m De Nieuwe Texelsche Courant tW D0ÜWE EGBERTS Van week tot week PUROL Texelsche Berichten Wordt Texel's strand dcor den Helder's vuil verontreinigd per V2 pond FRISO BAAI. No. 4705 46ste Jaargang Woensdag 25 Jan. 1933 Wat komen moet. Fabelachtige schulden. Economische oorlog. Daar moet het heen. tiy, Ruwe Huid 1 Ruwe Handen Ruwe 7 Uw advertentie In dit blad wordt op Texel huls aan huis gelezen. TEXELSCHE COU is sinds 1 Juni 1930 in dit blad opgenomen. UlTü.: N.V. Boekhandel en Drukkerij v.h. Langeveld en De Rooij Den Burg. TeT. 11. ADVERTENTIES: 1—5 regels 60 ct.j iedere regel meer 12 ct. Eenzelfde adv voor viermaal ineens opgegeven, wordt driemaal berekend. ABONNEMENTEN: f0.75 per kwartaal; buiten den Burg f 1losse nrs 4 ct STOOMBOOTDIENSTEN. Texel Den Helder v.v. Op werkdagen: Van Texel: 6.8.11.20; 2.40' Van den Helder: 7.-; 10.-; 12.20; 4.15 Op Zon- en feestdagen: Van Texel: 7.30; 11.15; 5.20. Van den Helder: 9.12.20; 6.30. HOOGWATER ter reede van Texel v.m. (nam. ongeveer uur later.) 25 26 27 28 29 30 31 Jan 8,17 9,01 9,43 10.23 10 59 11.35 LICHT OP RIJWIELEN en RIJTUIGEN 4 49 ZATERDAGAVOND. Confereeren is de tooverformule voor elk probleem, sinds 1918, soms ook de kapstok, waaraan men het ophangt. Tus- t schen 1918 en nu zijn meer conrerenties gehouden, dan in de eeuw, die de oorlog voorafging. Maar vele daarvan strandden op de klippen, door een overhaaste of on- 1 volledige voorbereiding o.er het hoofd ge- j zien. Dat gevaar althans is voor de Lon- densche internat, economische coni'erende ve. meden. Wat ook het resultaat moge worden, de voorbereidingen zijn grondig, zake.ijk, degelijk. De algemeene president de Nederlander Trip, komt daarvoor in- te.naiiona.e erken.e.ijkheid toe. De toestand, waarin de wereld sinds 1929 kwam te verkeeren, bereikte einde 1932 een hachelijk punt. Er mag dan op de internationale effectenbeurzen: een lichte verbetering merkbaar zijn gewor den, wij behoeven ons niet wijs te maken, dat herstel wel vanzelf komt. Integendeel, alleen door internationale organisatie- f maatregelen, kan de grenzelooze econo- m.sche verwarring uiteengehaald en een l opleving in de hand gewerkt worden, en het zijn, hoofdzakelijk, vier pun.en, ten s aanzien waarvan definitieve opheldering niet langer kan uitblijven, wil niet een, volledige economische ineenstorting zich vo.trekken: het monetaire vraagstuk, het i' schuldenprobleem, het prijsniveau, en de handelspolitiek. Zij vormen een 'kwartet. Een dwaas, die zou meenen, dat hun ver band ontkend, hun onderlinge afhankelijk- fi iheid veronachtzaamd kan worden. De commissie-Trip heeft een open oog voor de innige samenhang van alle moeilijk- I heden. Aanbevelingen ten aanzien van het schuldenvraagstuk laat zij, wel is waar, wegens de grenzen van haar opdracht, buiten spel, doch niettemin verklaart zij met accent, dat ook dit wereldprobleem opgelost moet worden, zullen de voor waarden voor internationaal welvaartsher stel tot stand komen. Amerika het zal, althans met Engeland in schuldbesprekin gen treden kan het zich voor gezegd houden. En wie, die denken kan, zou ontoegankelijk zijn voor de juistheid van v dit inzicht? De fabelachtige, over tientallen jaren zich uitstrekkende schuldverplichtingen, sa menhangende met de wereldhandel ruï- neerence belemmeringen van het vrije in terna,ionale goederenverkeer ondermijnen de stabiliteit van de valutamarkt en 't prijs peil. Zij scheppen niets dan onzekerheid en houden de terugkeer tot de gou- den standaard in de landen, waar hij werd verlaten, tegen Politieke factoren, boven- t al de Amerikaansche verkiezingen, hebben de afdoening van het schuldenprobleem; ten nadee.e van geheel de wereld ernstig '■s veitraagd. Totdat Roosevelt als president der Vereen. Staten optreedt, zal te dezen I aanzien meer te gissen dan te weten val- len. Maar indien het nieuwe bewind aan de overzijde van de oceaan nog twijfelen mocht aan de noodzakelijkheid eener over- w.nning van de schuldenmoeilijk., eid, dan kan het rapport-Trip die twijfel in zeker- B heid doen verkeeren. Geen staat ter wereld, of hij heeft de laatste jaren gepoogd, om door alle mid- de en eigen productie- en handelsapparaat in stand te houden. Een noodlottige prijs daling verscherpt de crisis. Zij is n.et voor het minste deel door een politiek van goudopeenhooping in enkele landen in de hand gewerkt. De rentabiliteit van ge- heele productletakken is vrijwel vernie tigd, doordien het verband tussdien kost en verkoopsprijs verloren ging. Een druk kende werkloosheid is allerwege ontstaan en in deze nood hebben de regeerin- gen naar middelen gegrepen, die hoog stens een tijdelijke of slechts een schijn- genezing konden opleveren, (invoerbeper king, tariefbepalingen en beperkingen van vrijlieid in het deviezenverkeer, loslaten van de gouden standaard.) Een econo mische oorlog ontbrandde, die als een militaire, wegens de onmiskenbare inter nationale onafhankelijkheid der stalen, slechts verliezers kent. In die economische chaos zal de Lon- densche con He;,ent.e een begin van orde- dening moeten beproeven. Met kleine maat.ege.en valt hier geen resultaat te be reiken. De economische oorlog, zich uit vierend in de strijd van allen tegen allen, gevoerd met de tweesnijdende zwaarden der economische „zelfgenoegzaamheid", moet plaats maken voor een gemeen- schapppelijk streven naar welvaartskerstel langs de weg van gezamenlijke maatrege len en wereldomvattende hoofdlijnen. Door vergemakkelijking van het kapi taalverkeer en terugkeef naar de inter- nationa.e gouden standaard is hersiel van let wereldprijsniveau en beperking der werkloosheid bereikbaar. Opheffing van de struikelblokken in het internationale goederen\erkeer moet de terugkeer in luiden zoowel van de levendigheid van de wereldhandel als van de mogelijkheid om internationale betalingen te verrichten in goederen en diensten. Niet om tweede-rangs-problem-en gaat het derhalve in Londen. Mede daarom is het noodzakelijk de verwachtingen ten aanz.en van de resultaten niet overdre ven hoog te spannen. Geen regeering zal de con l'erent e zaal betreden zonder voorbehouden van allerlei aard, en won deren pleegt de internationale economie nu eenmaal niet op te leveren. Maar wal wèl kan: de erkenning van allerlei be lang bij aller welvaart. Een wereld, die het kwaad van de ecnomiscbe oorlog nóg langer laat voortwoekeren, loopt ge vaar, dat zij haar laatste kans verspeelt;, zij zou het niet verdragen, Indien de con ferentie van Londen een mislukking werd. „Daarvoor is de toestand reeds te ernstig De heer P. H. L. Maas, directeur der Heldersche Gemeentereiniging schrijft ons: Naar aanleiding van de geuite klachten betreffende liet aanspoelen van vuil op Texels strand, voorkomende in uw blad van 14 en 18 Jan. 1.1., vergunne u mij; eenige toelichting daarop te mogen geven. Gedurende ruim een jaar worden de af valstof,en door onze Gemeentelijke Reini gingsdienst uitsluitend op zoo'n groote afstand van af Texel en op een, in ver band me't de stroom, speciale daartoe ge schikte plaats in zee'gestort, dat aan spoelen op Texel onmogelijk genoemd mag worden. Gebleken is danook, dat verleden jaar in de maanden Maart tot November zelfs geen papiertje is aange spoeld. Voorts wordt geregeld gezorgd dat geen afvalstoffen in zee terechtkomen, we ke nimmer zullen zinken. De door ons gevolgde werkmethode mag dagelijks door een ieder, die daar belang in stelt, worden gecontroleerd. Toegegeven moet worden, dat in de maanden November tot Maart, dus in de wintermaanden, als gevolg van mist, storm, en nacnt, wel eens dichterbij dan 'hierbo ven is aangegeven, moet worden gestort Dit gebeurt in de overige maanden (Maart —November) absoluut nimmer Ofschoon uitsiui.end zinkende stoffen worden ge stort en deze dus niet kunnen aanspoe len, kan het natuurlijk wel voorkomen, dat een enl.el paple.tje het strand bereikt Gezien de hoeveelheden afvalstoffen en diverse voorwerpen, die vooral in de winter, vaak op Texels strand aanspoelen, 'het geen trouwens langs de heele kust voor komt, en welke positief niet van onze Reiniging afkomstig zijn, meen ik, dat wanneer in de wintermaanden een enkel papiertje, wel afkomstig van de Reiniging, tusschen die stoffen wordt aangetroffen, toch nog geen sprake kan zijn van „aan spoelen van vuilnis, door de Heldersche Reiniging in zee gestort" Voorts stroomt er inderdaad wel rom mel uit de kanalen via de sluizen, alsmede rommel, die in onze haven is gedeponeerd, naar zee, welke dan, naar het blijkt, door stroom en wind op uw strand terecht komt Zie uw bericht in uw courant van 14 dezer betreffende het aangespoelde hooi, afkomstig van de „Zaanstroom" en ge lost in do Binnenhaven alhier Voor ons is dils vast komen te staan, dat van de stoffen, welke de Heldersche Reiniging in zee deponeert, in de maan den Maart tot November, n ets aanspoelt; voor de overige ongewenschte stoffen, die wel aanspoelen, kan de Reiniging niet aansprakelijk worden gesteld. Tot slot kan ik hierbij nog verklaren, dat wij alles in het werk stellen, en wij beschouwen dit als onze plicht, ter voor koming van hinder aan onze noordelijke buren. o Naschrift van de redactie: We nemen het de Directeur volstrekt niet kwalijk, dat hij met zooveel volhar ding blijft strijden voor de vuilverwijde- ringsmethode, welke den Helder de laat ste jaren volgt. Indien we goed ingelicht zijn is de heer Maas van die methode de „geestelijke vader" en een goed va der ziet gaarne, dat zijn kind opgroeit in eer en deugd en buren geen overlast aandoet Daar komt nog bij, dat de ge meente den Helder zich groote financi- eele offers heeft getroost om die methode in toepassing te kunnen brengen. Ze liet voor de verscheping van het vuil bakken van een speciale constructie maken en •icht'.e aan de Bassingracht een stort buis op, waar de bakken worden geladen Dat kostte allemaal veel geld en we geven toe 'het is wat hard tot de ont dekking te moeien komen, dat men het op een andere wijze meer rentegevend had kunnen beleggen. Het staat voor ons n.l. vast, na degelijke informatie, links en rechts, dat er een eind moet komen aan de „moderne" wijze waarop Den Helder zich van zijn vuilnis ontdoet. En niet om Texel alleen. Brengt men liet ver der in zee, 'dan wordt ook Vlieland de dupe. De klachten van de laatste tijd wijzen in die richting. Na een bespreking met ons gemeentebestuur zou den Helder zijn vuilnis verder in zee storten (let wel: het vuilnis van een stad van 31000 inwoners en van Anna Paulowna met 6000 inwoners). Dit blijkt echter niet te kun nen verhinderen, dat de kust van Texel en Vlieland wordt bevuild. Het is ook niet voldoende verder te varen en dan, acht gevende op stroom en tij, te juister tijd te storten. Er zijn immers factoren, welke de knapste berekening in de war sturen. Een krachtige wind uit een verkeerde hoek jaagt de boel naar de kust en dit dreigt ons noodlottig te worden. Hiertegen is o.i. slechts één afdoend middel: „Niet meer deen". Ook en e visscherij wordt ge ducht gedupeerd. Het protestschrijven met de namen van meer dan 70 Texelsche vis- schers bewijst het voldoende. Onjuist is het te veronderstellen, dat' gedurende de zomer van „Heldersch vuil" geen sprake is geweest. Wij kunnen de namen van betrouwbare personen noemen, die toen bij ons met klachten kwamen. Uit het feit, dat wij in het seizoen over deze diep-treurige toestand niet schrijven (nogal duidelijk), mag niet worden afge leid, dat toen alles „in het reine" was^ Ook 's zomers laten windkracht en -richting zich niet voorspellen, waardoor de mogelijkheid van strandbederf blijft bestaan. Is het nu onbillijk te verlangen, dat hieraan zoo spoedig mogelijk een einde komt? Is het niet Texel's goed recht, in het biezonder met het oog op zijn jonge badplaats, waarvoor het met alle macht vecht en moet vechten? Wat dat sorteeren van het vuilnis aan gaat nog dit: Is het practisch uitvoer baar, alleen vuilnis in zee te storten dat zinkt? Dat uitzoeken zou goud kosten, meer dan den Heider met deze „fraaie" methode meent te verdienen. —o Intusschen verheugt het ons zeer, dat dank zij onze actie verzet rijst aan alle kanten, ook buiten ons eiland. Indien het daa toe leidt, dat van overlast straks geen sprake meer zal zijn aan welke ge meente ook heboen we ons doel he re.kt. Het komt ons voor, dat den Helder voor zijn vuilnis een andere weg dient te zoeken; in geen geval zeewaarts. Vil GEELMERK 12 cl. per on* 6 cl per to on» Can.ert Texelsdh Fanfare. Van deskundige zijde schrijft men ons: Het programma van de uitvoering vav. Texelsch Fanfarecorps, gehouden op Vrijdag en Zaterdag 1.1. in hotel Texel, werd aangevangen met de „Odeon-marsch" van Ant. Tierolff. Deze marsch werd goed gespeeld, hoewel de inzet iets slap was. De tweede avond was deze heter verzorgd. Als tweede nummer volgde „Tancrède", ouverture van Rossini, bewerkt door O. Gadenne. Deze prachtouverture mag ze ker wel 't glanspunt van beide avonden genoemd worden. Ze werd met mooie nuanceeringen uitgevoerd en getuigde van vaardigheid en vlot spel. Waren de eerste avond de begeleidende instrumenten en liet middengedeelte iets weifelend, het welk zich gelukkig spoedig herstelde, toch was de uitvoering van dit nummer zeer te loven. Gekozen als vrij nummer voor let concours van de Westfr. Bond, kan het, mits goed onderhouden, een succes worden. Wij feliciteeren dir. Lugtenburg met deze goede keuze. Hierna kregen we te hooren een Fantasie uit de opera „Faust" van Gounod, arr. M.J.H. Kessels, welke ons niet zoo kon bekoren. De eerste avond was de solopistonist in het duo voor piston en trombone iets ruw van toon. Dat kon iets soej>eler zijn. De tweede avond werden enkele gedeelten van dit nummer weifelend ingezet en was het samenspel minder goed. De nummers 4 en 4a zijn reeds in het blad van Zaterdag gemeld. Na deze soli zette het corps in met de pittige marsch Royal Vainqueur, van Volant, gevolgd door de mooie Fan tasie-Ballet van L. Montague; vooral de tweede avond op zeer verdienstelijke wijze weergegeven. Een mooie, levendige Fran- sche oompositie. Les Roses du Midi, van de walskoning Joh. Strauss, arr. J. Blan- genois, met zijn mooie, vloeiende melo dieën, kenmerkte zich door een goede nuanoeerimg. In het laatst van dit num mer bemerkten we beide avonden een ver moeidheid bij de uitvoerenden, wat niette verwonderen is, daar deze wals veel van het uithoudingsvermogen vraagt, temeer, daar zij als laatste groote nummer op het programma gepTaatst was. Met de po pulaire marsch „Les Gars de la Marine" van Heijman, besloot Texelsch Fanfare dit welgeslaagde concert. We mogen opmerken, dat het corps over zeer goede krachten beschikt. Jam mer, dat door de minder goede de stem- m:ng in het einde der nummers soms iets weifelend was, wat toe te schrijven is aan te weinig studie. Door meer dage- lijksche studie zal dit verbeterd kunnen worden. Nog noemen we gaarne de vaar digheid en het rhytmisch gevoel van de kleine trommelslager, hetgeen we in wei nig corpsen zoo hoorden. Tot slot nog een woord van hulde aan de kranige di recteur, de heer Th. C. Lugtenburg. Het vele goede, dat we deze avonden hoor den, is wel aan zijn bekwaamheid toe te schrijven. Onder zijn bezielende leiding zal 't corps nog veel kunnen bereiken. o We hebben aan het bovenstaande maar weinig meer toe te voegen. Alleen over de soli nog een enkel woord. No. 4, Duo Concertant, van Cannivez, heeft ons en het publiek minder kunnen voldoen dan 4a, Carmencitia, welk laatste nummer zich onderscheidde door een aardige me lodie en dat onberispelijk voorgedragen werd. Vooral no. 4 stelde de solisten zware eischen, welke echter niet in de juiste verhouding stonden tot de voldoe ning, welke zij de uitvoerenden moet heb ben geschonken. Bovendien liet de stem ming de tweede avond veel te wen schen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1933 | | pagina 1