m
De Nieuwe Texelsche Courant
No. 4976 48s"Jaargang Woensdag 4 Sept. 1935
Van week tot week
EERSTE BLAD.
m m
gngezondem
«eLi
Uw advertentie in dit blad wordt
op Texel huis aan huis gelezen.
TEXELSCHE COURANT
is sinds 1 Juli 1930
lo dit blad opgenomen.
UITG.: N.V. Boekhandel en Drukkerij
v.h. Langeveld en de Rooij Den
Burg. Tel. 11.
ABONNEMENTEN: f0.75 per kwartaal;
buiten den Burg f 1losse nrs. 4ct.
ADVERTENTIES: 1-5 regels 60 oent
iedere regel meer 12 ct. Eenzelfde adv.
voor viermaal ineens opgegeven wordt
driemaal berekend.
HOOGWATER ter reede van Texel v.m.
(nam. ongeveer Vi uur later.)
5 6 7 8 9 10 11 Sept
1,29 2.05 3,— 4,22 6.01 7,22 8.22
LICHT OP
RIJWIELEN en R11TUIGEN 8.20
ZATERDAGAVOND.
KONINGIN ASTRID f
Astrid, België's stralende, schoone vor
stin, toonbeeld van jeugd en lieftalligheid,
is door een ontzettend noodlot ontrukt
aan het Belgische volk, dat haar aanbad,
aan de jonge koning en de kinderen, wier
oogappel zij was, aan de wereld, die haar
liefhad als een van de weinige zonne
stralen, in wier licht de menschheid zich
nog vermocht te koesteren. Diepe, op
rechte deernis moet iedereen gevoelen
voor ons Belgische buurvolk, dat betrek
kelijk zoo kort na de noodlottige dood
van Koning Albert, opnieuw getroffen
is door een nationale ramp, die dit volk
berooft van het liefste dat het bezit.
BLANK EN BRUIN.
Europa, Amerika en Abessinië.
Het ware verkeerd, de toestand, die nu
m Europa heerscht, met die van 1914 te
vergelijken. Weinige weken voor de groote
oorlog uitbrak, zag het er veel vreedzamer
uit dan op dit oogenblik. Toen was men
voorzichtig, omdat men liet gevaar ten
volle meende te beseffen. Het resultaat
was, dat de menschheid door de oorlog
die haar beslopen had als een diet in
de nacht, overrompeld wend. Nu is er
van besluipen geen sprake. Met moord
dadig kabaal kondigt Mussolini zijn bloe
dige voornemens aan. Als een staatsman,
bij wie niet alle zinnen op hol zijn gesla
gen, oorlog wenscht, dan wendt hij juist
vreedzame bedoelingen voor. Hij zorgt
ervoor, dat hij niet alle anderen tegen
zich in het harnas brengt. Mussolini ech
ter speelt niet de pacifist, bijna dag aan
dag verkondigt hij, dat hij vechten wil en
vechten zal. Treedt iemand hem daarbij
in de weg, dan zal hij deze stoutmoedige
ook aanvliegen, om het even, wie het is.
En als heel Europa zich tegen hem mocht
vereenigen, welnu, Iaat heel Europa dan
maar opkomen. Des te eer heeft hij zijn
groot, Romeinsche rijk bijeen. Hij somt
alvast op, zonder de mogelijke vijanden
te tellen, wat hij als aanleiding tot een
oorlog beschouwen zal: het toepassen van
sancties, volgens een besluit van Genève,
het sluiten van het Suezkanaal voor mili
taire transporten van Italië. Om te begin
nen houdt hij aan de Brenner alvast ma
noeuvres van een omvang, zooals nog
nooit eenige militaire mogendheid ze ge
houden heeft. Intusschen stoot hij zijn
dreigementen uit: Engeland mag wel op
passen op Malta, de groote vlootbasis van
het Britsche Rijk en de Middellandsche
Zee.
Frankrijk bezet de forten, die het aan
POLITIS
Een Grieksch politicus, van naam,
scheidsrechter in de commissie tot be
slechting van het geschil tusschen Italië
en Abessinië.
OM VOORUIT TE KOMEN
Wie halt werk doet, heeft een kunst ge
leerd, die naar omlaag voert. Beter niet
gewerkt dan halt gewerkt.
Zoek iedere dag nieuwe wegen en
nieuwe manieren; ook in de handei ver
gaat het oude op de duur tot stof.
Schat de boeken niet gering, zij zijn
de spieren en de zenuwen van de tijd. Wie
zegt, dat hij nooit leest, bekent zijn gees
telijke armoede; wie beweert, dat hij geen
tijd heeft om te lezen, zoekt een voor
wendsel om die armoede te verbloemen.
Zorg ,dat elke letter schrift, die van uw
zaak uitgaat, onberispelijk is van taal,
en stijl: uw brieven, uw advertenties, uw
opschriften, uw plakkaten, uw strooibiljet
ten kortom alles wat uw reclame be
treft. Slordige, zoutelooze, gebrekkig ge
stelde reclame schrikt een groot deel van
het publiek af.
'•USX
MUSSOLINI
zijn oostgrens heeft gebouwd. De recruten
van dit jaar worden een maand eerder
onder de wapenen geroepen, opdat er vol
doende mannen zijn, om aan deze doode
weermiddelen levende inhoud te geven.
Engeland verzekert wel, dat die vloot voor
Malta niet versterkt is, maar het machtige
Middellandsche Zee-eskader zal zijn aan
dacht bepalen tot het gebied van het
Suezkanaal, waarover nu zooveel en zoo
luid wordt gesproken. Verder is het
nieuwe depot-schip van de Britsche vloot
de Woolwich naar Malta gezonden. Het
is een soort varend dok. Het is ook in
staat, uit zeewater op groote schaal zoet
water te distilleeren, het is van machtige
electrische inrichtingen voorzien, en het
kan tevens optreden als moederschip voor
de torpedojagers, die het ai het noodige
voor schip en bemanning kan leveren. En
bij dit alleSj kan het zoo hard varen, dat
het iedere vloot kan bijhouden. Malta zelf
en Aden worden in staat van tegenweer
gebracht. Spanje is bezig troepen samen
te trekken in de buurt van Gibraltar. Ta-
rira en de Balearen zullen worden ver
sterkt. Enz. Enz.
Londen hoopt nog altijd op een schik
king. Natuurlijk laat het de Britten niet
koud, wanneer Mussolini het een gevaar
voor zijn tand noemt, dat de Straat van
Gibraltar èn het Suezkanaal, de twee
eenige uitgangen van de Middellandsche
Zee, beide door Engeland beheerscht wor
den. Wil hij dat nu ook maar meteen ver
helpen, tegelijk met de stichting van zijn
groote, koloniale rijk? En is dit de reden,
waarom de Spanjaarden zich zoo gevoelig
toonen in de zuidhoek van hun land?
Reeds heet het, dat de Engelschen geen
blokkade van Italië, wat de toevoer over
het Engelsche en Fransche kustgebied in
de Roode Zee betreft, zullen dulden, en
ook geen onderzoek van Engelsche sche
pen, die wapenen voor de Negus zouden
vervoeren
Er is thans veel onrust in de wereld
der Afrikaansche kleurlingen, en ook
onder de Aziaten, naar aanleiding van 't
gevaar, waarin het eenige onafhankelijke
rijk van zwarten in Afrika, verkeert. Wat
Italië de Abessiniërs wil aandoen, kon
heel goed alle blanken in Afrika en weste
lijk Azië kwalijk genomen en betaald ge
zet worden. In Britsch-Indië, in Arabië,
in Egypte en de Soedan, in Centraaf
Afrika en Z.-Afrika is de wereld van de
(UBklUkimSaSGDCDaJU Al m mm mm mm marron
ITilTlminiTllTllTllTllTHTl y iTlmiTimrTiiniTi rTiiTim
SB
EEN TEXELAAR ffl
ffi PER FIETS DE WERELD IN. ffl
ÖBGfcJ3B33Gi3GBGEa3£EGB <1 rtltAl
v rot®® me®®®® rot?:
(Vervolg)
XI.
Een maaltijd bij Arabieren.
Esperanto-leven in Noord-Atrika.
„Hondenvangers".
Zoo verlieten we na een minder for
tuinlijke reis Böne. (Dit plaatsje ligt aan
de N.-Afrik, kust, tusschen Tunis en
Algiers. Red.) Max was best opge
knapt, maar de eerste dag na zijn ziekte
zouden wij toch maar niet meer dan 100
K.M. afleggen. De weg was vrij goed en
bezorgde Max slechts twee lekke banden.
Wij waren wei anders gewend. De mid-
dagkost wilden wij ditmaal eens bij de
Arabieren gebruiken, wier eetgelegenhe-
den men hier overal aantreft* Max had
wel wat extra kost moodig en met veel
gebaren beduidde ik de „kellner", die in
een ongelooflijk vet en vies „costiiuin"
rondliep, dat wij goed wilden eten.
De eerste gang was soep. Wij hadden
honger en het ging er best in. Wat men,
ons toen echter voorzette deed ons huive
ren en Max dreigde weer ziek te worden.
Het waren van die beestjes, die bij ons
bij voorkeur 's nachts een bezoek aan de
woning brengen, om zich later weer onder
de floer en in hun eigen huisje te bergen
Slakken! De zwarte kellner, zwart zoowel
wat gelaat als kleeding betrof, 'kon maar
niet begrijpen, dat wij deze lekkernij voor
bij lieten gaan en aan de tientallen toe«
schouwers cadeau gaven. Raar volk, die
blanken.
Ja, één ding is hier soms vervelend. Als
je in een van die dorpen even stilstaat,
schaart zich direct een heele groep om
je heen; giebelen om onze witte, hoewei
toch aardig gebruinde ruggen (wij fietsen
alleen in zwembroekje) en blijven staan,
tot je weg gaat.
Na het dessert, dat uit prachtig fruit
bestond, trokken wij naar Philippeville,
waar wij 's avond aankwamen. Eerst
Max's fiets laten repareenen; onderhand
trokken wij de stad in. AI spoedig hield
een agent ons daar aan, We moesten
mee naar het bureau, om onze paspoorten
te laten afstempelen. Dat is hier heel 'ge
woon en gebeurt bijna elke dag. Ditmaal
was het echter iets biezonders, want in
vloeiend ESPERANTO vroeg hij, of onze
papieren in orde waren en of wij hem
wilden volgen. Op weg naar het bureau
vertelden hij ons veel over de Esp. bewe
ging in Philippeville, (in deze N.-Afri
kaansche wildernis dus), die er prachtig
voor staat. Zelfs is men er in het bezit
van een eigen gebouw, zoo mooi, dat
zelts Texel daar een puntje aan kan zui
gen. Al spoedig ontmoetten wij Esperan-
TECLÊ HAWARIATHE
De vertegenwoordiger van Abessinië in
de Volkenbond en te Parijs.
kleurlingen in gisting gekomen. Frank
rijk kan dit gevaar voor de rust in zijn
kolossaal koloniaal rijk in Afrika lang niet
onverschillig laten.
Lntusschen schijnt de geschiedenis een
geheel andere wending te zullen nemen
nu volgens de bladen van Zaterdag
de regeering van Abessinië de helft van
haar land voor de ontginning van de bo
dem aan een Britsch-Amerikaansche Mij.
voor 75 jaar in conoessie heeft gegeven.
Dit besluit heeft in Italië groote veront
waardiging gewekt en reeds heeft de
Duce te kennen gegeven, zich hierdoor in
het geheel niet van zijn plannen ten op
zichte van Abessinië te zullen laten af
houden. Met nog grooter belangstelling
volgt thans de wereld het verdere verloop
van de strubbeling tusschen de Negus
en Mussolini.
1 fv--
f.
ZONEN VAN
DONKER AFRIKA.
tisten en met hen trokken we na ons
bezoek aan het politiebureau naar hun
gebouw, waar wij di.e nacht bleven sla
pen. Voor liet echter zoover was, speelde
zich nog heel wat at. Gezamenlijk
bezochten wij de schoone stad; we ver
telden daarna aan de club over alles en
nog wat en maakten 's avonds een wande
ling langs de haven om te zien hoe hon
derden havenwerkers hier onder luifels en
bruggen de nacht doorbrengen. Een
vreemd, heel vreemd schouwspel, die tien
tallen openiuchtslapers daar bij elkaar.
Wij waren gedwongen nog een dag te
blijven, deels door de fiets en deels dooi
de Esperantisten, waarvan wij geen spijt
hadden. O, schitterende uren waren het
weer. Je voelde niet, dat je hier bij Fran-
schen en Algierioneezen oftewel Alge
rijnen was. Wij waren bij Esperantisten
en in hun eigen „domo" voelden wij ons
maar al te goed thuis. Hartelijk dank,
gij vriendelijke Afrikaansche vrienden.
Uw Noordelijke geestverwanten zullen u
met evenveel hartelijkheid ontvangen.
(Tusschen twee haakjes: wij boften ge
weldig met dit onderdak, want des nachts
onweerde en regende het verschrikkelijk,
's Nachts aanschouwden wij lange tijd hoe
de bliksemstralen de uit zee oprijzende
rotsen van tijd tot tijd hel verlichtten. Een
schoon gezicht, vooral als je onderdak
hebt.)
Laat ik niet vergeten over de „honden
vangers" te schrijven. Zij rijden hier 's
nachts met een soort broodkar rond en
vangen dan zeldzaam listig^ losloopende
handen, welke de eigenaar voor f l .50
weer terugbekomen kan.
SIEM DE WAAL C.Hz.
ADRES VAN „KERK EN VREDE"
AAN PAUS PIUS XI.
Het hoofdbestuur van „Kerk en Vrede"
heeft op 30 Aug. het volgende adres in
zake het Italiaansch-Abessijnsch conflict
aan Paus Pius XI gezonden:
Aan Zijne Heiligheid Paus Pius XI,
Castel Gandolfo, Rome.
Het hoofdbestuur van de Christen-anti
militaristische vereeniging „Kerk en
Vrede" in Nederland, tellende 8000 le
den van alle kerken en richtingen, voor
gangers en gemeenteleden.
in de overtuiging, dat oorlog en oor
logstoerusting onvereenigbaar zijn met het
Evangelie van Jezus Christus,
verontrust door de oorlogsvoorberei
dingen die door de Italiaansche regeering
worden ondernomen tegen het Abessyni-
sche volk, een natie, die evenals de Itali
aansche tot de christenvolken behoort,
overwegende, dat beide volken lid zijn
van de Volkenbond,
zich Uw boodschap van April herinno
rende, waarin U de woorden van de 68e
Psalm „Hij heeft de volken verstrooid,
die lust hebben in oorlogen" aanhaalt met
het oog op een staat, „die de oorzaak zou
willen zijn van een monsterachtige moord
en bijna onvermijdelijke zelfmoord",
verzoekt u dringend, de Italiaansche re
geering en het Italiaansche volk een halt
toe te roepen, opdat zij de oorlogstoerus
tingen staken en zij hun _geschil met het
Abessynische volk voor het Internationale
Hof van Justitie brengen.
Namens het hoofdbestuur,
(w.g.) Ds. J. B. Th. Hugenholtz,
Secretaris.