m
ffi
Het MUSEUM te den Burg is
op ALLE werkdagen geopend van
9.30-12 uur. ZONDAGS NIET.
Entree 15 ct.; kinderen 5 ct.
ft
OUDE FIETSPLAATJES.
U werpt ze toch niet weg?
De opbrengst komt ten goede aan de
bestrijding van de t.b.c. Ieder lijder kan
daarvan profiteeren.
Aan de adressen, in vorig nummer ge
noemd, kunnen nog worden toegevoegd:
Eierland: C. Stoepker.
De Waal: B. v. d. Berg.
Werpt ze maar in de brievenbus.
GUJO-DEMONSTRATIE.
Woensdagmiddag heeft de heer J. van
Swinderen in hotel De Zwaan de aange
kondigde demonstratie met de Gujo-stof-
zuiger gehouden. Zooals bekend, kan
ieder tegen betaling van 60 ct. per week
deze stofzuiger, welke geheel van Neder-
landsch fabrikaat is, en met volle garantie
wordt geleverd, na twee jaar in eigendom
bekomen zonder bijbetaling. De Gujo
bleek ons over groote zuigkracht te be->
schikken; bovendien is hij gemakkelijk
te hanteeren, toegerust met diverse hulp
stukken, zuinig in het gebruik en sierlijk
van uiterlijk. Wie er meer van wil weten,
kent het adines.
TEXELSCHE BOLLEN.
Meegedeeld door de veiling-directies:
Veiling H.B.G., Lisse, 30 Juli.
Texelsche Golden Spur:
350—550 p.k. 2.45, 600—700 p.k. 1.40—
2.— 750-850 p.k. 1.10—1.55; 850—1000
p.k. 0.95—1.10.
Texelsche Von Sion:
450 p.k. 2.50; 550 p.k. 1.85; 650 p.kl.
1.55; 800 p.k. 1.25.
Veiling Hillegom, 31 Juli:
Texelsche Golden Spur:
375-475 p.k. 2.40—2.50; 400—500 p.k.
2.10; 500—550 p.k. 2.— 550-600 p. k.
1.65—1.70; 675—700 p.k. 1.40; 725—750
p.k. 1.35; 850 p.k. 1.25.
Texelsche Von Sion:
500—525 p.k. 2.40; 575—625 p.k. 2.—
675-750 p.k. 1.65; 775—825 p.k. 1.50;
900—1100 p.k. 1.—.
OOSTEREND
VERHURING BOUWLAND.
Op verzoek vestigen wij de aandacht
op de annonoe in dit nummer van de
diakenen der N.H. Kerk alhier.
iiiuiiiiiiiiiiiuniiiiiiiiiuiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiin
Mededeelingen
van Texels Bioscoop-Theater
DE BIG VAN HET REGIMENT.
In het koirt verteld komt de inhoud van
deze Hoillandsche film op het volgende
neer:
We bevinden ons in een garnizoens
plaatsje aan de Brabantsch-Belgische
grens, kort na het uitbreken van de we
reldoorlog en maken daar kennis met een
viertal jolige snaken, vier soldaten, het
best bekend als Kjruitnagel, de belhamel;
Piet de Fransoos, Maupie, die Joodsch
bloed in zijn aderen heeft; en De Mooie,
dde in vroeger dagen van inbreken zijn
beroep maakte. Keer op keer brengt dit
klaverblad leven en vertier, opschudding
of vroolijkheid in deze amusante film.
Maar het spel begint pas goed bij het op
treden van een piep-jong reserve-Iuite-
nantje, Berkhage, in de burgermaatschappij
leeraar aan een meisjes-H.B.S. Hij heeft
het hand te verduren, maar hij is inge
kwartierd bij de notaris van het dorp en
daar is hij al ras, tot troost en geluk,
goede maatjes met Nora, de pi a noleera res.
De soldaten zoeken vertier in café De
Zwaan, waar F.ietje, de kasteleinsdochter,
aller belangstelling mag deelen en meer
ontzag inboezemt dan alle hooge oomes
uit het garnizoen tezamen.
Op zekere dag doet een klein ventje
zijn intrede. Hij is bij een transport van
Belgische vluchtelingen heelemaal alleen
aan |de grens achtergebleven. Navraag
naar zijn ouders blijft vruchteloos, waar
om Berkhage besluit zich over het ke
reltje te ontfermen, dat weldra als De
Big van het Regiment vertroeteld Avordt.
Vooral door ons viertal. Het zou ons te
ver voeren, wanneer wij u gingen vertel
len, wat het kind zooal beleeft. Boven
dien doet zich een nieuwe sensatie voor,
waarvan we iets willen vermelden. Er zijn
spionnen gesignaleerd. Zij hebben het op
militaire stukken voorzien en luit. Piron
de detective, doet al zijn best om te voor
komen, dat zij hun slag slaan. Op zekere
avond, nadat Maupie de Big te bed heeft
gelegd in de kamer van Luit. Berkhage,
wordt daar ingebroken. Het kind wordt
wakker, herkent de inbreker, en dan
Om verraad te voorkomen, wordt het
kind ontvoerd. De heele compagnie op
stelten. De spanning stijgt: Zal de Big
teruggevonden worden En waar en hoe
Laat de film het antwoord geven. Wat
gebeurde er met Luit. Berkhage, toen hij
geheime stukken naar het hoofdkwartier
moest brengen? En wat is Nora's lot?
We verklappen het niet. Dat moet de film
van De Big zelf maar doen.
UIT HET LEVEN VAN.
HANNIBAL,
plm. 200 jaar voor Christus,
en
HALLIBURTON,
in 1935.
Gij 'hebt zeker ook gelezen van die
Amerikaansche schrijver, Halliburton ge
naamd, die met een olifant via de St.-
Bernardt-pas als wijlen Hannibal van
Zwitserland naar Italië reisde.
Hij wilde dat eens anders doen dan
andere menschen en heeft de daad bij 't
woord gevoegd maar, in Italië aange
komen weigerde de dikhuid hem verder
zijn diensten, omdat zijn beblaarde voeten
gevolg van de gloeiend heete geplavei
de wegen hem het loopen al te pijnlijk
maakten. De man reisde per trein verder en
zond zijn invalide lang-slurf per zelfde
gelegenheid terug naar de Parijsche die
rentuin, waar hij weer wat opgekalefa-i
terd werd.
Een beetje „dik doen" is veel menschen
niet vreemd. Ook Halliburton lijdt er
aan, vanwege zijn omgang met zijn dik
huidige metgezel vermoedelijk zelfs in
die mate, dat hij zich „de moderne Han
nibal" noemt. Maar aan die vergelijking
ontbreekt nogal wat.
Het is al een paar dagen geleden, dat
Hannibal zijn beroemd geworden Alpen-
reis maakte; het was omstreeks 200 jaar
voor het begin van onze jaartelling, dat
hij, als veldheer van Carthago, met meer
dan 30 olifanten (wie weet het juiste ge
tal Afrika verliet, het Oosten van Span
je onder-wierp en vervolgens via de Pvr-
reneeën over de Alpen in de Po-vlakte
in Noord-Italië dus binnenviel.
Hannibal was een der- grootste veld-
heeren der Oudheid, hebben we op schooi
geleerd. Zijn tocht had danook allerminst
vreedzame bedoelingen, zooals die van
Halliburton, maar staat niettemin bekend
als een staaltje van ongekende vermetel
heid, en doorzettingskracht. Hij vingz'in
veldtocht aan met 90.000 man voetvolk, en
12000 Iruiters, waarvan een aantal op oli
fanten was gezeten. We zouden die
dikhuidige viervoeters, met krijgslieden
beladen, de tanks der Oudheid kunnen
noemen. In 15 dagen trok Hannibal de
Alpen over. De moeilijkheden, welke hij
te overwinnen had, moeten ontzettend zijn
geweest, want toen hij Italië bereikt
had, was zijn groote legermacht gedund
tot 20.000 tnaii voetvolk en 6000 ruiters,
terwijl van zijn olifanten maar eentje
de reis tot een goed einde had kunnen
brengen.
Halliburton reisde in Juli, maar Hanni
bal in October. De Amerikaan reisde,
langs gebaande wegen en legde het Al
pen-traject alleen per olifant af. Hanni
bal nam zijn olifanten uit Afrika mee,
moest zelf zijn weg maar banen en trok
er mee door de Rhone, terwijl ook de
verzorging op deze barre reis veel te wen-
schen overliet.
Ter loops merken we op, dat niet
met zekerheid bekend is, welke pas Han
nibal gekozen heeft. Het kan de St.-
Bernamdt-pas zijn geweest, maar volgens
andere historici is het de Mt Cenis of
ide Mt. Genièvre geweest. Maar dat
doet er niet toe: Halliburton heeft zijn
reis volbracht; in alle bladen ter wereld
is er gewag van gemaakt en dat komt
in zijn kraam juist van pas. Hij heeft 'n
nieuwe avonturen-roman op stapel ge
zet en heeft, mede dank zij zijn olifant,
zooveel merkwaardigs beleefd, dat een
vlotte verkoop van zijn nieuwe, als im
mer smakelijke pennevrucht zoo goed als
verzekerd is.
Hij is een zoon van Amerika en weet
dus, wat reclame waard is.
P.S. Gij moet van hem eens lezen: Een
wereldreis vol avontuur. Boekhandel
Parkstraat heeft het in zijn bibliotheek.
Nu was de beurt
aan HALLIBURTON.
BB ffi
ffl EEN TEXELAAR ffl
Si PER FIETS DE WERELD IN. ffl
m bb
Siem de Waal op weg naar Rome.
LUZERN, 29 Juli.
III.
Als ik deze regelen schrijf, zit ik bij 'n
geweldig hoog opspuitende fontein voor
het station te Luzern en wacht ik op mijn
Zwitsersche vriend,, die ik volgens af
spraak hier ontmoeten zal, om dan samen
naar Rome te fietsen.
Over het verloop van mijn tocht ben ik
tot nu toe dik tevreden. Mijn K.M. teller
is de 1000 reeds gepasseerd en maar
tweeman heeft het bandenpech-auiveltje
mij bezocht. Ook het weer was meestal
goed. Alleen op mijn rit door het Zwarte
Woud had ik met geweldige tegenwind te
kampen. In 9 uur tijds vorderde ik maar
100 K.M. en doodmoe danook bereikte ik
de Zwitsersche grens. Maar vóór ik de
grens passeerde, heb ik mij in een aller
liefst Duitsch dorpje heerlijk onder de
dorpspomp gewasschen, daarbij aange
gaapt door de dorpsjeugd.
Het Zwarte Woud heeft een onvergete
lijke indruk bij mij achtergelaten. Den
nen, dennen en nog eens dennen, zoo heel
anders dan de streek langs de Rijn met
zijn welig tierende wijnranken. Ik begrijp
nu, waarom men deze zoo dicht be-
boschte streek juist het Zwarte Woud
noemt. Dat ik er heerlijk geslapen heb,
spreekt bijna vanzelf.
Omstreeks 6 uur passeerde ik de grens.
Even tevoren had ik van een hooge heuvel
at een blik kunnen slaan over de Rijn in
Frankrijk en Zwitserland. Onbeschrijfelijk.
Het Zwarte Woud strekt zich uit over een
lengte van 160 K.M. en is wel 50 a 60
K.M. breed.
De grens passeerde ik zonder moeilijk
heden. Speciale „voorzorgsmaatregelen"
waren niet noodig, en ik was blij, dat ik
weer met één overhemd aan verder naar
Bazel, aan de Rijn iin Zwitserland, kon
trappen. Mijn eerste gang was daar naar
het postkantoor dat echter reeds gesloten
was. Terwijl ik even mopperend dacht:
,,'t Is hier met de postkantoren al net
als op Texel", werd ik opeens door een
Esperantist hartelijk aangesproken. Het
bleek een zeer bekend Zwitsersch Espe
rantist te zijn, wiens aandacht ik getrok
ken had door mijn Esperanto-vlag. „Ah....
Siem de Waal, vi konstruis la monumen
ten?" De kennismaking was aller
hartelijkst me£ als gevolg een fijn sou-
pé'tje. Tevens zocht hij een goedkoop
hotelletje voor me en 's avonds maakten
we een lange wandeling door de stad.
Mijn nieuwe Zwitschersche Esp. kennis
bezorgde mij een blijde avond. Het was
reeds Iaat, toen ik vol schoone herinnerin
gen aan Bazel en Rijnwijn mijn hotel op
zocht.
De andere dag even naar het postkan
toor, waar een nieuw stempel op mijn
toto werd gezet en waar mij een brief
HET SUEZ-KANAAL.
Nu Italië zoo gevaarlijk met Abessinië
overhoop ligt en een toestand geschapen
is van „gewapende vrede", zijn de oogen
van de gansche wereld op het Suez-ka-
naal gericht. Dit kanaal immers moet voor
de aanvoer van oorlogstuig en manschap
pen naar liet Abessijnsch—Italiaansche
front onmisbaar worden geacht. Thans
houdt men zich, volgens de dagbladen,
in verschillende kringen bezig met het
denkbeeld van het sluiten van het Suez-
kanaal voor Italiaansche schepen met oor-
logstransporten, ingeval de strijd mocht
losbranden. Dat besluit zou de Volken-
bond moeten nemen, maar zou zoowel de
Bond als Engeland, dat het besluit moef
uitvoeren, de vijandschap van Italië kun
nen bezorgen. Sluiting voor alle öorlogs-
transporten, van welk land ook, zou beter
zijn.
van mijn Weensche vriend wachtte. En
toen in de richting Luzern. Een verkeerde
inlichting bezorgde mij een omweg van
18 K.M. maar..... toch ben ik er niet boos
om geworden, want het was prachtig heu
velland, dat ik doorpeddelde. Al spoedig
kwam de eerste berg in zicht. Ter „ken
nismaking" moest ik drie kwartier loo
pen. Ik steeg tot bijna 1000 M. Van het
mooie uitzicht genoot ik niet lang, want
bijna 5 K.M. over een prachtige weg naar
beneden snellen is zeer aanlokkelijk.... Ja,
die Zwitsersche bergen zijn buitengewoon.
Door mijn zware bagage kreeg ik een
enorme snelheid, maar ik kon toch gemak
kelijk mijn stuur houden. In de bochten
zorgden mijn twee remmen er voor, dat
ik op het juiste hellend vlak bleef.
Eerst kreeg ik nog een lagere berg en
toendook heel in de verte het hoog
gebergte op. Die ejerste aanblik zal ik
nooit vergeten. De toppen gingen in de
wolken verloren en het was, alsof de
rook uit de bergen opsteeg. De laatste
meters had ik gezelschap van een Duit-
scher en beiden zeiden wij „Wunder-
schön". Of dit alles mij inspireerde, weet
ik niet, maar de laatste 50 K.M. naar Lu
zern legde ik in 2 uur af.
En nu zit ik dan in Luzern. Achter mij
rijst machtig de Pilatus op, gedeeltelijk
schuilgaande in de wolken. Aan de andere
zijde, heel in de verte, verheft zich de
Rigi-Kulm en het is deze berg, die ik
morgen ga bestijgen. Die zal mij het
schoonste panorama van Zwitserland ge
ven.
Maarmijn vriend is intusschen ge
komen. Ik eindig dus en volg hem naar
zijn studiehuis, waar het eten reeds wacht.
Een kleine tocht door Luzern zal de dag
volmaken.
SIEM DE WAAL C.Hz.
Vertaling: Jij bouwde het Esperanto-
monument?
iiiiHUUiiuiui voor de vrouw, iiwiBJitiniin
Dit model is
ontleend aan het
Nieuwe Modeblad,
f 1.20 per 6 nrs.
(p.post f 1.50.)
Er zijn geknipte
patronen verkrijg
baar NA inzen
ding van slechts
25 ct aan post
zegels bij de Uit
gevers-Mij. Neer-
landia, Kromme
Nieuwe Gracht 64
—66, UTRECHT.
ABONNEERT
U op het
NIEUWE
MODEBLAD
met gratis
knippatronen,
het meestgelezen
damestijdschrift
in ons land.
ADM.
TEXELSCHE
COURANT.
LEUKE Al°9
ZOMERJAPON
Deze japon, bestaande uit rok en blouse
met opgestikte zijstukken, is gemaakt van
effen matblauw zijden linnen. De inzet-
baan wondt geplooid en in de rok gestikt.
Vervolgens stift men de zijstukken op
rok en lijfje, verbindt de jzijnaden en zet
de blouse aan de rok. Aan de linkernaad
wordt ongeveer 40 cM. opengelaten voor
een split. Daarna stikt men de mouwzöo-
rnen op, maakt het splitje in het voorpand
met een schuin biesje af en bevestigt de
strooken in de schoudemaad tot het op
het voorpand aangegeven teekën. Ten
slotte maakt men e<Ui grof stiksel langs
de nadéSi bij Wijze van 'gameering, wat 'n
biezondejr aardig effect maakt. Benoodigd
ongeveer 3.30 M. stof, 80 cM. breed. Pa
tronen van deze japon zijn verkrijgbaar
in 96 en 88 cM. bovenwijdte. Prijs slechts
25 ct Zendt uw bestelbrief naar Utrecht.
rnminrnrrmmrniiim a a iniiuiiiiimrnrrrrnnii
agtTiratlSCECBggnTltTlGB [TitTlmCBmtTuTllTliTUTl
OlIXJtZIEElZiEGECIZIEEtS £1 rrmmmmmmminm
mrtiiyrrrffECEEaamrTi