DE IN D£ PIJP Se Nieuwe Texelsche Couran w No. 4926 48"e Jaargang Woensdag 13 Maart 1935 g£N AdAN IN DE KNEL... asfc Asi»iri-n Van week tot week Burgeroorlog. Van een witboek en donkere wolken. Het oogmerk van Italië. Er was eens Texelsche Berichten Het Geheimzinnig! Landhuis. MAAR Uw advertentie in dh blad op Texel huis aan huis gelezen. TEXELSCHECOURA is stads 1 Juli 1930 in dit blad opgenomen. U1TG.: N.V. Boekhandel en Drukkerij v.h. Langeveld en de Rooij Den Burg. Tel. 11. ABONNEMENTEN: f0.75 per kwartaal buiten den Burg f 1.losse nrs. 4ct. ADVERTENTIES: 15 regels 60 cent iedere regel meer 12 ct. Eenzelfde adv. voor viermaal ineens opgegeven wordt driemaal berekend. HOOGWATER ter reedc van Texel v.m (nam. ongeveer uur later.) 14 15 16 17 18 19 20 Maart 3,42 5.19 6,32 7,25 8,05 8,36 9.04 LICHT OP R1IW1ELEN en RIITUIGEN 6,24 hel kleine - I a b I e t i e ZATERDAGAVOND GRIEKENLAND: Burgeroorlog in Griekenland. Staats grepen zijn daar even „gebruikelijk" als in Japan de aardbevingen. Maar zooals de aardbevingen in gevaarlijkheid zeer kunnen afwisselen, zoo zijn ook Grieksche revoluties verschillend van hevigheid. Men onttroont er een koning, men herstelt er de monarchie, men gaat over tot mili taire dictatuur en men schaft er de mili taire dictatuur weer af. menigmaal met het gemak en de lichtvaardigheid, waarmede men bij ons contingenteerin- gen afkondigt. Maar deze keer schijnt het geval buitengewoon ernstig te zijn. Het kan het karakter krijgen van een natio nale ramp. De redenen ervoor zijn niet bijster duidelijk. Bloedige revoluties kun nen uit ontevredenheid van het volk ge boren worden. Totnogtoe echter kunnen wij, wat Griekenland betreft, slechts on tevredenheid constateeren bij zekere eer zuchtige politici en militairen, die er veel bloed en veel nationale schade voor over hebben, om de anderen, die nu hun beurt van regeenen hebben, weer eens plaats voor hen te laten maken. De regeering toont echter vooralsnog niet veel lust, voor Venizelos, en voor zijn vrienden van diverse pluimage, opzij te gaan. Zij beschikt over een groot gedeelte van het leger, over het belangrijkste militaire ma teriaal, over de luchtmacht. Daartegen over hebben de opstandelingen zich mees ter gemaakt van de sterkste eenheden der Vloot, en zijn zij baas in bepaalde, afgele gen gewesten, zeker alvast op Kreta en in Macedonië. Uit een oogpunt van het alge meen Europeesch belang zijn er dingen gaande, die de aandacht verdienen. Want de wereld is woelig in hooge mate, en vele groote, internationale vraagstukken bewegen zich in de richting van 'n ont knooping waarvan men allerminst ze ker is dat zij een gelukkige ontknooping zal zijn. GRIEKENLAND. Een matroos en een lid van de eerc- wacht, bij een parade, welke aan de be slissende aanval tegen de rebellen vooraf ging- ENGELAND—DUITSCHLAND. In de laatste tijd hebben reizen van Europeesche staatslieden naar de ver schillende hoofdsteden van ons wereld deel zeer op de voorgrond gestaan. De laatste van deze reizigers en naar het schijnt, een van tevredenste is Schuschnigg, de Oostenrijksche bonds kanselier, geweest. Op dit oogenblik ech ter is het belangrijkste feit, waarop te wijzen valt, een ministerieele reis, die niét plaats vindt. Sir John Simon, is de gelukkige of ongelukkige die voor- loopig thuis mag blijven. MacDonald is de schuldige, door de uitgave van een Witboek, (bevattende een verzameling of- ficieele mededeelingen over onderwerpen van de laatste tijd). Daarmede heeft hij Hitier verkouden en heesch gemaakt, zoo- heesch, dat hij drie dagen te voren reeds wist, met Simon niet te zullen kunnen spreken. Hitler was boos, zooals slechts Londen hem boos kan maken. Was hij niet ook op 14 October 1933 driftig uit de Volkenbond weggeloopen, eveneens naar aanleiding van een Britsch docu ment? Een ontwapeningsvoorstel was het toen. Het Witboek dan kondigde een belang rijke versterking van Engeland's leger, vloot en luchtmacht aan. De internatio nale toestand maakte dat noodig, zoo heette het. En dan werd ronduit gezegd, dat Duitschland daar, door zijn onge breidelde en ongecontroleerde bewape ning, de meeste aanleiding toe gaf. Wel had de Engelsche megetertng met vol doening de vredelievende verklaringen van de Duitsche rijkskanselier en zijn minis ters vernomen, maar het viel daartegen over niet te ontkennen, dat de jeugd in Duitschland werd opgevoed in een geest, die een gevaar voor de vrede zou kunnen opleveren. Dit was waarlijk geen gun stige inleiding tot een vriendschappelijk bezoek, dat slechts bij wederkeerig ver trouwen, resultaten kon opleveren. Maar het was nog niet alles. De onschendbaar heid van zekere gebieden, aan deze zijde van de Noordzee en het Kanaal werd meer en meer een Levenskwestie voor En geland, zoo heette het vierder. Deze keer werden de Lage Landen niet bij name genoemd, Het heette n.l. dat Engeland met zijn voorbeeld van beperkte bewa pening, „vele volkeren" niet van hun be ginsel, dat 'n sterke wapenrusting noodig was als waarborg voor de vrede, had kun nen afbrengen. Nu moest het zelf wel meedoen, wilde het daarvan niet de dupe worden. En ook maritiem zouden weldra groote eischen worden gesteld. Dit sloeg duidelijk op Japan. Doch, wie zich ook verder nog getroffen kon voelen, het wit boek was in de eerste plaats tegen Duitschland gericht. Daar was heel Euro pa het over eens. Hitler heeft dit zoo kwetsend gevonden, dat hij Sim-on ver zocht voorloopig maar thuis te blijven ITALIË—ABESSINIE. De Abessinische kwestie gaat, ondanks alle groote woorden, die aan beidie kanten gesproken worden, haar oplossing tege moet. Italië, dat niet gezind bleek, onpar tijdige en bevoegde scheidsrechters aan de afbakening eener neutrale zone te laten meewerken, heeft zijn zin gekregen. Het zal er nu op neer komen, dat de weidevelden en bronnen, waarop Italië de hand wenscht te leggen, onder zijn hoede worden gesteld. Wilden de Abessijnsche nomaden in die streek er gebruik van ma ken, dan zullen de Italianen dat niet be letten, zoo heeft Rome beloofd. De Abes sijnsche regeering schijnt te hebben in gezien, dat het beter is zich te schikken, nu het de Italianen slechts om een betrek kelijk kleine grensstreek te doen blijkt. Intusschen is iets duidelijker geworden, waarom de Italianen met een zoo ont zaglijk militair vertoon ophef maakten van het geval en de nationale hartstoch ten naar aanleiding ervan, zoozeer hebben opgezweept. Dit werd vooral begrijpelijk, toen Rome verkondigde, dat het desnoods tusschen de 7 en 8 millioen man op de been kon brengen. Dergelijke getallen konden niet voor Abessinië in aanmerking komen. Daar zou men nooit meer dan eenige tienduizenden soldaten kunnen ge bruiken. Het heele geval was dan ook vooral als een waarschuwing voor Duitschland bedoeld. Men is te Rome steeds verre van gerust, ten opzfchte van de plannen, die te Berlijn in verband met Oostenrijk worden gekoesterd en uit latingen van de laatste tijd van Hitier klinken niet geruststellend. De betrekkin gen tusschen de beide fascistische hoofd steden blijven onvriendelijk, terwijl daar entegen tusschen Italië en Zuid Slavië op het oogenblik een krachtige politiek van toenadering in alle stilte haar werk heet te verrichten. Het „vrede-stichtend" werk in Z.-Oostelijk Europa schijnt zijn gang te gaan. Daar schijnt de wees voor Duitschland een factor tot verzoening te zijn. SIAM. Koning Prajadhipok van Siam heeft afstand gedaan van de troon, nadat hij reeds geruime tijd tevoren dit voornemen te kennen had gegeven. Zijn regeering trachtte nog hem tot andere gedachten te brengen en zond met dit doel een delega tie naar Londen, waar de Koning met zijn gemalin verblijf houdt. Het was een ver- geetsche reis. De Koning heeft er genoeg van. Zijn voornaamste beweegreden was, dat hij de regeering van Siam te achterlijk vindt en geen kans ziet hierin verbete ring te brengen. Vergeefs kwam hij op voor een liberaler bewind met grooter rechtszekerheid en een billijker behande ling van politieke tegenstanders. Voor de kwestie van de troonopvolging toonde de koning blijkens een interview, dat Engelsche journalisten mét hem hadden in het geheel geen belangstelling. Een jeugdige prins heet daarvoor in aanmer king te komen, maar in de hoofdstad des lands, Bangkok, is men er niet heele maal gerust op, dat de troonsverwisseling zonder moeilijkheden haar beslag krijgt. De ex-koning had tal van aanhangers in zijn land en de strijd tusschen de ver schillende wereldbeschouwingen heeft er heel wat ongerustheid teweeggebracht. ANANDA MAHIDOL Siam's 9-jarige Koning. EEN VONDST UIT TEXELS GRIJS VERLEDEN? De heer Jac. Kikkert Nz. schrijft ons: Eind 1932 huurde ik een perceel bouw- land, groot 35 A., gelegen bij Oparen, ten Westen van den Burg. Daar ik het perceel zelt bewerkte, en daarbij ontdekte, hier te doen te hebben met een andere grondsoort dan men op de meeste plaat sen elders op Texel vindt, kreeg ik het vermoeden, dat deze grond reeds in zeer oude tijd bewoond moet zijn geweest. Eenig graafwerk verschafte mij al spoe dig zekerheid. Onder de bouwlaag, dus dieper dan ooit wordt geploegd ot gespit, trot ik op som mige plaatsen mergel aan. Deze bevatte echter geen koolzure kalk, wat mij als landbouwer speet, maar overigens mijn meening bevestigde, dat ik hier met zeer oude grond te doen had (de mergel ver toonde, na met zoutzuur overgoten te zijn, geen bruising; koolzure kalk was dus mcé aanwezig), ik spitte verdeT en Potscher ven aan, die zooals deskundigen bevestig den, van urnen afkomstig moeten zijn. Helaas vond ik geen enkele gave urn, hoe voorzichtig ik ook te weTk ging. Op een diepte van 70 tot 100 cM. vond ik \erder beenderen, vermoedelijk van men- schelijke wezens, ook tanden en kiezen waren daarbij. Gedeeltelijk diep onder een tuinwaï stiet ik op een boog van keien, aan elkaar gehecht docw bruinachtige klei Veel was er van die boog niet meer over, want bij afgraving van het aangren zend perceel, reeds jaren terug, moet daarvan veel vermeld en weggevoerd zijn. tenslotte kwam nog een laag schelpen aan het licht, en een hoeveelheid beende ren, die in de vette klei rustien. Deze waren meest vergaan. Opmerking verdient nog, dat het per ceel grond, waar ik deze vondst deed, het centrum moet zijn geweest van een dorp, dat op oude kaarten als Zwijldorp ver meld staat. Een aangrenzend weiland heet Abele-berg, welke naam reeds duidt Douwt Egberrs Echte fritscht Heeien-Baai en Baal-Tabak Melange van rijpe tabakken. E J7 op de hoogte, waarop dit land gelegen is. Het perceel, bij mij in gebruik, is liet hoogste. Ik heb mij afgevraagd, ot in de grijze oudheid hier wellicht holbewoners hebben geleefd. De omstandigheden lijken mij daarop te wijzen. Ik vond n.l. steenen voorwerpen, die min ot meer bewerkt zijn een er van vertoont veel overeen komst met een z.g. vuisthamer, zoodat het met onmogelijk is, dat ze uit het steenen tijdperk afkomstig zijn en dus van zeer oude datum zijn (3000 jaar terug minstens.) Door bemiddeling van de heer H.Kraai, beheerder van ons Museum, zulten allerlei schenen, beenderen, enz. ten onderzoek worden opgezonden aan de directeur van 't Museum v. Oudheidkunde, opdat we ze kerheid zullen bekomen omtrent de waarde, welke aan deze oogenschijnlijk met onbelangrijke vondst moet worden toegekend. Het spreekt vanzelf, dat het onderzoek op het bedoelde peroeel slechts mogelijk is dank zij de welwillende medewerking van de eigenaar daarvan, die mij de vrijheid gat, mij voor eventueel nader onderzoek tot het Oudheidkundig Museum te wenden. WAARSCHUWING. Zaterdagmorgen omstreeks halt twaalf waren eenige kinderen aan het spelen op het terrein van de N.V. l.E.M. nabij de koeltoren, toen plotseling een hunner, zoontje van de heer D., in de twee meter diepe waterput stortte, welke zich onder de toren bevindt en die door ijskegel? de aandacht van het jonge volkje getrokken had. Een der jongens rende naar de cen trale, luid roepende om hulp. üelukkig waren redders niet ver at. De heeren Biji en Grisnich begrepen dadelijk, wat er WIE? HOE? WAAR? WANNEER? Het loopt storm Naar De laatste U.D I -Avond in dit seizoen Nog enkeie kaarten verkrijgbaar bij K PEN I DEKKER A. DE WILT S DE WAAL.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1935 | | pagina 1