fond wot ie socht. Not'i
er wos dan ok niks gien bezonders in,-
iederien mag 't wel wete ok. Un stik of
wat eeke klossies, 'n plankie fan 'n wiskie
ot 'kejakkissie, 'n ronde truul mit 'n gat
er in, en 'n end van 'n hijsblokkie mit 'n:
eeke skief. Veerdor wos 't ressie zo'n
beetje rommel. Ik wos vanzelf niet erg
gemust, en seide, dat ik graag wete woo,
wie of me ol die drokte an deed. Doe
haalde-nie- 'n plaatje uut sien zak, en
froeg, of ik ers leze woo wot deer op\
stong. Ik seg ja, olies goed en best, maar'
ik hew me bril niet bee me, dus ken ik 't
ok niet leze. Nou seit ie, wat denk je dan
wel dat dut is voor 'n ding? Ik bekeek 't
ding ers, 'k seg nou, ik denk van 'n soort'
medalje van Kuresow of zoozewat. Niks
hoor seit ie, dut is nou 'n penning, en
der staat op te leze, dat ik van de peliesie
ben.
Ik seg doe teuge him, 'n penning is dof
dan gien Duis geld? Ni seit ie, dot is 'n
„Pfennig". Dus ik seg teuge him .dan
skrief je dot mit Pu fu? Juust seit ie,
je bent nag niet zo stom as je er wel uut
siet. Nou ik seg dot is vanzelf, want ik
hew, doe ik zon jonge wos, nag op de
Fransche skool gaan bee de ouwe Meseu.
(Wordt vervolgd.)
OUDESCHILD.
Visscherij.
Gedurende de laatste week is in de
haven aangevoerd plm. 19150 Kg. garna
len. De prijs op de afslag is zoo onge-
i/eer 7 a 8 cent per Kg. Daar de vangsten
biezonder groot zijn, zijn de visschers on
derling overeengekomen, om niet meer
dan een bepaald aantal K.G. garnalen te
verzenden en de rest als puf te verkoo-
pen. De vangsten zijn echter zoo groot,
dat de puffabriek alles niet kan verwer
ken. Te den Helder wordt veel haring
gevangen ,wat ook lage prijzen geeft. De
prijs is in de regel beneden de fl.— per
tal.
De Stern's gearriveerd.
In het laatst der vorige week hoorden
we het geluid van een enkele stern; Zon
dag was een heele vlucht waar te nemen.
't Is mis met het mistsignaal.
Het nieuwe mistsignaal is sedert enkele
dagen defect. Gelukkig, dat het helder
weer is en we zijn diensten niet noodig
hebben.
DE KOOG.
Ons uitbreidingsplan.
In opdracht van Staatsboschbeheer is
de heer Burger hier bezig de Koog en
omgeving in kaart te brengen. Naar we
van bevoegde zijde vernemen, wordt op
deze wijze de basis gelegd, waarop straks
de heer architect Wiegert Bruin, door de
gemeente met het ontwerpen van een
uitbreidingsplan voor de Koog belast, zal
voortbouwen.
„De aanhouder wint"?
We hebben er maar een vraagteeken
achter geplaatst, want we gaan er ernstig
aan twijfelen of het ons wel gelukken zal
belanghebbenden uit de dommel te wek
ken en aan te moedigen tot een felle-
anti-rupsen-campagne. We hebben niet na
gelaten op het dreigend onheil te wijzen,
maar bespeuren van eenig resultaat geen
steek. Wat meent men dan toch wel? Dat
het zoo'n vaart niet zal loopen Dan slaat
men de plank glad mis, want en deze
wetenschap putten we uit de beste bron
plm. vijf tot zesduizend H.A. zijn in
onze duinstreek met duindoorns beplant
en nagenoeg overal woekert het kwaad,
dag aan dag voort.
We mochten Maandag een onderhoud
hebben met de heer A. Epe, boschwachter
alhier, die zich moeite heeft gegeven om
de ramp at te wenden. Een berekening,
van de kosten welke met een krachtige
bestrijding gepaard zouden gaan, gaf ech
ter zulke groote bedragen te zien, dat
noch het rijk noch de gemeente daar
voor crediet zouden willen verkenen. Een
doeltreffend middel zou het zijn, wan
neer men door de duinen tot een K.M.
benoorden en bezuiden de Koog de brand
joeg. Ontegenzeggelijk zou daarmee voor
jaren het kwaad bestreden zijn. Maar
wat een troostelooze aanblik zwartge
brande duinen opleveren is ons uit erva-
ring te goed bekend dan dat we hiermee
luide onze instemming zouden betuigen.
De beste oplossing komt ons voor: een
mobiliseeren van de Texelsche school
jeugd. Geloof maar, dat die zich er wel voor
iaat vinden. Baat het niet geheel, zeker
zullen onze duinen, van welker mooi en
rijk plantenkleed zoo'n zeldzame beko
ring uitgaat, voor vraatzucht van miljar
den en miljarden nimmer rustende vre
ters worden bespaard. Wanneer Staats
boschbeheer en gemeente nu eens voor
autobussen en wat versnaperingen zor
gen? Dat kan toch hoogstens een paar
tientjes kosten. En er zal geen school
hoofd zijn; of hij aarzelt niet voor deze
dringende aangelegenheid zijn beste
beentje voor te zetten.
Mogen we niet aan doovemans deur
kloppen! Het gaat om het behoud van
ons natuurschoon, voor nu, maar ook
voor later. „Er kan op Texel iets groots
worden verricht."
Stadsvuilook aan 't strand.
Met „adreskaartjes" er bij!
In ons vorig nummer werd melding ge
maakt van een request, door de Texelsche
Visscherijvereeniging bij de Heldersche
raad ingediend, om te trachten bevrijd te
worden van de overlast, door visschers
ondervonden van stadsvuil, dat veronder-,
steld wordt uit Den Helder afkomstig te
zijn een veronderstelling, die volgens
anderen, elke grond mist. In verband met
deze kwestie herinneren we aan de stor
men van December, tengevolge waarvan
het strand als bezaaid was met honderden
flesschen van elke vorm en grootte, fla
cons, doosjes, bussen en vele andere
voorwerpen, die sterk 't vermoeden wek
ken uit 'n stad afkomstig te zijn. Het lag'
voor de hand, dat algemeen Den Helder,
als dichtst bijzijnde stad, als de bron van
al die ongerechtigheden beschouwd werd:
en waarschijnlijk niet ten onrechte. Im
mers: onder al 't vuil werden ook aange
troffen tallooze kranten, voorzien van
adresbanden, waarop nog duidelijk de
namen van Heldersche ingezetenen te le
zen stonden.
Intusschen is de rommel, die gedurende
lange tijd het strand in hooge mate ont
sierde, gelukkig vrijwel geheel onder het
zand bedolven. Maar een weinig voor
zichtigheid blijft de bezoekers van het
strand toch voorloopig nog aangeraden,
want hier en daar, vooral dicht bij de dui
nenrij, duiden nog tallooze verraderlijke
glasscherven de plaatsen aan, waar voor
korte tijd hoopen aangespoelde voorwer
pen lagen.
o—
Wie heeft nu eens een helder oogen-
blik en verlost oogenblikkelijk onze vis
schers en strandbezoekers van Helder's
vuil? Red.
Te Staphorst kwam de landbouwer
J. de W. in aanraking met een onder
electrische stroom staande draad. De on
gelukkige werd op slag gedood.
De Nijineegsche studenten zijn Za
terdag 5 April begonnen met de algemeene
collecte voor hongerlijdend China. Een
honderd studenten collecteerden in de
stad en spraken de menigte op ver
schillende pleinen toe. Reclamewagens re
den door de stad. In eenige Chineesche
tenten werden kunstvoorwerpen aange
boden. Kort na de aanvang had men
reeds enkele duizenden guldens opgehaald.
Te Venlo is onder de leveranciers
een melkoorlog uitgebroken, welke tot
gevolg heeft gehad, dat de melkprijs reeds
tot 9 cent per liter is gedaald.
Bij de heropening van de luchtlijn
MalmöKopenhagenHamburg -Amster
damRotterdam en omgekeerd werd 'n
twintigtal pas geslachte lammeren, ver
pakt in wollen zakken, meegevoerd. Als
deze proef naar wensch afloopt, zal het
vliegtuig steeds deze lamsboutjes te ver
voeren krijgen, waardoor aan het lange
en moeilijke export per spoor een eind
is gekomen.
de Cocksdorp, 14 April 1930.
Geachte Redacteur.
Ondergeteekende verzoekt u beleefd het
volgende als „Ingezonden stuk" te willen
plaatsen in uw veelgelezen blad. Bij voor
baat mijn dank en die van vele Cocks-
dorpers.
„De N.V. T.E.M. blijft in gebreke".
Het is vier weken geleden,' dat u voor
mij een ingezonden stuk plaatste in uw
blad, betreffende het slechte licht te de
Cocksdorp. Tot op heden heeft dit niet
veel succes gehad: het licht is en blijft
slecht. Wel is de directeur van de N. V.
T.E.M. wezen kijken en de spanning we
zen opnemen van het lichtnet, ook heeft
slager Dros een schrijven gehad, dat hij
's avonds de motor moest stilzetten, maar
dit is een lapmiddel, waar wij niet veel
aan hebben.
Het lichtnet is en blijft te zwak. Nu er
toch een behoorlijke winst is gemaakt,
kan men wel wat geld uittrekken voor
verbetering van het lichtnet (of zijn wij
alleen goed om de winst te helpen ver-
grooten
Wij, klein-verbruikers, betalen plm. 60
centen per K.W.U. Ik ken er zelfs, die
80 centen en meer betalen voor een K.W.,
U. Wij kunnen en moeten eischen van de
N.V. T.E.M. goede stroom, omdat wij een
belangrijk deel in de winst meebetalen.
Ook de radiotoestel-bezitters „genie
ten" van het zwakke stroomnet.
Het eene moment is je toestel goed af
gestemd, het andere moment staat het te
tieren of je hoort niets, totdat men zich
genoeg geërgerd heeft en dan zet je het
toestel maar weer af terwille van de N.V.
T.E.M., die niet kan of niet wil zorgen
voor goede stroom.
Welk gemeenteraadslid neemt het voor
de Cocksdorpers op? Hij kan een goed
werk verrichten en velen zullen er hem
dankbaar voor zijn.
Hoogachtend,
Uw dw. dn., A. v. d. GRIJN.
Texel, den 13 April 1930.
Geachte Redactie.
Vergun mij s.v.p. een weinig plaats
ruimte voor onderstaand stukje naar aan
leiding van het stukje van de heer Klomp
voorkomende in het nummer van 9 April
gdenaamd „De lage eierenprijzen."
Volgens genoemde heer zijn de oorza
ken van de lage eierenprijzen overpro
ductie en speculatie. De fokkers zouden
meer op winterleg beginnen te fokken.
Deze oorzaken zijn juist. De heer Klomp
bekijkt het echter uit een handelsoog
punt. Voor de fokker is het de vraag: Hoe
kunnen wij in de toekomst nog een brood
je verdienen aan de kippen. Dan moet
men trachten van 150 kippen net zooveel
eieren te halen als van 200 kippen. Daar
om moeten de pluimveehouders hun kip
pen selecteeren, dat wil zeggen, zij moe
ten niet anders dan productiedieren hou
den, waarvan zij weten, dat ze een winstje
geven. Zij moeten de hennen op valnesten
controleeren. Binnen een half jaar weet
men dan, welke kippen de beste zijn.
Hennen met een goede winterproductie
zullen het in de zomer ook wel doen. Zij;
behoeven niet, zooals de fokkers, hun die
ren het heele jaar te controleeren. De
boer-pluimveehouder moet zijn kuikens
ot jonge hennen koopen bij vertrouwde
fokkers. Gaat zelf niet fokken, laat dat
aan menschen over, die er op ingericht
zijn. Zeg niet: Als ik bij een goede fokker'
hennen koop, behoef ik niet te controlee
ren, want de dieren, waarvan ze afstam
men, zijn gecontroleerd. Neen, zoo een
voudig is de zaak niet, omdat het niet
vast staat, dat de dieren de erfelijke eigen
schappen der moeders hebben meegekre
gen. Er zullen bij de afstammelingen van
geselecteerde hennen ook nog wel minder
goede dieren zijn.
Al is het aantal lang en lang niet zoo
groot als bij ongeselecteerde kippen. Wie
dat niet gelooft, neemt maar eens een
proef met hennen van een geselecteerde
stam en hennen van z.g. wilde kippen,
(niet geselecteerde). Hij meet die dieren
op valnesten controleeren en alles goed