No. 4742 46ste Jaargang Zaterdag 3 Juni 1933 Eerste Blad.
"mm
LEVEN.
m i|r
Voor de Zondag.
HET PINKSTERWONDER.
WAAR HET OP AAN KOMT.
Het Saneeringsplan een bedreiging
voor Texels Bloembollencultuur.
Een vroolijk wijsje,
Een lieve lach,
Een vriendelijkheidje
Voor alle dag.
Een hartelijk woordje
Van dankbaarheid
In stille uren
Tevredenheid.
Een oogenblikje,
Dat warmte geeft
En doet doorvoelen,
Waarvoor je leeft.
Een kostbaar uurtje
Vol lichte klank
En diep in 't harte
Veel warme dank.
Een simp'le handdruk,
Een trouwe vrind,
De blijde oogjes
Van 'm lachend kind.
Een ideaaltje,
Dat niemand weet,
Omdat de wereld
Zoo gauw vergeet.
Wat arbeidsvreugde
En menschenmin,
Een zonnig liedje
In 't huisgezin.
Wat stil genieten,
Wat zonneschijn.
Bij al uw EENVOUD
GELUKKIG zijn.
Is ook dit alles
Uw deel op aard,
Dan is uw leven
HET LEVEN WAARD.
- .l'.iÜ
De mensch is een merkwaardig samen
stel van tegendeelen. Aan de eene kant
ervaren wij dagelijks de broosheid van
ons leven en zien wij ons heele bestaan
onafwendbaar onderworpen aan een over
machtig gebeuren van opgang en onder
gang, geboorte en dood, waar tegenover
wij machteloos staan en waartegen verzet
vergeefsch is en aan de andere kant is
er in ons een verlangen, dat ver uit gaat
boven alle tijdelijke gebondenheid. We
zoeken in het leven, dat door onze han
den glijdt, iets over te houden, dat de
tijd overwint.
Aan de eene kant kunnen wij iedere
dag met schaamte constateeren, dat wij
slaven zijn van onze omgeving, van een
verleden, dat zich in ons doet gelden,
of van eigen lafheid; en aan de andere
kant is er in ons allen een hartstochtelijk
roepen naar een verlossende vrijheid,
waar wij als koningen wonen en ons le
ven bouwen als een sterke toren, tot
heil van onszelf en als een toevlucht
voor de heele wereld.
Aan de eene kant worden wij dagelijks
ontmoedigd als wij ons stooten aan de
grenzen van ons bestaan, waarbuiten nie
mand uit eigen kracht treden kan, maar
aan de andere kant is er bij ons allen een
vurig verlangen om onze eigen klein-men-
schelijke grenzen te doorbreken, een hei
lige onrust, die ons meer doet verlangen
dan wij onszelf kunnen geven.
Wij zouden willen zijn als helden, on
afhankelijk en sterk, die door innerlijke
kracht kunnen gaan en staan, maar wij
gelijken vaak op dwaze kinderen, die
in overmoed naar buiten gevlucht zijn,
maar in de ruimte verdwalen en in wan
hoop schreien, omdat er niemand is, die
hen hoort.
Wij wachten in ons leven eigenlijk al
tijd op het Wonder, dat van buiten af
aan ons zal toevoegen, wat ons van bin
nen ontbreekt; dat ons zal vervullen met
nog meer dan wij onszelf kunnen ver
overen. Wij verlangen naar een verzadi
ging, die grooter is dan onze honger,
naar een overvloed, die wat wij rijkdom
noemen overtreft. Wij verlangen eigen
lijk meer dan wij als mensch mogen ver
wachten. Dat is het hopen op het Won
der.
We k&men de verwachting van Kerst
mis en de teleurstelling van de Goede
Vrijdag. Hierop volgen de overwinning
van Paschen en de TROOST en DE
NIEUWE DAAD van Pinksteren.
Daarom is Pinksteren de kroon der
Christelijke feestdagen, omdat het de le
venservaring tot in alle diepte voltooit
en tegelijk is het een nieuw begin, om
dat het de uitweg opent in de sterke uiter
lijke daad, die anderen ten goede komt.
Het Pinksterwonder is het geloof in
de Heilige Geest, die niet alleen al wat
onheilig is, oordeelt, maar die ook is
DE KRACHT TOT BEHOUD voor ons
zelf.
PINKSTEREN 1933.
ZONDAG.
Onze roeping is hier: het ware te ken
nen, het schoone te beminnen, het goede
te begeeren en het beste te doen.
Mendelssohn.
MAANDAG.
De avond van het leven ontleent zijn
licht en de schoonheid aan de dag, die
daaraan voorafging.
DINSDAG.
Somtijds geeft een storm het schip
de juiste koers.
WOENSDAG.
Hoe zeldzamer het aangename, hoe
grooter het geqoegen.
DONDERDAG.
Alleen wat er van ons uitgaat a aan ge
loot en kracht heeft blijvende waarde.
VRIJDAG.
Wijs is, wie niet bedroefd is over het
geen hij niet heeft, maar verheugd is
over hetgeen hij heeft.
ZATERDAG.
Wie al te strenge spant, die breekt ót
pees ót boog. Vondel.
Er is niet in de eerste plaats behoefte
aan politiekers thans, aan geleerde eco
nomen, aan machthebbers. Er is behoef
te aan menschen met zin voor rechtvaar
digheid, met harten vol liefde.
Zij en zij alleen zullen de weg kunnen
banen naar de nieuwe wereld, die komen
moet.
Het zijn zulke menschen geweest, een-
voudigen en geringen naar de wereld,
die de oude wereld in hun dagen over
wonnen hebben.
Zouden zulke menschen ook nu, waar
wederom een oud-geworden wereld zich
wil handhaven, niet in staat zijn hetzelf
de te 'doen
Ik twijfel daaraan niet.
Ik geloof in de eeuwig geldende waar
heid van de Pinkstergedachte.
Eens zal de heilige geest van waarheid
en gerechtigheid en liefde de honderden
gaan bezielen, zóó dat zij de wereld
weer bereiden haar Pinksterfeest.
De nuchteren, de zelfzuchtig denkenden,
de in eigen belang gevangenen, zullen
als weleer hen uitzinnig beschouwen en
hun profetisch woord bespotten. Het
zij zoo
Wie echter vóór alles de mensch wil
len zien als een geestelijk wezen, dat
steeds verder moet streven naar zuiver
heid van 'leven en dus naar altijd door
reiner mensch-verhoudingen, die behoort
liever tot de bespotten dan tot de spot
ters; diegeeft uiting aan de Pinkster-
gedachte, die jubelt zijn Pinkstervreugde
uit omdat de meest intense levensdrift d.i.
de drift om een waarachtig mensch te
zijn er hem toe drijft
En omdat hij de vaste overtuiging
heeft, dat deze levensdrift eens, als een
heilige geest over de menschheid vaar
dig wordend, de wereld zal herscheppen.
PINKSTEREN 1933.
Onderstaand schrijven is dooi
de afd. Texel van „Bloembol
lencultuur" en „H.B.G." ter
kennis van de groote pers ge
bracht.
Overname door alle andere
bladen mede gaarne 'toegestaan.
DE CRISIS.
De economische crisis, die vrijwel geen
enkele tak van welvaart meer onaange
tast Iaat, heeft ook het bloembollenne-
drijf zeer ernstig getroffen. Door een
soort vlucht in de bloembollen van de
zijde van landbouwers, die de rentabi
liteit van hun eigen bedrijven zagen ver
minderen en daarom zich op de aanvan
kelijk nog gunstig schijnende bloembol
lencultuur wierpen, is mede een groote
overproductie ontstaan, terwijl aan de an
dere zijde de verminderde koopkracht
van de consumenten en de verschillen
de handelsbelemmeringen de val der
bloembollenprijzen versterkten.
HET C.B.C.-PLAN.
Het bloembollenvak is daardoor in groo
te nood geraakt, reden, waarom aan de
regeering om steun is gevraagd. Deze
steun is aanvankelijk verzocht op basis
van een plan, ontworpen door de Cen
trale Bloembollencommissie (een instel
ling van de vakorganisaties), het z.g.
C. B. C. - PLAN, dat stabiliseering der
binnen- en buitenlandsche prijzen beoog
de, gepaard gaande met een restrictie
te verkrijgen door inlevering ter ver
nietiging van de tegen minimum-prijzen
niet te plaatsen bollen aan de regeering
tegen vergoeding. De benoodigde gelden
zouden volgens dit plan door de regee
ring worden voorgeschoten en zouden
later door het bloembollenvak door een
heffing op de export worden terugbe
taald.
EEN NIEUW PLAN, MAAR....
In plaats hiervan heeft de door de Mi
nister van Economische Zaken en Arbeid
benoemde comm. van advies ter voorbe
reiding van eventueel te treffen maatre
gelen tot steun en saneering van het
bloembollenbedrijf een plan ontworpen,
dat, in tegenstelling met het oorspronke
lijke C.B.C.-plan, de goedkeuring van de
TEXELSCHE NARCISSEN KWEEKERS
NIET kan wegdragen. Bij dit plan zou
ieder, die in 1933 narcissen wil plan
ten, verplicht zijn, geheel of gedeelte
lijk zonder vergoeding, voor iedere roe
uit te planten bollen een zekere hoeveel
heid bollen ter vernietiging in te leve
ren, zoodanig, dat de totale oppervlakte
NARCISSEN, over het heele land geno
men, VIJFTIG PROCENT tegenover het
jaar 1932-1933 zou worden ingekrompen.
WIE DE DUPE V/ORDEN.
Op deze wijze zouden de kapitaalkrach
tige kweekers het naar onze meening in
hun macht krijgen de minder kapitaal
krachtige kleine kweekers geheel te ver
dringen, daar deze om te kunnen blijven
leven, een deel van hun bollenkraam moe
ten verkoopen en ze dan nog bovendien
zonder vergoeding bollen zullen moeten
inleveren. Het komt ons bovendien voor
dat een verplichte inlevering van bollen
zonder vergoeding een ernstige inbreuk is
op het eigendomsrecht, waarvan juist
weer de minst kapitaalkrachtige kwee
kers de dupe zullen worden.
TE GROOTE INKRIMPING.
Voorts lijkt ons een zoo groote inkrim
ping, dat slechts de helft zal mogen wén
den uitgeplant in het algemeen veel te
ingrijpend. In de eerste plaats zal daar
door de werkloosheid weer toenemen,
mi de tweede plaats zou op deze wjy'ze
de teelt in liet buitenland kunnen toene
men ten koste van de Hollandsche pro
ductie en in de derde plaats zal door
deze groote beperking, vooral, wanneer
de Vereen. Staten van Amerika de gren
zen voor narcissen weer openen, na een
paar jaar de prijs van narcissen weer
zoodanig oploopen, dat voor hooge prij
zen weer veel import uit liet buitenland
(vooral Engeland) zal worden gekocht,
waardoor ten eerste het buitenland weer
zal profiteeren ten koste van de binnen-
landsche kweekers; ten tweede de kans,
op het importeeren van met aaltjesziek
besmette partijen groot zal zijn en ten
derde door deze hooge prijzen de teelt
weer zoo zal worden uitgebreid, dat met
een paar jaar weer overproductie ont
staat.
ONZE SIONS EN SPURREN.
Ten slotte hebben de Texelsche kwee
kers zich meer in het biezonder toege
legd op de teelt van Dubb. von "Sion en
Golden Spur, welke marcissenvariëteiten
blijkens de prijzen GEEN werkelijke
overproductie vertoonen. Texel wil daar
om dat DEZE SOORTEN BUITEN
HET Z.G. SANEERINGSPLAN zullen
blijven. Bovendien hebben vele kwee
kers, mede daartoe opgewekt door prof.
Van Slogteren, langzamerhand partijen ge
kweekt, die vrij van mozaïekziekte zijn
en die voor het bollenvak in de toekomst
groote beteekenis zouden krijgen. Ten
gevolge van het saneeringsplan zouden
zij gedoemd zijn een deel van deze par
tijen ter vernietiging in te leveren, wan
neer ze geen geld hebben om minder
waardige soorten op te koopen, die daar
voor in de plaats ter vernietiging zouden
kunnen worden ingeleverd. Dit zou niet
alleen funest zijn voor de minder kapi
taalkrachtige Texelsche kweekers, maar
ook voor de geheele Narcissencultuur.
HERZIENING GEWENSCHT
In verband met een en ander is de
stemming op Texel zeer verbitterd en
worden alle pogingen in het werk ge
steld, om een betere regeling te verkrij
gen. We merken hierbij nog op, dat de
Texelsche kweekers zich niet wenschen
te mengen in het saneeringsplan voor de
overige bolgewassen (tulpen en hyacin
then), omdat die voor Texel van zeer
ondergeschikte beteekenis zijn.
TEXELSCHECOURA
■V
VOOR HOOFD EN HART.