Pater M. Witte op Texel terug. Na 12 jaar noeste arbeid onder de tropenzon. Ben enthousi aste ontvangst. Na gedurende twaalf jaar als directeur van de Opleidingsschool te Kabaa in Eng. Oost-Afrika met groote liefde en toewij ding gearbeid te hebben, is een algemeen, geacht oud-plaatsgenoot, de Zeereerw. heer Pater M. Witte Jnz. weder voor een kort verblijf op Texel in onze gemeente teruggekeerd. Dat gebeurde Zondag met de laatste boot, een feit, dat eerst' Zater dag bekend, maar dat nochtans veel volk op de been bracht. Pater Witte werd een luisterrijke ontvangst bereid. Wie zal beschrijven wat er in hem om ging, toen hij aan de haven verwelkomd werd door zijn reeds hoogbejaarde vader, broers en verdere familieleden niet alleen, maar nog door een groot aantal anderen, die het zich tot een plicht rekenden, bij bij zijn thuiskomst van hun sympathie te getuigen- De commissie van ontvangst bestond uit de heenen R.J.Timmer, Jac. v. 'Heerwaar- den. P.Verbernev C. J. Veeger en C.Buis man. Laatstgenoemde reisde van den Hel der met Pater Witte mee. Onder leiding van kapelaan Schijindel en de onderwijzers Winter en Buisman hadden zich plm. 200 dames en heeren per rijwiel naar die' Haven begeven, teneinde kleur en fleur en vroolijkheid bij te zetten aan de feeste lijkheid, welke de terugkeer van Pater Witte in zijn geboorteplaats na het vol brengen van zoo zegenrijke arbeid immers beteekende. Onder de vele anderen, die de missionnaris kwamen begroeten, merk ten we behalve eenige vroegere school kameraden ook de heer H. Oroenewold Op, die zich nog immer met genoegen de dagen herinnert, dat hij „Michiel" onder zijn leerlingen telde en die niet gaarne déze gelegenheid had verzuimd om hem van zijn medeleven en genegenheid te doen blijken. De tocht naar den Burg was een vreugdetocht. De zon, die de gansche dag reeds haar best had gedaan, liet zich ook in dit avonduur niet onbetuigd. Ze zette de „blijde incomste" meerdere luister bij. Een lange rij dames en heeren op fietsen ging aan de auto's, in de voorste waarvan Pater Witte met zijn naaste verwanten ge zeten was, vooraf. Bij de Pastorie te den Burg gekomen, waar een groote menigte met ongeduld zijn komst verbeidde, werd Pater Witte na door Pastoor Van Ruyven en Kapelaan Schijindel te zijn begroet een welkomstlied toegezongen, waarvan we de woorden hier laten volgen (Wijze: Aan U, p Koning der Eeuwen). Uw mede-Texelaren brengen u een wel komstgroet, nu gij na zooveel jaren een blijde intocht doet. Wij zijn er allen trots op, dat ge een dier onzen zijt. U, dappere missonnaris, u zij dit lied gewijd. Gij werkte in de Missie 'n twaalftal jaren al. Thans zette u met vreggde weer voet op Texels wal. Neem rust van uwe arbeid, zij make u weer sterk. Schenk' God u nieuwe krachten voor 't schoome Missiewerk. U waart in 's Heeren wijngaard de stoere werker Gods. Bij kommer, moeite en zorgen stond gij steeds als een rots. Voor onderwijs, beschaving, op velerlei gebied, hee'ft u gewerkt met ijver, zooals men zelden ziet. Laat nogmaals 't lied weerklinken van welkom, huid een eer, en laten w' allen bidden: geef hem Uw zegen, Heer. Dat groot en klein 't herhale op deze blijde dag en dat u zich deez' hulde nog lang herinneren mag. Na deze treffende huldiging, begaf Z. Berw. zich naar de woning van de heer D.C.Witte, zijn broer, aan het Schilder- eind, waar "hij zijn Intrek zou nemen. De vlag was er uitgestoken en palmen voor tie ingang waren mede vertolkers van de vreugde over de thuiskomst van wie zoo veel jaren achtereen onder uiterst moei lijke omstandigheden in den vreemde, ver van de „beschaafde wereld" werkzaam was. Bn hoe en met wélk resultaat? OP BEZOEK BIJ PATER WITTE Met het doel u op deze laatste vraag 'n behoorlijk antwoord te kunnen geven, hebben we, zoodra de meeste drukte wat geluwd was, een bezoek aan Pater Witte gebracht. Men zal zich herinneren, dat we een paar jaar terug in een reeks ar tikeltjes interessante mededeelingen over de scholen en de levenswijze te Kabaa (O.-Afrika), waar Pater Witte werkzaam was, hebben gedaan. Geheel onbekend waren we dus niet met zijn arbeid en een aanknoopimgspunt werd licht gevonden. Ot ons bezoek wel gelegen kwam? Gerust hoor. Kom maar binnen. Wat wilt u weten? Nu, aan vragen hadden we geen gebrek, en al ras beschikten we over zooveel stof, dat we er een krant mee zouden kunnen vullen. We hebben ten slotte onze nieuwsgierigheid moeten be dwingen, want bijkans anderhalf uur duurde ons „vraaggesprek" en nog waren we lang niet aan het eind. Meer tijd meen den we echter niet in beslag te mogen nemen. Wellicht doet zich later weer eens een gelegenheid voor. Pater Witte werd in 1895 te den Burg geboren, waar zijn bejaarde vader thans nog woonachtig is. Zondag was het juist 12 jaar geleden, dat zijn moeder overleed. Na vier jaar de lagere school te hebben bezocht, volgde hij vijf jaren de lessen aan de z.g. Framsche school. Hoofd dezer, school was toen de heer H. Oroenewold, die op de ontwikkeling van de jeugdige Michiel groote invloed uitoefende. Aan hem, zoo verzekerde ons Pater Witte, heb ik veel te danken. Hij wist de leerstof er goed in te krijgen en ztjm systeem "heb ik in Afrika tot het mijne gemaakt. Buiten Texel werd de studie met ijver voortgezet. Berst aan het College van Weert, zes jaar lang, en ten slotte aan de Universiteit te Leuven, 3-j. philosophic en 4 jaar theologie. Volkomen toegerust voor de vervulling van de zware taak, hem na volbrachte studie op de schouders gelegd, reisde Pater-Missonnaris Witte nu at naar buitsch (later Engelsch) Oost- Afrika, naar het Bisdom Zanzibar, waar Z.Eerw. eerst een paar jaar in de hoofd stad van Kenya, Nairobi, vertoefde, om zich vertrouwd te maken met de voor naamste talen der inboorlingen, te midden van wie hij weldra zijn tenten zou opslaan (letterlijkhutten van modder zou optrek ken). Benig denkbeeld van de afstanden krijgt men, wanneer men zich voorstelt, idat Nairobi 22 uur sporens van de haven plaats Mombasa gelegen is, terwijl Kabaa de heuvel, waar Pater Witte zijn missie- Werk zou aanvangen, 100 K.M. ten N.O. van Nairobi gelegen is en aanvankelijk door geen enkele gebaande weg mét de hoofdplaats was verbeenden. Wegen moes ten in ideze woestenij nog „uitgevonden" worden. Het was Pater Witte, die met be hulp van zijn negerjongens in deze be hoefte een behoorlijke verbinding met de beschaafde wereld ten behoeve van de aanvoer van diverse materialen voorzag .Kabaa wil zeggen „kaalkop", wat duidt op de dorheid, welke hier door gebrek aan regenwater wel moest ontstaan. De heuvel ligt nabij een rivier en reikt tot 100 M. boven haar niveau en wel 1300 M. boven de zeespiegel. Onvruchtbaar is zijn grond en die van het dal aan zijn voet (geenszins. Ware ide regenval overvloedi ger, het zou hier een weeldrige planten tuin zijn in wijde omgeving. Nu bepaalt zich deze tot de helft van de 50 H.iA.i, welke hier als behoorende tot de missie zijn afgepaald. Er is hier een oase ge schapen, waar eertijds slechts harde roode aarde en dor struikgewas en dorens ge vonden werden. Door opstuwing van. het rivierwater wordt het land van tfid tot tiid riikeliik sedrenkt. waarvoor het zivn dank baarheid toont door overvloedig .groenten., en fruit voort te- brengen. De negerjon gens zijn met tuinieren vertrouwd ge maakt en telen onder Pater Witte's lei ding sla, worteltjes, radijs, bieten, enz.. Alsmede worden vruchten als bananen (12 soorten hier), perzik, mandarijn, enz. hier in rijke mate geoogst. Een wondertuin in de wildernis. Pater Witte baande zich twaalf jaar terug als eenige Europeaan een weg van, Nairobi uit in N.O. richting en ving op 100 K.M. afstand van deze hoofdplaats, aan met de stichting van een schooltje, onder de volkstam der Wakamba's, met aanvankelijk dertig leerlingen. Vier jaar lang was Pater Witte daar de eenige leer kracht, de eenige Europeaan. De leerlin gen op de school te Kabaa zijn alien jon gens. Meisjes zijn kostbaar in deze con treien. Ze worden verkocht, beter gezegd geruild voor koeien, paarden, enz. tot een, gezamenlijke waarde van plm. f400.—. Ze worden daarom angstvallig bewaakt. Be nijdenswaard is het lot van die meisjes geenszins. Reeds als ze 12—13 jaar oud zijn worden ze uitgehuwelijkt, niet zelden aan oude kerels van 70 jaar en ouder, Vaakloopenze danook van huis, in welke gevallen Pater Witte zich over haar ont fermt en voor opname zorgt in het Zus terhuis in de hoofdstad. Het ligt echter in'de bedoeling in Kabaa zèlt een Zus terschool '*'te openen. De jongens voeden zich 'op ide school goed thuis. Ze worden tot onderwijzer en hoofdonderwijzer op geleid en 'toonen verstandelijk goed ont wikkeld te zijn. Wie geen „studiekop" heeft, wordt met een handwerk vertrouwd gemaakt: smeden, schoenmaken, metse len, timmeren, houtsnijden^ enz. De ge bouwen te Kabaa vormen een wereldje op zichzelf. Alle werk wordt door de be woners zelf verricht. De schooljongens koken hun potje zelf, ook dat voor Pater Witte en zijn assistenten. Toen na 4 jaar de school'ongeveer 180 leerlingen telde, kreeg Z.Eerw. voor het eerst Europeesche hulp. Langzaamaan nam zijn instituut in omvang en beteekenis toe en thans is het uitgegroeid tot een volledige middelbare school met opleiding voor het staatsexa men en een gymnasium met 110 leerlin gen. Tachtig negers werden door Pater Witte en zijn stat'tot het afiïbt van onder wijzer opgeleid. Zij Verplichten zich de missie te dienen gedurende minstens zoo veel iaren als hun opleiding duurde. De school telt thans 300 Leerlingen in tern en 200 extern. Behalve Pater Witte, zijn twee lersche en een Duitsche mis sionaris aan het instituut (Primary en Se condary school) verbonden. „Swahili", de taal der inboorlingen, is de voertaal op de Primary School. Bij het voortgezet onderwijs bezigt men Engelsch. De leerlingen behooren tot 16 a 17 di verse stammen en zijn 1220 jaar oud, d.w.z., naar schatting, want „registers voor de burgerlijke stand" worden hier niet bij gehouden. Pater Witte heeft in het dozijn jaren onder de inboorlingen heel wat meege maakt. Een paar maal dreigden zijn pu pillen in opstand te komen en alles ten gronde terichten, wat met zooveel moeite was opgebouwd. Zij waren ontevreden over het vele werk, hun opgelegd. Om vijf uur reeds ving de dag aan en om 9 uur 's avonds kon inen zich ter ruste bege- geven. Er moest echter wel flink aange pakt worden. Ledigheid is des duivels oorkussen, vooral hier. Bovendien moest heel wat werk verzet worden, voor de streek wat bewoonbaar was geworden. Het was een broeinest van ongedierte, een terrein vol dorens en struikgewas, onbegaanbaar. Er moesten wegen komen.. Duizenden steenen moesten worden ge bakken. De opstand werd echter spoedig bedwongen. Pater Witte begaf zich te midden van de joelende menigte en sprak met luider stemme: Hier "ben ik. Wat zijn jullie van plan? Toen zag men blijk baar in, zich te hebben vergist. Men ver- Spreidde zicli en de rust keerde weer. De bevolking heeft voor Pater Witte diep ontzag en met reden. Hij is haar leer meester niet alleen, maar ook de helper in 'de nood, wanneer ziekten komen plagen ot een ongeval heeft plaats gehad. Zijn laboratorium, ziekenzaal mét 24 bedden, medicijnkast, enz. staat ter beschikking van elkeen. Een paar maal hebben natuurrampen het land getroffen.. Sprinkhanen kunnen hier in zoo grooten getale voorkomen, idat hun zwermen het zonlicht verduisteren, en 'de velden geheel kaalvreten. Langdurige droogte kan ook groote schade berokke nen evienals ziekte onder het vee. Te Ka baa zijn de stallen echter nog wei -voor zien: 60 trekossen, 12 koeien (kosten hier f Sf 10), 80 schapen (koopt men voor plm. fl.20 varkens, enz. Zoo wordt in de behoefte aan transportkrachten, aan vleesch en melk voorzien. Aan de overzijde der rivier strekt zich een hoogvlakte uit, waar het wemelt van zebra's, giraffen, slangen en allerlei an der gedierte. In de rivier krioelt het van nijlpaarden en krokodillen. Toch wordt er door de inboorlingen druk gezwommen, waarbij ze door 'flink lawaai te maken, de dieren op een afstand houden. Schreven we reeds, dat de rivier door opstuwing voor de bevlaeiïng van eenige H.A. Land zorgt, binnenkort zal zij ook dienstbaar worden gemaakt aan de op wekking van electrische stroom. Reeds kocht Pater Witte daartoe een dynamo aan. Een drinkwaterleiding werd sinds lang reeds tot stand gebracht. Het is hier door de hooge ligging niet ongezond. Besmettelijke ziekten ko men weinig voor. In de buurt brak eens een pest-epidemie uit en deden zich wie gevallen v. hersemen-ruggemergontsteking voor. Gelukkig heeft men deze ziekten te Kabaa kunnen weren. Bof en roodvonk komen er wel eens voor. Tot het lastige ongedierte mogen zeker de zandvlooien worden gerekend. Desondanks is Kabaa nu geenszins „kaalkop" meer, maar al aardig begroeid en behoorlijk bewoonbaar geworden. Een bedehuis en tal van andere gehouwen, weiden, moestuinen en boomgaarden ge tuigen op welsprekende wijze van de toe wijding, de stalen vlijt, en volharding waarmee hier gearbeid is. Het z.g. staf huis telt twee verdiepingen, met onder en boven zes groote kamers, met waranda's. Allemaal eigen werk der inboorlingen. Voor dit gebouw alleen moesten wel 100.000 steenen met de hand worden ge vormd. Het is maar goed, dat geen schade werd ondervonden van de drie aardbevin gen, 'die het lan'd troffen. Kabaa ligt in de nabijheid van twee groote vulka nen', maar ontsprong de dans. Op onze vraag welke ervaring in de missie hem het meest heeft getroffen, antwoordde Pater Witte, dat het de edele inborst was van vele zijner pupillen. Het 'wasb.v. op 'n leeuwenjacht, dat 'n leeuwin zich gereed maakte om hem te bespringen. Een leerling had dit in de gaten en zou zich voor zijn meester hebben opgeofterd door de aandacht van het wilde dier op zichzelf te vestigen door het steentjes toe te werpen. Ook bij Pater's afscheid trad duidelijk aan de dag, hoe hecht de band is,'die de jongens aan hem bindt. Zij konden hun aandoening niet verbergen. Aangrijpend vooral was het, vertelde Pa ter Witte, toen zij mij bij mijn vertrek in het Hollandsch het Wilhelmus toezon gen, dat zij in alle stilte hadden geleerd. Zingen kunnen zij uitstekend. Ook hun rythmisch gevoel is goed ontwikkeld. Het fanfarecorps te Kabaa telt 20 leden. Ook aan sport wordt gedaan. Een zestal voet balvelden geeft voor wedstrijden alle ge legenheid. Er wordt met bloote voeten gespeeld, maar zij bewerken de bal als geen Lagendaal beter kan. Er raakt wel eens'n teen defect, maar liet Pater Witte er op volgen die lappen we wel weer op. Het is zelfs voorgekomen, dat een jongen bij me gebracht werd, die door een krokodil afgrijselijk toegetakeld was. Met dorens had men zijn wonden ge hecht. Ik gaf ze de raad hem naar het ziekenhuis te brengen, opdat de knaap grooter kans zou hebben het leven te be houden. Hierin hadden zijn makkers ech ter geen trek; het hospitaal lag ook wel 100 K.M. ver. Toen ben ik zelf maar aan het dokteren gegaan. Ik verwijderde de dorens zoo goed ais ik kon en hechtte vervolgens de wonden met naald en draad. Maanden zweefde mijn patiënt tus- schien leven en dood. Mijn medicijnkast raakte onderwijl leeg. Toen hij eindelijk lie rs te ld was, bleek hij op zekere dag spoorloos verdwenen met medene ming nog wel van de dekens, die ik zelt gekocht had. Ja op dankbaarheid moet je maar niet te veel rekenen. Het is al mooi, idat zooveel tot stand kan worden gebracht in zoo'n kort tijdsbestek. Een gelukkige omstandigheid is, dat de verbin ding met de hoofdstad nu met behulp van een auto en drie motorfietsen on- onderhouden kan worden, al vordert deze reis per auto door de oneffen weg over heuvels en door dalen ook meer dan drie uur. In Nairobi inog 22 uur per trein van de kust, doet het je Hollandsch hart goed bekenden te ontmoeten als si garen en kaas van Holl. .fabrikaat, Van Houtens cacao, Amstel-bier, Van Nelle- tabak, Holl. pekelharing, enz. Nairobi is een stad mét Europeesch voorkomen/Men 'heeft er z?lfs een radio-station (zendt meest nieuwsberichten en gramofoonpla- ten uit), waarnaar Pater Witte met de zijnen op zijn eenzame post echter niet kan luisteren. Een radiotoestel is men te Kabaa nog niet rijk. Wellicht zijn er Texelaars, die met elkaar Pater Witte zoo'n apparaat willen schenken? We zijn er zeker van, dat het dankbaar zou wor den aanvaard. Het zou een welkome af wisseling brengen in het drukke bedrijf, waarvan op Kabaa de dagen vervuld zijn. Des avonds na volbrachte taak de stem van het moederland te kunnen beluiste ren terwijl inen overigens hier sle?hts Engelsch en Swahili hoort moet zeer_ aantrekkelijk zijn. Europeanen ontmoet men hier maar zelden. Kort voor zijn ver trek ontmoette Pater Witte in Mombasa heel toevallig een zoon van Ds. van Swe den, destijds predikant te Oosterend. Hij keerde na een bezoek aan Holland, waar hij ook Texel niet vergat, van verlof naar lindië terug. Op 5 Mei scheepte Z.Eerw. zich te Mombasa op het Duitsche s.s. Tangan- jika in, waarmee hij na een reis van een maand en een dag te Rotterdam aan kwam. Na een kort verblijf ten huize van zijn broer te den Haag reisde hij naar z'ijn geboorte-eiland, waar hij', zboals ge meld, Zondag met de laatste boot arri veerde en gees'tdriftig ontvangen werd. Het was een drukte van BeTang, maar 'de politie had het verkeer uitstékend gere geld. Alvorens afscheid van Pater Witte te nemen, kregen we nog een groot aantal voorwerpen te zien, welke de negers op Kabaa hadden vervaardigd: smeedwerk, houtsnijwerk, Leerbewerking, enz., alles met zorg gemaakt, vaak künstig versierd: ringen, kettingen, poppen en een menjgte pijpen (Pater Witte is een hartstochtelijk rooker en beeft dus voor reserve-mate riaal doen zorgen). Mede zagen we oor konden, door de negers zelf ontworpen, geteekend, gekleurd en gecalligrafeard en als aandenken aan Pater Witte meege geven. Uit alles wat we zagen en be luisterden sprak kennis en vaardigheid, maar bovenal tTefde en toewijding. Zie hier de bouwsteenen, waarmee Kabaa in de Bngelsche kolonie Kenya (Prov. Ukam- ba) werd opgebouwd. Wie zou voor zulke arbeid geen respect hebben? Namens de Comm. van- Ontvangst wordt hartelijk dank gebracht aan allen, die hun medewerking verleenden; in het biezonder aan heeren auto-bezitters en chauffeurs. Een verheugend verschijnsel was het zeker, dat niet alleen katholieken van hun belangstelling bij de terugkeer van Pater Witte getuigden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1934 | | pagina 2