De Nieuwe Texelsche Couran
BLACK-BOy
No. 4952 48»"Jaargang Woensdag 12 Juni 1935
Van week tot week
'1
Het mooie land
Zoo bij de hand.
Texelsche Berichten
PRUIM TABAK
Uw advertentie ia dit bU
op Texel hui» aan huis
is sinds 1 Juli 1930
li dit bind
UITG.: N.V. Boekhandel en Drukkerij
v.h. Langeveld en de Rooij Den
Burg. Tel 11.
ABONNEMENTEN: f0.75 per kwartaal
buiten den Burg fl.losse nrs. 4ct
HOOGWATER ter roede van Texel v.m
(nam. ongeveer V» uur later.)
13 14 15 16 17 18 19 Juni
5,26 7.19 8,2! 8,59 9,42 10,29 11.12
LICHT OP
RIJWIELEN en RIITUIGEN 9,49
ZATERDAGAVOND.
DE POSITIE VAN DUITSCHLAND.
In de betrekkingen van Duitschland
met liet buitenland heersdit voor het
oogenblik een zekere rust. Tusschen
Parijs en Berlijn is op het oogenblik
niet veel gaande. Wel hebben de Duit-
schers geprotesteerd tegen de inhoud van
het Fransch-Russische verdrag van weder-
zijdsche bijstand, omdat dit in strijd
zou zijn met de bepalingen van het ver
drag van Locarno. Dit echter opent voor
de juristen van de Quai d'Qrsay slechts
de mogelijkheid voor scherpzinnige uit
eenzettingen, waarvan de Franschen nu
eenmaal erg veel houden. Verder is er,
ondanks een zekere redevoering van Bald
win, thans premier, een kalme atmos-
teer tusschen Berlijn en Londen, doordat
men bezig is besprekingen te houden over
een vlootverdrag, waarbij de Engelschen
nog wel demonstratief groote terughou
ding aan de dag leggen, maar waarvoor
zij toch zekere belangstelling hebben. Te
genover Rome is Berlijn nu opeens heel
erg toeschietelijk, doordat het kans ziet
van de verontwaardiging der Italianen
over de bemoeiing der Engelschen met de
Abessinische kwestie partij te trekken.
Berlijn hoopt het front van Stresa nu
te kunnen doorbreken. Het laat Rome
weten, dat het heelemaai niet meer zoo
afkeerig is van een Donauverdrag, en
de Duitsche pers, die eerst overliep van
pro-Abessinische artikelen, heeft nu
bevel gekregen, nog slechts voor het
Italiaansche standpunt in deze zaak op
te komen. Er is groot gevaar voor de
Duitschers, dat zij al te veel ijver toonen,
en daardoor slechts te meer wantrouwen
wekken. Maar zij hebben nu een kans,
als zij er genoeg voor willen betalen.
En daartoe schijnen zij voor het oogen
blik bereid.
Intusschen vallen er in het binnenland
in Duitschland nog steeds belangwek
kende verschijnselen waar te nemen. De
economische en financieele moeilijkheden
die ontstaan zijn door de behoefte aan
invoer van buitenlandsche grondstoffen,
nemen voortdurend in scherpte toe. Ne
derland ondervindt daarvan de weerom
stuit, doordat het steeds onmogelijker
wordt, geld te krijgen voor onze leveran,
ties. Met het achteruitl.oopen van de
Duitsche uitvoer naar Nederland, die een
gevolg is van onze verminderde koop
kracht, warden de middelen, die voor
clearing ter beschikking staan, voortdu
rend schaarscher. Uit de clearing willen
de Duitsche autoriteiten in de eerste
plaats metalen betaald zien, die zij voor
hun bewapening en nijverheid noodig
hebben, terwijl aan onze kant uiteraard
de meeste belangstelling bestaat voor de
leverantie van levensmiddelen, die voor't
overige in Duitschland zeer noodig zijn.
ABESSINIë—ITALIË.
ZAL DE BOM TOCH BARSTEN?
DeAbessinische kwestie blijft een voor
werp van zorgen in de Europeesche poli
tiek. Wij hebben er reeds op gewezen,
hoe zij van invloed is geweest op de
Britsch-Italiaansche betrekkingen, en hoe
Duitschland er zijn hoop op gevestigd
heeft om de vriendschap van Italië toch
nog weer terug te winnen. Men neemt
deze kwestie heel hoog in Italië. De bla-
den blijven er opgewonden over schrijven,
en almaar door gaan er troepen en ma
teriaal naar Oost-Afrika. Dit hoeft nog
niet te beteekenen, dat Italië oorlog in
de zin heeft. De bedoeling kan zijn, door
het verzamelen van zeer sterke strijd
krachten, de Abessiniërs van een gewa
pend conflict af te schrikken. Men zou
zeggen, dat dit conflict nog niet dreigt,
nu beide landen besloten hebben, het me
chanisme van de scheidsrechterlijke re
geling, eindelijk in beweging te brengen
Maar veel vertrouwen in het slagen daar-<
van heeft men te Rome blijkbaar niet.
Wellicht wenscht men dit slagen niet eens.
Tot overmaat van moeilijkheden melden
nu de Italianen, dat nieuwe strooptoch
ten op hun gebied door Abessinische ben
den gehouden zijn en dat daarbij 30
Italiaansche onderdanen de dood hebben
gevonden. In de Abessinische hoofdstad
zegt men, van dergelijke gebeurtenissen
mets te weten. Het is zeer mogelijk, dat
beide partijen gelijk hebben. Abessijnsche
stammen, die strooptochten houden, ple
gen daarvan de centrale regeering geen
mededeeling te sturen. Zij storen zich
eenvoudig niet aan deze regeering. Ook
de Franschen en Engelschen hebben daar
last van. Men kan het de Italianen niet
kwalijk nemen, dat zij daarin geen be
hagen vinden. Het is echter zeer web
mogelijk, dat het tegenwoordig beleid der
Italiaansche regeering de positie van de
regeering te Addis Abeba tegenover- de
stammen verre van versterkt.
„VAN ONBEKEND OORD TOT
BEROEMD VOGEL-EILAND".
(Vervolg.)
Nog verder van Fonteinsnol was 't een
beekje van een voet breed, glashelder, dat
zich na enkele tientallen meters met wel
luidend geluid als een watervalletje in een
kristalhelder duinslootje ontlastte. Helaas
heeft het Rijksboschbeheer daar nu ten koste
van tonnen gouds de heele boel bedor
ven, de ongerepte hei met dat heerlijke
vergezicht vol heelemaai niet interessante
denneboompjes geplant, die niets dan slecht
hout opleveren, de eenige hei die er langs
Neerlands kusten bestaat vernield, en 't
riviertje van Fonteinsnol weggespit. Goed
bedoeld maar achteraf beschouwd een
jammerlijk vandalisme, hetwelk ook door
dr. Thijsse later als zoodanig gekenschetst
is. Bovendien in samenwerking met al de
in de omtrek geplante dennebosschen,
boschwachterswoningen, ambtenaren, enz.
een van de vele lekken waardoor 's lands
schatkist leegloopt.
Maar laat ik van die nare gedachten af
stappen. Na Fonteinsnol ploeterde je door
de padenlooze woeste duinen een uur lang
en dan was je eindelijk aan de zee. De
zee die je aan Den Burg op stille avonden
na harde wind brommend tegen de kust
hoorde slaan, doch slechts zelden zag. Maar
hier was ze dan! Steeds tuurden we of we
Engeland ook zagen. We zwierven op het
absoluut-verlaten spierwitte strand langs
de waterlijn. Geen mensch, geen paard
noch minder honderd badkoetsen, zooals
thans. Niets.
Ik begrijp tot heden niet dat onze ouders
ons zoomaar lieten gaan. Kleine jongens
toch hier te midden van die verlaten on
eindigheid. Uren ver van hier. Maar daar
dachten we toen niet aan. Veeleer zagen
we uit naar schatten. Bij een uit het zand
stekend stokje zou een gestrande zeeman
wel zijn gouden horloge ter veilige bewa
ring in den grond hebben gestopt. Kon er
ergens niet een sloepje zijn gestrand? Toch
keerden we steeds met buit terug; bamboe
stokken, zeeschuim, kokosnotenomhulsels.
En thuis werd alles zorgvuldig geborgen
in een hok onder de trap, waar ik van
moeder mijn eigen bewaarplaats mocht
hebben.
En zie, dat verlaten strand was weer
een beeld van het toenmalige Texel. Ver
laten, vergeten, onbekend, doodstil, be
halve dan met kermis en met de beroemde
lammerenmarkt in het voorjaar. Vreeim-i,
delingen kwamen er niet. O ja, toch eens;
een scharenslijper met ronddraaiend wiel.
Niemals dagewesen. Wij omringden hem
nieuwsgierig en de man verzekerde ons,
dat hij „van de vaste wal" kwam, en.
vroeg ons pertinent of wij wel eens aan
„de vaste wat" geweest waren. Nu, hoe
wel ik wel vaak bij mijn grootmoeder in
Haarlem gelogeerd was geweest, had ik
nimmer van „de vaste wal" gehoord,
en ik gaf hem danook volmaakt onschul
dig een ontkennend antwoord. En dan
kwam er nóg eens een vreemdeling, een
„baron Goffinet", naar ze zeiden een
echte rijkaard uit België, die op Texei
een heele polder bezat, en. nu op ons
eiland ging jagen met de volwassen zoons
van de notaris. Hij had de aardigheid,
om daartoe met een reusachtige witte
kano van wel tien meter lang en op een
onderstel met wielen heel uit België naar
Texel te reizen. En op de kano was een
houten kanon gemonteerd, waaruit naar
mijn jongensberekening wel een emmer
vol hagel geschoten kon wonden. Men
ging n.l. in de meertjes van Texel „op de
eenden jacht". U begrijpt met welk een in
tense belangstelling wij dit mechanische
wonder bekeken en bespraken.
Maar ziedaar dan ten derden male een
aanwijzing hoe afgelegen en stil wij
woonden, onbewust van de groote wereld
daarbuiten. Ds. H. BAKELS. (W.v.v.)
OPTREDEN FAMILIE HOFMANN.
Men schrijft ons:
Voor een uitverkochte zaal is op 2e
Pinksterdag bij de heer K. Pen de familie
Hofmann opgetreden. Het was een suc
ces-avond. Het applaus was niet van de
lucht en zwol nu en dan aan tot een
ovatie, hetgeen voldoende bewees, dat de
aanwezigen meer dan tevreden waren
Ernst en luim wisselden elkaar af en het
gansche programma onderscheidde zich
door goede keuze der nummers, door zijn
6eschaafd karakter. Het eerste nummer
reeds, „De armste menschen" getiteld
viel danig in de smaak. Een reeks andere
volgde: Stel niet uit tot morgen, Daaraan
heb je nooit een strop, De taal der liefde
Ook groote menschen spelen graag, (een
ernstig lied, dat merkbaar indruk maakte.)
Op viool en harmonica brachten de
beide dochters van de heer en mevr,
Hofmann een paar nummers op uitsteken
de wijze ten gehoore. Ze bleken hun in
strument volk-omen te beheerschen en
hadden met „Qrfeus in de onderwereld'
het allermeest succes.
Na de pauze trad het gezelschap op in
nationaal Volendammer costuum. Met
genoegen luisterden we o.m. naar Een
liedje van de zee en Een liedje van Vo-
lendam.
Het spreekt vanzelf, dat ook liet pu
bliek in de gelegenheid werd gesteld zijn
medewerking te verleenen. De Hofmann's
hadden er slag van de zaal ongedwongen
te doen meezingen.
Met een Liedje uit Tirol werd het pro
gramma besloten van deze cabaretavond
die ongetwijfeld tot een der beste be
hoort, welke hier zijn georganiseerd. Ze
ker zal de Familie Hofmann nog meer
dere malen hier optreden. Het succes
van deze avond is waarborg voor een
dan wederom uitverkochte zaal.
Met een gezellig bal werd besloten.
SPORTNIEUWS.
D.D. schrijft ons:
Het bezoek van Z.A.C. ligt weer achter
ons. Evenals vorige malen kunnen we ook
nu weer met tevredenheid hierop terug
zien, terwijl de sportieve prestaties geheel
wat het winnen betreft, in ons voordeel
uitvielen. Toch wil dit niet zeggen, dat
de onzen beter speelden, want dikwijls
hebben we kunnen waarnemen bij de
lichtere Z.A.C.-ploegen, 'dat ze de tech_
niek vrij goed meester waren, en dat bal
behandeling en inzicht behoorlijk be
oefend rijn.
Zondagavond trokken we naar de ha
ven om onze gasten te ontvangen. Reeds
van verre hoorden we het vroolijke ge
zang. De goede stemming was er. Een
lange rij adspiranten en geleiders werd
naar de auto's gebracht en onder even
vroolijk gezang bereikten we den Burg.
Het was al bijna 8 uur voor ieder een
plaatsje had geknegenen het werd tijd
want om half negen moesten ze weer pre
sent zijn, om dan gezamenlijk in optocht
naar het sportterrein te trekken. Een ver
traging van plm. 10 min. kon niet uitblijf
ven. In deze wachttijd hield Tex. Fanfare
de stemming er in. De belangstelling was
enorm. Om kwart voor negen trok een
kleurige stoet, bestaande uit Tex. Fan
fare, Dames Oymn. vereen., en adsp. afd.,
Bestuundenen Z.A.C. en Texei-spelers in
sporttenue, adspiranten van beide vereen.,
enz. naar het sportterrein, onder de vroo
lijke marschen van het fanfarecorps. Was
de belangstelling voor de optocht groot,
die op het terrein was boven verwach
ting. Voor de aanvang werd door de heer
Mulder een begroetingswoord gesproken,
waarbij speciaal op het sportieve karakter
van deze ontmoetingen werd gewezen.
Tevens werd de hoop uitgesproken, dal
onze gasten, hoewel het verblijf hier te
kort is om iets te kunnen zien, tevreden
zouden zdjn. Dank werd gebracht aan
Tex. Fanfare en de.Dames-Gymn. vereen,
voor de medewerking. Intusschen bleef
nog steeds de stroom toeschouwers aan
houden. Het programma begon met gytm-
nastiek door adsp. De jongelui gaven ons
een beeld van wat onder goede leiding
is te bereiken. Keurig en zonder fouten
werd -de oefening afgewerkt. Hier verhoogt
evenals bij de dames, de aankleeding het
geheel, waardoor de uitvoering nog Beter
tot haar recht kwam. Een dankbaar ap
plaus was het loon.
Voortgegaan werd met de wedstrijd
Texel A—ZAC A. De T-ploeg was zwaar
der dan die van Z. Bovendien hadden de
jasten juist een lange reis achter de rug.
'n den beginne lijkt Z ons iets sterker. Er
werd zeer goed spel gejeverd. T komt echter
wat op dreef en weet een klein overwicht
te bewerken. Enkele goede kansen gaan
verloren. Z echter is gevaarlijk en vooral
de kleine linksbuiten sticht nogal eens ver-
GESAUSDE ZWARE
warring. Z weet zelfs de leiding te nemen
en T gelijk te maken. Na de rust nog gelijk
opgaande strijd totdat T de leiding neemt.
Dan zakken de gasten af, waarvan T pro
fiteert door de voorsprong tot 5 l te ver-
grooten.
Tijdens de rust traden de dames der
Oymn. Vereen, op en ook deze uitvoe
ring was correct en zuiver, de oefeningen
werden op de maat der muziek uitgevoerd.
Na afloop van de wedstrijd volgde het
slotnummer, waarbij wederom een mooie
demonstratie gegeven werd, hetgeen zeer
zeker een goede propaganda is geweest
voor de gymnastiek. Uit alles bleekgoede
oefening en goede leiding.
Bij het verlaten van het terrein speelde
het Fanfare nog een nummer en het
eerste gedeelte van ons Tex. Z.A.C. pro
gramma was ten einde. Zeer dankbaar zijn
we voor de medewerking der beide ver-
eenigingen, die zooveel bijdroegen tot het
sucoes van deze avond.
Maandag om 9 uur bonden de Benja
mins de strijd tegen elkaar aan, en weer
waren het onze jongens, die met 42 wis
ten te winnen. Vervolgens Tex. C—Z.A.C.
C; ook hier waren het de onzen, die ze
gevierden, nu met 53. Deze uitslag
bewijst tevens ,dat hier twee gelijkwaar
dige ploegen elkaar bestreden. Tot slot
Texel BZ.A.C. B. Hier nam T. spoedig
de leiding. Het wist zelfs een 20 voor
sprong te nemen, maar met de rust was
de stand 22. Die strijd om de overwin
ning is fel geweest, met 3—2 wist T. ten
slotte te winnen. Wij hadden niet kunnen
denken, dat wij alles zouden winnen
en toch: het was gebeurd.
Na afloop reikte de heer Mulder de
prijzen uit. Voor T. A. nam H. Neijens
de lauwerkrans in ontvangst, de hoogste
onderscheiding uit de vroegere Olympi-
HlllllllllllllllltlllUlllllllJII'llllllllllllllllllillllllllllll
RIJMELARIJTJE.
WAAROM HIJ HUILDE.
Kleine Jantje liep te huilen;
Tranen als een krokodil.
Dan riep vader, dan weer moeder,
„Jongen, houd je toch wat stil.
Heel de weg loop je te grienen
En er scheelt je niemendal"
Jantje schreeuwde nog veel harder,
't Werd een 'hopeloos geval.
„Zeg dan wat", riep vader driftig,
„Is je buikie je tot last?"
„Nee!" riep Jan, „m'n neus die jeukt zoo,
En u heeft m'n handen vast".
HU1B DE RIJMELAAR.
TEXELSCHE COURANT
nnrrier
PRODUCT VAN DO UWE EGBERTS TABAKSFABRIEK