Kaatje
Schoonmaak-
Tournee.
VAN HEINDE EN VERRE.
55i|n V erledei*.
op
1
j
U WEET HET TOCH OOK
BOEKHANDEL PARKSTRAAT
FEUILLETON
6. HET ENGELSCHE KONINGSPAAR. 7. BLOEMEN-AUTOMAAT. 8. PRINSES INGRID, van Zweden. KROONPRINS FREDER1K,
van Denemarken
4. COVENT GARDEN.
5. TEGEN GIFGAS.
1. KRUISER KARLSRUHE.
2. IN JAPAN.
3. STEREO-FILM.
ZIJ WEET, waar Abram de mosterd
en Texel zijn kastpapier haalt.
Diverse kleuren papier en punaises
Rollen en Vellen.
EN SPOT GOEDKOOP.
25 vel wit papier van 20 cent af
BIJ ONZE FOTO'S.
1. De kruiser KARLSRUHE, een der
nieuwste schepen van de oorlogsvloot.
Het schip bracht onlangs een bezoek aan
San Francisco.
2. In JAPAN, zoowel als in Duitsch-
land en Italië wordt de jeugd op min of
meer militaire wijze opgevoed. Ziehier
twee „aanvoerders" van de Japansche»
Jeugdgarde.
3. LOUIS LllMIÈRE, de Fransche
uitvinder, die onlangs te Parijs met suc
ces zijn stereoscopische film (een film
dus, met „diepte" er in) demonstreerde.
4. De beroemde Koninklijke Opera te
Londen, COVENT GARDEN, onderging
een ingrijpende restauratie.
5. In de Vinedesstad Genève werd on
langs een cursus gegeven om militairen,
politie, dokters en brandwieeer te leerem,
hoe bijGASAANVALLEN gehandeld moet
worden. Op ons kiekje een tweetal cur
sisten.
6. Het ENGELSCHE KONINGSPAAR,
dat binnenkort zijn zilveren regeerings-
jubileum viert.
7. TE BERLIJN kap men nu zelfs 'n
bouquet bloemen bekomen uit een auto
maat, zooals ons kiekje laat zien.
8. Een kiekje van KROONPRINS FRE-
DERIK van Denemarken en PRINSES
INGRID, dochter van Kroonprins Gustaaf
Adolf van Zweden, die eind Mei in het
huwelijk zullen treden.
55
Hebben jullie elkaar dan gesproken?
Ik ben juist vooruitgeloopenwe
gingen samen naar het station. Ik ver
denk hem ervan, dat hij mij vooruit heeft
gestuurd, zoodat ik jou moest ontmoeten.
David lachte. Wat vreemd is het alle
maal. Een goed uur geleden was er niets
in het leven, dat ik de moite waard
vond. Nu is er niets in het leven, dat ik
niet de moeite waard vind.
Wat hinderde het, dat het klaarlichte
dag was, en dat er menschen aankwa
men, die met de trein mee moesten; dat
Abel Netherby zich onder hen bevond en
dat sommigen vol ergernis hun oogen af
wendden, toen David Joan omhelsde?
Wat hinderde het of, voor de dag ten
einde was ,de tongen in gansch de omtrek
druk in de weer waren, vanwege het feit,
dat Abel David's hand gepakt had en dat,
toen de stationschef vlug naderbij geko
men was voor 't geval de oude man tot
handtastelijkheden mocht overgaan, deze
tranen gezien had in de oude oude oogen
van Abel Netherby en hem met een tril
lende stem had hooren zeggen: „God
zegene jullie beiden.
HOOFDSTUK XXXII.
Zelfs Dorian Favensham kon geen
cheque van vijfduizend pond uitschrijven
zonder te zorgen voor dekking.
Van Kentish Town ging hij naar de
City om een kort onderhoud met zijn
bankier te hebben.
De betaling van het geld veroorzaakte
hem totaal geen zorg. Met plezier zou hij
van al zijn rijkdom afstand doen, als
daardoor zijn rust verzekerd zou worden.
Maar bij besefte, dat deze cheque bij Le
wis de lust zou opwekken voor nog
een en nog een. Nu Lewis zich als een
bloedzuiger op hem had vastgeklemd,
was er voor hem noch vrede noch veilig
heid meer. Toen hij de Bank verliet ging
hij langs een hoofdstraat van een han
delswijk en plotseling opende een be
kende i ngamg de sluisdeuren van het ver
leden; herinneringen, treurig en tragisch,
overweldigden hem. Het was de ingang
van het kantoor, waar hij die jaren van,
wanhoop had doorgebracht. Ineens was
hij weer terug in die jaren. Het was och
tend en hij kwam die vuile ingang binnen
om de doodelijke sleur van iedere dag te
beginnen. Hij zat aan zijn schrijftafel,
terwijl hij met het meest mechanische
werk bezig was, met een ruwe, onbe
schaafde man, die opspeelde als het werk
niet naar zijn zin ging; met Lewis Pryoe
vlak naast zich, met de lange, 'lange dag
in 't vooruitzicht en niets prettigs voor
zich aan het eind van de dag.
Nu bedreigde hem weer gevangen
schap, het verlies van zijn nieuw gevon
den geluk, misschien zelfs het verlies van
Freda
De dag scheen een eeuwigheid te duren,
hij slenterde door Londen, zat in café's,
maar eindelijk werd het toch avond. Toen
hij in zijn hotel kwam, werd hem bij de
deur verteld, dat er iemand op hem zat
ging hij naar zijn bezoeker, denkend dat
te wachten om hem te spreken. Bevreesd
het Lewis zou zijn; in plaats daarvan,
vond hijDavid Fairlie. Onmiddellijk
gingen zijn gedachten naar Beaton Graig,
naar Freda.
Wat brengt je hier? Is er iets ge
beurd? vroeg hij vlug.
In zeker opzichtja.
FredaIs ze ziek?
Neen, ze maakt het best. Maarze
weet het.
Weet het. Je wilt toch niet zeggen....
Laten we naar je kamer gaan, waar
we kunnen praten, zei David.
Ze gingen naar Dorian's kamer en in
een paar woonden vertelde David hem
van het bezoek van Abel, van Fréda's ont
moeting met de detective, van de vele
voorvallen, die eerst haar achterdocht had
den opgewekt en haar tenslotte zekerheid
hadden gegeven.
Man, liet is meer dan jammer, dat
je het haar niet ronduit verteld hebt. Ze
denkt alleen aan jou, in haar hart be-i
schuldigt ze je heelemaal niet, ze is al
leen bang, dat jou iets overkomen zal.
Daarom ben ik hier om je een handje te
helpen.
Wat kan je doen?
Om te beginnen heb ik je gewaar
schuwd. Wij moeten die man Pryoe be
waken. Vertel me alles van hem.
Nu was het Doran's beurt om te ver
tellen wat er gebeurd was.
Waar woont Pryce?
Dorian vertelde het hem. Maar het
heeft geen zin om hem te bezoeken,
voegde hij er aan toe.
Dat denk ik ook niet. Daar zullen
we morgen eens over denken. Eigenlijk
had ik vanavond een oude vriend van me
willen gaan opzoeken en ik had hem voor
mijn vertrek getelegrafeerd dat ik komen
zou, maar ik heb er op stuk van zaken
heelemaal geen zin in. Er is hier natuur-*
lijk een telefoon?
Ja.
Wil jij dan even opbellen voor me
ik kan niet goed overweg mét een te
lefoon en aan Peter Robinson zeggen
dat ik morgen bij hem kom?
Ja. Welk nummer? Ik ben direct;
terug. Hij holde weg.
(Wordt vervolgd.)