No. 4907 48ste Jaargang Zaterdag 5 Jan. 1935
Voor de Zondag.
EERSTE BLAD.
Met de beste wil
Texelsohe Berichten
(Jw advertentie in dit Mad an
op Texel huis aan huis gelexm
TEXELSCHE COURANT
„Met de beste wil van de wereld maakt
gij alle menschen niet wijs", stond in
een oud rijmpje. Het is jammer, maar het
is zoo. Anders zouden er geen oorlogen
geen internationale verwikkelingen, geen
binnenlandsche relletjes en geharrewar
meer zijn.
Daarom moeten wij niet alleen iets
krachtig willen, maar ook verstandig wil
len.
Wat eenmaal niet kan, kan niet. Daar
mede moeten we rekening houden. En
daarom het goede, dat we beoogen, op
de juiste wijze trachten te bereiken. Niet
door met 't hoofd tegen een muur te loo-
pen indien de muur ons in de weg staat,
doch door er om heen of desnoods over
heen te gaan.
Onze wil moet goed zijn, moet stevig,
krachtig, vasthoudend zijn, maar moet
allereerst redelijk, verstandig zijn.
Met de beste wil der wereld scheppen
wij van de aarde geen paradijs. Daarop
moet ons pogen dus niet gericht zijn
Maar wel moet onze ijzeren wil er naar
streven van ons leven op aarde het aller
beste te maken, voor onszelf en onze
evennaasten, wat er van te maken is.
Dan bereiken wij iets.
ZONDAG, 6 Januari 1935.
VOOR HOOFD EN HART.
ZONDAG.
Neen, 't viel niet zwaar zijn leven
Voor eenen vriend te geven!
Maar licht viel 't zoeken zwaar,
Om onder duizend vrinden,
De eene vriend te vinden
Die 't offer waardig waar.
A. C. W. Staring
MAANDAG.
Toewijding moet een der kenmerken
van de ware mensch zijn.
DINSDAG.
Een optimist vindt zónder te zoeken,
wat een pessimist zoekt zonder te vinden.
Goethe.
WOENSDAG.
Als men zijn zaal vol goud en edelge
steenten heeft, zal men haar niet kun
nen behouden. Tao Teh King
DONDERDAG.
Zorg dat de jeugd niet ledig gaat,
want niets te doen leert enkel kwaad.
VRIJDAG.
De jeugd moet leenen inzien, dat alles
wat zij hoopt of wenscht, door haarzelf
moet verkregen worden; dat niets vanzelf
komt.
ZATERDAG.
Kleine voortgezette daden van helden
moed zijn moeilijker te volbrengen dan
groote bij gelegenheid.
UIT DE OUDE DOOS.
HOE EEN FRANSCHMAN 60 JAAR
GELEDEN TEXEL ZAG.
door J. A. VAN DER VLIS.
In een oud boek, met een beschrijving
van een tocht rond de Zuiderzee, vonden
we ook een hoofdstuk aan Texel ge
wijd. Hoewel er geen belangrijke mede-
deelingen in worden gedaan, verdient 't
verhaal toch wel opnieuw vertelt te worden
't Is vlot geschreven en de schrijver Henry
Havard, weet de dingen op een origineele
manier te zeggen. Het boek is in 1875
verschenen in een vertaling van Mej.
Campbell.
«wij gingen op een Maandag, des
avonds ten zes uur, onderzeil, (van Nieu-
wediep). De zee was volkomen kalm en
het weer zeer stil. De groote watervlakte,
die zich tot aan de Noordzee uitstrekt,
was zoo glad als een spiegel, zélfs geen
rrmpeltje, door een zacht koeltje aange-
bragt, liet zich bespeuren, voorwaar geene
gelukkige omstandigheid, wanneer men
met een zeilschip reist. Twee, rn-et roeijers
van de haven bemande sloepen, sleepten
ons tot in het ruime sop, waar wij twee
uur vertoefden, zonder merkbaar vooruit
te komen. Langzamerhand werd hetweêr
echter frisscher, de wind stak een weinig
op en wij zeilen nu met een tamelijke
snelheid voort. Het water, de eilanden en
de kust werden met de laatste stralen
N.V. T. E. M.
KOOKT ELECTRISCH
3 cent per KWh.
N.V. T. E. M.
NA DE KEUKENSCHOONMAAK
ELECTRISCH KOKEN
van de zon als overgoten. Op de gepant
serde fregatten in de verte hoorde men
de matrozen de oude zeedeunen zingen,
die bijna in elk land gelijk zijn en waar
van de eenigszins eentoonige melodie iets
bezit, wat het gemoed aandoet en oude
herinneringen in het hart doet opwellen.
Het was reeds na negen uur, toen wij
te Oude-Schild, de haven van Texel, aan
kwamen. Door de groote toevloed van
vaartuigen en visschers, was het moeijlijk
genoeg om eene geschikte plaats te vin
den. Het gelukte ons evenwel toch onder
te komen, maar het was intusschen nacht
geworden, waardoor wij verpligt waren,
alle pogingen om ons met de bijzonder
heden van het eiland bekend te maken,
tot den anderen dag uit te stellen.
Ofschoon ik reeds tweemaal te Texel
geweest was, ontving ik nu bij het ont
schepen toch weder denzelfden indruk
als bij mijne vroegere reizen. Wanneer
men pas op dit vreemdsoortige eiland
komt, heeft het den schijn of' men af
daalt in een zeer ^groote uitgestrekte kuip,
die met een dik ""tapijt van frisch groen
bekleed is. Het is eene onafzienbare gra
zige vlakte, gestoffeerd met eenige boo-
men, bevolkt door enkele dorpen en ver
levendigd met schapen, koeijen, en paar
den, die in vrijheid grazen, terwijl dit
geheel omgeven wordt door een gordel
van dijken en duinen, die overal het uit-
zigt begrenzen. Men voelt zich als 'twape
beneden de golven, het heeft er wel waf
van of men zich in eene kuil, in een van
boven geheel geopende kelder bevindt.
Zonderlinge gewaarwording die men niet
weet te verklaren, maar die niet te min
zeer sterk en bepaald hoogst eigenaardig is.
De dijk, die het zuidelijk gedeelte van
het eiland tegen de hooge watervloeden
vrijwaart, is een prachtig werk, en bijna
van even groot belang als de dijk aan den
Helder. Hij is in 1774 aangelegd en ver
heft zich achttien voet boven den hoog-
sten vloedde grondslagen, waarop hij
rust, breiden zich in een hoek van vijf-
en veertig graad, tot op ongeveer twee
honderd voet onder zee uit. Op de plaats,
waar deze werken werden aangevangen,
was men genoodzaakt om onder eene
watermassa van dertig Ned. ellen diep te
arbeiden. Een andere dijk, eveneens zeer
merkwaardig, doch van minder grooten
omvang, (sic. V.is die, door welken
Eijerland, dat, voor 1630 een afzonder
lijk eiland vormde, op dat tijdstip met
Texel Verbonden werd. De zonderlinge
naam, dit dit eiland voert, heeft het
verkregen door de omstandigheid, dat
zich hier elk jaar eene ontzettende me
nigte vogels nederlaat, met het doel om
hunne eijeren te Leggen en die uit te
broeijen. De grond wordt bijna geheel
onzigtbaar onder den afval van allerlei
soort, achtergelaten door deze merkwaar
dige gasten, die, na de vervulling van
hunne natuurlijke pligten, hunne vlugt
hernemen en zich naar Noorwegen bege
ven om er het schoone jaargetijde door
te brengen.
Van de zijde der Noordzee wordt zoo
wel Eijerland als Texel beschermd door
een vierdubbel bolwerk van duinen, berg
jes, met los zand bedekt, waarvan de
naakte, woeste en treurige aanblik zeer
in strijd is met de heerlijke groene wei
landen, die zij tegen de overweldiging
van de zee beveiligen. Deze duinen zijn
intusschen een gedeelte van het eiland,
dat niet het minst belangrijke is om te
doorwandelen. Zij zijn alleen'te voet of
te paard toegankelijk en dan nog zakt
men tot aan de enkels in het fijne, losse
-'and, terwijl dit onder de hoeven der
paarden geheel wegzinkt. Niets is zon
derlinger echter dan die onmiddellijke
overgang van eene welige, groene vlakte
in zulk eene onvruchtbare, dorre woeste
nij, die zich tot in het onafzienlijke uit
strekt en die men eerder zou kunnen
veronderstellen een deel uit te maken
van de woestijnen in Afrika, dan van den
vochtigen, weeken, Noord-Hollandschen
bodem.
De van dijken en duinen omgeven
groene vlakte, wordt bevolkt door een
half dozijn bevallige dorpjes; één daarvan
Den Burg genaamd, is veel aanzienlijker
dan al de anderen. Twee van deze, Oude
Schild en Nieuwe-Schild, zijn op de kust
zeiegen: de overigen, Cocksdorp
doorn, Oostereind, Waal en Koog, ver--
vroolijken met hun vriendelijke kerktorens
het binnengedeelte van het eiland.
(Wordt vervolgd.) 1
Mcdcdeelingen
van Texels Bioscoop-Theater
MALLE GEVALLEN.
In korte trekken de inhoud vertellen
van deze geestige film vol geest en jolijt
is een moeilijk geval. Ook een uitvoerige
beschrijving zou nog maar een zeer on
volkomen beeld geven van wat deze film
aan dartele dwaasheid, vroolijke actie en
kostelijke humor te bieden heeft. Een
gezellige film is het, met als medewer
kers een schaar Nederlandsche artisten
Voeg daarbij de mededeeling, dat de
technische staf dezelfde was als die,
welke De .Jantjes verzorgde en deze
woorden zullen voldoende zijn, om ook
deze film een druk bezoek te verzekeren
We maken eerst kennis met Bram, de
eeuwige student, die op zekere morgen
ontwaakt aan de voet van het Boerhave
monument, dat dan juist de aandacht
trekt van een gezelschap meisjes, dat
onder leiding van een Ieerares een reisje
maakt. Wanneer de dames per autobus
weer vertrokken zijn, besluit Bram met
Boy en Hans, twee medestudenten, de
dames op te wachten aan de school, waar
zij uitgestapt zijn. Dan volgt een reeks
dolle avonturen, waarvan we er slechts
enkele aanstippen: de vergeefscbe po
gingen van het jolige drietal om met
Hitty, Took en Loeki in contact te ko
men; het optreden van Piet, bijgenaamd
„de Klit", die vergeefs Kitty tracht te
veroveren; de plagerijen, waarvan me-
ne<fc de brompot Smallebroek, die van
Kitty en Toos o.m. bezoek ontvangt, de
dupe is; de poets, welke „de Klit" op de
Kager Plassen bij een zeiltocht gebak
ken wordt; het dtiel aan het strand van
Wassenaar; het inktbad, dat Loeki on
dergaat tengevolge van een botsing met
Hans op het redactiebureau van een
groot dagblad, enz. Alles met elkander
een film voï humor en geest. Eén schater
lach.
Joh. Kaart, de Schele uit De Jantjes,
speelt de rol van Bram, Jopie Koopman
is Loeki, Louis de Bree: meneer Smalle
broek.
DE COCKSDORP.
VAN TEXEL NAAR CHICAGO
NEW-YORK.
Naar we vernemen zal Marius J. Reu
vers, die van Texel naar Chicago is ge
reisd en wiens reisbrieven van tijd tot
tijd in de Texelsche Crt. worden gepu-
pliceerd, omstreeks Februari terugkeeren.
Eerst zal hij echter nog een bezoek aan
New-York brengen. We hopen ook van
dit uitstapje eenige wetenswaardigheden
te kunnen opnemen.
VLIELAND.
KUSTLICHT VAN VLIELAND.
De Nieuwe Harl. Crt. schrijft:
Zooals bekend, bestond het licht in de
vuurtoren van Vlieland Uit een vas't licht.
Uit een oogpunt van navigatie was dit,
naar men ons meedeelt, af te keuren. In
verband daarmee is sedert kort, nadat
in het begin van Dec. proeven waren
genomen, dit vaste licht gewijzigd in een
van intermitteerend karakter. Het is nu:
4 seconden licht en daarna 4 seconden
donker.
„TANTE CATO" ONDERSCHEIDEN.
Aan mevr. de wed C. SiebenKooij
(Tante Cato), die gedurende 54 jaren
op Vlieland de bewaarschool heeft ge
leid, is door H.M. de Koningin de zil
veren Eeremedaille toegekend, verbon
den aan de Orde van Oranje-Nassau.
GEZELLIGE AVOND.
Op 28 Dec. gaf Vlieland's Fanfare
onder leiding van de heer Verbarendse
voor zijn donateurs een uitvoering in de
zaal van bet Badhotel. Tevens werd een
film vertoond, getiteld IJzeren Klauwen.
De zaal was goed bezet. Het programma
kon de aanwezigen best voldoen. Met
een gezellig bal werd de avond besloten.
LANDBOUW EN VEETEELT.
MELKREGELING.
Dezer dagen zijn aan de veehouders
vragenlijsten verzonden betreffende de
melkproductie in 1933 en eenige andere
gegevens. Wie wel rundvee hebben, doch
nog geen vragenlijsten hebben ontvangen,
dienen zoo'n lijst bij de lieer M. Zuide-
wind, secr., aan te vragen.
De lijsten moeten ingevuld ingeleverd
worden bij de Plaatselijke Commissies.
Ook de rundveehouders, die in 1933 en
1934 alleen melk voor eigen gebruik heb
ben gemolken of in het geheel niet ge
molken hebben, doch op 1 Januari 1935
wel rundvee in hun bezit hadden, moeten
opgave doen.
VOOR ZES ASTRONOMEN.
Te Los Angelos (V.S.) werd dit 14 M.
hoog monument opgericht. Het is gewijd
aan zes sterrenkundigen, die een wereld
vermaardheid verwierven: Hippark os,Ga
lilei, Kepler, Newton, Copernicus en
Herschel.
JOSE SORZANO (Bolivia.)
De twist tusschen Bolivia en Para
guay, welke 6 Juli 1931 tot een breuk
tusschen beide staten leidde, vindt zijn
oorzaak in de strijd om het Gran Chaco-
gebie'd. Van 1928 af reeds heeft de zie
twistappel tot min of meer ernstige bot
singen aanleiding gegeven. De oorlogs
verklaringen dateeren van Mei 1933. Het
was de eerste „officieele" oorlog, waar
mee de Volkenbond sinds zijn oprichting
te doen kreeg.
Helaas heeft hij tot heden niet het zoo
vurig verlangde succes gehad. Onze
foto is die van Bolivia's nieuwe presi
dent, die genegen schijnt de bemiddeling
van de Volkenbond te aanvaarden. Zal
1935 het einde van deze afschuwelijke
slachting brengen?
TASJI LAMA.
Al sedert eeuwen zijn de Chineezen en
de bewoners van Thibet vijanden. Chi-
neesche keizers hebben Thibet veroverd
en in naam is het ook na de revolutie
deel van China gebleven. In 1911 echter
verdreven de Thibetanen de Chineesche
garnizoenen uit hun land en sinds doen
zich aan de grens steeds gevechten voor.
Nu heeft Tasji Lama, die sinds'25 in China
verblijf houdt, zijn voórnemen te kennen
gegeven naar Thibet terug te keeren, ten
einde zich aan het hoofd der Thibetanen
te stellen. Tevens zou hij zich als opper
hoofd van het Lamaïsme (godsdienst der
Thibetanen) erkend willen zien. Of China
daarmee accoord gaat, is de vraag.