De Nieuwe Texelsche Courant
voorjaarsetalages
NI PH. VLESSING, Den Burg.
c HENG pepermunt
Zaterdag 21 Maart 1931
44s,eJaargari{
No 4514
EERSTE BLAD.
Voor de Zondag.
Houdt uw kippen gezond.
Ziet onze
Texelsche Berichten
ABONNEMENTEN:
ADVERTENTIËN:
■iiiiiieiiiiiieiiiiiieiiiiii iiiiiieniiiieiiiiiieiiiiiiD
TEXELSCHE COURANT
OEN BURGr75 ct per 'd Maanden
Franco p. post door geheel Nederland p. 3 maanden
Lo se nummers: 4 Ct
DE TEXELSCHE COURANT VERSCHIJNT
WOENSDAG- EN ZATERDAGMORGEN
UITGAVE:N.V v/H LANGEVELD&^E ROOIJ DEN BURG OP TEXEL
Van 1-5 regels: 60 Ct. Iedere regel meer: 12 ct.
Dezelfde advertentie 4 maa' geplaatst wordt 3 maal berekend
8i| abonnement lagere rogolprlls
ADVERTENTIËN
MOETEN DAAGS VOOR 'T VERSCHIJNEN
4 UUR NAM. IN ONS BEZIT ZIJN
TELEFOON: N°.11 POSTGIRO: N°. 652 POSTBUS: N°. H
is sinds 1 Juli 1930
m dit blad opgenomen.
VALLEN EN OPSTAAN.
Het is opmerkelijk, hoeveel tijd we in
ons leven moeden besteden aan het weer
goed maken van wat we in eerste in
stantie bedorven hebben of ook wat
anderen bedierven. Telkens en telkens
zijn we verplicht terug te keeren op
onze schreden; nu eens gingen we te ver
naar links dan weer te ver naar rechtsi
En we worden dit niet eerder gewaar,
dan wanneer we reeds de nadeelen van
het overschrijden der grens hebben
ondervonden, totdat dit heen en weer
zwenken ons helpt om eindelijk de
juiste middenweg te vinden. Neen, onze
levensweg is geen gladde, effen baan;
hij is veeleer te vergelijken bij het zee
vlak, waarop de golven nu eens schijnen
onder te duiken om zich dan weer hemel
hoog te verheffen, om ten slotte, on
danks al die tegenstrijdige beweging, toch
hun weg te vinden naar het strand.
Hun weg te vinden naar het strand.
Maar hoe zou dit geleidelijk kunnen gaan
We kunnen immers niet van den beginne
at het eindpunt aanschouwen? Vaak gaan
we onze weg op goed geluk, tastend in
den blinde soms, onder vallen en opstaan.
Voort moeten we, voort. En wel ons, zoo
we worden gedreven door het vertrouwen,
dat we eenmaal de eindpaal zullen berei
ken. Gezegend zoo we, te midden der on
stuimige baren, het kompas weten vast
te houden, dat ons de goede richting
blijft wijzen.
ZONDAG, 22 Maart 1931.
VOOR HOOFD EN HART.
ZONDAG.
Voor menschen, die elkaar liefhebben
en begrijpen, is ook de kleinste woning
groot genoeg. Haten zij elkaar en ver
staan zij elkaar niet, dan is hun de
heele wereld nog te klein.
MAANDAG.
Door bezit leert men een zaak 't beste
kennen, door gemis 't best waardeeren.
DINSDAG.
Ook vleierijen worden soms kwalijk ge
nomen, namelijk wanneer ze niet stre
lend genoeg zijn.
WOENSDAG.
Een goed geweten is een paradijs.
A r m i n i u s.
DONDERDAG.
De nijd der menschen toont aan, hoe
veel aan hun geluk ontbreekt, en hun
bestendige bemoeizucht met het doen en
laten van anderen, hoe zij zich ver
velen.
VRIJDAG.
Al heeft de roos ook doornen scherp
en boos,
Toch blijft zij roos.
ZATERDAG
Er zijn krachten genoeg is ons; zij
hebben enkel een prikkel noodig om zich
te openbaren, een gelegenheid om dit te
doen.
IIIIIIA VAN ZON EN
MAAN.
•lllll
MAAN
ZON
Datum:
Op: Onder:
Op:
Onder
Z. 22 Maart
6,49 10,04
6,00
6,13
M. 23
7,03 11,22
5,58
6,14
D. 24
7,21
5,55
6,16
W 25
7,47 0,40
5,52
6.18
D 26
8,26 1,55
5.50
6,19
V. 27
9,24 3,CO
5,47
6,21
Z. 28
10,39 3,49
5,45
6,23
Vrijdag 27 MaartEerste Kwartier.
DOOR DR. B. J. C. TE HENNEPE.
(Slot.)
Nog even een en ander over de keuring
in verband met de export. In Amerika,
past men in sommige fabrieken de keuring
toe met het oog op de export, even eens'
in Denemarken, terwijl men in Polen een
groot pluimvee-export-slachthuis gebouwd
heeft, waar keuring toegepast wordt.
In sterk iinporteerende landen gaan steeds
dringender stemmen op voor pluimvee-
keuring en de exporteerende landen ko
men door verminderde koopkracht in de
importeerende landen en verhoogde pro
ductie, steeds meer in het gedrang. Van
daar, dat alle zeilen moeten bijgezet wor
den om de export te handhaven of beter
gezegd, niet te verliezen. Volgens officl-
eele berekeningen in Duitschland hoopt
men in 1934 reeds zoover te zijn, dat
men het verbruik uit eigen productie kan
dekken en al is een hoop uitspreken nog
lang geen zekere voorspelling, een feit is
het, dat de pluimveehouderij in Duitsch
land zeer toeneemt, in miljoenen stuks uu-
gedrukt, had men daar vóór de oorlog 72
stuks pluimvee tegen in 1928 84, in 1929:
92, en thans in 1930: 9S.000.000 stuks,
pluimvee? waarvan 70 miljoen kippen. In
1930 werden 142 miljoen eieren minder in
gevoerd dan in 1929.
Ook in Engeland neemt de pluimvee
houderij toe. Voegt men daarbij ver
hoogde productie in de Oostelijke en
Zuid-Oostelijke staten van Europa, dan
behoeft men nog niet eens over Rusland
te praten, om te begrijpen, dat het voor
ons zaak zal zijn geweldig op onze tellen
te passen om onze bloeiende pluimvee
houderij, die een der voornaamste onder
deden van het landbouwbedrijf, vooral op
de kleinere bedrijven, mag genoemd wor
den, niet verloren te zien gaap.
Men vraagt mij in de laatste tijd her
haaldelijk, hoe ik over Rusland denk op
het gebied der komende tijden. Naar wat
ik er van weet, op grond van gesprekken
en correspondentie met Russische geleer
den* en bestudeering der litteratuur, ge
loof ik, dat ook daar in de toekomst
een flinke productie te verwachten is. Ik
onderschrijf dan ook absoluut niet het
oordeel van sommigen, die denken, dat
de grootste plannen daar op pluimveege-
bied zullen falen, ik acht de kans van sla
gen onder de leiding van bekwame man
nen groot.
Ziehier eenige grepen uit een reusach
tig gebied, n.l. dat der wereld-pluimvee
houderij in ons land en de drang naar
keuring van pluimveeproducten. N.R.C.
Sportnieuws.
Zondag heeft de laatste wedstrijd der
adsp.-competitie aan A het kampioenschap
gebracht en wel door een overwinning
met 42 van C.
Als om plm. half drie onder de prettige
leiding van de heer K.Giieles wordt be
gonnen, pakken beide ploegen flink aan.
Ze zijn aan elkaar gewaagd, maar bij A
wordt wat onzeker gewerkt, hetgeen wel
te wijten is aan zenuwachtigheid, die ge
woonlijk bij kampioenwedstrijden voor
komt. Van eenig overwicht is in het begin
geen sprake, om beurten zijn de doelen in
gevaar. Dan krijgt de C.-rechtsbuiten de
bal toegespeeld, zet direct goed voor én
het is J. Br., die C op fraaie wijze de
leiding bezorgt. Dit wordt A te bar,
ze komt flink opzetten, goed gesteund
door Gom. Nu krijgt Piet een kans; hij
schiet in de uiterste bovenhoek en de
stand is gelijk. Het volgende oogenblik
trekt C weer ten aanval en met een flink
schot van de linksbuiten krijgt C weer
de leiding. Het spel wordt er niet beter
op. Tot de rust komt geen verandering.
Na de hervatting komt A geducht opzet
ten, maar de achterhoede van C., waar
keeper Wim weer goed in orde is, weet
van geen wijken. De tegenaanvallen zijn
ook niet zonder gevaar, maar door te wei
nig samenspelen bleven doelpunten uit.
Piet krijgt dan weer 'n bal goed aangege
ven, schiet, niet zonder geluk verdwijnt
bal met effect in het doel en de sitand
lllllllllllllllll
Van en voor „het witte doek".
Charlie Chaplin, die op het oogenblik
door zijn Europeesche reis zeer de aan
dacht trekt, in gezelschap van Mariene
Dietrich; twee filmmenschen van naam.
is weer gelijk. Bij A komt er nu nieuwe
moed in en vlot het spel beter; even later!
maakt Bakker met een goed schot aan de
onzekerheid een einde: 32 voor A. C
zet er alles op, om het verionen terrein,
te herwinnen, terwijl A uit alle macht gaat
verdedigen. Door het te veel opdringen
van C, krijgt A nog een goede kans en
vergroot de voorsprong. Met deze stand
komt het einde en is A kampioen.
Het heeft aan spanning in iet ontbroken.
A heeft beter van de kansen gebruik ge
maakt. C heeft uitstekend partij gegeven.
Naast reeds genoemde spelers moeten ze
ker nog Arie en Henk genoemd worden.
Alle jongens hebben trouwens uitstekend
hun best gedaan.
Hiermede is de competitie beëindigd en
heeft de sportvereen. de adsp. op zeer
nuttige en prettige wijze bezig gehouden.
Ze hoopt de volgende winter wederom
dergelijke wedstrijden te organiseeren.
Na afloop werden aan de kampioen te
speldjes met een toepasselijk woord uitge
reikt.
Aller oogen zijn nu gericht op de reis
naar Koog a.d. Zaan. D.D.
De eerste inschrijving voor de a. s.
schoolvoetbalwedstrijden is geschied. De
o.l. school te den Hoorn was no. 1. Wie
volgt?
Muziekavond in „Eben Haëzer."
De muziekavond, welke door de heer
J. Visser en mej. G. Kalis was voorbereid,
en Woensdag in Eben Haëzer ten bate
van dit gebouw werd gegeven, is biezon
der goed geslaagd. De zaal was nagenoeg
geheel bezet, en ieder zal haar ruim vol
daan hebben verlaten, toen te kwart over
elf het welvoorzien programma was af
gewerkt.
Te ruim half acht. sprak de heer W.
Slort, hoofd der school voor Chr. Volks
onderwijs, een kort woord ter inleiding,
na om 's Heeren zegen over deze samen
komst te hebben gebeden. Hij verwel
komde in het biezonder ds. en mevr. Vis
ser en familie, die ondanks de drukte der
laatste dagen toch tijd bleken te kunnen
vinden om aanwezig te zijn. .Spr. bracht
in herinnering, dat de heer J.Visser en-
mej. G. Kalis deze avond hadden voorbe
reid, doch dat hun daartoe slechts enkele
maanden waren gelaten, zoodat men
het uitgebreid programma in aanmerking
genomen zijn verwachtingen maarniet
te hoog moest spannen. De heer Slort,
vertrouwde echter, dat de prestaties van
deze avond een bevredigende indruk zou
den nalaten en sprak de wensch uit, dat
deze bijeenkomst aanleiding zou worden
De scheikundige analyseert,
—het publiek proeft
/V aparte kwaliteit aan
tot het vormen van een clubje, dat b. v.
wekelijks samenkomen zou. Deze avond
werd voor een groot deel uit financieele
overwegingen belegd. De kas van de Ver-
eeniging voor Chr. Belangen heeft be
hoefte aan versterking. Om deze reden
zou ook in de pauze thee en chocolade
verkrijgbaar worden gesteld. Spr. besloot
met de wensch, dat men zich met even-
tueele aanmerkingen tot tie leiders wenden
en slechts welwillende, opbouwende cri-
tiek leveren zou. Daarmee zou men tocli
zijn voordeel kunnen doen.
Met „David, de Zanger", zang vanCor-
rie Tuinder en Joop Hillen, opende het
programma. Corrie hield bij haar schaapje
'n oogje in 't zeil, terwijl Joop, als her
dersknaap gekleed, streelende muziek aan
zijn harp ontlokte. De lieer J. Visser be
geleidde, gelijk hij dat vrijwel ieder num
mer deed.
Met „De Heer is mijn Herder" en
„Schaapjes van uw kudde, Heer", werd
vervolgd, piano en koorzang.
Dat was een mooi begin, dat van ken
nen en kunnen van de kinderen met hun
leider en leidster een goede indruk gaf.
Op piano en mandolines werden ten ge-
hoore gebracht „Friedensgrüsze" en „Die
Husaren kommen". Alie Koorn en verder
J.Visser (piano), Bela Brouwer, Mart.
Bremer en Joop Hillen vergastten ons op
goede muziek.
In „Fior di Ciclamo" en „Spanischer
Tanz" hoorden we behalve genoemde in
strumenten tevens een mandola (Alie
Koorn.) Voor piano en koor bracht deze
avond ons nog „Ons Gelderland", „Des
Zomes" en „Wees gegroet, volschoone
Lentetijd"; deze nummers werden pittig
vertolkt. Er was goed stemmenmateriaal
aanwezig, hetgeen mooie beloften inhoudt
voor de toekomst. Bela Brouwer heeft ons
met 'n paar orgel-soli verrast: „Kriegs-
marsch der Priester" (Mendelssohn Bar-
tholdy) en „The Kings Marsch" (Henry
Maxfield). Knap gedaan, Bela! Een extra
vermelding verdienen de quatre mains,
waarop Qrieteka Kalf en Jn. Visser ons
vergastten, „Marches Militaires" 1 en 3
van Fr. Schubert, opus 51. Beider muzi
kaal talent kwam in deze nummers tot
zijn recht. Op kostelijke wijze kweten zij
zich van hun niet gemakkelijke taak. Heel
aardig was het speelliedje „De groote
toovenaar", waarin Detty Nieuwenhuizen,
die heel lief kon zingen, de hoofdrol ver
vulde. Haar costuum was prachtig in orde.
Niet minder viel in de smaak het duet
„Van een vroolijke jongen en een vroolijk
meisje" en „Gondellied", gezongen door
Joop Hillen en Netty Nieuwenhuizen. Alle
bei hebben ze ons biezonder voldaan, het
hartelijk en langdurig applaus, dat hun
ten deel viel, was ten volle verdiend.
De zang was goed, de voordracht aller
aardigst, waartoe de passende costumee-
ring en het mooie schip, dat heen en
weer voer over „de zilte plas", het hunne
hebben bijgedragen. Ook Jan de Waal
heeft een pluimpje verdiend. Als een echte
vroolijke Frans (hij aardt naar zijn vader,
hoorden we zeggen, en we bevestigen dit
gaarne), een reuzekomiek en een goede
zanger, heeft hij ons van eenige kostelijke
nummers laten genieten. „De geschiedenis
van Kleine Jan" en „Een raadseltje".
Nadat in de pauze van thee en choco
lade algemeen een dankbaar gebruik was
gemaakt, werd het tweede deel van het
programma met een aardig schimmenspel
van Hendr. van Tussenbroek, „Op het
ijs", geopend. Het sloeg uitstekend in.
Het was koddig om te zien hoe oud en
jong zich op de gladde baan vermaakten.
Vooral de oude heer met zijn hooge dop
en zijn bejaarde eega hadden succes. Met
een speelliedje „De fee in haar bloemen
tuin", werd het programma besloten. Het
was een waardig slot, waarin keurig uit
doste meisjes als bloemekinderen optra
den, die door de fee uit haar winter-