lil! transport-
rijwielen H. bagage-
en stander
drager
85
torpeoeoaaf
I
Tandheelkundige Inrichting
NOG NOOIT
C. ACKEMA.
ELANGE
Dit merk op uw rijwiel
en gij zijt in aSIe opzichten
tevreden.
AgentE. BOEKEL.
B0EKEL
is onze thee PECCO GRUIS,
thans 36 ets.,
zoo lekker geweest als ze nu is.
THEEHANDEL FOCKE S. KLEIN.
Spreekuur Woensdags ?an 10-4 uur.
Adres ALLEEN HEIZEESTRAAT 24, Den Helder
Prima Kunstgebitten. Pijnlooze behandeling.
Ziebenfondsleden tegen verminderd tarief.
Dit merk garandeert u kwaliteit.
Duinker
65 cent per pond.
si lui mm min mm mm mm mm mm mm mm mm mm mm mm mm mm mm min mm mm is
FEUILLETON
Be macht vaa het geld.
FABRIEKEN te BARENDRECHT
a CONTANT
BESTE
EN GOEDKOOPSTE
EIiECTEtSCHE- en
HAND-
WASCHKACBIEES
¥erkoopdepêt
KN0PPERTS, Nieuwslraat
Dei Burg.
IN HUUR
a
HOOGFIJNE
min min
Hij was er in de laatste maanden al
VOOR DE JEUGD.
Meneer Pimpeln ans en zijn anto.
Aanbevelend
CLtCHC JfWMOüt
tu OJf-
ÜH
100.
(Een boeiende roman naar het
Engelsch van Freeman Filden.)
,,Je hebt gelijk", knikte Enoch goed
keurend. „Dat is goed gezien. Maar hij
schijnt uitstekend te voldoen. Zou liet
niet gepast zijn, om hem nu cn dan een
klein beetje aan te moedigen? Ik geloof,
dat hij eenzaam genoeg is in Bennett.
Zoover ik hoor, doet hij nret veel. an
ders dan werken en studeeren."
Edith antwoordde niet.
„Enfin, je zult zelf wel weten, wat
goed voor je is", zei Enoch ten laatste,
met een zucht. „Maar als ik op jou leef
tijd was, zou ik toch niet overdreven
voorzichtig zijn. Ik ben er heel wat bij
ingeschoten door mijn over-voorzichtig-
heid. Maar komaan, verstandig hoofdje,
zeg me eens, wat er van al mijn bezit
tingen moet worden, als ik dood ben. Zeg
me dat eens. Het is een mooi sommetje.
Een aardige som voor erfgenamen, om
er over te vechten. Maar er zijn geen erf
genamen. Ik ben geheel alleen op de we
reld, dat weet je, nietwaar? Je weet
immers altijd goede raad te geven, ver
standig vrouwtje. Misschien weet je daar
ook antwoord op?"
verscheidene malen eerder over begon
nen. liet was duidelijk, 'dat het hem op
liet hart drukte. Hij sprak er over op gui
tige toon, die evenwel kwalijk verborg
'hoe ernstig hij er over nadacht en
hoeveel hoofdbrekens hem de kwestie
kostte. Het had er veel van alsof hij heel
goed wist, dat niemand anders dan hij -
zelt het antwoord kon geven, maar hij
niettemin doelloos en peinzend om raad
vroeg hij dit meisje, dat hem reeds in
zoovele zaken behulpzaam was geweest.
Hij was begonnen met haar te vragen
een paar kleine diensten voor hem te ver
richten in verband met de zaken, en het
was geëindigd daarmee, dat Barker en
Drummey en de rest haar bijna behan
delde als het eigenlijke hoofd der zaak.
Zij was op de hoogte gekomen nagenoeg
zonder het te beseffen. Als ze er aan
dacht, joeg het haar schrik aan. Zij
voelde zich onwillekeurig gevleid. Het
was aantrekkelijk en prikkelend tevens,
als zij zag, dat haar raad, overal om
haar heen werd opgevolgd en vruchten
droeg, maar het gaf haar ook menige re
den tot zorg.
Menigmaal vroeg Edith zich af, of zij
dc oude man werkelijk mocht lijden. Het
kwam haar voor, dat haar belangstelling
voor hem en de zorgen, die zij hem
wijdde, meer het gevolg waren van diep
medelijden met zijn ontzettend eenzaam
leven e i verwoeste jeugd. Hij was zach
ter gestemd in de laatste tijd, ja, maar I
E
L
'r.
Wol S
51. Mevrouw en Betje scharrelden
alle knoopen, die ze in huis vinden
konden, bij elkaar en naaiden op elk
brandgaatje netjes een knoop. Vergul
de knoopen, parelmoeren knoopen,
zwarte, groene en blauwe knoopen.
't Was een geschitter als van juweelen.
Meneer vond het prachtig, toen hij 't zag.
o2. Een paar dagen later maakte
meneer een middag-uitstapje. Hij had
een splinternieuw hoedje op en zijp
mooi geruite pak aan, door mevrouw
netjes schoongemaakt. Daar zag hij,
in een weide, een kunstschilder aan.
het werk. Kunstliefhebber als hij was,
zette hij zijn auto stop.
de kern bleet bitter. Voor Edith bleef hij
altijd even vriendelijk, maar hij kon uit
barsten in vreeselijke ironie en bittere
klachten, waar het anderen in zijn zaken
wereld betrof.
„Hebt u er wel eens over nagedacht,
Mr. Garbutt, dat het niet kwaad zou zijn
om uw zaak te deelen met de menschen
in Bennett hier, die u geholpen hebben,
om uw vermogen bijeen te brengen?"
had zij ai meer geopperd, op een desbe
treffende vraag.
„Wat wil je daarmee zeggen?"
„Nu, andere menschen in uw omstan
digheden hebben hun zaak nagelaten als
een soort vennootschap voor hun perso
neel, is 't niet? Ik weet niet precies, hoe
ze dat doen, maar ik heb er van gelezen^
Zij voelden waarschijnlijk, dat zij niet
hadden kunnen slagen, zonder de hulp
van de menschen, die voor hen gewerkt
hebben."
„Onzin. Niemand heeft me ooit ge
holpen," zei Enoch op scherpe toon. „Ik
heb alles dollar voor dollar zelf bijeen
gekregen. Zij zijn allemaal betaald voor
hun werk, en sommigen zelfs meer
dan betaald. Neen, dat vind ik geen
schitterend idee."
„Nu, ik heb ook heelemaal niet ge
dacht, dat u het een schitterend idee zou
zou vinden", antwoordde Edith goedge
humeurd.
„O, het is even goed als ieder ander",
haastte hij zich er hij te voegen, Hij wilde
haar nooit laten rondloopen met de ge
dachte, dat hij ruw voor haar had willen
zijn.
„In ieder geval", zei Edith dapper,
„zou het, dunkt me, wel het beste zijn
als u uw geld naliet aan iemand, die al
een hoop geld heeft, en geleerd heeft
hoe hij het moet uitgeven."
Een lichte blos steeg hem naar de wan
gen.
„Aha, ik weet wat je daarmee zeggen
wilt. Dat is een rake zet, maar dat ver
dien ik misschien. O, zeg maar niet, dat
je het zoo met bedoelde. Je bedoelde het
wel. En het is ook waar. Nu, ik hoop
n een- Paar Jaar voort te zetten.
Ik heb me in de laatste tijd ongewoon
goed gevoeld."
Maar de kwestie, hoe hij met zijn ver
mogen aan moest, hield hem klaarblijke
lijk bij voortduring bezig. Hij kwam er 'n
paar dagen later op terug.
„Je zei," begon hij, tenvijl hij Edith's
gelaat van tusschen zijn half-gesloteu
oogleden bestudeerde, „dat liet geen
kwaad idee zou zijn om een of andere be-
panng in mijn testament te maken voor
de menschen die samen voor me gewerkt
hebben hier in Bennett. Ik heb er no^
eens over gedacht. Ik kan niet zeg^eiT
dat ooit iemand, die voor me gewerkt
heeft, een onbehoorlijk salaris heeft ge
kregen
„Dat heb ik er niet mee willen zeggen
Mr. Garbutt."